Encre Nouvelle E. Mathieu-Plessy te Parijs. E. BRANDSMA, Het tweegevecht. Fisclier, MEUBELMAGAZÏJN voor alle standen, sinds 16 jaar gevestigd op het NIEUWE MARKTPLEIN. Firma B. CUPERUS Az. (iKMEXH) NIEUWS. 7o. den kas- Wordt vervolgd. Deze inkt wordt gefabriceerd op een geheel nieuwe manier waardoor zij veel beter is, dan de tot dusverre verkochte soorten. De goede eigen schappen zijn o. lo. 2o. 3o. 4o. 5o. 60. Stoomdruk Firma B. Cuperus Az. Bolsward. in de grootste verscheidenheid steeds voorhanden. Grootst. Soliedst en meest Concurreerend Men vergete niet een bezoek te brengen, om prijzen en afwerking te vergelijken. Al Hl LB I£ L HEN, eigen fabrikaat, 2 jaar garantie. Er waren aan boord van den Neptunus zeer goede vertrekken en daar het weder schoon was, en men een aangenamen overtocht verwachtte, waren wij allen, zooals ik gezegd heb, in de vroolijkste luim, terwijl wij van de beste havanna sigaren rookten, over de Staatkunde van Cuba, van Amerika en Europa spraken en de goede hoedanigheden van de Fransche en Spaansche wijnen hoog opvijzelden. De avond was bizonder helder en prachtig. Er woei een zacht windje, dat tegelijk met de opkomende koelte van den nacht de heerlijke geuren tot ons overbracht der valleien, die in het verschiet te zien waren. Bijna allen hadden wij nog al een goed glas wijn gedronken, misschien wel wat al te veel. Men begon eerst Fransch te spreken, nadat Sennora Arquellas en haie dochter vertrokken waren. Sennor Arquellas, dit had ik moeten zeggen, was uitgegaan om in de stad nog eenige zaken te vereffenen, voordat hij zich naar Jamaica inscheepte. Vergeef mij, bid ik u, dat ik u niet gezien heb, zeide de Sennora Arquellas, terwjjl zij van haar stoel opstond en zich tot den kapitein wendde. Als gij aanstonds nog een oogenblik tijd hebt, wees dan zoo goed te schellen, dan kan een be diende het mij komen zeggen. Ik wenschte met u te spreken over eenige beschikkingen bij ons vertrok» De kapitein boog zich. Nooit had er om An- tonia’s lippen zulk een bevallige glimlach gespeeld als thans en daarop verlieten ons de dames. Ik herinner mij niet de juiste oorzaak of om standigheid, waardoor ons gesprek, eenige minu ten daarna, een onaangename wending nam. Ik dacht eerst, dat den heer Dupont de wijze n et aanstond, waarop Antonia den kapitein had be groet maar uit de norschheid, die ik later bij hem opmerkte, scheen het mij toe, dat het toch eene andere oorzaak had. De kapitein van den Neptunus had verscheidene families van eene liberale politieke denkwijze overgebracht naar Jamaicawaar de arbeiders voor de suikercul tuur aangenomen waren voor een veel hooger loon, dan zij het te Cuba konden krijgen. De Amerikanen hadden deze schikking reeds afgekeurd maar hunne afkeuring ging vervolgens over in toespelingen op de zwaarmoedige princi pes van den kapitein, zooals zij de zeer gematig de rechtvaardiging van zijn gedrag noemden. Dat zou echter zonder iets onaangenaams zijn Alléén verkrijgbaar in verzegelde pakjes, voor zien van bovenstaand gedeponeerd Handelsmeik, voor BOLSWARD bij Mej. de Wed. M. G. BONTJEMA. Dijkstraat en bij den lieer G. F. JORNA, Blauwpoort. Onder hen die tot ridder der Militaire Wil lemsorde benoemd werden is ook de eerste luite nant J. L. L. M. Withlich, die zich bij Segli onder scheidde. De Amsterd. Ct. brengt omtrent hem het volgende in herinnering dat hij dezelfde offi cier is, die het stoute zwemstuk volbracht toen hij in 1892 wegens ziekte naar Europa kwam en in de Roode Zee van boord sprong tot het redden van een kind, dat men meende dat in zee gevallen was. Withlich wist toen na 4 uur zwemmen, zich op een vuurtoren in veiligheid te brengen, om, wijl de boot waarvan hij gesprongen was, door stoomde en men meende dat hij verdronken was. met een andere boot naar Nederland te komen. In de armenschool te Breda is Zondagmid dag een dief ingebroken. Alles heeft hij doorsnuf- feld, twee