IDSKE GALAMA
Nederlands Kamerkoor
in Bolswarder Martinikerk
BOjCSWflRDIM
OORtOCSTÜD
■far
De hond Trixie is maar wat
trots
KAPPIE EN DE GOUDEN EL
L
Skiedkundich forhael ut ’e
Skieringer en Fetkeaper har tiden
25 jaar EHBO
Makkum
ffl
4
Flaggen yn Dedzjum
BOLSWARDS NIEUWSBLAD
WOENSDAG 14 JUNI 1978
VII
A
34
ANTIEKBEURS
j Bloemen bestellen
Brandsma bellen
Pagina 2
10
►o*
x»j
Moord op een Bolswarder nabij Assen
(Uit het dagboek van oud politieman Arjen v.d. Hauw)
De centrale broodbakkerij
De Gereformeerde Kerk te Schettens
Arrestaties waarvan de achtergrond onbekend bleef
Schietpartij op de Bargefenne
Een brandje in de oude roomse kerk
wordt vervolgd
fan
Jan fan ’e Gaestmar
In verband met de brandstoffenschaarste werd er door de
Bolswarder bakkers centraal brood gebakken in de bakkerij
van Gerrit Dijkstra. Het uitventen gebeurde door de bakkers
zelf en ieder behield zijn eigen klanten.
Deze gang van zaken heeft onder de bakkers nogal wat
onenigheid teweeg gebracht en er is op het stadhuis menig
conferentie gehouden door de Burgemeester om deze zaken zo
goed mogelijk te regelen. Toch bleef deze centrale bakkerij, hoe
goed ook bedoeld voor de bakkers een „onding” en dat duurde
tot aan de bevrijding toe.
Ze werden op een zondagmorgen aangehouden toen ik zelf uit
de stad was en ik heb noch in de stad, noch in later onderzoek
bij gevangen genomen Duitsers kunnen uitvinden, waar de
oorzaak lag omdat de verantwoordelijke chefs verdwenen
waren. Ik heb tot op heden aangenomen, dat zij verraden zijn
wegens hun activiteiten voor de ondergrondse beweging, maar
zeker weet ik het niet.
De arrestatie van de direkteur van de Zuivelschool, de heren
Hendriks, Onvlee en Verwey met enkele anderen zijn voor mij
een raadsel gebleven.
In de oude RK. Kerk lagen goederen opgeslagen van de Duitse
Marine en tevens was er, zoals ik vertelde, een grote schuil
plaats van de ondergrondse beweging.
Er was tegen de kerk een klein hokje aangebouwd, waarin de
zogenaamde wachtsmannen zaten, om op de goederen te pas
sen. Op een avond toen Vogelzang en Jonker daar de wacht
ek net mear üt. It is nei poartesluten. Witste hwat? Ik rin
seis efkes mei.”
Hy sleat de poarte mei in swiere kaei;
Graech of net graech, Feito koe der net mear foar wei, hy
moast syn liedsman folgje. Hy hie himsels raer yn it
labaret holpen.
hielden is er in dat hokje brand ontstaan en deze dreigde over
te slaan naar de kerk.
De brand werd door de wachtmannen zelf weer geblust, maar
toen ik ter plaatse kwam, wilde ik de oorzaak weten.
Ook zag ik dat de wachtmannen een in de kerk verborgen
radiotoestel hadden gevonden. Ik ging met dat toestel naar
koster Zijlstra en vroeg hem het snel te verstoppen.
Daar de Sicherheitsdienst er enige dagen later naar vroeg en
ook de oorzaak wilde weten, kwamen we samen in de moeilijk
heden. We hadden geluk want de beide Duitse rechercheurs
waren bij hun komst stomdronken. Ze gingen helemaal niet op
de zaak in en gelastten alleen, dat de muur van het hok moest
worden dichtgemetseld. Wat was echter de oorzaak? De Knok
ploeg zou zeker haar eigen schuilplaats niet in brand steken. Ik
heb nog wel eens gedacht een een smeulend peukje..., maar
daar praten we niet meer over....
HOUDT U VAN ANTIEK
Bezoekt de
van 21 - 24 juni
It soe noch slimmer wurde.
Ridlikgau wiene se by de poarte. Dy sietfansels ticht. In
pear wachten stiene der by. Bliuw hjir mar efkes stean,
dan sil ik wol mei de wachtmaster prate,” sei de muonts
en hy stoep it wachthüs yn.
