Naar aanleiding van een tal®.
Bericht
No. 99.
WOENSDAG 18 DECEMBER 1895.
Buitenlandsch Nieuws.
Officiéél gedeelte.
I.
T,
DE UITGEVER.
I
Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
t mor-
h ten
k
Vijf en twintigste Jaargang.
Gelegenheid tot het plaatsen van
Nieuwjaarswenschen
il 25 Cent,
in „FRISO” van W-oeusdag
wordt weder aangeboden.
miihv n uh in11'hi
iii.iii itiiiii niistim.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG- en ZATERDAG.
1 Januari,
meê1” riep men ter rech-
I.
UITGEVER:
iweid
’’MAN,
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7{ cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
De Figaro voegt hier nog bij, dat Faure zich
niet wilde laten afzetten en dat het gedrag van
Barat tegen Felix Faure zich in niets onder
scheidde van dat van andere afzetters.
ENGELAND. Te Londen is Donderdag
het jaarlijksche Landbouwkundig Congres, be
legd door den nationalen Land bouwbond,
gehouden. De voorzitter, lord Winchilsea,
deed uitkomen, dat dit jaar 513,000 morgen
lands aan den graanbouw waren onttrokken,
wat beteekende, dat 20,000 fiksche arbeiders
werkloos en 100,000 menschen van het land
naar de steden gedreven werden. Voorts stelde
hij den voldoening schenkenden uitslag van de
laatste algemeene verkiezing in het licht, en
loochende, dat wat de agrariërs vroegen ten
ons blad de aandacht vestigen op
van den Heer Drijver is niet,
vele en velerlei werkjes in de
pensioenen is sedert 1870
miljoen mark gestegen. Bij
de marine zijn 37 gepensioneerde admiralen,
naast 13 die in dienst zijn.
FRANKRIJK. Betreffende de campagne
tegen Faure weet de Figaro nog het volgende
mee te deelen In Tours leven nog mevrouw
Barat, wier man zooveel schade leed door de
wisselvervaischingen van van Belluot, den vader
van mevrouw Faure, benevens de zoon dezer
weduwe. De laatste geldt ook als een der
aanstokers van de agitatie tegen den president
der republiek, vooral, wijl alle brieven, die
Barat aan Faure schreef, onbeantwoord bleven.
Barat moet tegen een journalist hebben ge
zegd «Jammer, dat de geschiedenis politieke
afmetingen heeft aangenomenik had geen
ander plan dan de stoffelijke belangen mijner
familie te dienen. Nu heb ik van verschillende
zijden groote geldaanbiedingen ontvangen,
mijn papieren zijn in goede handen.”
DUITSCHLAND. De Rijksdag heeft na vrij
lange beraadslaging het begrootings-ontwerp
naar de Begrootingscommissie verwezen.
In den loop der beraadslaging kwamen de
minister van Buitenl. Zaken Marschall en de
minister van Justitie Schonstedt ten nadrukke
lijkste op tegen het verwijt des heeren Hausz-
mann (van de Volkspartij) betreffende partijdige
rechtspleging. Aangifte van Majesteitschennis
in onbedacht uitgesproken gezegden van onbe
schaafde lieden, merkte de heer Schonstedt aan,
zijn den overheden volstrekt niet gewenscht.
De ambtenaren van het O. M. doen echter hun
plicht, wanneer zij tusschenbeide komen, waar
toe met name de sociaal democratische Pers
door wel overlegde beleedigingen aanleiding
kan geven.
De heer Bebel zeide van brieven van con
servatieven gehoord te hebben met verregaande
majesteitsschennis.
«Voor den dag er
terzijde.
De Rijkskanselier haalde eene rede van den
heer Liebknecht uit het jaar 1871 aan, waarin
deze zeide, dat het woord «vaderland” een
reactionnair begrip uitdrukte. De uitingen des
Keizers, ten aanzien van de houding der socia
listen, vervolgde spreker, waren alleszins ge
rechtvaardigd en hij zou zich wel wachten
volgens den raad des heeren Bebel Z. M. te
weerhouden van ook voortaan zijne veront
waardiging krachtig uit te spreken.