gulden ontvreemd uit de kas van de schoolspaarbank een grooter bedrag was toeval lig kort geleden overgedragen —een viool vernield, eenige bladen postzegels verknoeid en op een der schoolborden schreef hij dat hij spoedig weer zou keeren. Een der waggons van de Gooische st oomtram, komende van Laren, ontspoorde op de hulpbrug buiten de Amsterdamsche poort te Naarden, en wel zoo dat hij, ten onderst boven over het water hangende, alleen door de koppelstangen der beide andere wagens voor neerstorten is bewaard geble- a. Deze inkt is oogenblikkelijk zwart. Zij bezinkt niet. De kleur verandert nooit. Zij droogt zeer snel. Er ontwikkelt zich nooit schimmel in. Zij koekt nooit aan de pen en heeft daarop ook geen oxydeerenden of bijtenden invloed. De copiëerinkt geeft zelfs na eenige dagen nog een drietal flinke copieën. Ieder die deze inktsoorten gebruikt heeft, wil nooit andere gaan gebruiken. Verkrijgbaar te Bolsward bij Generaal-Agenten voor Nederland en Koloniën Luxemburg, Zweden, Noorwegen en Denemarken Van EDEN Co., Krommenie. Aanbevelend, MEUBELMAKER Nieuw Marktplein, Bolsward. De Singer Manufacturing Company is op de Wereld-Tentoonstelling te Chicago op grootsche wijze vertegenwoordigdzij heeft al hare vorige Exposities ver overtroffen. Daar het haar niet mogelijk was, ergens voldoende ruimte te krijgen, om hare gezamenlijke machines bij elkaar’ten toon te stellen, zag zij zich genoodzaakt, dezel ve op vier verschillende plaatsen te exposeeren, die te zamen 9064 vierkante voet bodem vlakte beslaan. Voor naaimachines voor huishoudelijk werk en voor machinaal kunstnaaiwerk is in het bin- nengedeelte van het groote Gebouw voor Kunst en Industrie eene van de schoonste paviljoens der Tentoonstelling opgericht, hetwelk zich dicht bij (ien ingang van de groote Fransche afdeeling bevindt. Het paviljoen is met stereo-relief ver sieringen in crème en goud getooid, het is twee verdiepingen hoog, heeft eene oppervlakte van 4032 vierkante voet en bestaat uit 5 kamers, behalve eene groote, twintig voet breede ont- vangstsalon. In een van de kamers zijn de ver schillende soorten van naaimachines voor huis houdelijk werk tentoongesteld, in een andere worden dezelve aan de bezoekers in practische werking getoond de overige kamers zijn als huiskameis ingericht, waarin de meest menigvul dige, op Singer’s naaimachines vervaardigde kunst volle voorwerpen van witte goederen, huishou delijke en weeldeartikelen ter bezichtiging zijn gesteld, en wel stelt eene kamer een eetzaal in den stijl van Hendrik VIII voor, terwjjl andere een elegante salon en een slaapkamer aanschou welijk maken. De in grootte hierop volgende expositie van de Singer Maatschappij bevindt zich in de ma- chinengalerij. Hier zijn op eene oppervlakte van 2176 vierkante voet, 136 machines op tafels voor stoombeweging in werking te zien, terwijl verder 58 machines in den vorm van eene pyramide zijn opgesteld: in het geheel dus 194 machines, waar van geene twee aan elkander gelijk zijn. De derde expositie is in de galerij van het ge bouw voor Leder- en Sehoen-Industrie geplaatst, beslaat 2016 vierkante voet oppervlakte en be straat uit 60 op tafels voor stoombeweging ge- njonteerde naaimachines, welke uitsluitend voor de Leder- en Sehoen-Industrie gebruikt worden. De vierde expositie bevindt zich eveneens in hjet gebouw voor Leder- en Sehoen-Industrie en wel in de model-werkplaats voor schoenen, heeft eene oppervlakte van 840 vierkante voet en laat 2(9 machines in volle werking zien. Van de nieuwe „Ornamental Stitch" Naaimachines der Singer Company, welke deze in 23 verschillende soorten van steek levert, konden door gebrek aan rnimte echter slechts vier stuks in werking vertoond worden. Op een schoenen herfstavond in 1842 zaten zeven personen, ik zelf er onder begrepen, zeer genoegelijk te praten voor het buitengoed van Sennor Arquellas, omstreeks eene mijl afstands van