It haldde noch al efkes oan, foar’t er wer bütendoar
kaem. Feito siet ünderwilens op hjitte koallen. As er de
stêd ütlitten waerd, wie it net sa slim, hy soe der wol wer
üngemurken wei ynkomme: mei sterk iis wie dat sa’n
greate kunst net.
Mar hy hie soarch, dat de muonts him yn ’e rekken hie en
fan ’e wachtmaster fergje soe, dat dy him opburch.
Der nou ütknipe?
Dat mocht er hast net aventürje. De wachten soene fuort
alarm slaen en dan wied er grif binnen, of as er al
üntkaem, wisten de muontsen en de poartewacht
dochs wol, hwa’t der dea wie. Hja soene der gewach fan
meitsje troch de hiele stêd en hy soe rounom guods ré-
fine om him op to pakken. Né, dan like de kans, dat men
him de stêd ütlitte soe, him dochs greater ta. Fol ünrêst
wachte er syn lot óf.
Nei in skoftke seach er de muonts wer forskinen, mei
efter him de wachtmaster mei in pear man. En doe
bigriep er, dat it spul op ’e non draeide.
„Nou is it in slim gefal,” bigoun de faderlike liedsman
fluensk. „De wachtmaster wol dy hyn ofte nei net ütlitte.
Né, hy hat oarders, seit er, om frjemd folk, dat nei,
poartesluten omsweeft, fêst to setten, krektsalang dat
se der ütwizing fan dwaen kinne, hwa’t se binne. Dat
sadwaende, dou moatst hjir fan nacht bliuwe. De
fetkeapers moatte wer hwat tsjin üs goede stêd ünder-
nimme wolle, seit de wachtmaster, dêrom binne syn
oarders sa strang. Ik wit net, mar ik hoopje dochs yn de
goedichheit net, datstou der hwat mei üt to stean haste?
Dou bist ien fan de Galama’s feinten, wol? Dou kaemste
fan Nijlan, haste my troch dien, mar oan dyn sprake to
hearren biste in Gaesterlanner, heite. It soe my muoije
ast my hwat to foaren leagene hieste, mar ik wit net, ik
wit net.”
Feito wie ynwindich pür, mar yn folhalden dat er in
fredich hüsman wie, siet nou syn iennichste heil.
„Och, goede hear wachtmaster,” earmoede er, „lit my
gean! Hwat sil üs folk wol tinke, as ik joun net thüs kom?
Ik kom sikerwier fan Nijlan. Der binne wy to werijen
kommen üt Gaesterlan wei.”
„Dat kin my allegearre neat skele,” andere de wacht
master, „dat moat moarn mar bliken dwaen. Kom nou
mar yn goedens mei yn it wachthüs. Of moat it mei
gewelf?”
Feito gie mei. Der siet net oars foar him op.
Hy waerd yn in apart hokje biskoattele. Yn in hoekje lei
hwat skimmelich hea, dêr moast er him mar op deljaen.
'(Wurdt fuortset)
Op een dag in de zomer van 1944 kwam er een auto vol Duitse
soldaten door de stad gereden. In de buurt van het Schildwijk-
hoek Dijkstraat stonden een paar mannen samen te praten,
Tinus Geertsma, Bartes van der Wal, Bonne Gerritsma en
enkele anderen.
Toen de Duitse auto doorreed klonk er een knal, veroorzaakt
door het klappen van een fietsband
In hun zenuwen sprongen de soldaten van hun auto en renden
op de mannen af, die de vlucht namen en in de woningen op het
Schildwijk een heenkomen zochten.
De soldaten die kennelijk dachten, dat er op hen geschoten was
BOLSWARD. De achtjarige fox-terrier Trixie van de familie Vellinga uit de
Joost Halbertsmastraat is maar wat trots op haar jong. Nou ja, haar jong.
Eigenlijk is het jong dat Trixie zo liefdevol koestert een jonge kat. Maar maak
dat Trixie maar eens wijs. Moeder poes hoeft het jonge diertje maar even alleen
te laten of de teef Trixie springt bij hem in de mand, en nestelt zich behaaglijk
naast het katje. Een plaatje waard dachten wij.
