Encre Nouvelle
E. Mathieu-Plessy te Parijs.
E. BRANDSMA,
Het tweegevecht.
Fisclier,
MEUBELMAGAZÏJN
voor alle standen, sinds 16 jaar gevestigd op het
NIEUWE MARKTPLEIN.
Firma B. CUPERUS Az.
(iKMEXH) NIEUWS.
7o.
den kas-
Wordt vervolgd.
Deze inkt wordt gefabriceerd op een geheel
nieuwe manier waardoor zij veel beter is, dan de
tot dusverre verkochte soorten. De goede eigen
schappen zijn o.
lo.
2o.
3o.
4o.
5o.
60.
Stoomdruk Firma B. Cuperus Az.
Bolsward.
in de grootste verscheidenheid steeds voorhanden.
Grootst. Soliedst en meest Concurreerend
Men vergete niet een bezoek te brengen, om
prijzen en afwerking te vergelijken.
Al Hl LB I£ L HEN, eigen fabrikaat, 2 jaar
garantie.
Er waren aan boord van den Neptunus zeer
goede vertrekken en daar het weder schoon was,
en men een aangenamen overtocht verwachtte,
waren wij allen, zooals ik gezegd heb, in de
vroolijkste luim, terwijl wij van de beste havanna
sigaren rookten, over de Staatkunde van Cuba,
van Amerika en Europa spraken en de goede
hoedanigheden van de Fransche en Spaansche
wijnen hoog opvijzelden.
De avond was bizonder helder en prachtig.
Er woei een zacht windje, dat tegelijk met de
opkomende koelte van den nacht de heerlijke
geuren tot ons overbracht der valleien, die in het
verschiet te zien waren. Bijna allen hadden wij
nog al een goed glas wijn gedronken, misschien
wel wat al te veel. Men begon eerst Fransch
te spreken, nadat Sennora Arquellas en haie
dochter vertrokken waren. Sennor Arquellas, dit
had ik moeten zeggen, was uitgegaan om in de
stad nog eenige zaken te vereffenen, voordat hij
zich naar Jamaica inscheepte.
Vergeef mij, bid ik u, dat ik u niet gezien heb,
zeide de Sennora Arquellas, terwjjl zij van haar
stoel opstond en zich tot den kapitein wendde.
Als gij aanstonds nog een oogenblik tijd hebt,
wees dan zoo goed te schellen, dan kan een be
diende het mij komen zeggen. Ik wenschte met
u te spreken over eenige beschikkingen bij ons
vertrok»
De kapitein boog zich. Nooit had er om An-
tonia’s lippen zulk een bevallige glimlach gespeeld
als thans en daarop verlieten ons de dames.
Ik herinner mij niet de juiste oorzaak of om
standigheid, waardoor ons gesprek, eenige minu
ten daarna, een onaangename wending nam. Ik
dacht eerst, dat den heer Dupont de wijze n et
aanstond, waarop Antonia den kapitein had be
groet maar uit de norschheid, die ik later bij
hem opmerkte, scheen het mij toe, dat het toch
eene andere oorzaak had. De kapitein van den
Neptunus had verscheidene families van eene
liberale politieke denkwijze overgebracht naar
Jamaicawaar de arbeiders voor de suikercul
tuur aangenomen waren voor een veel hooger
loon, dan zij het te Cuba konden krijgen.
De Amerikanen hadden deze schikking reeds
afgekeurd maar hunne afkeuring ging vervolgens
over in toespelingen op de zwaarmoedige princi
pes van den kapitein, zooals zij de zeer gematig
de rechtvaardiging van zijn gedrag noemden.
Dat zou echter zonder iets onaangenaams zijn
Alléén verkrijgbaar in verzegelde pakjes, voor
zien van bovenstaand gedeponeerd Handelsmeik,
voor BOLSWARD bij Mej. de Wed. M. G.
BONTJEMA. Dijkstraat en bij den lieer G.