St. Juan op Cuba, in het oostelijk gedeelte van het eiland en vroeger zijne hoofdstad, toen er iets voorviel, dat op onze luidruchtige vroolijk- heid den indruk maakte, alsof er plotseling een bom in onze nabijheid was gesprongen. Maar laat ons eerst iets zeggen van deze zeven personen, en van de omstandigheid, die hen te zamen had gebracht. Het gezelschap was samengesteld uit drie Amerikaansche kooplieden, mannen uit het zuiden die vele handelsbetrekkingen hadden aangeknoopt met de Antilles en zich voornamen den volgen den morgen bij gunstigen wind onder zeil te gaan, naar Morant-Bai (Jamaica,) met het schip Neptunus, kapitein Starkeyeen luitenant der artillerie bij het Spaansche leger, neef van onzen gastheerden heer Dupont, een jeugdigen en rijken Kreool van Fransche en Spaansche afkomst en die algemeen doorging voor den verloofde van Donna Antonia, dochter en eenige erfge name van Sennor Arquellas, eene bekoorlijke schoonheid van 18 jaren, een leeftijd, die reeds gevorderd kan genoemd worden, in een land, waar alles zich zoo spoedig en gunstig ontwikkelt vervolgens den kapitein van den Neptunus, een Engelschman van omstreeks dertig jaren, met een zeer voornaam voorkomen; eindelijk den zevenden, ik zelf, in dien tijd een zeer jong mensch, nauwelijks hersteld van eene zware ziekte, die mij een jaar vroeger genoodzaakt had te Jamaica te verblijven, waar het klimaat zachter en ge lijkmatiger is dan te Cuba hoewel er slechts een afstand van vijf graden tusschen die beide eilanden is. Ik was ook een van de passagiers van kapitein Starkey, alsmede Sennor Arquellas, die te Kings ton zaken te verrichten had en de Sennora An tonia moest begeleiden, de jonge luitenant en de heer Dupont. De Neptunus had naar Cuba eene gemengde lading gebracht en was terug gekomen met eene halve lading van verschillende artikelen. Daaronder bevond zich eene hoeveelheid vaatjes kruid, die in Cuba niet konden verkocht worden Uit Berlijn verneemt men integendeel dat Bismarck geen beroerte heeft gehad. De ver hindering in de bewegelijkheid van den arm is uitsluitend het gevolg van den beet van een insect. Bismarck ziet er volstrekt niet buitengewoon verzwakt uit. Dr. Schweniger is te Kissingen teruggekeerd en nu moet zijn besloten, dat de terugreis naar Friedrichsruh Dinsdag of Woens dag zal plaats vinden, maar zondi r Berlijn aan te doen. De omgeving van Bismarck verlangt uitdrukkelijk, dat alle opzienwekkende ovaties aan de spoorweg-stations achterwege blijven. Als een man goed werk levert buiten ver houding tot zijn traktement, dan is er in zeven van de negen gevallen een vrouw mee gemoeid, de twee uitzonderingen moeten wel een zonnesteek gehad hebben. Rudyard Kipling. De deugd van een volk wordt het best ge toetst aan de eigenschappen van de dienstboden zij zijn de schaduwen van hunne meesters en bootsen de gebreken van deze in het overdrevene na. Ruskin. Als goede vroolijke viienden van mij weg gaan, dan is ’t alsof alle lichten in de kamer zijn uitgeblazen en er alleen een klein olielampje in het vertrek brandt. (Fritz Reuter.) Is het vernederend of troostrijk te zien met hoe weinig geest sommige onzer vrienden tevre den zijn te stellen Er is geen karakter, dat de kleingeestige man zoo wantrouwt als dat van „fatsoenlijk man". De Exposities van de Singer Maatschappij op de Columbus Wereld-Tentoonstel ling te Chicago. ven. Persoonlijke ongelukken zijn er niet voorge vallen, dewijl de passagiers, militairen te Amster dam in garnizoen, vóór het passeeren der brug den wagen hadden verlaten. In de Rotterdamsche diergaarde bevindt zich sedert een 5-tal jaren een prachtig paar zebra’s en wel de zoogenaamde Equus Chapmanni, van de hoogvlakten tusschen de Zambesi en Botletlerivier. Jn den nacht van Woensdag op Donderdag werd uit dit paar een jong geboren, fraai van vormen en kloek ontwikkeld. Het wijfje-zebra verzorgt haar jong met teeder- heid, en