Dï PHLffl-ffllB.
EUG. van GILS, voorheen Wed. I). H. Brouwer.
E W- Y O R K.
■ii
Afvaarten des Woensdags en Zaterdags
Bederlandsch Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij
41
GEMENGD NIEUWS.
"te
meest versterkende drank.
SneekBolswardHarlingen.
beste bier voor dagelijksch gebruik.
a
o 2
c s g
Nadere inlichtingen bij: de N.A.S.M., Afdeeling Pas
sage, te Rotterdam, bij den Inspecteur v h Noorden
den Heer J. E. KROES te Groningen.
Vrijdags kantoor houdende van 9 tot 1 uur in het café
„Het Gouden Wagentje”, Nieuwstad te Leeuwarden.
is S 5
g b ^^40®
.2 Ss
CC
GO
echt
UJ
a.
v.
a.
v.
a.
v.
a.
v.
7,-
8,15
8,55
5,05
5,45
6,50
8-
8,45
9,—
9,40
9-
9,40
O P
5,50
6,30
7,50
6,50
8,-
8,45
O
O
7,15
8-
9,15
7,15
8,—
9,15
3,40
5,05
5,45
5,—
5,40
O p
5,50
6,30
7,50
5
5,40
Werk
9,05
9,45
11,15
7,--
8,15
8,55
9,05
9,45
{Tijd van Greenwich.)
dagen:
12,15
12,55
2,15
9,20
10,40
11,20
dagen:
12,15
12,55
2,15
9,20
10,40
11,20
3,20
3,55
5,15
12,20
1,45
2,30
g
s
1 1
I
Van Sneek
Bolsward
Te Harlingen
Van Harlingen
Bolsward
Te Sneek
Een onzer grootste verkooplokalen te Amster
dam. Aan weerszijden van den wijden ingang
hangen twee lange borden, wit beplakt, en be
schilderd met groote zwarte letters een vei
ling aankondigende. Voor een der borden staat
een man, de handen gestoken in de wijde, met
vette randen voorziene zakken van een donker
bruine overjas, die aan de zoomen kaal begint
te worden, aan de ellebogen er uitziet als een
plekje weide dat door sprinkhanen is kaalgevre
ten en waarvan de bruine kraag een vetachtigen
glans heeft. Die glans is afkomstig van het
zwarte, stijve, koperdraadachtige haar, dat thans,
nu hij het hoofd in den nek heeft geworpen om
te lezen, bij elke hoofdbeweging over den kraag
strijkt, bij eiken streek, een vetachtig laagje
achterlatende, afkomstig van dezelfde stof die
ook het haar doet glimmen.
De haren steken als lucifersstokjes van onder
een fantaisiehoed, die, toen hij nog in de win
kelkast van een hoedenfabrikant stond, eens tot
de orde der zwarten h<=*eft behoord, doch thans,
wanneer het hem eerlijk gevraagd werd, niet
meer zou weten bij wie zich in te deelen. Het
bovenste van den bol is zwartdrie centimeter
lager is hij bruin; het lint van den raad is grijs
en de rand zelf draagt van boven het drietal kleuren
van den regenboog en van onderen de daaraan
ontbrekende regenboogkleuren.
Die rand steekt in een zeer flauwe bocht
zoo flauw dat hij waarschijnlijk met zich zelf in
tweestrijd heeft gestaan of hij een cirkelboog zou
vormen of een rechte lijn en, in den beginne
van plan het eerste te doen, halverwege dat plan
heeft gewijzigd boven een paar dikke, zwarte
wenkbrauwen uit; een paar donkere, glinsterende
oogen, een neus gebogen volgens van ouds be
kend model en die iemand reeds op tien minuten
afstand zegt dat de eigenaar behoort tot het
geslacht, dat eens de woestijn heeft doorkruist;
een breede mond met dikke neerhangende lippen
en een kin, die denzelfden vetglans vertoont als
de kraag van zijn jas en de rand van zijn hoed.
Zoodra hij met het lezen geëindigd heeft, draait
hij zich om, strekt de handen wat uit, zoodatde
jas van voren openslaat, slechts nog vastgehouden
door de twee bovenste knoopen en de geruite
voering, wat kleurschakeering betreft geheel in
overeenstemming met het geheel, zichtbaar wordt.