F. JORNA, Blauwpoort.
Onder hen die tot ridder der Militaire Wil
lemsorde benoemd werden is ook de eerste luite
nant J. L. L. M. Withlich, die zich bij Segli onder
scheidde. De Amsterd. Ct. brengt omtrent hem
het volgende in herinnering dat hij dezelfde offi
cier is, die het stoute zwemstuk volbracht toen hij in
1892 wegens ziekte naar Europa kwam en in de
Roode Zee van boord sprong tot het redden van
een kind, dat men meende dat in zee gevallen was.
Withlich wist toen na 4 uur zwemmen, zich op
een vuurtoren in veiligheid te brengen, om,
wijl de boot waarvan hij gesprongen was, door
stoomde en men meende dat hij verdronken was.
met een andere boot naar Nederland te komen.
In de armenschool te Breda is Zondagmid
dag een dief ingebroken. Alles heeft hij doorsnuf-
feld, twee gulden ontvreemd uit de kas van de
schoolspaarbank een grooter bedrag was toeval
lig kort geleden overgedragen —een viool vernield,
eenige bladen postzegels verknoeid en op een der
schoolborden schreef hij dat hij spoedig weer zou
keeren.
Een der waggons van de Gooische st oomtram,
komende van Laren, ontspoorde op de hulpbrug
buiten de Amsterdamsche poort te Naarden, en
wel zoo dat hij, ten onderst boven over het water
hangende, alleen door de koppelstangen der beide
andere wagens voor neerstorten is bewaard geble-
a.
Deze inkt is oogenblikkelijk zwart.
Zij bezinkt niet.
De kleur verandert nooit.
Zij droogt zeer snel.
Er ontwikkelt zich nooit schimmel in.
Zij koekt nooit aan de pen en heeft daarop
ook geen oxydeerenden of bijtenden invloed.
De copiëerinkt geeft zelfs na eenige dagen
nog een drietal flinke copieën.
Ieder die deze inktsoorten gebruikt heeft, wil
nooit andere gaan gebruiken.
Verkrijgbaar te Bolsward bij
Generaal-Agenten voor Nederland en Koloniën
Luxemburg, Zweden, Noorwegen en Denemarken
Van EDEN Co., Krommenie.
Aanbevelend,
MEUBELMAKER
Nieuw Marktplein, Bolsward.
De Singer Manufacturing Company is op de
Wereld-Tentoonstelling te Chicago op grootsche
wijze vertegenwoordigdzij heeft al hare vorige
Exposities ver overtroffen. Daar het haar niet
mogelijk was, ergens voldoende ruimte te krijgen,
om hare gezamenlijke machines bij elkaar’ten
toon te stellen, zag zij zich genoodzaakt, dezel
ve op vier verschillende plaatsen te exposeeren,
die te zamen 9064 vierkante voet bodem vlakte
beslaan.
Voor naaimachines voor huishoudelijk werk
en voor machinaal kunstnaaiwerk is in het bin-
nengedeelte van het groote Gebouw voor Kunst
en Industrie eene van de schoonste paviljoens
der Tentoonstelling opgericht, hetwelk zich dicht
bij (ien ingang van de groote Fransche afdeeling
bevindt. Het paviljoen is met stereo-relief ver
sieringen in crème en goud getooid, het is twee
verdiepingen hoog, heeft eene oppervlakte van
4032 vierkante voet en bestaat uit 5 kamers,
behalve eene groote, twintig voet breede ont-
vangstsalon. In een van de kamers zijn de ver
schillende soorten van naaimachines voor huis
houdelijk werk tentoongesteld, in een andere
worden dezelve aan de bezoekers in practische
werking getoond de overige kamers zijn als
huiskameis ingericht, waarin de meest menigvul
dige, op Singer’s naaimachines vervaardigde kunst
volle voorwerpen van witte goederen, huishou
delijke en weeldeartikelen ter bezichtiging zijn
gesteld, en wel stelt eene kamer een eetzaal in
den stijl van Hendrik VIII voor, terwjjl andere
een elegante salon en een slaapkamer aanschou
welijk maken.
