NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
0I.SWAR» W WONSEHAÖEKI.
Het Huwelijk door een tert
jiiMi
No, 40.
Twee en dertigste Jaargang.
1893.
i
DONDERDAG 5 OCTOBER,
M
BINNENLAND.
VOOR
--
I
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
e
Bijdrage tot de geschiedenis der eerste
huwelijks-advertenties.
XXXXXXXXX XDX AC3CXCDC3CDC X
ld|et denkbeeld, om door middel van een ad-
vertentie een huwelijk te sluiten, is waar
schijnlijk, naar uit verschillende bescheiden blijkt,
afkomstig uit het laatst der achttiende eeuw.
In het theatre Italien in Parijs werd in 1787
een klucht opgevoerd, getiteld Be mariage sin
gulier. Ook in Duitschland werd omstreeks dien
tijd op alle tooneelen een stukje vertoondPie
Heirath durch ein Wochenblatt. Werkelijke huwe
lijks-advertenties van zoo ouden datum zijn echter
tot nog toe niet gevogden. De eerste heeft men
gevonden in de Londensche Observer van 22 Mei
1797. De geschiedenis van deze advertentie is zoo
interessant, dat zij wel waard is verhaald te wor
den. De Hollandsche vertaling der advertentie is
ongeveer
„Aan allen die er acht op willen slaan.
„Wegens de verpleging van een bloedverwant
heeft een jonge dame zich verscheidene jaren ach
tereen verwijderd moeten houden van de wereld-
sche genoegens, waarvan zij anders volstrekt niet
afkeerig was. Nu echter eensklaps onder de
menschen gekomen, vindt zij, dat het bezit van
een groot vermogen haar de afwezigheid van de
eenige persoon, met wie zij gewoon was om te
gaan, niet kan vergoeden. Uitgesloten van voor-
deelen, waarin anderen zich kunnen verheugen,
is zij genoodzaakt een middel aau te grijpen, dat,
hoe ongewoon het ook is, haar alleen kans geeft
om te verkrijgen hetgeen zij zoekt, een vriend.
Zou er een geboren gentleman zijn, die niet oud,
goedgezind, aardig, welopgevoed en van een eer
biedwaardige familie is, of zou eene dame, die een
broer of een zoon van deze soort heeft, meer van
de ondergeteekende willen weten, dan kan men
in deze courant een paar regels plaatsen, waaraan
het adres van den antwoordende is toegevoegd
(omdat de kieschheid in het begin geen ander mid
del veroorlooft.)
E 1i s a.“
Deze advertentie had een sensatie-makend ge
volg weken lang verdrongen de antwoorden el
kaar als het ware in de kolommen van den Ob
server en de spanning, waarmede de geheele be
volking de zaak volgde, was zoo groot, dat het
blad zeer spoedig zijn oplage moest verdubbelen.
Zoo lezen wij bijvoorbeeld in het nummer van
den 29sten Mei de volgende aanbieding:
„Teederheid en bescheidenheid veroorloven
schrijver dezer regelen, een gentleman, slechts om
zijn ernstigen wensch te uiten, met Elisa kennis
te mogen maken, en er op te wijzen, dat zijn naam
en zijn stand bij den uitgever van dit blad be
kend zijn. Mocht Elisa genegen zijn, een brief aan
schrijver te zenden, dan adresseere zij dien: Wil
liam Augustus 11. Café St. James, St. James-
street".
„Wanneer het Elisa ernst is, zal een gentle
man, die zich vleit, alles te bezitten wat zij ver
langt, zich gelukkig achten, haar zijn opwachting
te komen maken. Zijn adres is, enz.“
„Een gentleman in respectable omstandighe
den verkeerend, die een voldoend vermogen bezit,
maar door bijzondere omstandigheden van Elisa’s
aankondiging notitie neemt, wenscht in een paar
regels, gericht aan G. V. en afgegeven aan de
expeditie van dit blad, iets naders omtrent haar
te weten.