Aarzelend stapt hij de breede, metgrijs-geelachtige
steentjes belegde gang in, vóór helder verlicht
door het licht dat van de straat komt, achter
donker, bij gebrek aan eenigen luchttoevoer. Nog
geen drie passen heeft hij gedaan, of hij blijft
staan, als joeg het donkere einde van de gang
De Thomson’s prijs van vijf en twintig
I gulden is op Zaterdag 25 November ’93, ten deel
gevallen aan den Heer L. Demmink, Spuistraat
I 208 Amsterdamde premie aan den Winkelier
I F. H. Jacobs, Wijdesteeg 20 aldaar.
Het onfslag van de 700 werklieden van de
landswerf, aanvankelijk bepaald op 31 Deo., is,
I naar aan het Hbl. bericht wordt, met het oog op
I den winter tot nader order uitgesteld.
I Men schrijft ons uit het Noorden:
I Zonder mis zal het, nu op zooveel plaatsen
I land in kleine perceelen aan arbeiders in gebruik
is afgestaan, even nuttig als belangwekkend zijn,
I de aanvankelijke resultaten te vernemen. Zoo
I zal het meteen ook wel bepaaldelijk te vermel-
I den zijn of die arbeiders een perceel hadden,
dat zij in de uren vóór zij naar den boer gingen
I en nadat zij van dezen terug kwamen, den
eigen grond moesten bewerken, dan of zij zco-
I veel grond in gebruik hadden, dat zij tot op zekere
I hoogte hun eigen werkgever en loongever waren,
j Van Holwerd en van BlijaBouwhoek in
I noordelijk Friesland waar in het eerste dorp 4
I pondemaat (147 are) in 16 gelijke deelen werd
I afgestaan en in het laatste door de Doopsgezinde
I gemeente van Leeuwarden in perceelen van halve
pondematen, hoorden we alle goeds van den uit
slag. Doch het nadere eu naaste van deze en
andere dorpen te weten, blijft van belang.
In de gemeente Dantumadee), ten vorigen jare
bekend geraakt door bedelarij op ongelooflijk
groote schaal honderd eu meer op één dag
zal de burgemeester volgens publicatie stren
ge maatregelen nemen, om die dezen winter te
weren. Toen waren er geen, nu komen er wèl
maréchaussées, nl. in het nabijgelegen Dokkum.
Een wapen overigens bij heel de bevolking bij
zonder impopulair
Armverzorgers te ’s Gravenhage beklagen
zich dat vermogenden hun aanslag in de nieuwe
belasting verhalen op hunne bijdragen aan diaco
nieën en „Armenzorg" on allerlei contributies
opzeggen, omdat zij f50 of f 100 vermogensbelas
ting hebben te betalen, maar er niet aan denken
om, als er dan bezuinigd moet worden, dit te vin
den op uitgaven voor hun genoegen, daar opera,
schouwburg, uitvoeringen in den dierentuin enz.
enz. nog nooit zoo druk bezocht zijn geweest als
Ao. Do. 1893.
De influenza. Deze epidemie begint in
Berlijn thans heviger te heerschen er zijn reeds
verscheidene sterfgevallen voorgekomen, gewoon
lijk komt er longontsteking bij en niet zelden
ook hartverlamming. De ziekte schijnt nog altijd
zich uit te breiden.
In Rheinhessen liggen volgens mededeelingen
van geneeskundigen tienduizend personen ziek
aan influenza. Ook in Nassou en andere streken
breidt de ziekte zich sterk uit.
De influenza breidt zich te Schoonhoven meer
en meer uit. Alleen van de instuctie-compagnie
zijn in de laatste dagen een 50-tal volontairs
aan die ziekte lijdende.
Het buffet bij den Rijksdag. Nu de Rijks
dag weer bijeenkomt, is het niet onaardig er
eens aan te herinneren, dat het buffet in het
parlement van het Duitsche keizerrijk een be
langrijke plaats inneemt. De prijzen der schotels
en der dranken worden vastgesteld door een
commissie uit den Rijksdag. Om twaalf uur
’s morgens kunnen de afgevaardigden, die dat
willen, ontbijten aan het buffet, waar dan te
krijgen zijntwee soepen, twee vleezen, twee
groenten en een dessert, tegen den prijs van 1
mark 50 pfennig of 90 cents. Met het oog op
de Roomsch-Katholieken is de restaurateur ver
plicht eiken Vrijdag verscheidene schotels visch
te bereiden. De kok van den Rijksdag trekt als
salaris 300 mark (180 gulden) in de maand. De
leden van den Bondsraad mogen niet in de
restauratie komenzij laten zich op hun bureau
een „sandwich" brengen voor 36 ets. De afge
vaardigden, die zich liever bij het buffet ophou
den dan in de vergaderzaal, heeten in de parle
mentaire taal van den rijksdag„Commissie voor
den Champagne". Mem noemt ze ook wel „de
Met elk k’tje meer begint de animo der
koopers te gren dra wordt tien, vijftien gul
den geboden.it een aandacht, om elk bloempje
in al zijn ondeelen te onderzoeken, beziet een
der aanwezigihet servies.
