KERKDIENSTEN
OSINGA
KAPPIE EN DE KRAAK-KRAKERS
0011
Ingerekend,
maar niet uitgeteld!
N.C.V.B. over jeugd
en geloof
bondsspaarbank
bolsward
Roman fan de earme Fryske heide
fan J. A. Visscher
AGENDA C.C. TREBOL
HARLINGEN
2644
05100 - 55 555
ZONDAG 13 MEI
NED. HERV. KERK
R.K. KERK
14
DIVERSEN
VRIJDAGAVOND
even naar
om een
BOEK
OF TIJDSCHRIFT
gezinsbank zonder winstdoel
WEEKENDDIENSTEN
Vanaf vrijdagavonds 6 uur
Alleen voor spoedgevallen
DOKTERS en ZUSTERS
VRIJDAG 11 MEI 1979
BOLSWARDS NIEUWSBLAD
Pagina 2
WYMBRITSERADEEL
APOTHEEK
DOOPSGEZINDE GEMEENTE
BOLSWARD: 10.45 uur: ds. Knipscheer
GEREF. KERK
(Wurdt fuortset)
BAPTISTEN GEMEENTE
Vader
(Wordt
Atze
vertelt:
Vrijdags 17.30 uur
tot maandags
Gezinsverzorging/Bejaarden/
Chron. ziekenzorg
zowel te Witmai'sum als Bols-
ward elke ochtend (ma. t.e.m.
vrijd.) van 8.30 - 9.30 uur.
Spreekuren:
Maatschappelijk Werk
Witmarsum: elke ochtend
(ma. t/m vrijd.) 8.30 - 9.30 uur
Bolsward: elke donderdag van
9-10 uur
spreekuur 10.00 - 10.30 uur
’s avonds 6.30 - 7.00 uur
Saterdag en zondagsmorgens
vóór 8 uur
zaterdag en zondagmiddag
1 - 2 uur
E. SIETSMA
IJlst, Telef. 05155 - 1263
BOLSWARD, kapel Skilwyk: 19.00 uur
ds. Oldenburger
BOLSWARD: Verg, van Gelovigen, Laag
14: 9.30 uur: samenkomst met breking
des broods
SNEEK: Geref. (vrijgemaakt), Kleinzand
22: 9.30 uur: ds. Ulehake, Leeuwarden;
17.00 uur: Leesdienst
Zr. IJ V. D. WERF-ALTENBURG
Bolswarderweg la, Tjerkwerd
Telefoon 05157 - 4956
APOTHEEK POSTMA,
Oosterdijk 65, Sneek
Tel. 05150 - 12316, b.g.g. 12598
FR. HAANSTRA
Grote Dijlakker 53, tel. 2353
J. VAN DER LINDE
Gasthuissingel 31, tel. 2555
Boodschappen van 9-10 uur
2 uur spreekuur
MOEDERS voor MOEDERS”
voor: Sneek, Bolsward:
Mevr. M. van Veen-Stout,
Kaar 12, Sneek,
telefoon 05150 - 14543
TANDARTSEN
Sa’n Heidekeardel
BOLSWARD: zaterdagsavonds 19.00
uur: Eucharistieviering; zondags om 9.30
uur: Hoogmis; 11.30 uur: Mis en Avond
mis om 19.00 uur.
BURGWERD: St. Johanneskapel: 10.00
uur: Eucharistieviering
WORKUM: 8.00 uur: Vroegmis; 10.00
uur: Hoogmis; 19.30 uur: Lof
MAKKUM: zaterdag 18.00 uur: H.Mis;
zondag 10.30 uur: Hoogmis
WITMARSUM: zaterdag 19.30 uur: H.
Mis; zondag 9.00 uur: Hoogmis
ROODHUIS: zaterdag 19.00 uur: H.Mis;
zondag 9.30 uur: H.Mis
Zijn verlepte leden zijn die nacht onder mijn, van thuis gekomen
i overias toeeedekt op de zaalvloer. Een mateloze slaap gaf ons
ACHUM: 9.30 uur: dhr. Haarsma
HITZUM: 13.30 uur: ds. Wiltink
ALLINGAWIER: 13.30 uur: ds. Liefting
EXMORRA: 9.30 uur: dhr. Niemeyer
ARUM: 9.30 uur: Wika v.d. Vlekkert
WELSRIJP: 13.30 uur: ds. Dee
BAIJUM: 9.30 uur: ds. Hylarides
BOLSWARD: 8.45 uur: ds. Nell
10.00 uur: ds. Bruinsma, Fr. dienst
GAAST: 9.30 uur: ds. van Helden
FERWOUDE: 13.45 uur: ds. De Boer
BURGWERD: 13.30 uur: ds. Bruinsma
KIMSWERD: Zie Arum
KUBAARD: 9.30 uur: Kand. Bakker
LOLLUM: 10.30 uur: ds. Westerman
WAAXENS: 9.30 uur: ds. Roozendal,
H.D.