De in grootte hierop volgende expositie van
de Singer Maatschappij bevindt zich in de ma-
chinengalerij. Hier zijn op eene oppervlakte van
2176 vierkante voet, 136 machines op tafels voor
stoombeweging in werking te zien, terwijl verder
58 machines in den vorm van eene pyramide zijn
opgesteld: in het geheel dus 194 machines, waar
van geene twee aan elkander gelijk zijn.
De derde expositie is in de galerij van het ge
bouw voor Leder- en Sehoen-Industrie geplaatst,
beslaat 2016 vierkante voet oppervlakte en be
straat uit 60 op tafels voor stoombeweging ge-
njonteerde naaimachines, welke uitsluitend voor
de Leder- en Sehoen-Industrie gebruikt worden.
De vierde expositie bevindt zich eveneens in
hjet gebouw voor Leder- en Sehoen-Industrie en
wel in de model-werkplaats voor schoenen, heeft
eene oppervlakte van 840 vierkante voet en laat
2(9 machines in volle werking zien. Van de
nieuwe „Ornamental Stitch" Naaimachines der
Singer Company, welke deze in 23 verschillende
soorten van steek levert, konden door gebrek
aan rnimte echter slechts vier stuks in werking
vertoond worden.
Op een schoenen herfstavond in 1842 zaten
zeven personen, ik zelf er onder begrepen, zeer
genoegelijk te praten voor het buitengoed van
Sennor Arquellas, omstreeks eene mijl afstands
van St. Juan op Cuba, in het oostelijk gedeelte
van het eiland en vroeger zijne hoofdstad, toen
er iets voorviel, dat op onze luidruchtige vroolijk-
heid den indruk maakte, alsof er plotseling een
bom in onze nabijheid was gesprongen. Maar laat
ons eerst iets zeggen van deze zeven personen,
en van de omstandigheid, die hen te zamen had
gebracht.
Het gezelschap was samengesteld uit drie
Amerikaansche kooplieden, mannen uit het zuiden
die vele handelsbetrekkingen hadden aangeknoopt
met de Antilles en zich voornamen den volgen
den morgen bij gunstigen wind onder zeil te
gaan, naar Morant-Bai (Jamaica,) met het schip
Neptunus, kapitein Starkeyeen luitenant der
artillerie bij het Spaansche leger, neef van onzen
gastheerden heer Dupont, een jeugdigen en
rijken Kreool van Fransche en Spaansche afkomst
en die algemeen doorging voor den verloofde
van Donna Antonia, dochter en eenige erfge
name van Sennor Arquellas, eene bekoorlijke
schoonheid van 18 jaren, een leeftijd, die reeds
gevorderd kan genoemd worden, in een land, waar
alles zich zoo spoedig en gunstig ontwikkelt
vervolgens den kapitein van den Neptunus, een
Engelschman van omstreeks dertig jaren, met
een zeer voornaam voorkomen; eindelijk den
zevenden, ik zelf, in dien tijd een zeer jong mensch,
nauwelijks hersteld van eene zware ziekte, die
mij een jaar vroeger genoodzaakt had te Jamaica
te verblijven, waar het klimaat zachter en ge
lijkmatiger is dan te Cuba hoewel er slechts
een afstand van vijf graden tusschen die beide
eilanden is.
Ik was ook een van de passagiers van kapitein
Starkey, alsmede Sennor Arquellas, die te Kings
ton zaken te verrichten had en de Sennora An
tonia moest begeleiden, de jonge luitenant en de
heer Dupont. De Neptunus had naar Cuba eene
gemengde lading gebracht en was terug gekomen
met eene halve lading van verschillende artikelen.
Daaronder bevond zich eene hoeveelheid vaatjes
kruid, die in Cuba niet konden verkocht worden
Uit Berlijn verneemt men integendeel dat
Bismarck geen beroerte heeft gehad. De ver
hindering in de bewegelijkheid van den arm is
uitsluitend het gevolg van den beet van een insect.