Twintig gunwordt geroepen.
Verschrikthij het kopje, dat hij in handen
had neer en melt neer op zijn stoel.
Vijf en twig gulden! schreeuwt een ander,
die reeds vijnaal de stukken bezien heeft en
nu weer de iid uitstrekt om ze voor de zesde
maal nog et te zien... Om het hooge bod,
wordt hier e'laar gelachen. Wantrouwend ziet
de bieder orzich. Nee, ik doe het niet,
schreeuwt hinet de angst op het gelaat, ik doe
het nietIlèieksel hoort er niet bij
Algemeenontsteltenis.
Laat reis like, meneer! Effe zien, meneer
klinkt het vi alle kanten. En telkens klinkt
het: Waaratig! ’t Is zoo, meneer, u kunt
het zelf ziet
Dat kou omdat je d’r iedere keer met je
klauwen a zitvaart een der aanwezigen uit
tot den ma die de ontdekking van het dekseltje
heeft gedas. Laat staan.
De oproer doet alsof er in het geheel niet
geboden i»n begint van voren af. Voor twaalf
gulden wdt het gegund aan denzelfde, die eerst
twintig góden had.
Acht glden verdient! grinnikt zacht iemand
voor ziefaheen die nog niets heeft gedaan dan
toekijken.
Onvervichts ontstaat er beweging in de schare.
In de deuverschijnt een bediende, gebukt gaande
onder ee vracht koffie en broodjes. Zij, die de
veiling u nieuwsgierigheid hebben bijgewoond,
stormen p den armen bediende los alsof zij hem
met huicen haar willen verslinden. Hij is echter
tegen da aanval bestand, den eerste den beste,
die hen te dicht nadert, duwt hij zijn breeden
schoude onder den neus, zoodat de hongerige
niet ariërs te zien krijgt dan een dikke blauwe
jas. „Biodje hier kop koffie!" roept deze
nog. „los niks!" voegt hij een zijner collega’s
fluisterad toe.
Met ooeite beschermt de bediende zjjn brood
jes teg« de grepen der uitgestoken vingers;
handig ontwijkt hij den een, wien een aanval
bijna gdukt wasdoet den ander, die reeds het
oor val een kopje had aangegrepen, terugdein
zen met een norsch: Eerst de koopers dan
jelui!" en heeft eindelijk de eerste rij bereikt.
Daar vordt de aanval herhaald, Met een mede
lijdend glimlachje laat hij nu zijn blad plunderen
in een oogwenk is alles verdwenenmen ziet
slecht opgezette wangen, hoort het smakken der
lippen, het slurpen der koffie -• de veiling wordt
een oogenblik geschorst.
Stoomdruk Firma B. Cuperus Az. Bolsward.
groep Schultze" naar jnleverancier van
de Rijksdag-resfauratie.
Een lersehe knaa^jaren, Ferdinand
de Courcy, zag zijne nzljn zusie en zÜn
broertje schier van g^mkomen en nam
toen een wanhopig bf01 ZÜD0 moeder te
redden.
Hij las overal adver van dag- of week
bladen, die het leven v£n van dengene, die
door een ongeval het |erliest en op wiens
persoon het laatste nu^an het blad gevon
den wordt. Ook zijn ein kleerenwinkels in
Dublin, die aan de pbretels, vesten enz.,
welke ze verkoopen, dP°n hechten, die op
dezelfde wijze het leukerd.
De knaap was slewaalf jaar oud- Hij
wist niet, dat zijn Jering vergeefs zou
zijn, daar al deze keringen zelfmoord
uitsluiten, en hij na besluit zijn leven te
geven voor zijn moed)e(^er en zuster.
Hij verdronk zich de diepe haven van
Portobello en liet deinden brief achter
„Lieve moeder! P de vier shilling 6%
stuiver tot uw voordat00d en ik hoop dat
het geld dat u bezorjh0lp0n zal om mij, wat
ik ga doen, te verg^eg aan de politie in
de haven van Porto!0 dreggen en wanneer
ze mij gevonden helfan moeten ze bekend
maken welke kleed’k aan had en wat ze
in mijn zakken gevehebben. Ze zullen een
muts vinden die ze,ers gekost heeft en u
recht geeft op 200por/erzekerd geld; een paar
bretels van 4'/t stui<>0t een coupon er aan
vast voor 300 pon'» lederen riem, van 6
stuivers, met een covoor 100 pond; en kran
ten in den binnenin mijn buis... de eene
geeft u recht op pond en de anderen op
500 pond elk... aflzamen, 3500 pond ster
ling. Besteed niet «1 geld aan mijn begra
fenis, en pas op h(d dat u rijk zal maken.
