Iets over liet land ee 1 volk
fier lanostaarten.
WOENSDAG 27 JUNI 1900.
No. 51.
Buitenlandsch Nieuws.
Officiëel gedeelte.
Dertigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Hoofdelijken
tea dragen of krullen of kort-gekapt zijn.
H.
geval houdt zich Nieuw-Zeeland
Toen werden de boeren echter nog meer
I
’t zelfde gevoelen Dobritsch hem moest komen helpen.
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUIÏI.
L
DUITSCHLAND.
aan
wanneer de jury een
bezig is hetzelfde te doen, wij laten die vragen blad vrijspreekt, vanzelf ook de civiele actie
open. Toch wijzen we, omdat we tamelijk wel vervalt. Ten aanzien van personen is dit niet
een stuk geschiedenis behandelen, op de historie het geval en ’t ware voldoende, meent de
der veelvermogende Italiaanscbe republieken Temps, indien de Pers onder ’t gemeene recht
schuldig hebben gemaakt en
schijnt te spelen tegenover ’t af- en
rende Hemelsche rijk.
wezen der dingen niets af.
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
Prys per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent
PRIJS der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prys belangrijk lager
Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
spraak der gezworenen te onttrekken en
vrijheid in gevaar te brengen, door haar
zoo
de Blauwe en Gele rivier en de oude Chinee-
zen hebben dit zelve met moeite aan de zee
ontwoekerd. Zoo lang zij met dit werk en
later met dat van bemesting, bebouwing enz.
bezig waren, ging het volk vooruit, want
arbeid adelt en door arbeid ontstaat kennis,
wetenschap. We lezen er dan ook al van,
dat de bewoners in die grijze oudheid reeds
bekend waren met de zijdeteelt, ja zelfs de
boekdrukkunsttenminste de plaatdrukkunst
was hun bekend. Want losse letters, als wij,
hadden de Chineezen niet en hebben ze nu
ook nog niet. Hun schrift is een teekenschrift,
waarover straks nader.
Zoo lekker en wel hun nestje gebouwd en
welvaart en weelde kennende, besloten de hee-
ren te houdenwat ze met zooveel moeite
hadden verkregen, immers ten noorden en ten
westen woonden begeerige buren Mongolen en
Tartaren en anderen. Om tegen hunne invallen
beveiligd te wezen, bouwden ze den bekenden
reusachtigen Chineezen muur van zoovele mijlen
lang en zoovele meters hoog en breed, met
eenige honderden torens er op. Toch kon die
muur hen niet voldoende beschermen. De
Mongolen wisten het oude China in te palmen
en zij hebben door verdere veroveringen het
rijk uitgebreid. Het heeft thans reusachtige
afmetingen en vruchtbare en minder vruchtbare
gedeelten. De vruchtbare liggen aan zee, dit
weten de Europeesche mogendheden opperbest
en Japan niet minder.
De Chinees is van een ander menschenras
dan de meeste Europeanen. Hij heeft eene
Getrouw aan onze belofte in een vorig opstel
afgelegd, geven we thans iets over China en
de Chineezen.
Wij herinnerden er reeds aan, dat dit land eene
eeuwenheugende geschiedenis heeft. Men weet
er te vertellen van gebeurtenissen wel 3000 a
4000 jaren voor Christus geboorte.
In den beginne was het Chineesche rijk bij
lange na zoo groot niet als tegenwoordig, ’t i
heeft in Zuid-Afrika. Ja, men
zijne berekeningen bedriegen. Maar over
geheel geredeneerd, wilden we doen uitkomen
de wenschelijkheid, neen de noodzakelijkheid
dat in het welbegrepen belang van beschaving
en welvaart beide de handel, het wereldverkeer
door niets of niemand moet worden belemmerd.
te zeggen over te leveren aan eene rech- I botsingen.
terlijke macht, welke hare benoeming dankt grenzen, Durau-Kulak, maakten de boeren het
andere gelaatskleur (geelachtig), zijne oogen
staan anders, meer ter zijde en haar heeft hij
meer uitsluitend aan het achterhoofd, evenwel
niet zwaar, op dit haar is hij bijzonder gesteld.
Hij laat het groeien liefst lang, heel lang en
vlecht het dan als een staart langs den rug.
Is de vlecht niet lang genoeg, dan bindt hij
er liefst nog een paar zijden lintjes aan.
Over ’t algemeen is de Chinees, vooral in
den vreemde met weinig tevreden. De over
bevolking van zijn rijk, noopte menig staart-
mensch naar elders te vertrekken en zoo wordt
hij dan ook in massa in onze koloniën en ook
in Amerika aangetroffen. Met zwervers in den
vreemde gaat het, als de vroegere Israëlieten
ze krijgen een bepaalde gevatheid, vandaar het
spreekwoord één Chinees tegen drie Joden en
één Jood tegen drie Christenen, zoodat dan de
gevatheid tot elkander zou staan als 9:3:1.
Deze laatste bijzonderheid deelen we echter
als aardigheid mee.