LUTKEWIERUM: 11.00 uur: ds. De
Bue
MAKKUM: 9.30 uur: ds. Zijlstra, H.A.
19.00 uur: ds. Zijlstra, dankz. in de
Geref. Kerk
MANTGUM: 10.00 uur: ds. Brink
OOSTEREND: 9.30 uur: ds. Bal, jeugd
dienst in Geref. Kerk
19.15 uur: ds. v.d. Hoeven
OOSTERLITTENS: 10.00 uur: ds. Nell
PINGJUM: 10.30 uur: ds. Bomer
SPANNUM: 13.30 uur: ds. Hylarides
EDENS: 9.30 uur: ds. Wiltink
PARREGA: 11.00 uur: ds. Griffioen
19.30 uur: ds. Van Wakeren
TZUM: 9.30 uur: ds. Dee, H.A.
13.30 uur: Kand. Bakker
WITMARSUM: 9.15 uur: ds. Bomer
YTENS: 9.30 uur: ds. v.d. Hoeven, H.A.
WINSUM: 19.00 uur: ds. Nieboer
WOMMELS: 10.15 uur: ds. Nieboer
HIDAARD: 9.00 uur: ds. Muller
WONS: 9.30 uur; ds. Ros
SCHRAARD: 9.30 uur: ds. Verhoog
13.30 uur; ds. Ros
WORKUM: 9.30 uur: ds. Kok
jeugddienst
19.30 uur: ds. Vroegindewey
HEIDENSCHAP: 13.30 uur: ds. Vroeg
indewey
ZURICH:
N.B. Apotheek Berkhemer
Geopend: zaterdag 14.30 - 15.00 uur
en zondag 17.30 - 18.00 uur.
Stichting Maatschappelijke
Dienstverlening
FRIESLAND-WEST
De Spinnekop 8 - Witmarsum
telefoon 05175 - 1615
Grote Dijlakker 18 - Bolsward
telefoon 05157 - 2377
Vrijdag 11 mei
20.00 uur: Bonte avond R.S.G.
Zaterdag 12 mei
10.30 uur: Vergadering A.N.G.B.
20.00 uur: Film
Zondag 13 mei
15.00 uur: Film
17.00 uur: Film
20.00 uur: Film
Maandag 14 mei
9.30 uur: Volksdansgroep
20.00 uur: Vergadering Rotary
20.00 uur: Sportraad
20.00 uur: Fries Filmcircuit
Dinsdag 15 mei
13.30 uur: Bejaardensoos Dames
en Heren
19.00 uur: Slankheidscursus
„Slimming”
20.00 uur: Kon. Maatschappij van
Tuinbouw en Plantkunde
19.30 uur: A.B.O.P. vergadering
MAKKUM: 10.45 uur: ds. Molema
WORKUM: 9.15 uur: ds. Horjus
WITMARSUM-Op 24 april hield de
afdeling Witmarsum haar laatste sei-
zoenvergadering. De presidente me
vrouw Kikstra heette een ieder hartelijk
welkom, vtjoral de dames van de Chr.
Plattelandsvrouwen. Meditatie „Tuisen
Pasen en Hemelvaart”. Ook werd het
gedicht „Worden als een kind” voorge
lezen. Dit ter inleiding op wat ds. De
Boer uit Oosterend ons zou vertellen
over Jeugd en Geloof. Er wordt veel ge
klaagd over de onverschilligheid en het
matig kerkbezoek van de jeugd. Zijn
betoog kwam hierop neer, dat als we de
jeugd van jongs af aan op een voor hun
begrijpelijke manier bij de kerkdiensten
betrekken, het met de onverschilligheid
best meevalt. Wat kinderen van jongsaf
aan leren en door ze bijvoorbeeld mee te
nemen naar de kerk ontstaat er een
zekere gewenning. Dit is voor later van
groot belang. Ondertussen konden de
dames vagen stellen.
„Mooi!” zei Kappie, een uiteinde van een slang in de
^ondergelopen ruimte werpend. „En nu maar proberen het
’water er uit te pompen! Het is me ja een sakkerse toestand.