Vs
Aangezien er vele arbeiders gedwongen waren om te werker
aan de Duitse verdedigingswerken in Drenthe, waren er zoal:
ik reeds meldde ook Bolswarders gegrepen of door gedwonger
meldingen terecht gekomen. Daaronder was ook een wink el ie:
George Hofman. De Bolswarders, die daar werkten zijn mees
tal met gesmokkelde valse vrijstellingen vrijgekomen, of zelf
snel teruggekeerd naar de stad. Ook arbeiders uit anderi
steden deden dit en het was de Duitsers dan ook een doorn ir
het oog.
Razzia’s leverden dan wel weer nieuwe krachten voor het wei
van Albert Speer (Organisatie Todt) de bouwer van de verdedi
gingswerken in geheel Europa. Deze werken in Drenthe wer
den de Geelvinken genoemd.
Ik zal U de bijzonderheden niet alle melden, maar ik heb na d<
oorlog een proces verbaal opgemaakt, dat in de archieven vai
Sneek zit en ik heb vastgesteld, dat men een van onze stadgeno
ten op zekere dag, om louter een voorbeeld te stellen heef
neergeschoten nabij een café Boes te Assen in 'een schuur
Enige werkmannen genaamd Postma uit Sneek (broodventer
en een man uit Borger moesten hem bij de brug neerleggen aai
,de verkeersweg onder Assen. Er lag een bord bij waarop stond
„Deze man wilde niet werken, maar vluchten”. Dit is wederon
een daad van terreur, die een waardig stadgenoot van on
getroffen heeft en tot zijn einde heeft gedragen met een gebet
op de lippen Hij was Rooms Katholiek.
maken! Laat uw sextant maar eens zien!”
„Dit is ja toch slim!” riep Kappie kwaad. „Ik zal een klont
wezen als ik met deze bult narigheid in zicht aan een
sextant ga staan peuteren!”
„Moet ik uit uw woorden begrijpen dat u niet een sextant
kunt werken?” vroeg Draadgaren, zijn notitieboekje pak
kend. „Of hebt u zo’n instrument misschien zelfs niet aan
boord? Dat zou u dan wel eens uw rang kunnen kosten
kapitein! Dat duidt op ernstige onbekwaamheid!”
altijd: „Sie wollen Snaps? en dan waren ze stil.
Natuurlijk snapte men van dat alles in Bolsward niets en
spraken schande van mij en mijn dronken bui.
Als het fout gelopen was en inderdaad de arrestanten wegge
voerd waren, zou Van Dijk rijden met een K.P. wagen van de
ondergrondse en dan zou de K.P. op de Burgwerder hoek dié
auto overvallen, als Van Dijk zou voorwenden, dat de auto
pech had. Maar dat behoefde dus niet meer plaats te vinden.
Toen wilde de Duitser naar het politie bureau
en zeide, dat ik een paar agenten moest leveren voor het
transport van de gevangen tramwegmensen. Ik kon echter
geen zinnig woord meer zeggen en de K.P. nam de gehele
leiding over. De zollman werd vrolijk en zei, dat hij eerst de
arrestanten wilde onderzoeken omdat er een meisje bij was.
Hij beweerde zelfs arts te zijn. Bij aankomst grepen de KPers
de sleutel van de cel en in het bijzijn van de agenten Bijker,
Schoonbeek en Schriever gingen de oude De Vries en zijn
dochter meteen de cel uit en naar buiten. De Zollman wilde
echter Frijling in zijn keel kijken en stak met een lepel in diens
mond. Toen riep hij, dat drank een goed middel was en gooide
Siep Frijling een borrel in de mond, want ook daar op het
bureau had de K.P. wat gebracht. Toen liep ook Freijling weg en
brachten de K.P. mannen mij thuis. De Duitse Zoll zat
intussen op het bureau en kwam langzamerhand tot zichzelf en
eiste dat de biede agenten, die daar waren, de arrestanten
zouden halen en wegbrengen naar Wommels. Hij richtte zijn
pistool op de mannen en ontdekte tot zijn schrik, dat de
arrestanten verdwenen waren. Toen haalden de agenten mij
weer van huis en ik had nauwelijks een uurtje geslapen. Ik
trok mijn revolver en kwam zo het bureau binnen. Sloeg de
Zollman midden in zijn gezicht en riep: „Mensch, wasz haben
Sie gemacht. Wo sind die Haflingen. Die sind besoffen”. Hij
schaamde zich blijkbaar en meende inderdaad, dat hij in een
dronken bui zelf de gevangenen' had laten ontvluchten en
durfde bijna niet naar Wommels terug.
De list was gelukt en De Vries en zijn dochter verdwenen,
terwijl Siep Frijling die nacht sliep in het huis van Jan Adema
aan de Elandslaagte. Zo werden die mensen gered in samenwer
king met de K.P. zonder clat er een schot viel, maar een kater
had ik wel. Als later de Zollmensen nog eens kwamen, zei ik
Yn it earstoan gie er allinne fan syn plak as der immen
foarbykaem. Dan sette er de stap der yn, dy tomjitte,
krekt as kaem er der ek lans. Mar op it lést bigoun er oan
ien stik wei op en del to traepjen, altyd sa, dat er mei op
en omsjen it kleaster yn it each halde koe.
Krekt wied er wer njonken it poartsje, dêr’t de abt troch
fordwoun wie, doe’t er dêrre oan de binnenkant de
skoattels foar wei striken hearde.
As de wjerljocht glüpte er nei it midden fan de strjitte en
roun er yn ünforskillige halding troch. Omsjen doarst er
fuort net, earst doe’t er mear as hündert trêd fierder wie
en neat efter him oankommen hearde, weage er it.
Twa manlju forwideren har fan it kleaster de oare kant
üt.
Feito kearde werom en soe har eftemei. Mar nei in pear
stappen muoide it him hast al. Yn it poartsje seach er in
muonts stean en sa’t bliken die, hie dy erch yn him krige
en stie er it spul net.
Hwat moast de feint nou dwaen? Nochris werom gean
soe glêd mis wêze. Dan joech er de muonts alteast mear
reden ta erchtinken en twad soene de beide manlju der
foar him üt, dêr’t moai grif de abt by wie him üntkomme.
Soed er foarby gean, krekt as wist er fan de prins gjin
kwea? De muonts soe him licht immen eftemei stjüre,
dy’t him by de earste de béste gelegenheit fan ’e
stedswachten oppakke liet.
Koart birie, tocht er en hy stapte rjochtüt op ’e muonts
ta. Hy die him foar as wied er bliid dat er folk seach en
frege nei in minlike groetenis: „Earwearde broer, kinne
jo my faeks ek sizze, oft ik sa nei de Noarderpoarte rin?
Ik kom fan Nijlan. Ik ha my hjir binachtsje litten en nou
bin ik it paed bjuster, hwant ik bin hjir yn ’e stêd net
bikend, sjoch!”
„Dou biste op it goede paed, soan,” wie it faderlik
biskie. „Mar ik ha dy niis dochs fan dy kant kommen
sjoen?”
„Ja, earwearde, ’k moat grif in forkearde strjitte yn-
draeid wêze, dêr wie ik al bang foar,” sei Feito sa
ünnoazelmooglik.” Ik bitankje jotige by tige, ik sil itnou
wol fine.”
Mei soed er fuort, mar de muonts haldde him oan ’e
earm tobek.
„Doch efkes tiid, soan!” sei er. „Us stêd fan Snits is wol
net sa great, mar dou haste nou ienris op ’e doele west,
dat it kin dy maklik foar de twadde reis oerkomme. Ik sil
in likebroer roppe, dat dy dy efkes nei de poarte
bringt.Jawis,” forfetter er, doe’t er seach dat Feito
hjir hwat tsjin ynlizze woe, „allinne komste faeks de stêd
D. A. Fientrop heeft het in de 50-er jaren gerestaureerd.
Het was in de zomer van 1961 dat de
toenmalige cantor-organist van de
Martinikerk, Gezinus Schrik en de
journalist Johan J. van der Veer
overlegden wat er, behalve in de
eredienst en concert met dit fraaie
orgel kon worden gedaan. De Sneker
organist J. W. Boeijenga werd er in
betrokken en een en ander resul
teerde in de oprichting van de Stich
ting Nationaal Orgel Improvisatie
Concours Bolsward. Doel was jaar
lijks een improvisatiewedstrijd te
organiseren. Het gemeentebestuur
was zeer geïnteresseerd, evenals de
provincie en het rijk. Dit nationale
gebeuren was voor Friesland en
Bolsward weggelegd. Men slaagde.
En aangezien de Bolswarder kerk
over twee orgels beschikt, werden
die beide in het geheel betrokken.