U'hebbende zoon,
Ferdinand de Courcy.
P. 8. Dag Moe
In een zelfde werden de vorige week
gelegd de beide iers Friedrich en August
Winter, die ook et leven onafscheidelijk
waren. Beiden hl het schrijnwerkersvak
geleerdbeiden wen te zamen op de vierde
verdieping van huis in de Elisabethstraat
55 te herlijn beidden jaren lang aan dezelfde
kwaal, het asthal beiden stierven met een
tusschentijd van velijks 12 uur. Friedrich,
die 63 jaar oud «huwd was, stierf Zondag
avond, de twee jpngere August, die vrijgezel
was, Maandagmo.
Een verval® van banknoten op groote
schaal is te Baret ontdekt. In verscheidene
handelkantoren,elbanken en bij verschillende
juweliers gelukte aan valsche munters, twee
net gekleede he< een groot aantal door hen
gedrukte banknc van 1000 pesetas aan den
man te brengen.) slotte echter ontdekte men
in een wisselkan dat de door de heeren ge
wisselde banknovalsch waren.
De wisselaarroorzaakte de onmiddelijke
inhechtenisnemirer valsche munters. Zij hee
ten Mata en Caé. De nagemaakte bankno
ten verschillen weinig van echte, dat zelfs
technici ze meiel moeite van deze laatste
konden ondersefen. In de woning der valsche
munters nam dfitie nog verscheidene valsche
banknoten ramentlijk een waarde be
dragende van 200 pesetas in beslag.
Men gelooft iter, dat dit slechts een klein
gedeelte van d^oor Mata en Caballé gemaak-
ten voorraad D dat alles te zameu wel een
millioen pesetafdraagt.
Geen schir heeft ooit een natuurlijk ka
rakter geschil4 of hij heeft zich gedwongen
gezien tot herschrijven van eene menigte
tegenstrijdighei
Het be<l hoe listig het ook achter het
masker der waeid schuilen moge, blijft altijd
een kleur behen, welke door het vernis heen -
schijnt, waarm het omtogen is.
(Van Lennep.)
s m
cc
5 ca
s h-2<=)
0^0)
Van Sneek
Bolsward
Te Harlingen
Van Harlingen
Bolsward
Te Sneek
Z
<4 S
«■3
O
s s s*
o o
A
5 o’
2 a
y.2 Af o N
S -a co o'» s s
hem angst aanvoorzichtig kijkt hij rond, vree-
zende dat hij van achter de dikke, thans tegen
den muur gedrukte deur een aanrander te voor
schijn zal zien komen.
Hij slaat de gang links in, komt aan de deur
eener groote, van boven verlichte zaal en is
als in een oogwenk veranderd.
Zijn vette hoed, haren en jas neemt hij mee
naar binnen, doch zijn kruipende beleefdheid,
zijn angstvalligheid, zijn dom-vragend glimlachje
laat hij aan de deur achter. Zijn stap wordt vlug
ger; in zijn bewegingen komt leven, de hoed
blijkt niet zoo vast op het hoofd gedrukt als men
te voren zou vermoeden, de oogen lachen, de
mond is niet zoo breed meer het geheele ge
laat krijgt een uitdrukking, waarin schrander
heid vecht met geslepenheid, om slechts een
oogwenk plaats te maken voor onderdanigheid
wanneer hij tot iemand spreekt met wien hij
zaken kan doen.
Dag Sam hoe gaat het Kom je reis
keike Maslematte Niet He, Koekoek
wat kom jij hier doen Rommel Nou
we kunne toch even keike
Met een kennersoog beziet hij al de kopjes
en schoteltjes, potjes en dekseltjes van oud aar
dewerk of van Chineesch fabrikaat; houdt nu
eens een kopje tegen het licht, tikt dan eens met
den duim tegen een schoteltje, om, wanneer de
klank hem bevalt, het hoofd om te wenden tot
dengene, die naast hem staat en met zekerheid
te zeggen: Een tientje! Voldoet het voor
werp hem uitstekend, dan zet hij het onverschil
lig neer, trekt de schouders opglimlacht heel
even erg dom en bekommert er zich niet verderom.
Geef ’es effe hierbeveelt hij een der knechts,
die bezig is de genummerde voorwerpen in de
goede orde te plaatsen. Hij krijgt geen antwoord.