We waren bijna vergaan!”
„De Kraak is nog niet vergaan!” stelde hoog daarboven
Priezel vast,dié met een hefschroefvliegtuig de koers van de
sleepboot volgde. „Stoer en stevig vaart hij voort. Eulalia is
dus niet geslaagd, dan moet ik ingrijpen! Het schip moet
zinken met goud en goed- en de verzekering is van ons! Maar
sneldrastisch en zeker! Wat staat mij nu te doen?”
vlektyphus en de chaos in Duitsland, waardoor men aan allerlei
gevaren blootstaat.
Van meet af aan moet de voeding beter worden.
En de slotwoorden zijn: „Na een week kom ik terug voor
controle; zijn er dan nog klachten dan gaat U de cel in, Herr
Direktor, verstehen Sie?”
Herr Direktor springt nu - in onze plaats - in de houding, klikt
met de hakken tegen elkaar en stamelt: „Jawohl, Herr Kapitan,
kommt in Ordnung.”
Z’n koffertje kan weer in de kast. Hij probeert echt, z’n nieuwe
verantwoordelijkheid waar te maken; diezelfde avond komen ei
aardappelen en rijst op de dis! Een bijna vergeten genot
De volgende dag, zaterdag 31 maart, precies een jaar na m”
arrestatie, gaan we de stad in.
We vorderen radio’s om bij te blijven met de toestand in de
wereld.
We lenen honderd Mark van de burgemeester, om dingen aan te
schaffen, die we nodig zullen hebben om ons toonbaar te
presenteren en om een koffer te kopen voor wat we nog meel
menen te moeten meenenem. We vergaten te vragen, hoe de
aflossing van het geleende moest worden geregeld
We keren terug in de inmiddels gedweilde en geluchte zaal.
Wim Wirtz, die op onze vierdaagse mars al fantaseerde overwa
hij allemaal wilde eten na z’n thuiskomst „en altij
roomboter op wittebrood” fluisterde me triomfantelijk toe.
„Nou‘heb ik een verrassing voor je; nee, niet kijken, straks mag
je het zien èn proeven!” Hij frunnikte aan de kachel om meer
gloed, zette er een pannetje met water op Wat gin? 11J
brouwen? Er viel veel te beredderen in de zaal.'
De Duitse medegevangenen werden van hun vertrouwensfunc
ties ontheven. In onderling overleg moeten er anderen voor di
taken worden aangewezen. De verbeterde voedselvoorziening
moet in goede banen worden geleid. Niemand mag te veel eten,
dan kun je ook ziek worden. Er moeten meer bedden komen- O
radio moet worden aangesloten om te horen, wat we wille
weten: hoe staat het er in eigen land voor?
Wim Wirtz wenkt: kom nu maar! Glunderend tilt hij het dekse
van z’n pannetje, waar in het kokende water drie eieren liggen te
sudderen.
vervolgd)
allemaal groepen grauwe gemillimeterde kopjes van magere
mannetjes. Iemand steekt een hand op en wenkt me. Ik herken
hem niet. Wie zou dat schrale, hologige, zwart-bestofte kereltje
A kunnen zijn? Uit z’n schorre keel schraapt hij z’n naam: „Piet
Brune.” Als de burgers van Bethlehem, die zeiden: „Is dit
W Naomi?” sta ik stomverbaasd te kijken, te staren: „Is dit Piet
öK Brune?”
overjas toegedekt op de zaalvloer. Een mateloze slaap gaf ons
daar nieuwe moed.
Onze „vierdaagse” was volbracht.
Waar zouden de Amerikanen nu zijn?
Dichterbij dan we dachten.
Men trachtte ons bij hun nadering weg te slepen en „veilig te
stellen”; als oorlogsbuitof als ruilobject?
De Amerikanen zullen ze droombeeld blijven, of komende
kansen bieden?
Rockenberg
Rockenberg was niet gereed voor een grote invasie. Van heinde
en ver komen er transporten gevangenen. Eerst komen allen, als
schapen in een hok, in één zaal. Dan wordt er geschift. Alle
Duitsers bij elkaar, dan kunnen ze elkaar de voorrechten be
twisten! Twintig Nederlanders en drie Polen op een andere zaal.
Is ’t hier zó ruim, dat dat kan, vraagje je af. Lang duurt dat niet.
De volgende dag arriveren nieuwe transporten. We kunnen ons
baden en worden dan weer heringedeeld.