Op een zaterdagmorgen, omstreeks half twaalf, kwamen op
mijn bureau twee Duits gezinde politiemannen en ze vertelden
mij, dat ze pech hadden bij een onderzoek in de Gerformeerde
kerk in Schettens, waar ze door verraad teweten gekomen
waren, dat er onderduikers verborgen waren. Ik heb daarover
met hen op mijn bureau een verschrikkelijke ruzie gekregen,
waarvoor ik enige dagen later mij bij de Sicherheits dienst
moest verantwoordefi. De Sicherheitsdienst bleek het echter
geheel met mij eens te zijn en vond een onderzoek in een kerk
niet gepast. Verbaasd ging ik toen weer heen.
Bolswards Martini beschikt over een terecht vermaard rococoorgel.
Van 1776-1781 heeft de in 1704 te Hamburg geboren orgelmaker
Albertus Anthonie Hinsz, die zich in 1729 te Groningen had
gevestigd eraan gewerkt. In 1860 voorzagen de Leeuwarder
orgelmakers Van Dam het van een derde klavier, het zgn bovenwerk.
Het was toen het grootste orgel in Friesland. De Zaanse orgelmaker
TEL. 2525 Het komt in orde
31 Maeije: mei de forkiezing foar de
gemeenterié hong de Fryske flagge hjir
üt.
8 Juny: mei de fytstocht, 4 jounen oanien
fan üt Boalsert de doarpsflagge. Hjir
waerd ek in stempel jown.
9 Juny waeide de trijekleur by de fam.
Gietema, ta eare fan soan Age, dy’t
slagge is foar skoalmaster oan de P. A. to
Snits. In moai sukses nei jierren fan
studearjen en wy winskje him in goede
takomst.
Het jaarlijks evenement mocht zich
steeds in een grote belangstelling ver
heugen. Voor vakman en amateur is het
dan ook een interessant gebeuren. De
orgel-improvisaties worden steeds afge
wisseld met het optreden van een vocaal-
of instrumentaal ensemble.
Op 17 juni a.s. is dat het Nederlands
Kamerkoor, opgericht in 1937, dat een
internationale faam geniet en sedert
oktober 1977 onder leiding staat van de
Engelse dirigent Kerry Woodward en die
daarnaast nog betrokken is bij de BBC
Singers en het BBC symphonie-orkest.
Het kamerkoor zal prachtige meerstem
mige muziek ten gehore brengen: Franse
chansons van Henry Zagwyn, Hongaarse
volksliederen van Béla Bartók, Engelse
Folk songs van Vaughan Williams voor
gemengd koor a capèlla en een viertal
liederen voor mannenkoor. Het beteft
hier een première voor het Noorden.
Liefhebbers van koormuziek, leden van
zangkoren zullen zich de kans dit
uitnemende koor te kunnen beluisteren
niet laten ontglippen. Al met al wordt het
17 juni een schitterende muzikale mani
festatie. Weer zullen de toehoorders
komen, van heinde en verre, waarbij uit
Bolsward zelf hopelijk wat meer dan
gewoonlijk.
MAKKUM. De plaatselijke EHBO in
Makkum bestaat dit jaar een kwart eeuw,
deze mijlpaal zal donderdagavond on
bescheiden wijze herdacht worden met
een feestelijke bijeenkomst in zaal Ade
ma in Makkum. Tevens zal een elf dames
en heren een diploma worden uitgereikt,
allen cursisten van de in april van dit jaar
beëindigde cursus.
vuurden hun geweren af en ook de huizen drongen ze a
schietend binnen. Ze grepen toen Geertsma en Van der Wal er
wilden ze naar het bureau brengen. Intussen had men mi.
gewaarschuwd en ik kon de fiets tonen waarvan de banc
geklapt wasZe lieten de mannen lopen en vertrekker
lachend. Dit had zeker nare gevolgen kunnen hebben, want z<
schoten meestal raak, als men vluchtte.
17 „Ahum!” sprak inspecteur Draadgaren. „Ik wil graag
dat u nu eens laat zien wat u weet van het bestek opmaken,
gezagvoerder!”
,,B—bestek opma-maken? stotterde Kappie verbijsterd
„Maar dat is toch te mal! Het is windkracht negen en er is
een storm in zicht! De barometer zakt beneden peil en u wilt
dat ik
„Inderdaad!” verklaarde de ander. „Een goed gezagvoerder
moet onder alle omstandigheden het bestek op kunnen
-j
17.103