„Aan de persoon, die in het volgende belang
stelt. Iemand die alle eigenschappen van een
vriend bezit, is bereid, zich te laten spreken,
wanneer men zich onder het adres G. B. no. 33,
Wigmorestreet, tot hem wil wenden. Men kan
ook met een dame, die den vriend goed kent,
over de aangelegenheid spreken. Op eer en stil
zwijgendheid kan men zich verlaten".
De met Elisa onderteekende aankondiging in
dit blad is iemand onder de oogen gekomen, die
een met de gevorderde eigenschappen bedeelde
bloedverwant heeft. Daar echter deze niet alleen
op vermogen ziet, verzoekt hij Elisa hem aan het
adres G. M. in de Portlandstreet, schriftelijk op
te geven, of zjj onder de dertig jaar is, een aan
genaam uiterlijk heeft en behoorlijk ontwikkeld
is, in welk geval men er moeite voor zal doen
met elkaar in kennis' te komen en alle beschei
denheid in acht zal nemen."
„Aan Elisa. Naar aanleiding van uw
aankondiging verzoek ik om de toestemming, u
mij te mogen aanbieden. Wanneer u er niets te
gen hebt, dat ik koopman ben, mag ik zonder
ijdelheid hopen, niet voor niets te vragen. Ik ver
dien in een nette zaak vier honderd pond per jaar.
Ik ben reeds eenmaal gehuwd geweest en leerde
mijn geliefde echtgenoote op dezelfde wijze ken
nen, maar het behaagde den Hemel, onzen band
te verbreken. Ik ben 32 jaar oud en groot, zie
er niet slecht uit, schik mij gaarne in alles en heb
een opgewekt humeur; ik haak naar huiselijk ge
luk, zoek mijn omgang te vergrooten en wensch
een vrouw, die met mij sympathiseert, gelukkig
te maken. Wanneer Elisa deze persoons-beschrij
ving bevalt, dan zal op een paar woorden, afge
geven aan de expeditie dezer courant en waarin
een uur bepaald of een tusschenpersoon aange
wezen wordt, dadelijk tot haar komen enz,"
„Een net gentleman, die jong is, een voor
treffelijke opvoeding genoten heeft en zich minstens
durft vleien^ alle andere eigenschappen te bezitten,
Als bewijs, dat niet onder het vee, in de Maat
schappij verzekerd, de sterfte het grootst was,
kan dienen, dat in een paar dorpen in eene nabjj
gelegen gemeente, waar de maatschappij vele
verzekerden heeft, in één kwartaal 24 runderen
zijn gestorven, waarvan slechts 7 aan de Maat
schappij behoorden. Voorzeker een afdoend be
wijs, dat de sterfte buitengewoon en algemeen was.
Een onvermijdelijk gevolg hiervan was, dat de
omslag in het vorige boekjaar minder zwaar
drukte dan in het nu afgeloopen jaar.
Dat de Maatschappij echter eene zware verplich
ting aan de verzekerden had na te komen in
opzicht van de vergoeding van verliezen, maar
daardoor zeer zeker ook velen aan zich verplicht
heeft, blijkt wel het beste hieruit, dat voor 332
verliezen van runderen de belangrijke som van
ƒ35,549 is vergoed en voor 90 paarden ƒ12,909,
samen ƒ48,458.
Het verslag eindigt met de verklaring dat
1892/93 voor de Maatschappij een moeielijk jaar is
geweestzij heeft echter voldaan aan hare ver
plichtingen en kan met voldoening terugzien op
het vele goede dat zij heeft gedaan, waardoor
vele kleine veehouders voorfinantieelen ondergang
zijn behoed en zij anderen tot steun is geweest.
Nog steeds neemt het aantal verzekerden toe,
en zeer zeker zou bet in het algemeen belang
van den landbouwerstand zijn, wanneer de ver
zekering èn van rundvee èn van paarden „alge
meen" werd; de moeilijkheden, zooals in ditjaar
tengevolge de buitengewone sterfte, zouden ge
makkelijker te overwinnen zijn, want hoe meer
deelneming hoe minder premie.
De Maatschappij zou haar nu reeds verkregen
goeden naam des te beter bevestigd zien en dan
kon zij in ruimen kring voor velen een hulp en
steun zijn.