Na een week zitten we op een grote bovenzaal, met uitzicht óver
de terreinmuur naar de wijde, glooiende velden.
’t Is koud op de zaal. We zijn er geleidelijk tot achtenvijftig man
gegroeid, maar bedden zijn er weinige. Gelukkig kan ik ook op
een tafel wel slapen, laat de ouderen en zwakken de bedden dan
maar bezetten. Soms deel je met een ander voor één nacht een
brits, maar zelfs voor uitgemergelde bodies zijn ze toch te smal.
Een beetje warmte geeft het wel, als je samen de dekens benut.
Ook de luizen kwamen mee; de kledingverwisseling was geen
afdoende middel om ze kwijt te raken. Je moet je povere porties
met deze parasieten delen. Maar wat erger blijkt: ze brengen de
vlektyphus over. Af en toe wordt er iemand echt ziek van. Hoge
Dienst in Pingjum
NULAND: 9.00 uur: ds. Schaap
19.30 uur: ds. Bomer
,36 De maat liet zich aarzelend in de watermassa zakken,
die het vooronder vulde.
„Als Kappie ontdekt dat er een gaatje in de scheepswand is
geboord, is het te laat!” mompelde hij huiverend. „Ik m-moet
het stoppen!”
En met deze gedachte dook hij vol moed het koude nat in,
om het lek te dichten. Het duurde geruime tijd, doch
tenslotte kwam hij benauwd en druipend, doch voldaan weer
boven.
„Blub.” sprak hij. „Het is geblubeurd! Watel loopt niet meel
in schlip!”
BOLSWARD: 9.30 uur: ds. Verbaan
17.00 uur: ds. Versteeg
SCHETTENS: 9.30 uur: ds. Feddes
13.45 uur: ds. Verbaan
MAKKUM: 9.30 en 19.00 uur: ds.
Zijlstra, H.A. en Dankz.
WOMMELS: 11.15 uur: ds. Zelle
19.30 uur: ds. Meijer
WORKUM: 11.00 uur: ds. Sienot
19-3$ uur: ds. Eringa
HEIDENSCHAP: 9.30 uur; ds. Hartogs
13.30 uur: Gez. dienst in Heïv! Ketk
TJERKWERD: 11.00 en 19.30 uur: ds.
Appelhof
Deze dag bleek het een betrekkelijk korte trip te zijn:
zevenentwintig kilometer, tot één dorp voorbij Wetzlar. Daar
werd stro gespreid voor alweer een nacht in een school. De
proviandering schijnt de leiding beter af te gaan; ’s middags èn
’s avonds brood met worst. Het diner- kan nog wel worden
uitgesteld
Na de buien van de nacht is ’t opnieuw prachtig wandelweer.
Langs de weg staan nog verse plassen van de regen. Mooi om je
warmgelopen zolen even al lopende in te koelen.
Er dreigen uitvallers te komen op deze vierde wandeldag. Toch
moeten we hen moed inspreken: misschien zijn we er
gauw Waar?
Butzbach schijnt onze bestemming te zijn; dat zou maar
achttien kilometer zijn vandaag. Maar de gevangenisdirectie in
Butzbach weigert deze groep ook nog op te nemen. Ze zijn
overvol met van alle kanten opdoemende gedeporteerden. Wat
nu?
Er komt zelfs overleg. Ook de begeleidende wachtmeester krijgt
er genoeg van.
Een gedeelte van de groep, de meest uitgeputten, mogen hier
blijven. De rest kan zeven kilometer doorstappen naar
Rockenberg; ’t is daar een goed verblijf, een voormalige jeugd
gevangenis. Wie meldt zich vrijwillig voor verdergaan?
Ik ga mee door, ’k ben er fit genoeg voor. De afgetobden blijven
achter.
Tegen het vallen van de avond staan we aangetreden op het
binnenplein van Rockenberg’s logies. Iemand roept m’n naam.
Een zachte roep. Vanwaar komt die stem, en van wie? ’t Is
It earme bern wie wylst sa bleek as in wytling wurden.