Het aantal gepensioneerde Pruisische officie
ren bedraagt thans 8000, bijna de helft van
het getal officieren die in dienst zijn. De jaar
lijksche uitgaaf voor
van 47 tot 84
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
Dat we in
het geschrift
omdat deze zoo
verschillende nummers dezer courant bespreekt,
maar hoofdzakelijk ter wille van den aard van
zijn geschrift. In do hitte van den zooge-
naamden schoolstrijd hebben we bij herhaling
èn moderne èn orthodoxe predikanten verweten,
dat zij zelve te weinig belangstelden in het
godsdienst-onderwijs voor de kinderen hunner
gemeenten. Wij hebben hunne catechisatiën
meer dan eens gehekeld en hun toegeroepen,
als ze daar opdoemden als paddestoelen uit
den grond, met de bestrijding der openbare
school «Mannen, die school is goed, is gods
dienstig, is vroom de wet schrijft haar ge
biedend voor opleiding tot alle christelijke en
maatschappelijke deugden!, wat daar aan uwe
bijzondere inzichten ontbreekt betreft alleen de
geloofsleer, en ziet, zoo royaal is de wet, dat
ze U in persoon toestaat, in diezelfde school-
localen, desnoods verlicht en verwarmd, dat
onderwijs in den godsdienst te geven, wat de
uwe dan nog van dien des broeders onder
scheidt.” Praten voor doovemansdeur. De
school, het onderwijs, was nu eenmaal onder
de politiek verzeild, evenals het volksbelang
thans, en in die haven is niets, niemendal
Voor eenige dagen maakten we
met een geschrift van den Heer F. W. Drijver,
pred. te Grosthuizen (Noord Holland), getiteld
Oud-lsraëls Volksleven en Godsdienst, in beeld
en schrift geschetst. Dit boekje geeft niet min
der dan 112 illustraties, beginnende met den
eenvoudigsten vorm van het heupschort, afbeel
dingen van het opperkleed, den sluier, den
gordel, de schoenen en sandalen, enz met den
ophelderenden tekst daarbij. Het omvat in
zeer beknopten vorm de volgende hoofdstukken,
alle door de noodige teekeningen opgehelderd
Kleederdracht, Schoeisel, Hoofdbedekking, Lijf
sieraden, Woningen, Huisraad, Kookkunst,
Landbouw. Schaapskooien, Ambachten, Muziek,
Munten, Gewichten, Schrijfkunst, Vervoermid
delen, Gebruiken, Lijkverzorging, Krijgsuitrus-
ting, Het Heiligdom, De Priesterschap, Beelden
dienst, Plaatsbeschrijving, Plantenrijk en Dieren
rijk. De prijs van dit werkje, ongeveer 80
pags. is 50 ct., bij meerdere exemplaren, als
volgt25 exx. a f 0.45, 50 exx. a f 0.40,
100 exx. a f 0.30. Uitgevers zijn de heeren
Kemink en Zoon, te Utrecht.
Men sta ons toe naar aanleiding dezer ken
nismaking ’t een en ander in het midden te
brengen.
Beginnen we met hulde te brengen aan den
schrijver van het boekske. In zijn woord ter
inleiding zegt hij terecht, dat de oorzaak,
waaÏOm door jongeren en ouderen menige
bijbelplaats niet werd begrepen, voor een goed
deel ligt in de onbekendheid met wat men
verstaat onder de «archaeologie” van Israël.
F'
kennis thans,
veilig, zelfs niet bij het schoonste weer ter
wereld. Elk oogenblik kan het getij komen
opzetten, het getij, dat onveilig maakt
Alle kwaad heeft echter eene goede zijde,
of liever het goede triomfeert tusschen en door
en over al het kwade heen. Van kerkelijke
zijde werd het begrepen, dat het met het
godsdienst onderwijs toch in den grond der zaak
slecht geschapen stond. Zoo’n uurtje «vraag
leeren” per week, tot een half uurtje ingekort
na aftrek van het noodige bidden en danken,
zoo’n vraagje en antwoordje-spelen, om en bij
de beurt, och, ’t beteekende zoo bitter weinig
En dan dit alles nog zoo ongeveer slechts voor
de wintermaanden, na aftrek bovendien van de
vacantiën om en na de drukke dagen van
Kerstmis en Nieuwjaar, enfin van de twee en-
vijftig bleven er zoo ongeveer een twintig over.
Twintig uren godsdienst onderwijs per jaar, hoe
luttel, hé? Geen wonder, dat vele ouders be
geerig naar meerdere uitzagen en bij het vaste I
geloof aan predikanten-drukte het zoogenaamde
christelijk nationaal onderwijs omarmden, als
het mocht dan minder dan het openbare
zijn wat ontwikkeling betrof, de noodige
aanvulling te verkrijgen van onderwijs in den van den school8trijd wordt gepredikt.
godsdienst. In welken? rScllu°wen we deze en wijzen we ze als on.