Met de vervulling van dit doel bezield, gaat
de Maatschappij in vertrouwen de toekomst
tegen.
Arum. De commissie van de oprichting van
een hulpbank alhier heeft een conceptreglement
opgemaakt, hetwelk eerstdaags in een gecombi
neerde vergadering in behandeling zal worden
gebracht. Volgens dit concept zullen de bestuur
ders der spaarbank tevens die van de hulpbank
zijn.
Barradeel. Kort geleden hoorden we zeg
gen „nu om water verlegen en misschien binnen
kort met het water verlegen.1* En dit laatste is
thans reeds het gevalbijna alle dagen overvloed
van regen. Het aardappelrooier: wordt er zeer
door belemmerd. Bij het toebereiden der landen
voor de nieuwe zaaiïng wordt veel oponthoud
ondervonden. Reeds gisteren en heden alweer
zijn sommige poldermolens druk aan ’t draaien,
om het overtollige water uit te malen. Er wordt
alzoo zeer verlangend uitgezieu naar droogte.
Herbaijum. Aan de op Donderdag jl. alhier
gehouden kaatspartij door parturen van 3 per
sonen werd deelgenomen door 8 parturen. Door
de bepaling, dat in elk partuur slechts één stads
prijswinnaar mocht voorkomen, kreeg de kaats
partij een eigenaardig karakter, tengevolge waar
van het aantal kaatsers minder groot was dan
we hier gewoon zijn, maar waardoor tevens de
kwaliteit vergoedde, wat er aan kwantiteit tekort
mocht schieten. De prijs (36 gld.) werd behaald
door Jobs. Anema van Schingen, Dirk Sijbesma
van Schalsum en Daam Bakker van Beetgum,
terwijl de premie (12 gld.) gewonnen werd door
Johs. D. Bierma van St. Jacob, Klaas Lieuwen
van St. Jacob en Arjen L. de Vries van Berlikum.
De plechtige opening der cadettenschool te
Alkmaar heeft den 30en plaats gehad. Te elf uren
verscheen de Minister met eenige hoofdofficieren.
Toen de cadetten in de groote zaal vereenigd wa
ren, hield de majoor Vlaming eene rede, waarin
hij de wordingsgeschiedenis dezer instelling be
handelde, die reeds in 1874 een aanvang neemt,
toen het plan echter niet doorging wegens den
tegenstand dien het ondervond. Na hem sprak de
burgemeester en vervolgens Minister Seijffardt,
wiens geestdriftvolle rede zeer werd toegejuicht.
Des middags was er een feestmaal. De jonge
lieden voelen er zich recht naar hun genoegen
de rantsoenen zijn uitstekend.
Te Tiel kreeg de zoon van een stalhouder
bij het inspannen van een paard voor een omni
bus, een slag van het dier tegen de borst, waar
door deze geheel verbrijzeld werd en de dood
terstond intrad.
De ongelukkige, 23 jaar oud, laat eene weduwe
met een kind na.
Een paar maanden geleden werd in het
krankzinnigengesticht te ’s-Gravenhage een 14-
jarige knaap opgenomen, die volslagen zinneloos
was geworden door het feit dat zijn vader de
duiven, waaraan het kind zeer gehecht was, had
gelood en ze daarna gebraden aan den jongen
had voorgezet, zeggende: „Nu zul je zeopvr..."
Liefderijke verpleging heeft, voor ’t oogenblik
althans, de noodlottige gevolgen van dien zenuw
schok overwonnenbet kind is hersteld huis
waarts gekeerd, ’t Is te hopen, dat zijn bar-
baarsche vader er door geleerd heeft.
Uit Udenhout bij Tilburg meldt men ons,
dat daar zekere W. jaagde, vergezeld van zijn
negenjarig zoontje. Hij schoot op een haas, dien
hij miste, waarop hij weder vuurde, maar zijn
zoontje was den haas nageloopen en werd nu
door het tweede schot van zijn vader doodelijk
getroffen»
Hoogstwaarschijnlijk wilde de schrijver zich
daarbij echter wat onbeholpen uitdrukkend
niets anders zeggen, dan dat bij zijn huwelijk met
zijn eerste vrouw eveneens meer bet gezond ver
stand dan de liefde in het spel was. Het is ook
volstrekt niet onbegrijpelijk, dat niet allen die
antwoordden, het geval ernstig opnamen, maar
het veeleer tot onderwerp van een grap gebruikten.
En het Elisa-geval zelf? Welken afloop heeft
het gehad Nadat de correspondentie zich nog
over eenige nummers van de Observer had voort
gezet, verstomde de pers-stem langzamerhand en
de Elisa-sensatie werd door een andere opgevolgd.
Eerst twee jaar later kwam de naam van de
trouwlustige dame weer ter sprake en men wilde
in haar een bekende persoonlijkheid der Londen
sche samenleving herkennen. Zoo verhaalt ten
minste de niet onbetrouwbare medewerker van
de Revue Londen en Parijs van Bertach, in het
5e stuk van den jaargang 1799 in een correspon
dentie van 6 Juni: Schrijver dezes wees men eens
in een zij-loge in de opera een der meest vol
maakte schoonheden aan, over wier stoel zich een
groote, schoone mannelijke figuur heenboog„let
eens goed op dat paar daar; het is de beroemde
Elisa, nu mistress C met haar man. Zij bracht
hem een vermogen aan van 70,000 pond en het
zijne bedroeg 30,000 pond. Zij bezitten alles, wat
het leven aangenaam maken kanmaar (welke
zeldzaamheid in dezen stand) zij bezitten we-
derkeerig in elkaar de grootste rijkdomzij ko
men weinig in gezelschap en houden er het meest
van, zich met het zoontje, dat hun is geboren, te
vermaken. Ik weet uit tamelijk goede bron het
volgende van de wijze waarop zij haar vrijer aan
nam Zij en haar gewezen gouvernante hadden
een eigen huis en huurden nieuwe dienstboden.
Beide waren in het zwart gekleed en gemaskerd.
Dat verraste gemeenlijk de dingers naar haar
hand en de kloeke, vaste wijze waarop zij hen
aansprak, hadden zij niet verwacht. Maar zoo-
dra Elisa zag, dat de man, die voor haar stond,
vertrouwen verdiende, opende zij op de meest
innemende wijze haar hart voor hem en vertelde
hem alles wat zij kon, zonder zich te verraden.
Ten slotte vroeg zij iederen bezoeker zijn op eere-
woord gegeven verzekering, haar niet te zullen
verraden, ook wanneer haar keuze niet op hem
mocht vallen. „U ziet wel,11 vervolgde mijn zegs
man, „dat slechts weinig mannen zich in uiterlijk
schoon met mr. C. kunnen meten en met het
overige (ofschoon ik daarvan niets weet) zal Elisa
het, evenals de meeste vrouwen, wel zoo nauw
niet hebben genomen.11
Dat is de geschiedenis der ten tijde onzer groot
ouders zooveel besproken Elisa-advertentie. In
haar is ons, geheel afgezien van haar romantischen
afloop, in elk geval een der oudste documenten
van een huwelijksaanzoek door de courant gewor
den. Zijn wat niet onmogelijk is reeds
vroeger dergelijke advertentiën verschenen, dan
is toch in elk geval geen direct bewijs van hun
bestaan voorhanden.
die Elisa bij wie ook kan verwachten, neemt de
vrijheid, haar oproeping te beantwoorden Zijn ge
zond verstand veroorlooft hem niet, zich nu reeds
uit te laten over hetgeen hij graag zou zeggen.
Hij heeft echter geen andere bedoelingen, dan haar
ware vriend te zijn. Men wendde zich enz.11
„Wenscht Elisa werkelijk een vriend te vin
den, zooals zij die in haar advertentie beschreven
heeft, dan durft S. Farmer zich vleien, dat haar
verwachting niet zal worden bedrogen, wanneer
zij hem wil vereeren door er in toe te stemmen,
haar zijn opwachting te mogen maken. Adres., enz.”
„Een paar regels aan Azile, in het middelste
huis in Union-street, Lambeth, zullen met alle
vereischte opmerkzaamheid worden behandeld door
iemand, die drie van de gevorderde eigenschap
pen bezit, namelijk, de opvoeding van een gentle
man, jeugd en achtenswaardige familie mis
schien meer. Maar dat kan klisa zelf beslissen.11
Uit het nummer van 5 Juni:
„Wanneer Elisa zoo goed wil zijn, W. F.
Murry te ontmoeten en te spreken op dezelfde
plaats en op hetzelfde uur, dat zij laatst bepaalde,
of wanneer zij een anderen dag wil bepalen, dan
zal men haar bevelen stipt opvolgen, VV. F. M.
kwam Dinsdag niet, omdat hij het briefje eerst
’s-avonds laat ontving?
„J. C. meldt Elisa, dat hij haar brief eerst
Dinsdag vroeg ontving, en dat dit de eenige oor
zaak is, dat aan haar uitnoodiging geen gevolg is
gegeven. Hij bedient zich van dit eenige, hem ten
dienste staande middel, om zich te verontschul
digen, daar zij misschien zou kunnen denken aan
onverschilligheid of onachtzaamheid. Hij verzoekt
haar, zich in een volgend briefje nader te ver
klaren."
Elisa, ik ben zooeven in Londen aange
komen, ben vrijgezel en geleerde; ben nooit ge
trouwd geweest; drink en speel niet; ben nie
mand iets schuldig; oefen geen bepaald beroep
uit, daar ik vermogend ben; heb veel gereisd;
mijn familie is zeer respectabel. Ik zal weer een
paar dagen weg gaan en wanneer u mij a.s. Woens
dag of Vrijdag met eenige regelen wilt vereeren,
zult u een gentleman verbinden, die niet uit doel-
looze nieuwsgierigheid, maar als een vriend aan
u schrijft. J. 8. No. 1, Stanhopestreet, Clare-
Market."
Uit het nummer van 12 Juni:
- „Aan Elisa. Het groote aantal der personen
die om uw opmerkzaamheid vragen, schrikt mij
niet af, integendeel, het geeft mij veeleer moed,
mij tot u te wenden, daar ik nu, ingeval ik een
blauwtje loop, onder de menigte afgewezen het
gelach van anderen kan ontgaan, of ten minste
den troost hebben kan, dat anderen zich in een
even belachebjken toestand bevinden als ik zelf.
Daar u vermoedelijk een beschrijving van mijn
persoon wilt hebben, moet ik u eerst doen opmer
ken, dat te allen tijde de groote mannen klein
van stuk geweest zijn. Cesar, Alexander, Pelopi-
das, Cincinnatus en minstens een vijftigtal andere
beroemdheden uit de oudheid hadden, evenmin als
eenige der meest uitstekende helden van den te-
genwoordigen eeuw, wat hun lengte betreft, on
der de Londensche stad-soldaten kunnen worden
opgenomen, in het kort, ik ben iets grooter dan
de hertog van Bronswijk, prins Heinrich van
Pruisen, Dumoriez, de hertog van Coburg en
Clairfait; jong, gezond en krachtig, geduldig en
goed. Toegevendheid houd ik voor een der eerste
vereischten bij een vrouwwat de schoonheid
betreft, die is wel wenschelijk, maar volstrekt niet
noodzakelijk en wanneer haar ouderdom maar
tusschen de dertig en vijftig is, is er niets tegen
te zeggen. Mocht Elisa verdere onderhandeling
verlangen, dan zullen haar bevelen, wanneer die
in een brief, geadresseeerd aan B. I. F., door de
expeditie dezer courant mij geworden, met de
meeste hoogachting worden ten uitvoer gebracht".
Uit het nummer van 19 Juni
„Aan Elisa. Madame!