Bismarck ziet er volstrekt niet buitengewoon
verzwakt uit. Dr. Schweniger is te Kissingen
teruggekeerd en nu moet zijn besloten, dat de
terugreis naar Friedrichsruh Dinsdag of Woens
dag zal plaats vinden, maar zondi r Berlijn aan
te doen. De omgeving van Bismarck verlangt
uitdrukkelijk, dat alle opzienwekkende ovaties
aan de spoorweg-stations achterwege blijven.
Als een man goed werk levert buiten ver
houding tot zijn traktement, dan is er in zeven van
de negen gevallen een vrouw mee gemoeid, de
twee uitzonderingen moeten wel een zonnesteek
gehad hebben. Rudyard Kipling.
De deugd van een volk wordt het best ge
toetst aan de eigenschappen van de dienstboden
zij zijn de schaduwen van hunne meesters en
bootsen de gebreken van deze in het overdrevene
na. Ruskin.
Als goede vroolijke viienden van mij weg
gaan, dan is ’t alsof alle lichten in de kamer zijn
uitgeblazen en er alleen een klein olielampje in
het vertrek brandt. (Fritz Reuter.)
Is het vernederend of troostrijk te zien met
hoe weinig geest sommige onzer vrienden tevre
den zijn te stellen
Er is geen karakter, dat de kleingeestige
man zoo wantrouwt als dat van „fatsoenlijk man".
De Exposities van de Singer Maatschappij
op de Columbus Wereld-Tentoonstel
ling te Chicago.
ven. Persoonlijke ongelukken zijn er niet voorge
vallen, dewijl de passagiers, militairen te Amster
dam in garnizoen, vóór het passeeren der brug
den wagen hadden verlaten.
In de Rotterdamsche diergaarde bevindt
zich sedert een 5-tal jaren een prachtig paar
zebra’s en wel de zoogenaamde Equus Chapmanni,
van de hoogvlakten tusschen de Zambesi en
Botletlerivier. Jn den nacht van Woensdag op
Donderdag werd uit dit paar een jong geboren,
fraai van vormen en kloek ontwikkeld.
Het wijfje-zebra verzorgt haar jong met teeder-
heid, en de man-zebra, hoewel door een ijzeren
hek van moeder en kind gescheiden, waakt trouw
over do zijnen, zoodat het zelfs gevaarlijk is in
zijne onmiddellijke nabijheid te komen, daar hij
dan lust toont tot slaan en bijten.
Nog zijn in do diergaarde geboren 1 yak of
bromrund en 1 gevlekte paca van Zuid-Amerika.
Door aankoop kwam de inrichting in het bezit
van een 4tal fraai wapitiherten, 1 jongen ijsbeer,
2 bruine pelikanen, 1 koningsgier, 1 schreeuw-
zeearend, 2 traagloopers van Engelsch Indië, l
tweevingerige luiaard, 4 varimaki’s, 2 dolksteek-
duiven, 1 zeeblauwe ara en een aantal parkie
ten, acahégaaien, enz.
Jan Dusseldorf, de koetsier van den cel
wagen te ’s Hertogenbosch. bij oud en jong, bij
arm en rijk als „Oude Jan" aldaar overbekend,
die gedurende jaar en dag de stalhoudersfirma
Scheffer trouw, eerlijk en ijverig dient, vierde
Donderdag jl. zijn gouden huwelijksfeest. De buren
hadden gezorgd dat „het Lommertje," een nauw
steegje, waar „Oude Jan“ al jaren achtereen
woont, met groen, bloemen, vlaggedoek en toe
passelijke opschriften was versierd en de heer
Scheffers stelde koetsier, palfrenier, een prachtig
getuigd vierspan en sierlijken wagen beschikbaar,
om het gouden paar dien morgen naar en van
de kerk te rijden, waar te hunner eer een plech
tige mis werd gecelebreerd.
Hadden de bewoners van het Lommertje zich
uitgesloofd, de meer gegoeden uit den omtrek
zorgden voor de benoodigdheden voor een brui
loftsmaal, terwijl er gelden voldoende werden
saamgebracht om de oudjes ook een appeltje voor
den dorst in den aanstaanden winter te bezorgen.