de man-zebra, hoewel door een ijzeren hek van moeder en kind gescheiden, waakt trouw over do zijnen, zoodat het zelfs gevaarlijk is in zijne onmiddellijke nabijheid te komen, daar hij dan lust toont tot slaan en bijten. Nog zijn in do diergaarde geboren 1 yak of bromrund en 1 gevlekte paca van Zuid-Amerika. Door aankoop kwam de inrichting in het bezit van een 4tal fraai wapitiherten, 1 jongen ijsbeer, 2 bruine pelikanen, 1 koningsgier, 1 schreeuw- zeearend, 2 traagloopers van Engelsch Indië, l tweevingerige luiaard, 4 varimaki’s, 2 dolksteek- duiven, 1 zeeblauwe ara en een aantal parkie ten, acahégaaien, enz. Jan Dusseldorf, de koetsier van den cel wagen te ’s Hertogenbosch. bij oud en jong, bij arm en rijk als „Oude Jan" aldaar overbekend, die gedurende jaar en dag de stalhoudersfirma Scheffer trouw, eerlijk en ijverig dient, vierde Donderdag jl. zijn gouden huwelijksfeest. De buren hadden gezorgd dat „het Lommertje," een nauw steegje, waar „Oude Jan“ al jaren achtereen woont, met groen, bloemen, vlaggedoek en toe passelijke opschriften was versierd en de heer Scheffers stelde koetsier, palfrenier, een prachtig getuigd vierspan en sierlijken wagen beschikbaar, om het gouden paar dien morgen naar en van de kerk te rijden, waar te hunner eer een plech tige mis werd gecelebreerd. Hadden de bewoners van het Lommertje zich uitgesloofd, de meer gegoeden uit den omtrek zorgden voor de benoodigdheden voor een brui loftsmaal, terwijl er gelden voldoende werden saamgebracht om de oudjes ook een appeltje voor den dorst in den aanstaanden winter te bezorgen. Des avonds was „het Lommertje" a giorno verlicht. In De Hervorming wordt onder het op schrift „Eene propaganda voor het ongeloof" gesproken van „de onbarmhartigheid, die den arme zijn eenig ooilam ontneemt." De zetter maakte er oorlam van en de corrector liet het staan. De Hollandsche Jack the hipper. Nog altijd blijft de Jong volhouden, dat hij 30 Aug. met juffrouw Schmitz naar Londen is gegaan en 31 Aug. des avonds alleen van daar is teruggekeerd. Tegenover den rechtercommissaris staaft hij die bewering zelfs door personen te beschrijven, die met hem op de boot geweest zouden zijn en die dan ook openlijk door genoemden rechter zijn opgeroepen. Die bewering blijkt thans echter allen grond te missen. Dank zij de van even veel ijver als scherpzinnigheid getuigende nasporingen van het hoofd der Recherche, den heer C. Batelt, zal de Jong eerlang in tegenwoordigheid van eenige onwraakbare getuigen worden gebracht, die hem zijn doen en laten in dit beteekenisvol tijdsverloop leel anders zullen doen schetsen. Er werd reeds met een enkel woord mel ding van gemaakt, dat de Jong dien avond in het café Thorbecke, hoek Rembrandtplein had doorgebracht. Uit de verklaringen van den kas telein van dat café blijkt nu lo. dat de Jong aldaar in den avond van 30 Aug. den avond dus dat hij het bekende telegram uit Bussum had verzonden heeft doorgebracht en na klokslag van twaalven eenige gasten onthaald en het Wilhelmus gezongen heeft ter eere van den pas ingetreden verjaardag onzer Koninginen 2o. dat de Jong des morgens 5 uur in gezel schap eener jonge vrouw van verdachte zeden naar de Nes is gegaan. Deze vrouw is reeds gehoord, en uit de getui genis van andere vrouwen, eveneens door den heer Batelt ondervraagd, is verder gebleken lo. dat hij in den avond van 31 Aug. omstreeks 9 uur van buiten komende uit de richting Bussum, op het Damrak door eene vrouw is opgewacht, in haar gezelschap verschillende herbergen be zocht en het vuurwerk op den Amstel bijgewoond heeft 2o. dat hij in haar gezelschap een bezoek heeft gebracht bij den waker der in aanbouw zijnde perceelen aan de Luthersche kerk aan bet Spui, dien waker opdragende te onderzoeken of in de Spuistraat ook een bordeel te koop was en dat hij door tusschenkomst van dien waker later inderdaad dergelijk buis gekocht zóu hebben, indien de zaak niet op zijn gemis aan gereed geld ware afgesprongen. 