Aan alle voorwaarden, die u in uw oproeping
stelt, voldoe ik geheel. Onder beding, dat u de
goede eigenschappen van verstand en hart bezit,
ben ik bereid en in staat, mijn leven geheel en
al aan het uwe te verbinden. Ik ben als gentle
man opgevoed en ben ruim dertig jaar oud. Ik
bezit hoedanigheden genoeg om uw achting te
verkrijgen en moed genoeg om uw onervarenheid
te beschermen. Ik ben soldaat geweest, wanneer
ik echter ooit weer naar de wapens grjjp
zal het alleen in den dienst van Elisa zijn. Mijn
inkomen bedraagt ongeveer 700 pond per jaar en
ik kan u aanstonds aan een kring bloedverwanten
voorstellen, zooals u ze voor aangenamen omgang
slechts kunt wenschen. Uw vermogen, hoe groot
het ook mocht zijn, blijft geheel tot uw beschik
king, onder voorwaarde, dat u een voldoende som
beschikbaar stelt voor onze gemeenschappelijke
uitgaven. Al deze aanbiedingen worden door mij
ernstig gemeend en gedaan onder verpanding van
mijn eerewoord, indien ten minste, madame, uw
naam onbevlekt en uw uiterlijk niet onaangenaam
is. Antwoord onder het adres, enz.
Philo-Elisa."
Onder de hierboven aangehaalde antwoorden
zou het bevreemding kunnen wekken, dat de stel
ler van de zesde advertentie in het nummer van
29 Mei, zegt dat hij reeds eens getrouwd is ge
weest en zijn eerste vrouw „op dezelfde wijze11
leerde kennen. „Op dezelfde wijze" zou men
hierbij moeten denken aan een huwelijks-ad ver
tentie van nog ouderen datum? Het is mogelijk,
doch niet waarschijnlijk, want anders zou het op
zien, dat de Elisa-advertentie en niet alleen in
Engeland verwekte, moeilijk zijn te verklaren.
Leeuwarden, 30 September 1893. De
tweede jaarlijksche algemeene vergadering van
Verzekerden van de Onderlinge Noord-Neder-
landsche Veeverzekering Maatschappij, gevestigd
te Witmarsum, had jongstleden Woensdag in het
logement van den heer C. van Welij te Leeu
warden plaats.
Door h h. Commissarissen werd mededeeling
gedaan van de door hen goedgekeurde rekening
en verantwootding over het boekjaar 12 Mei
189212 Mei 1893, terwijl verslag uitgebracht
werd van de werking der Maatschappij gedurende
dat boekjaar en omtrent haren toestand.
De aftredende leden van den Raad van Com
missarissen, de h.h. mr. M. Oldenhuis Gratema
te Hoogeveen en J. Sijpkens te Winschoten,
werden herbenoemd.
Met het oog op de uitvoering van het besluit
tot uitbreiding der rubriek „paarden" in Overijssel,
werd in de vacature IJ. O. Faber voorzien door
de benoeming van een Commissaris in die pro
vincie, en wel van den heer mr. W. J. baron
van Dedem te Nieuw-Leuzen.
Aan het verslag wordt het volgende ontleend
De Maatschappij verloor haren zeer gewaar-
deerden adviseur, den heer C. D. van der Weg
door den dood, welke betrekking vervolgens door
den heer W. van Staa, rijksveearts te Sneek,
voorloopig werd waargenomen. De algemeene
vergadering besloot heden, dien heer definitief
als zoodanig aan te stellen.
Het getal verzekerden is aanzienlijk vermeer
derd. Telde de Maatschappij op het einde van
het vorige boekjaar nog maar slechts 1317 deel
nemers, thans kan zij zich reeds beroemen op
2425 verzekerden (dus eene vermeerdering van
1108 in een jaar). Verzekerd zijn
14.135 runderen vooreen waarde van 1,817,170 en
3,739 paarden - 952,940
totale verzekerde waarde ƒ2,770,110.
Het sterftecijfer was dit jaar minder gunstig
dan het voorgaande; in 1891'92 was dat op de
runderen 1, in 1892/93 2'/2 per 100. Evenzoo
met de paarden; het vorige jaar was dat 1, nu
bijna 2t,'i per 100. Wat de oorzaak van dat groote
sterftecijfer is, kan slecht met juistheid worden
aangegeven wel vermoedt men dat de buiten
gewone natte nazomer in 1892 daarop veel in
vloed heeft gehad, alsmede tengevolge daarvan
het winnen van slecht veevoeder.
Bolswardsche Courant,
i