Geef ’es effe hierDe knecht blijft zwij-
g0a- Toe nou, laat ereis, keike! klinkt het
vrij wat nederiger. De bediende die eenige voor
werpen heeft verzet en nog eens verzet met de
bewegingen van iemand, die geheel in zijn werk
verdiept is, richt zich nu op en plaatst de ge
vraagde voorwerpen zwijgend voor hem neer.
In de groote houten stellage, een soort van
reuzen-preekstoel, hebben intusschen eenige hee
ren plaats genomen makelaars die belast zijn
met de verkooping. Twee lange tafels zijn voor
den preekstoel geplaatst, verbonden door een
breede tafel, waarop een bediende in witte kiel
klautert, die geroepen is de te veilen voorwerpen
te jaten zien aan hem die zulks verlangt, De
veiling begint. Een verward geluid van schreeu
wende stemmen en schuivende stoelen, vermengd
met het gehamer van den makelaar.
Geruiraen tijd duurt het gekakel, alsof de zaal
in alle hoeken gevuld is. Eindelijk komt er eenige
kalmte. Gelijk jongens aan een ouderwetsche
schoolbank zitten de koopers aan de lange tafel
geschaard, de armen languitstrekt, de borst tegen
den tafelrand. Hij, die op den hoek zit, leunt
getnakkelijk zijn rug tegen den preekstoel, trekt
met een welbehagen aan een sigaar van de vijf
en strijkt met zijn linkerhand langs het glanzende,
tegen het voorhoofd geplakte haar.
Wie biedt voor dit fraaie stelletje,
Chineesch
Geen antwoord.
Tien gulden Negen Acht Vijf dan?
Een rijksdaalder
Een rijksdaalder geboden drie gulden
vier vier en ’n kwart vier en ’n half
niemand...meer dan...vier en ’n half..., niemand.
Hou, wacht effen roept een der koopers. Laat
eerst nog eens zien
De bediende zet voorzichtig een der voorwer
pen voor den vrager neer, doch houdt de band
gereed om bij de geringste verdachte beweging
toe te grijpen.
De kooper schudt het hoofd zét het voorwerp
neer met een gebaar dat van minachting getuigt
en leunt weer in den hoek, glimlachend tot een
kennis, die tegenover hem zit. Het bod wordt
echter steeds hooger. Acht en ’n kwart
acht en ’n half niemand meer dan acht en’n
half...! Plotseling licht de vorige gegadigde zich
uit zijn leunende houding op. Zijn vuisten druk
ken de tafel en ondersteunen het vooruitgestoken
bovenlichaam. ’n Tientjeschreeuwt hij. Laat
nog reis keike
En ’n kwart! roept een ander.
Onverschillig laat de ander zich weer in den hoek
vallen en wanneer er reeds tot elf geboden is,
draait hij zich even om en roeptHalf
Koekoek
Ja! roept de aangesprokene.
Waar ben je? Delfs met ghoud
Ze zijn allerliefst snoezerig meneermeneer,
wat benne ze snoesderiggrinnikt iemand, die
den ganschen morgen nog geen bod heeft gedaan,
het uitschatert van lachen en triomfantelijk om
zich ziet met de gedachte. Wat zeg jelui van
mijn grappigheid!
Mijnheer Dinges! roept een slordig gekleed
man, die, zoo lang de veiling heeft geduurd,
steeds met zijn vette kin op zijn smoeserige
handen geleund heeft. Mijnheer Dinges en
hij drukt op dat m ij n h e e r, om aan te duiden
zeker, dat iemand met een hoogen hoed op, niet
in dit gezelschap thuis behoort.
Mijne heeren, klinkt onverschillig de stem van
den oproeper, let op, een mooi dingetje kom,
zet eens in
Aarzeling van alle kanten. Een trekt eindelijk
de stoute schoenen aan.
Weer ’n rijksdaalder!
Kom, meneeren, dat is geen geld 1
s r
a 5
S
ti 2
5
I
S3BMI
GO
o
Vollenhoven’s STOUT
Lu
DC
LU
S
M
ft
5D
Vollenhoven’s LAGER
Z o ii
gj
s
it
g
S
CD
1
ew
o
bc
2
c
CQ
a
z
CL
bfi
co
C3 tZ aS
eg ca
J CL
a
o;
^73
i
a es
J CM
PC rt
O
■I Q.
O M-
■5 ÏOp Nrt
O g
- -J
zz- O O co
jq cv-
n
<u 8 H
JZ- 15
■5
Q Q
<Z> -
uh
-Ui Q
3
r
lf