Krekt as soene har de siken bejaan fan fertriet
Gosling derjinsen seis in faam op de heide! Dat hja dêre
no net oan tocht hie, mar wa wit! Hja hiene ommers
allegearre in faam, dy feinten! En dus hie dat fule tikjen
fan har hert mar om ’e nocht west. Hja hie omdochs
immen leaf hawn! Foar it earst yn har libben. Hja woe eat
gripe, dat ünberikber wieHja hie hope sünder
kansHja soe like goed hoopje kinne noch ienkear
rjocht fan liif en lea te wurden
„Bult!” hiene de bern op de buorren har eftemei roppen,
doe’t der snie lei en hja it weage hie en gean allinne om
boadskip. Hoe skriklik hie dat west, doe’t de snieballen
tsjin har wrakke lichem ütelkoar spatten! len hie se lyk
foar de holle krige, mar it hie net fan pine west, dat hja dy
jüns ta de nacht op bêd lein hie te skriemen. Nee, dy pine
koe se wol ütstean, mar dat skriklike, dat har ütskellen
foar „Bult!”
En no sei har heit yn syn skrobbearring winliken itselde,
ek al brükte er dat wurd net.
Hark ris, no wun hy him alhiel op en begun te flokken, dat
it sta sei. Hy woe daliks al nei it leech büthüs en reagje dy
spitkeetkeardel fan ’e stal óf, mar de boerinne koe him op
it léste stuit noch bedimje, oant syn lilkens wat belune en
hy Maaike op bêd jage, seis noch fierste orémus om him
del te jaan.
Maaike kroep as in skou fügeltsje yn in hoekje fan har
ledikantsje en skriemde noch withoelang nei. Fan sliepen
kaam neat. Har hertsje wie har te oerstjoer. Hja wie alhiel
telider slein. Hja woe dat hja mar dea wie.
Dea
En dan? Ynienen moast hja der oan tinke, wat der dan mei
har barre soe. Har heit sei, dat der dan neat mear wie en
har mem hie blykber oer soks noch nea neitocht. Yn elk
gefal, as hja foarhinne as bern wolris frege hie, wat der
boppe de wolken wie as men noch heger kaam, noch heger
as de stjirren, hie se der nea op trochprate wollen.
Mar as it dêr nei de dea no ris hiel hearlik wêze soe?
Dat koe dochs bést wier wêze?
It koe likegoed wier wêze as net wier.
En de dümny leaude der ek yn. En noch in hiele bulte
oare minsken. En Gosling ek! Dan moast it wol wier wêze,
as Gosling it sei. Dat stie by har fêst.
Samar ynienen stie it byld fan de heidsjer har wer foar de
geast. Wat hie hy har freonlik oansjoen dy jüns. Hja seach
it op ’en nij. In kreaze feint. In iepen, earlik antlit. En wat
wie hy sterk! Hja doarst wol te wedzjen, dat hy har as in
lyts bern samar optille koe en draach har it hiele hüs en
hiem yn it run. As it der op oan kaam, wie hy dochs har
iennichste freon op de hiele wrald, want har alden, nou ja,
dy joegen har iten en drinken. En klean en soms wat fan
goud.
Hja lei har han yn sines en hy fielde, hoe’t hja feiligens by
him socht. It makke him it herte weak.
Sa runen se tegearre fuotsje foar fuotsje fierder. Maaike
mei har greate lok, dêr’t se it seis net iens fan wêze woe,
dat it leafde wie. En Gosling tige oandien mei in great
langstme om wat sinne te jaan yn it tsjustere libben fan dit
swierbesochte famke. Mar doe’t er har sykjende han
fielde en fernaam hoe’t har lüd trille, doe’t hja him nacht
sei, waard er kjel fan de wrald fan ellinde, dy’t hy üntdiek
yn it inerlike wêzen fan dit earme bern. In hiel skoft stiene
hja han yn han, roerleas mei oars neat as de stilte om har
hinne, beide yn djippe tinzen. Maaike wie op him fereale!
De skatrike boeredochter hie har each falie litten op in
arbeider, op de heidekeardel fan de Kompenijster kontrei.
Mar dêr koe fanseis neat fan ynkomme. Net yn it foarste
plak, omdat hja sa djip üngelokkich wie, mar meidat it
foar in heidekeardel nou ienris gjin pas jout en taal nei
immen, dy’t sa fier boppe him stie yn stan en komóf. Sa
wie no ienris de oeralde sede, de net-skreaune wet, de
hechte tradysje, dy’t him net sünder mear oan de kant
reagje liet.
Gosling naam him foar har dit op hoedene wize te sizzen.
Hja moast it dochs ynsjen, mar it measte dearde it him
oan, dat wylst hy har wat fleur en lok jaan woe yn har
j iensum libben, hy no krekt de bringer wêze soe fan in
grut en net te omfiemjen fertriet.