In welken? Ja, dat is juist de quaestie. godsdienstigen af, sloopers zijnde, maar het
’t Aantal is niet bekend, wie zou zich ook bouwen voor het algemeen met verstaande.
vermeten te durven zeggen hoeveel verschil- R-
lende godsdiensten er op aarde beleden worden,
maar men schat het aantal op ongeveer dertien-
En daarbij ontbrak het tot heden aati eene
populaire, voor de jeugd bevattelijk, en
aanschouwelijk voorgestelde uiteenzetting
van het voornaamste uit Israëls Volksleven en
Godsdienst. De schrijver, in die behoefte voor
ziende, heeft den inhoud gelaten buiten alle
«geloofsleer” en «richting” en is derhalve van
oordeel, dat zijn werkje kan gebruikt worden
op elke catechisatie en elke zondagschool. Wij
zouden er nog bij willen voegen en in elk
huisgezin even goed. Leering is er uit te
trekken, voor den prijs niet te duur betaald.
honderd en blijft dan wijselijk een groot aantal
beneden de raming. Men ga eens na met
hoevele verschillende godsdiensten de Neder-
laodsche Regeering hier en in Indië te doen
heeft, en menig hooggestemde zal een
toontje lager zingen.
Elk heeft zoo zijn eigen godsdienst. En dat
is ieders eigen zaak. Maar die godsdienst te
willen maken tot het al beheerschendedat is
eene grove onbillijkheid, dat is eene groote
zondedat is de leer der onverdraagzaamheid
prediken, bij welke leer niemand eenige vrijheid
ter wereld zou kunnen genieten.
Het godsdienst-onderwijs der kerkgenootschap
pen geraakte in dis-crediet. De openbare
school is sedert 1806 de macht, die tusschen
al de verschillende stroomingen in, de groote
en grootste godsdienst der verdraagzaamheid
predikte bij opleiding tot alle christelijke en
maatschappelijke deugden. Kwamen de kerk
genootschappen te kort, dit komt voor hunne
rekening. En we zullen niet aannemen bij
wijze van tekortkoming, iedere poging, a’s
die van den heer Drijver bovengenoemdom
dat onderwijs krachtiger te maken, vindt bij
ons ondersteuning. Men moge twisten over de
vraag of wij voor het godsdienst-onderwijs nu
precies de zedeleer der oude Joden noodig heb
ben, of wel die der oude Grieken, Perzen,
Romeinen, Germanen of wie er meer zijn. Bij
ons doet het er niet aan toe, wanneer de aan
staande burgers onder het aanleeren van ge
paste en nuttige kundigheden maar opgroeien
tot zulke leden van den Staat der Nederlanden,
dat zij inderdaad alle christelijke en maatschap
pelijke deugden in waarheid willen betrachten.
Dezulken zullen geene holle vaten zijn en niet
met het «Deere, Heere!” roepen worden afge
scheept.
Zoolang de Joodsche zedeleer nog noodig
wordt geoordeeld voor het Nederlandsche volks
leven van deze dagen, zullen pennevruchten
als die van den heer Drijver zeker eene eerste
plaats verdienen rondom en overal. Zijn boekje
zal waarde houden ook bij ruimer blik als men
daarnaast die van andere volkeren neemt.
Maar boven dit alles zal altijd gelden het
wurmt) woord van eiken opvoeder, hij zij dan
predikant of onderwijzer, dat rekening houdt
met den tijd en de omstandigheden. De eisch
mag worden gesteld: gij, prediker voor grooten,
herneemt uwe plaats ook als opvoeder der
kleinen, leer paedagogiekDie wetenschap
verzuimdet gij, dat is uwe fout. De opge
zweepte politieke omstandigheden benevelden
U, dat is waar. Maar daar is eene pacificatie
gesloten, eene bevrediging op onderwijs-gebied.
Zoekt de hand van werkelijke onderwijs-mannen
en ze zullen met U medewerkende bur
gers van den lande wenschen eendracht. Hunne
offers wegen dubbel zwaar. Deze roepstem
moge gelden, gelden vooral waar pogingen
worden aangewend tot verbetering van gods
dienst-onderwijs, als we boven noemden maar
ook waar weder door sommige toongevende
Kamerleden, al is ’t ook dat ze daar zoo eens
een enkele maal verschijnen, reeds thans her
opening van
Schuwen
VERGADERING van den RAAD der ge
meente Hemelumer Oldephaert en
Noordwolde op Zaterdag den '21
December 1895, des voormiddags te
9J- ure.
Punten van behandeling:
I. Ingekomen stukken en mededeeiingen.
II Verzoek van mej C. Prins, onderwijzeres
te Hemelum, om verhooging van jaarwedde.
III. Missive van Gedeputeerde Staten houdende
bedenkingen tegen het nieuw ingesteld artikel van
de politie-verordening.
IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot stichting van een nieuwe school met onder-
wijzerswoning te Molkwerum
V. Vaststelling van het 2e suppletoire kohier
van hoofdelijken omslag over 1895.
VI. Idem van de kohieren van schoolgeld over
het 4e kwartaal 1895.
Koudum, den 16 December 1895.
De Burgemeester,
H M. TROMP.
Voor spoedige toezending houdt zich
aanbevolen