Des avonds was „het Lommertje" a giorno
verlicht.
In De Hervorming wordt onder het op
schrift „Eene propaganda voor het ongeloof"
gesproken van „de onbarmhartigheid, die den
arme zijn eenig ooilam ontneemt." De zetter
maakte er oorlam van en de corrector liet het
staan.
De Hollandsche Jack the hipper. Nog altijd
blijft de Jong volhouden, dat hij 30 Aug. met
juffrouw Schmitz naar Londen is gegaan en 31
Aug. des avonds alleen van daar is teruggekeerd.
Tegenover den rechtercommissaris staaft hij die
bewering zelfs door personen te beschrijven, die
met hem op de boot geweest zouden zijn en die
dan ook openlijk door genoemden rechter zijn
opgeroepen.
Die bewering blijkt thans echter allen grond
te missen. Dank zij de van even veel ijver als
scherpzinnigheid getuigende nasporingen van het
hoofd der Recherche, den heer C. Batelt, zal de
Jong eerlang in tegenwoordigheid van eenige
onwraakbare getuigen worden gebracht, die hem
zijn doen en laten in dit beteekenisvol tijdsverloop
leel anders zullen doen schetsen.
Er werd reeds met een enkel woord mel
ding van gemaakt, dat de Jong dien avond in
het café Thorbecke, hoek Rembrandtplein had
doorgebracht. Uit de verklaringen van den kas
telein van dat café blijkt nu
lo. dat de Jong aldaar in den avond van 30
Aug. den avond dus dat hij het bekende
telegram uit Bussum had verzonden heeft
doorgebracht en na klokslag van twaalven
eenige gasten onthaald en het Wilhelmus gezongen
heeft ter eere van den pas ingetreden verjaardag
onzer Koninginen
2o. dat de Jong des morgens 5 uur in gezel
schap eener jonge vrouw van verdachte zeden
naar de Nes is gegaan.
Deze vrouw is reeds gehoord, en uit de getui
genis van andere vrouwen, eveneens door den
heer Batelt ondervraagd, is verder gebleken
lo. dat hij in den avond van 31 Aug. omstreeks
9 uur van buiten komende uit de richting Bussum,
op het Damrak door eene vrouw is opgewacht,
in haar gezelschap verschillende herbergen be
zocht en het vuurwerk op den Amstel bijgewoond
heeft
2o. dat hij in haar gezelschap een bezoek
heeft gebracht bij den waker der in aanbouw
zijnde perceelen aan de Luthersche kerk aan bet
Spui, dien waker opdragende te onderzoeken of
in de Spuistraat ook een bordeel te koop was
en dat hij door tusschenkomst van dien waker
later inderdaad dergelijk buis gekocht zóu hebben,
indien de zaak niet op zijn gemis aan gereed
geld ware afgesprongen.
3o. dat hij bedoelde vrouw omstreeks half
twee in den nacht heeft verlaten en opnieuw zijn
intrek genomen in het koffiehuis „Thorbecke,"
waar hij bleef tot ’s morgens en zich toen eens
klaps snel verwijderde.
Derhalve staat nu vast, dat juffrouw Schmitz,
nadat de Jong op 30 Aug. te Bussum om 7 u.
17 m. het telegram had aangeboden hetgeen
door een onderwijzer aldaar wordt bevestigd
is verdwenen en de Jong naar Amsterdam is
teruggekeerd.
Door den rechercheur Vos is de gouden hor
logeketting in beslag genomen, dien mej. Juett
op een barer portretten aan heeft. Die ketting
was voor zestig gulden door de Jong verkocht.
Van welingelichte zijde wordt vernomen, dat de
vader van miss Juett in den loop der volgende
week te Amsterdam zal komen op uitnoodiging
der justitie ten einde verklaringen af te leggen
omtrent de oplichterij van 100 Pst., waaraan de Jong
zich jegens hem zou hebben schuldig gemaakt.
Deze zaak zal binnenkort voor de rechtbank
dienen. Uitlevering aan de Engelsche regeering
is niet mogelijk, omdat de Jong Nederlandsch
onderdaan is. Wel echter kan hij, ook wegens
oplichting in Engeland gepleegd, door den Neder-
landschen rechter worden veroordeeld.
Het Hbl. deelt mede, dat, wanneer men
de Jong spreekt over de treurige zaak, hij zegt
„Mijn eerste vrouw wilde niets van mij weten.
Die is met een rijken Amerikaan gevlucht. Van
haar trek ik mij dus niets meer aan. Maar wat
juffrouw Schmitz betreft, die zal ik aanwijzen,
wanneer de justitie mij naar Engeland laat gaan."
Een Berlijnsch blad geeft de volgende lezing
van de zaak de Jong. „Te Amsterdam heerscht
groote sensatie wegens de arrestatie van den arts
dr. de Jong. De arts, die tweemaal gehuwd is
geweest, wordt beschuldigd beide vrouwen ver
giftigd te hebben om zich van haar vermogen
meester te maken. De rechtbank heeft de op
graving gelast van het lijk der tweede vrouw,
die den 31en Augustus overleed. De Jong be
hoort tot de meest bekende notabelen van Am
sterdam."
De laatste afstammeling van Daniël Defoe
den schrijver van Robinson Crusoë, slijt zijn
laatste levensdagen in een gesticht in een der
voorsteden van Londen, ten prooi aan nijpende
armoede. Men zal een inschrijving voor hem
openen. Wanneer ieder die Robinson Crusoë las,
een cent gaf, had de arme nakomeling van den
grooten schrijver genoeg om verder onbekommerd
te leven.
Wij zullen ons in geen berekening wagen van
bet bedrag van zoodanige collecte. Robinson
Crusoë is bijna in alle talen der wereld overge
zet, en de lezers worden dus bij millioenen geteld.
Eene andere vraag is echter, welke aanspraak
een afstammeling van den schrijver op dergelijke
roildneid hebben zou. Hij is er toch doodon
schuldig aan, dat zijn over-overgrootvader een
voortreffelijk boek schreef: ’t is al wel, dat hij
er zich op beroemen mag zulk een voorvader te
rebben; maar daarbij moet het ook maar blijven
Omtrent den toestand van Bismarck wordt
uit Kissingen aan de N. Freie Pr. geschreven,
dat zijn laatste ziekte hem geducht aangepakt
heeft. De „ijzeren Kanselier" is nu een gebrek
kige grijsaard. Dinsdag ging hij een toertje
maken. Twee lakeien hielpen hem de trap af.
Bij het instijgen bleef de poort gesloten, opdat
iet publiek niet zou zien, hoeveel moeite het
den vorst kost, in het rijtuig te komen. Hij
groet met de linkerhand, de rechter kan hij niet
opheffen. Hij kan tegenwoordig zijn naam zelfs
niet schrijvendaaruit maakt men op, dat het
toch waar is dat hij eene beroerte heeft gehad.
Daar hij zichzelf niet meer kan scheren en het
ook niet door een ander wil gedaan worden, laat
lij zijn baard staan. Een slecht teeken is ook,
dat de eetlust geheel verdwenen is. Omtrent
het vertrek hoort men niets hij ziet tegen het
reizen op, omdat hij daarvan een verergering
van zijn pijnen vreest.
zichtig had uitgelaten met te zeggen, dat hij
vroeger als vaandrig op het Engelsch eskader,
dat belast was met den uitvoer te beletten, had
gediend. Ik begreep uit de verwarde uitdruk
kingen van den heer Dupont, dat zijne belangen
hadden geleden onder de bewaking van dit
eskader. Daardoor ontstond een hevige woorden
strijd. Van den eenen kant schold men met min
achting op de Engelschen, wegens hunne tusschen
komst om den uitvoer te beletten en van den
anderen kant beantwoordde men met evenveel
hevigheid als wrevel. Kortom, te midden van
dezen twist, daar beiden verhit waren door den
wijn en nauwelijks wisten wat zij zeiden, gaf de
heer Dupont aan de koningin van Engeland een
ongepasten bijnaam, waarop de kapitein hem een
glas wijn in het aangezicht wierp. Beiden ston
den tegelijk op en hadden schijnbaar hunne
bedaardheid terug gekregen door dit onaange
name voorval.
De kapitein was de eerste, die het woord
opnam
Ik vraag u vergiffenis, mijnheer Dupont, ik
heb ongelijk, groot ongelijk, dus gehandeld te
hebben, schoon ik mij wel eenigszins zou kunnen
verschoonen.
Vergiffenis! duizend d1 riep zijne
tegenpartij woedend uit, terwijl hij het zweet van
zijn voorhoofd met zijn zakdoek afveegde ver
giffenis 1 ja; een kogel dwars door uw hoofd zal
u vergiffenis schenken
De eenige weg, waarop dit geschil kon uitge
maakt worden, was een duel, volgens de toen
heerschende denkbeelden in de conversatie op
Cuba. De luitenant Arquellas spoedde zich
ijlings naar huis, en bracht een kistje pistolen
mede. Laat ons naar het naburige bosch gaan,
zeide hij fluisterend.
Hij nam den arm van Dupont, en beiden wilden
heengaan.
Op dit oogenblik naderde de heer Desmond,
de oudste der Amerikanen, den kapitein, bleef
met de armen gekruist voor de tafel staan en
zeide
Mijn waarde heer, ik ben niet geheel vreemd
aan deze soort van zaken, indien ik u van dienst
kan zijn, ik...
Ik dank u, mijnheer Desmond, antwoordde de
kapitein; ik behoef uwe diensten niet. Luitenant
Arquellas, gij kunt blijven. Ik ben geen lief
hebber van het duel, en zal met den heer Dupont
Wat zegt hij riep de luitenant woedend en
met vonkelende oogen uit; wil hij niet vechten
Wilt gij niet vechten, kapitein! zeide de heer
Desmond op een ernstigen toon, na een oogenblik
van stilte; uw naam is toch geplaatst op de lijst
der Engelsche marine!... Gij schertst zonder
twijfel.
Ik spreek zeer ernstig. Uit beginsel ben ik
tegen het duel.
Een lafaard uit beginselzeide Dupont nijdig
lachende.
En tegelijkertijd dreigde hij hem met zijne
toegeknepen vuist.
Deze onteerende bijnaam trof hem als de beet
van eene slang. De donkere oogen van den
kapitein flikkerdenhij trad, zich zelven geheel
meester, op Dupont toe en zeide
Komaan, laat ons dit geschil uitmaken. Ik
had ongelijk door u te beleedigen maar uwe
onbescheidenheid verdiende ook wel een lesje.
Ik herhaal het echter, dat ik niet met u wil
vechten.
Maar gij moet mijn vriend voldoening geven,
riep de luitenant Arquellas (even opgewonden als
Dupont) uit, of anders zweer ik, dat ik u overal
als een lafaard zal bekend maken, niet alleen op
dit eilandmaar ook op Jamaica.
Tot antwoord op deze bedreiging schelde de
kapitein en zeide tot een slaaf, dat hij de Sennora
Arquellas moest berichten, dat hij wenschte te
vertrekken en tot hare orders was.
Deze dappere Engelschman zoekt bescherming
bij uwe tante, Alphonse, zeide Dupont met be-
leedigende scherts.
Ik twijfel haast of de heer Starkey wel een
Engelschman is, zeide de heer Desmond, die, even
als zijne beide vrienden, zeer opgewonden was
maar in elk geval...
Op dit oogenblik naderde de Sennora Arquellas,
en de Amerikaan bedwong- met moeite zijne
gramschap. De Sennora scheen zeer verwonderd
over de ontstelde aangezichten van hen, die zij
nog kort geleden zoo kalm had verlaten. Op
verzoek echter van den kapitein ging zij met
hem in huis, en liet de andere heeren aan zich
zelven over.
THEE
VAN
Trademark