3o. dat hij bedoelde vrouw omstreeks half twee in den nacht heeft verlaten en opnieuw zijn intrek genomen in het koffiehuis „Thorbecke," waar hij bleef tot ’s morgens en zich toen eens klaps snel verwijderde. Derhalve staat nu vast, dat juffrouw Schmitz, nadat de Jong op 30 Aug. te Bussum om 7 u. 17 m. het telegram had aangeboden hetgeen door een onderwijzer aldaar wordt bevestigd is verdwenen en de Jong naar Amsterdam is teruggekeerd. Door den rechercheur Vos is de gouden hor logeketting in beslag genomen, dien mej. Juett op een barer portretten aan heeft. Die ketting was voor zestig gulden door de Jong verkocht. Van welingelichte zijde wordt vernomen, dat de vader van miss Juett in den loop der volgende week te Amsterdam zal komen op uitnoodiging der justitie ten einde verklaringen af te leggen omtrent de oplichterij van 100 Pst., waaraan de Jong zich jegens hem zou hebben schuldig gemaakt. Deze zaak zal binnenkort voor de rechtbank dienen. Uitlevering aan de Engelsche regeering is niet mogelijk, omdat de Jong Nederlandsch onderdaan is. Wel echter kan hij, ook wegens oplichting in Engeland gepleegd, door den Neder- landschen rechter worden veroordeeld. Het Hbl. deelt mede, dat, wanneer men de Jong spreekt over de treurige zaak, hij zegt „Mijn eerste vrouw wilde niets van mij weten. Die is met een rijken Amerikaan gevlucht. Van haar trek ik mij dus niets meer aan. Maar wat juffrouw Schmitz betreft, die zal ik aanwijzen, wanneer de justitie mij naar Engeland laat gaan." Een Berlijnsch blad geeft de volgende lezing van de zaak de Jong. „Te Amsterdam heerscht groote sensatie wegens de arrestatie van den arts dr. de Jong. De arts, die tweemaal gehuwd is geweest, wordt beschuldigd beide vrouwen ver giftigd te hebben om zich van haar vermogen meester te maken. De rechtbank heeft de op graving gelast van het lijk der tweede vrouw, die den 31en Augustus overleed. De Jong be hoort tot de meest bekende notabelen van Am sterdam." De laatste afstammeling van Daniël Defoe den schrijver van Robinson Crusoë, slijt zijn laatste levensdagen in een gesticht in een der voorsteden van Londen, ten prooi aan nijpende armoede. Men zal een inschrijving voor hem openen. Wanneer ieder die Robinson Crusoë las, een cent gaf, had de arme nakomeling van den grooten schrijver genoeg om verder onbekommerd te leven. Wij zullen ons in geen berekening wagen van bet bedrag van zoodanige collecte. Robinson Crusoë is bijna in alle talen der wereld overge zet, en de lezers worden dus bij millioenen geteld. Eene andere vraag is echter, welke aanspraak een afstammeling van den schrijver op dergelijke roildneid hebben zou. Hij is er toch doodon schuldig aan, dat zijn over-overgrootvader een voortreffelijk boek schreef: ’t is al wel, dat hij er zich op beroemen mag zulk een voorvader te rebben; maar daarbij moet het ook maar blijven Omtrent den toestand van Bismarck wordt uit Kissingen aan de N. Freie Pr. geschreven, dat zijn laatste ziekte hem geducht aangepakt heeft. De „ijzeren Kanselier" is nu een gebrek kige grijsaard. Dinsdag ging hij een toertje maken. Twee lakeien hielpen hem de trap af. Bij het instijgen bleef de poort gesloten, opdat iet publiek niet zou zien, hoeveel moeite het den vorst kost, in het rijtuig te komen. Hij groet met de linkerhand, de rechter kan hij niet opheffen. Hij kan tegenwoordig zijn naam zelfs niet schrijvendaaruit maakt men op, dat het toch waar is dat hij eene beroerte heeft gehad. Daar hij zichzelf niet meer kan scheren en het ook niet door een ander wil gedaan worden, laat lij zijn baard staan. Een slecht teeken is ook, dat de eetlust geheel verdwenen is. Omtrent het vertrek hoort men niets hij ziet tegen het reizen op, omdat hij daarvan een verergering van zijn pijnen vreest. zichtig had uitgelaten met te zeggen, dat hij vroeger als vaandrig op het Engelsch eskader, dat belast was met den uitvoer te beletten, had gediend. Ik begreep uit de verwarde uitdruk kingen van den heer Dupont, dat zijne belangen hadden geleden onder de bewaking van dit eskader. Daardoor ontstond een hevige woorden strijd. Van den eenen kant schold men met min achting op de Engelschen, wegens hunne tusschen komst om den uitvoer te beletten en van den anderen kant beantwoordde men met evenveel hevigheid als wrevel. Kortom, te midden van dezen twist, daar beiden verhit waren door den wijn en nauwelijks wisten wat zij zeiden, gaf de heer Dupont aan de koningin van Engeland een ongepasten bijnaam, waarop de kapitein hem een glas wijn in het aangezicht wierp. Beiden ston den tegelijk op en hadden schijnbaar hunne bedaardheid terug gekregen door dit onaange name voorval. De kapitein was de eerste, die het woord opnam Ik vraag u vergiffenis, mijnheer Dupont, ik heb ongelijk, groot ongelijk, dus gehandeld te hebben, schoon ik mij wel eenigszins zou kunnen verschoonen. Vergiffenis! duizend d1 riep zijne tegenpartij woedend uit, terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd met zijn zakdoek afveegde ver giffenis 1 ja; een kogel dwars door uw hoofd zal u vergiffenis schenken De eenige weg, waarop dit geschil kon uitge maakt worden, was een duel, volgens de toen heerschende denkbeelden in de conversatie op Cuba. De luitenant Arquellas spoedde zich ijlings naar huis, en bracht een kistje pistolen mede. Laat ons naar het naburige bosch gaan, zeide hij fluisterend. Hij nam den arm van Dupont, en beiden wilden heengaan. Op dit oogenblik naderde de heer Desmond, de oudste der Amerikanen, den kapitein, bleef met de armen gekruist voor de tafel staan en zeide Mijn waarde heer, ik ben niet geheel vreemd aan deze soort van zaken, indien ik u van dienst kan zijn, ik... Ik dank u, mijnheer Desmond, antwoordde de kapitein; ik behoef uwe diensten niet. Luitenant Arquellas, gij kunt blijven. Ik ben geen lief hebber van het duel, en zal met den heer Dupont Wat zegt hij riep de luitenant woedend en met vonkelende oogen uit; wil hij niet vechten Wilt gij niet vechten, kapitein! zeide de heer Desmond op een ernstigen toon, na een oogenblik van stilte; uw naam is toch geplaatst op de lijst der Engelsche marine!... Gij schertst zonder twijfel. Ik spreek zeer ernstig. Uit beginsel ben ik tegen het duel. Een lafaard uit beginselzeide Dupont nijdig lachende. En tegelijkertijd dreigde hij hem met zijne toegeknepen vuist. Deze onteerende bijnaam trof hem als de beet van eene slang. De donkere oogen van den kapitein flikkerdenhij trad, zich zelven geheel meester, op Dupont toe en zeide Komaan, laat ons dit geschil uitmaken. Ik had ongelijk door u te beleedigen maar uwe onbescheidenheid verdiende ook wel een lesje. Ik herhaal het echter, dat ik niet met u wil vechten. Maar gij moet mijn vriend voldoening geven, riep de luitenant Arquellas (even opgewonden als Dupont) uit, of anders zweer ik, dat ik u overal als een lafaard zal bekend maken, niet alleen op dit eilandmaar ook op Jamaica. Tot antwoord op deze bedreiging schelde de kapitein en zeide tot een slaaf, dat hij de Sennora Arquellas moest berichten, dat hij wenschte te vertrekken en tot hare orders was. Deze dappere Engelschman zoekt bescherming bij uwe tante, Alphonse, zeide Dupont met be- leedigende scherts. Ik twijfel haast of de heer Starkey wel een Engelschman is, zeide de heer Desmond, die, even als zijne beide vrienden, zeer opgewonden was maar in elk geval... Op dit oogenblik naderde de Sennora Arquellas, en de Amerikaan bedwong- met moeite zijne gramschap. De Sennora scheen zeer verwonderd over de ontstelde aangezichten van hen, die zij nog kort geleden zoo kalm had verlaten. Op verzoek echter van den kapitein ging zij met hem in huis, en liet de andere heeren aan zich zelven over. THEE VAN Trademark

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1893 | | pagina 4