De Chineezen belijden den godsdienst van
Confoetse, een wijsgeer, die ongeveer zes eeuwen
vóór Christus leefde. Confoetse begreep, dat
er orde moest bestaan en hij wees zijne volge
lingen naar boven, naar den hemel. Zooals
zon, maan en sterren daar hun ouderlingen,
vasten sloop” hebben, zoo geregeld moest het
in den staat op aarde ook gaan. Wegens het
belijden dezer leer wordt China bet Hemelsche
Rijk genoemd en voert de Keizer den titel van
Zoon des Hemels. Of het tegenwoordig in dit
rijk wel zoo hemels toegaat, zal wel geene
vraag wezen.
In verband met dezen godsdienst bestaat er
in dit uitgestrekte wereldrijk geene eigenlijk
gezegde adel geene adel van geboorte. De
adelstand is op leerplicht gegrond. Iedere
Chinees moet leeren. Hij moet zijne taal ken
nen. Maar nu bestaat die taal uit teekens.
Eigenlijke China omvatte ’t kustland tusschen Voor elk ander woord is een ander teeken.
Waar wij met slechts zes-en-twintig letters al
onze duizenden woorden vormen en tamelijk
vlug, zoodat een twaalf-jarig kind geacht wordt
de geheele leeskunst al flink en ferm te ver
staan, daar heeft de svolleerde” Chinees eenige
duizenden woordenteekens te onthouden, om
hetzelfde te kunnen doen. Nu behoeft men
van die uitgebreide kennis niet in eens te
getuigen. Alles gaat per examen, ’t Eerste
omvat ongeveer Zevenhonderd teekens. De
candidaat, die slaagt, staat daarmede op den
eersten sport van den ladder van adel. Een
tweede voldoende examen brengt weder hooger,
’t eind-examen brengt het tot mandarijn. Al naar
mate van de afgelegde examens is men benoem
baar voor de verschillende betrekkingen in
het rijk.
Ofschoon nu in dit stelsel op zich zelve heel
wat goeds is gelegen, verdient de toepassing
on voorwaardelijk afkeuring, omdat ze nog ge
baseerd is op een zeer verouderd begrip.
Gingen de Chineezen mede met de spelling
bv. van de Europeanen, richten ze hunne scho
len meer en meer in op den leest der Wester-
sche beschaving, dan zouden ze ’t tamelijk ver
gebracht hebben. En nu is ’t muizen.
Waardoor is dat gekomen?
Door hoogmoedswaanzin, door de ellendige
meening, dat men beter is, dan alle anderen.
Die meening heeft ’t Assyrische rijk zoowel als
dat van Babylon en Medië, ’t Grieksch-Mace-
donische zoowel als ’t Romeinsche, en zoovele
anderen ten gronde gericht. Of wij zelve, toen
we de wereld beheerscbten, er ons niet aan
Deze meent thans zeker
van de instemming der Australische
Te St. Petersburg verkeert
van het plotseling over
lijden van den minister Murawief. In den avond
van den 21 en was de graaf nog zeer opgewekt
en des nainiddags had hij nog op de gewone
wijze het corps diplomatique ontvangen. Den
avond bracht hij door bij den minister van Fi
nanciën Witte op diens buiten te Jelugin. Des
morgens van den 22en zat hij reeds vroeg aan
zijn schrijftafeleen kop koffie stond op een
tafeltje naast hem. Hij gaf zijn kamerdienaar
bevel om iets te halen en toen deze terug
kwam, was het koffietafeltje omgevallen en
i graaf Murawief lag op den grond.
Een geneesheerdie in allerijl ontboden
werd, kon slechts den dood constateeren. De
Tsaar moet diep geschokt zijn geweest, toen
men hem het bericht van den dood zijns mi-
beschadigd. De hou- nieters bracht. Dit is nu reeds de derde maal
in zijn nog korte regeering, dat hij een minister
van Buitenlandsche Zaken moet kiezen.
De telegraaf heeft reeds het bericht gebracht,
dat hij tijdelijk met de waarneming van dat
ambt, graaf Lamsdorff heeft belast, die tot nu
toe de adjunct van graaf Murawief was.
Wie definitief tot diens opvolger zal worden
benoemd valt nog niet uit te maken. Met
graaf Lamsdorff schijnen daarvoor ook in aan
merking te komen de heer Von Iswolski, die
kort geleden als gezant naar Tokio is vertrok
ken de Russische gezant in Berlijn, baron
Osten-Sacken en graaf Kapnist. De uit de
dagen der Vredes-conferentie welbekende gezant,
Portugal, alle op zich zelve toongevers in hunnen
tijd. Opmerkelijk vinden we
wijlen Czaar Peter den Groote met zooveel j Kamer
moeite en strijd van den weg der afzondering heeft i
bekeerde Russische rijk thans de eerste viool men,
uitzonde- noodigen
Engeland slaat een ten einde ook op de door het Hooggerechtshof
lageren toon aan, omdat het de handen vol veroordeelde personen, Déroulède enz., gezegde
kan zich in amnestie toe te passen. Er is weinig twijfel
’t aan, of de Regeering zal weigeren aan dit ver
langen te voldoen. Dan zal de commssie of
zullen anderen het voorstel evenwel indienen
en de beslissing der Kamer ware hoogst on
zeker.
ENGELAND. De Australische Federatie-
En in aansluiting met ons vorig artikel zeggen wet is jl. Donderdag in het Lagerhuis artikels-
thans naderwereldrijken, neende ge- gewijze afgehandeld en aangenomen overeen-
VERGADERING van den RAAD der ge
meente WORKUM, op Donderdag
den 28 Juni 1900, ’s namiddags te 7J
ure, teneinde te beraadslagen over de
hieronder vermelde punten.
De Burgemeester,
T. M. ten BERGE.
I. Notulen der vorige vergadering.
II. Mededeeling van ingekomen stukken.
III. Adressen om afschrijving van
omslag, dienst 1900.
IV. Vaststelling der staten van oninbare posten
wegens den Hoofdelijken omslag, de hondenbelas
ting en het schoolgeld over 1899.
V. Adressen van de Werklieden-Vereeniging
„Helpt Elkander” alhier
a. om wijziging der verordening tot heffing
van schoolgeld aan de openbare lagere scholen, en
b. om verplaatsing van lantaarns bij E. Feen-
stra en C. Tjebbes
VI. Benoeming van een’ stads-timmerman.
VIL Bezwaarschriften tegen aanslagen in het
primitief kohier van Hoofdelijken omslag over 1900.
VIII. Bezwaarschrift tegen een aanslag in het
schoolgeld-kohier over het 1ste kwartaal 1900.
we 1
heele wereld één rijk, ’t zij de menschen staar- komstig de wenschen en voorstellen van den
ten dragen of krullen of kort-gekapt zijn. Al minister Chamberlain.
die bijkomende omstandigheden doen tot het te zijn
„r koloniën met deze wet, doch daaraan wordt
door velen nog getwijfeld.
In elk geval houdt zich Nieuw-Zeeland
I voorshands buiten de federatie.
RUSLAND. 2
De Duitsche consul te alles onder den indruk
Tsjifoe telegrapheert dat de verliezen der Utis
bedragen zeven dooden, waaronder luitenant I
Hellemann, en veertien gewonden, waaronder
de commandant, die zwaar gewond is. Het
schip heeft dagelijks verbinding met Takoe.
De chef van het Duitsche kruisers-eskader
meldt aangaande den slag te Takoe nader,
dat de forten des nachts 10 minuten vóór
één het vuur openden op zeven kanonneer-
booten in de rivier en na een hevig gevecht
van zes uren werden bezet. De commandant
der Utis was de ziel der onderneming en
onderscheidde zich schitterend in het gevecht.
De machine, de ketel, de romp en de kanon
nen van 8 centimeter der Utis bleven onbe
schadigd, maar het geschut van 3,7 en de
bovenbouw zijn zwaar
ding der bemanning was uitmuntend.
De Chineesche gezant te Berlijn deelde
het ministerie van Buitenlandsche Zaken mede,
dat de Duitsche gezant in Peking zich in vei
ligheid bevindt en gezond is.
FRANKRIJK. De Senaat heeft een wets
voorstel aangenomen van den heer Fabre be
treffende de drukpers, strekkende om het
Hoofd van Staat tegen hoon en laster te be
schermen eenerzijds, en anderzijds om staats
lieden en ambtenaren de bevoegdheid te geven i
beleediging in verband met hunne functiën,
in plaats van gelijk thans alleen strafrechtelijk
naar welgevallen strafrechtelijk of civiel te
vervolgen. Een zeventigtal leden stemden baron De Staal, schijnt te oud te zijn om nog
tegen dit laatste, oordeelende, dat het niet aan- in aanmerking te kunnen komen.
ging aldus de Pers aan de natuurlijke rechts- BULGARIJE. De tienden, waartegen de
hare Bulgaarsche boeren zich zoo heftig verzetten,
hebben alweer aanleiding gegeven tot bloedige
In een dorp bij de Romaansche
Dol.__ L
aan de Regeering. den controleur zoo lastig, dat cavalerie uit
Do Temps toont zich van Ka«^aa UaIaam
en zou ’t verkieselijk achten de zaken op dit I
punt bij *t oude te laten, maar i
vilege der Pers te doen ophouden, krachtens
of Engeland niet hetwelk tegenwoordig,
bezig is hetzelfde te doen, wij laten die vragen I blad vrijspreekt,
«non. Toch wijzen we, omdat we tamelijk wel vervalt. Ten aanzien
stuk geschiedenis behandelen, op de historie het geval en ’t
Genua, Venetië en anderen en op ’t koninkrijk kwam.
Een ministerieele crisis begint weer waar-
’t, dat het door schijnlijker te worden, want de commissie der
voor het bekende amnestie-ontwerp
na lange discussie eene motie aangeno-
strekkende om de Regeering uit te
een nieuw vooorstel in te dienen,
vuil' n unimuiii
min mini imi'iiiii
1 do yfililn nn dit I Tnon wordpn dft hnArAn AA.hfAr
alleen het pri- verbitterd en, gewapend met geweren, schoten
om