De boer hie grif oan Maaike femommen, dat der eat yn
har omgie, dat hja net wêze woe foar in oar. Syn rauwe
natuer en botte aard begünen daliks sa wreed as it koe it
teare lok, dat stadich opbloeide yn it oars sa treasteleaze
wêzen fan syn earme, miswoeksen dochter, te fertraapjen.
Doe’t hja dy jüns yn ’e hüs kaam, begun er daliks tsjin har
üt te farren, dat se no mar ris ophalde moast om it mei dy
fint fan de heide oan te lizzen en dat hy de oare deis der
wat fan sizze soe. It gedonder moast mar ris ütwêze. As in
lyts protsje ellinde siet Maaike te hymjen op har reiden
stuoltsje, dêr’t hja mei har fierste lyts boppelyfke amper
boppeüt kaam. Yn har eagen wie in bea om genede, om
alteast op dit momint te swijen, nou nei sa’n hearlik
amerij mei de prins fan har dreamen.
Seis har mem krige it der mei te dwaan.
„Stil no mar, man,” besocht se him del te bêdzjen, „sa
slim is it net. Hja hat allinne mar sitten te harkjen nei it
spyljen op de harmoanika en leau mar, dat dy heide
keardel thus seis wol in faam hat.”
„Dan moat er der ek mar mei frije,” barste de boer wer
los, „ik wol myn sinten net neilitte oan sok heidefolk. Do
witst like goed as ik, dat der net folie goeds yn sit. Sa’n
earme lüsangel is it oars net te dwaan as om de modder
oan de kloet, leau dat mar fan my! Net om it feltsje, mar
om it geldsje, wat ik dy sis! Want wa woe oars nei üs Maai
omsjen, sis no seis.”
koorts. Kwellende dorst. Juist het toegeven aan dat dorstgevoel
kan noodlottig voor het leven zijn. Sommigen proberen zelfs
hun waswater te drinken. Een ziekenzaal wordt ingericht. De
verzorging wordt onderling geregeld, zo goed en zo kwaad het
gaat. Enkelen bezwijken en moeten worden afgevoerd.
De gele vlag wordt gehesen op de toren van de kapel: het
onveilig signaal van besmettelijkheid.
Voor de vensters volgen we het verre buitengebeuren.
Geschut was al enkele dagen hoorbaar en kwam merkbaar
dichterbij.
Plotseling klinkt, er een juichkreet voor de ramen.
Over de bouwlanden rent in ’t wilde weg Duitse cavallerie.
Onbemande paarden banen hun eigen weg. Op huizen en torens
aan de horizon en ook dichterbij, worden witte vlaggen, lakens
en slopen lijkt het wel, gehesen.
Zal nu hier de nederlaag - en voor ons de bevrijding aanbreken?
Beneden ons, op de binnenplaats, zien we de gevangenis-staf
lopen met koffertjes. Wat nu? Gaan ze er vandoor? Voelen ze
gevaar voor eigen hachje, nu hun heerschappij wankelt?
Enkelen van ons proberen de zaaldeur van binnen uit te
forceren. Die deur weet van geen wijken. Onrust maakt zich
meester van de zaal. Hoe zal dit zich ontwikkelen? Wat gaat er
gebeuren? Langs de veldwegen verschijnt een voor ons nieuw
type voertuig. Later blijkt het „jeep” genoemd te worden.
Popularisering van: „G. P. is General Purpose is voor alle
doelen dienstig”.
Dat zijn dus de Amerikanen. Echt waar. De stemming stijgt tot
spanning. Rijden ze door? Waarheen? Komen ze hier?
Haast ongemerkt draait de zaaldeur open.
Onze stube-oudste neigt tot het roepen van het traditionele
„Achtung”, waarbij ieder in de houding pleegt te springen
Z’n mond stokt bij „Achvóór de directeur-zelve van het
gevangenis-comlex uit, schrijdt een „battledressed officier van
de geallieerde troepen binnen. Een Franse kapitein. Naast hem
nog een militair, met op z’n schouderband z n funktie:
„Interprator” - tolk.
Kort en bondig wordt via de tolk de directie duidelijk gemaakt,
dat de buitenlandse gevangenen van nu af aan bewegings
vrijheid moeten hebben - binnen de stadsgrenzen. Van naar
huis gaan is nog geen sprake, wegens de quarantaine door de
8
f
■3?- 77>-"ö 4°
1
A -1
fw
'v tl.
36110
X
POLITIE BOLSWARD
Politie Alarmnummer:
b.g.g. in spoedgevallen:
BIJ BRAND:
Voor brandmelding belle men: