Gaastra DE JACHT IS ALTIJD OPEN 1 i ófc.j J©*« TBT natuurlijk aI JBk SeWcfapè KLEEFBAND Rollen kastpapier sr is een merkartikel altijd constante kwaliteit RIJDT U OOK ACHTER UW ARM AAN? (Nadruk verboden) TELEFOON 314 WORKUM FEUILLETON no. 5 door Gerrie Bos (wordt vervolgd) Wit, gekleurd en afwasbaar in Gaastra’s Boekhandel Tristan Bernard verdiende veel geld, maar hij had er geen idee van waar het allemaal bleef. Op zekere dag vernam hij tot zijn verbazing dat hij vrijwel bankroet was. Zijn advocaat berispte hem zoals men een kind zou doen, en zei hem dat hij zijn uitgaven diende te beperken. ,Ah, mai non!’ riep Bernard uit. ,Ik heb al te veel narigheden om ook nog te gaan be zuinigen!’ In moeilijke tijden, zo blijkt uit het artikel in Het Beste, verloor Tristan Ber nard zijn humor en fijnzinnigheid niet. Toen in 1943 de 77-jarige Bernard met vele andere joden werd gearresteerd, in een smerige vrachtauto geladen en naar het ten noorden van Parijs gelegen con centratiekamp te Drancy getransporteerd, zei hij tot zijn angstige medegevangenen: .Vrienden, tot nu toe hebben we in vrees geleefd. Voortaan zullen wij hoop koeste ren.’ de verkeer. Het Verbond voor Veilig Ver keer wijst erop, dat dus ook wielrijders moeten stoppen, niet voor het bord, maar voor de aangebrachte stopstreep. Stoppen is stilstaan, dus afstappen of voet aan de grond, maar niet even blijven balanceren. Stoppen, ook wanneer er op de kruisende mensheid bijzonder verdienstelijk hebben weg helemaal geen verkeer is te zien. toen zijn testament werd geopend. Zijn fabelachtig vermogen ruim 34 miljoen gulden moest, aldus het testament, worden besteed voor het jaarlijks verle nen van vijf geldprijzen (van ongeveer 180.000 gulden) aan hen, die zich voor de gemaakt. Drie van de vijf prijzen moes ten worden uitgereikt voor prestaties op het gebied van de natuurkunde, de schei kunde en de geneeskunde. Ook de beste literaire prestatie moest worden beloond, terwijl ook iemand, die zich bijzonder had ingespannen voor de vrede en de verbroe dering van de volkeren, moest worden onderscheiden. Het heeft Alfred Nobels secretaris, Ro ger Sohlman, grote moeite gekost dit vreemde testament gelegaliseerd te krij gen. Nobel had zijn testament zonder hulp van een notaris of advocaat geschre ven en er waren talrijke mensen, die de rechtsgeldigheid betwistten. Maar het is er door gekomen. Inmiddels zijn meer dan 300 nobelprijzen uitgereikt. Ook Neder landers zijn onderscheiden. In totaal zelfs tien: vijf natuurkundigen, twee genees kundigen, twee scheikundigen, terwijl T. M. C. Asser in 1911 de Vredesprijs kreeg voor zijn werk op de Vredesconferentie. De laatste Nederlander kreeg precies tien jaen geleden zijn prijs, het was prof. Zer- nike, die de natuurkundeprijs kreeg voor zijn onderzoekingen op het gebied van de fasemicroscopie. SLECHT KUILVOER EN SLEPENDE MELKZIEKTE De minder goed geslaagde herfstkuilen worden bij voorkeur in de eerste winter maanden opgevoerd. Of er sprake is van een minder goed geslaagde kuil wordt meestal snel aangegeven door de reukor ganen want boterzuur verspreid een bij zonder onverkwikkelijke geur. Slecht ge slaagd kuilvoer wordt bij voorkeur ge voerd als de koeien nog overwegend droogstaan of oudmelkt zijn, want bij het voeren aan nieuwmelkte koeien wordt de kans op slepende melkziekte snel groter. Slepende melkziekte kan echter ook in de hand worden gewerkt door een tekort aan zetmeelwaarde in het rantsoen. Dit jaar is het dus wel bijzonder oppassen voor de veehouders omdat uit de resulta ten van het ruwvoederonderzoek bij het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Ge- wasonderzoek blijkt dat de kwaliteit van de kuilen nog wel het één en ander te wensen overlaat en dat ook de zetmeel waarde van het ruwvoer gemiddeld iets lager is dan vorig jaar. HONDEN ALS OVERBRENGERS VAN ABORTUS Honden, ook boerenhonden gaan nog wel eens in de omgeving rondneuzen of er iets van hun gading is te vinden. Dit kan allerlei onverkwikkelijke gevolgen met zich meebrengen wat betreft het over brengen van ziekten. Bij onderzoek van een vijftiental bloedmonsters van boeren honden in Noord-Holland bleken negen honden positief te reageren op Abortus Bang; een monster was verdacht. Uiter aard zijn dergelijke honden een gevaar voor de veestapel. De Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Holland zal het (honden) bloedon derzoek in Noord-Holland zo mogelijk voortzetten. DE NOBELPRIJS Excentrieke vrijgezel gaf wereld uniek instituut In het indrukwekkende Concertgebouw van Stockholm zijn begin december weer de nobelprijzen uitgereikt. Zoals steeds was het een grootse plechtigheid, welke extra luister kreeg door de traditionele aanwezigheid van de Zweedse Koninklij ke Familie. De Nobelprijs is een instituut geworden. Het is de meest befaamde on derscheiding welke de wereld kent voor bijzondere wetenschappelijke en literaire prestaties. De prijs is het gevolg van het bijzondere testament, dat de Zweedse miljonair en springstoffenfabrikant Al fred Nobel in 1896 de wereld naliet. Alfred Nobel was een vreemd man met ongekendetalenten. Hij was een van de grootste experts van zijn tijd op het ter rein van de chemie, beheerste naast zijn moedertaal, het Zweeds, ook op uitsteken de wijze Frans, Engels, Duits en zelfs het moeilijke Russisch. Toch was hij officieel nooit verder gekomen dan de lagere school. Hij ontwikkelde zijn talenten door zelfstudie. Hij ging volledig in zijn werk op. De weinige foto’s, welke van hem be schikbaar zijn, tonen een strenge figuur met de destijds zo gewilde halve baard en zware knevel. Hij had diepliggende, prie mende ogen, waaruit zijn grote wilskracht bleek. Zijn grote energie liet hij al spoe dig de vrije teugel. Hij was nog geen der tig jaar toen hij het nitroglycerine ontdek te, een van de krachtigste conventionele springstoffen, die ooit zijn ontdekt. De springstoffen zouden hem rijk ma ken, maar zij leken hem eerst van het le ven te zullen beroven. Op 3 september 1864 vlogen zijn werkplaats en laborato- torium in zijn geboorteplaats Stockholm met een daverende slag in de lucht. Alfred Nobel bleef, wonder boven wonder, onge deerd. Maar de Zweedse hoofdstad ver bood hem verder te werken in de stad. De gevaren voor de bewoners leken het ge meentebestuur te groot. Nobel verhuisde aanvankelijk naar een schip in ’t Maer- larmeer, maar trok al binnen een jaar naar Duitsland, dat wel iets zag in de ex perimenten van de springstoffenexpert. In 1865 bouwde Nobel bij Krummel aan de Elbe een grote fabriek voor springstoffen, de grootste ter wereld. Zijn producten vonden gretig aftrek. De wereld had springstoffen nodig voor oorlogsgebruik, maar ook voor de aanleg van wegen en tunnels. Vooral toen Nobel met zijn dyna miet kwam steeg zijn omzet fabelachtig. Binnen korte tijd had hij een reuzencon cern opgebouwd, dat vijftien fabrieken telde in verschillende landen. De laatste jaren van zijn leven bracht Alfred Nobel teruggetrokken door in zijn villa ,Mio Nido’ in San Remo. Al had hij groot zakelijk succes, het leven zelf had hem teleurgesteld. Hij stierf op 10 decem ber 1896 hij was 63 jaar geworden als eenzaam en teleurgesteld man. Zijn omgeving had hem leren kennen als een excentriek vrijgezel, vol eigenaardighe den en met een wisselvallig karakter. De grootste verrassing kwam na zijn dood noeg en als de nood aan de man kwam, moest hij snel kunnen ver dwijnen, zodat hij de weg goed moest weten. Als derde adres was er een huis in de Havenstraat, vlak achter de gevangenis en in stilte begon hij te lachen. Als dat niet te duur was, moest hij het maar nemen. Hier zou den ze hem wellicht niet eens zoeken Overigens, als hij eenmaal geïnstal leerd was en een baantje had, wat zouden ze hem dan nog kunnen ma ken? Het was een benedenhuis met een zit-slaapkamer aan de voorzijde. Weliswaar was de prijs ook tamelijk hoog, maar hij accepteerde toch, te meer omdat hij het desgewenst met een kon betrekken. Hij betaalde een maand vooruit, wat hem in de ach ting van de kamerverhuurster deed stijgen en installeerde zich gelijktij dig. Lijn zestien reed vlak langs en als hij uit het raam keek, zag hij pre cies op de achterzijde van de lucht plaatsen der gevangenis. Leuke mop om te denken, dat hij eergisteren daar nog gelopen had. Nooit kunnen vermoeden, dat hij zo spoedig in de onmiddellijke nabijheid zou komen te bivakkeren. De kamerverhuurster bracht hem een kop koffie en een koekje, wat hij vriendelijk dankend accepteerde. En wat of meneer voor de kost deed. Meneer stelde zich zonder blik ken of blozen voor als vertegenwoor diger, zei, dat hij op ongezette tijden kwam en ging, maar dat hij heel zacht zou doen, als het een keer wat laat werd. Wat de vrouw heel aardig van hem vond. Hij dronk van zijn koffie en nadat de vrouw weer vertrokken was, haal de hij de andere krantestukjes uit zijn zak. Er waren twee baantjes als vertegenwoordiger bij, maar zou hij kans hebben zonder getuigschriften? Een schoenfabriek in Brabant vroeg Toen hij wat aan de duisternis ge wend was, zocht hij in het rond en knikte opnieuw. In de meeste zolder schuiten lagen immers oude zakken? Hij zocht er een aantal bij elkaar, maakte provisorisch een leger en legde zich er op neer. Binnen vijf minuten was hij onder zeil. hoofdstad en onmiddellijke omge ving. Zal wel een auto voor nodig zijn. Of wacht eens: in de stad.... nee, natuurlijk niet. Met dat parkeer probleem. Best mogelijk, dat ze net iemand zochten, die niet per auto de klanten afging. Gijs stak een sigaret op en dacht na. Terwijl hij rookte, keek hij eens naar het adres: Schriftelijke of per soonlijke aanmeldingen dagelijks van 10 tot 4 uur aan het fabriekskantoor te Reusel. Reusel.... waar zou dat uithan gen? Hij tastte in zijn geheugen en ging in gedachten alle plaatsen langs waar hij met ome Giep had opgetre den, Ze waren zo wat in het hele land geweest, maar Reusel kon hij toch echt niet thuisbrengen. Het was in Brabant, want dat stond in de ad vertentie. Nu ja, de meeste schoen fabrieken waren in Brabant. Maar van de .Drommel Schoenfabrieken' had hij nog nooit gehoord. Gijs, jon gen, er zijn nog tal van dingen en zaken, waar jij nooit van gehoord hebt. Wat zou die reis erheen kosten? En waar lag het? Ergens in de buurt van Den Bosch waarschijnlijk. Een tientje, vijftien gulden misschien. Hij inspecteerde zijn geldvoorraad. Dat kon er natuurlijk wel af. En an ders moest hij eerst maar op het oor logspad gaan. Hij had het gelukkig nog niet verleerd. En als hij eens borg moest storten? Nu ja, dan zou hij wel weer zien. Hij draaide zich om op zijn schre den, liep langs het Singel en keurde de verschillende zolderschuiten, die daar gemeerd lagen. Maar ze ston den hem geen van alle aan. Hij liep door naar de Herengracht en Kei zersgracht, maar daar lag ook niets van zijn gading. Langs het begin van de Prinsengracht zag hij drie schui ten op een rijtje liggen. Nou, dacht hij, 't moet gek gaan, als ze die van nacht ophalen. Hier dan maar probe ren. Bovendien een mooi donker plekje. Hij liep er een keer langs en bekeek de huizen aan de overkant, maar alles was schijnbaar al in ruste Op de gracht was al evenmin ver keer. Bedaard stapte hij op de eerste zolderschuit, ging vandaar op de tweede en knielde neer bij het luik Hij bekeek het hangslot en knikte te vreden. Met de truc, de hij van Giep geleerd had, draaide hij slot en kram men een paar keer heen en weer en tenslotte liet een van de krammen los. Het luik piepte niet eens, toen hij het opende en voor hij er indook, keek hij nog een keer goed om zich heen. Geen mens te bekennen. Toen dook hij naar binnen en liet het luik boven zijn hoofd zakken, maar niet nadat hij het slot er afgehaald had. Gedurende vijf minuten stond hij onbeweeglijk te luisteren, maar al les wat hij hoorde, was het geklots van het water tussen de beide schui- DE GEESTIGSTE MAN VAN PARIJS ,De geestigste man van Parijs’ de to neelschrijver Tristan Bernard werd eens bij ongeluk omvergelopen door een man die een reusachtige staande klok op zijn schouders torste. In plaats van boos te zijn sloeg hij het stof van zijn jas en maakte een opmerking die beroemd is geworden: Waarom draagt u geen pols horloge, zoals iedereen?’ De schets van Tristan Bernard in het decembernummer van Het Beste uit Rea der’s Digest tintelt van zulke uitsproken. Toen hij een der voornaamste toneel schrijvers en humoristen van zijn land was geworden, liet Bernard zich bijna overreden een verzoek in te dienen om te worden toegelaten tot de Académie frangaise. Bij nader inzien zag hij van zijn voornemen af. ,Het kostuum is me te duur’, legde hij uit. ,Ik wacht wel tot er iemand dood gaat die mijn maat heeft.’ Slechts één stuk van Bernard werd een fiasco. Gedurende de korte periode dat het gespeeld werd, vroeg een vriend hem eens telefonisch om een vrijkaartje. Bernard antwoordde:, We geven alleen hele rijen weg.’ Terwijl hij doelloos verder de bin nenstad inliep, schudde hij zijn hoofd en lachte even. Die Annie, is in haar eentje ons allemaal te glad af, mij en die russen, die gehoopt hadden, dat ik één-twee-drie naar haar toe zou tippelen. En dan de tien briefjes van honderd op een presenteerblaadje aangeboden te krijgen. Nog niet eens zo stom van haar bekeken om er van door te gaan. Maar met dat al zat hij nu zonder onderdak. Als hij naar een hotelletje of een logement ging, zouden ze vóór morgenochtend zes uur zijn spoor weer terug gevonden hebben en een tweede keer zou hij ze niet zo gemakkelijk meer om de tuin kunnen leiden. Waar bij ook nog kwam, dat hij nu veel meer geld op zak had als vanmorgen, bij zijn ontslag. Wat voor verklaring zou hij daaraan moe ten geven? Wellicht was er al aan- - gifte gedaan van vermissing der por- temonnaies. Wat zouden ze zeggen? Zakkenroller op de tram? Is Gladde Gijs vandaag niet vrij gekomen? Nou dan hoeven we niet ver te zoeken. Jongens, kam Mokum maar even uit, dan vind je hem vanzelf wel. Jawel. Gladde Gijs zal vannacht zijn naam ook weer eer aandoen. Hij loopt langer mee en kent het klappen van de zweep. Vannacht dan maar een beetje ongemakkelijk slapen en morgen heel zorgvuldig een kamer Als fietser ben je toch maar een min der bevoordeelde op de weg. Vrijwel al tijd moet je auto’s, scooters en zo meer la ten voorgaan. Voorrang op dat snelver keer heb je maar in enkele gevallen. Wei nig rechten? Dan ook weinig plichten, ben je als bestuurder van een niet-gemotori- seerde tweewieler geneigd te denken. Goed, je moet rechts houden en je hand uitsteken, wanneer je een hoek omgaat. Maar, hand uitsteken alleen is niet vol doende bij het veranderen van richting. Je moet ook even omkijken, speciaal bij ’t maken van een bocht naar links. Het ne geren van dit laatste is, vooral bij de meer bejaarde verkeersdeelnemers, één van de voornaamste oorzaken van onge lukken met wielrijders op kruispunten. Je moet niet zonder meer ach ter je arm aanrijden’. Dat is nogal gevaarlijk voor ’n wielrijder, die tezamen met de voetgan ger een van de meest kwetsbare groepen in het verkeer vormt. Om op verantwoorde wijze een linker bocht te maken, kijk je eerst goed achter je, vervolgens gaat de arm uit (maar dan ook echt ,uit’, dat wil zeggen hem niet als de arm van een lamme seinpaal naar be neden laten wijzen) en dan kun je, goed op het uit tegenovergestelde richting en ’t van opzij naderende verkeer letten vei lig van richting veranderen. Voorsorteren of niet dat wordt aan de fietser overgela ten Maar als je op de fiets voorsorteert doe ’t dan op de juiste manier Niet ’t ach terop komende verkeer snij den’ door par does naar links te zwenken, maar wan- - neer de weg vrij is geleidelijk en ,in vloei ende lijn’ naar de "as van de weg gaan (met uitgestoken arm!). Wanneer er voor- sorteervakken op het wegdek zijn aange bracht, moet je niet tegen de wegas gaan rijden, maar rechts in het aangegeven vak blijven. Het oprijden of oversteken van een voorrangsweg levert voor de wielrijder voor zover het betreft de vraag wie nu voorrang heeft, niet zoveel moeilijkheden op. Alle verkeer op die weg moet je laten voorgaan. Wel kunnen de borden bij zo’n kruising met een voorrangsweg enige problemen geven. Bijvoorbeeld dat ronde bord, waarin een rode driehoek met het woordje ,stop’. Moet je als wielrijder voor dat bord werkelijk stoppen, of geldt het alleen maar voor snelverkeer Het woordje ,slvp’ is bedoeld voor alle rijden- HOOFDSTUK 3 Gijs Bol, in sigaren De volgende morgen kocht hij op het Waterlooplein een tweedehands blauw pak, een pet en op de oude rommelmarkt diepte “hij een bril op, die tamelijk goed paste, en waardoor hij zelfs vrij goed kon kijken. In een cafetaria verkleedde hij zich en con stateerde tot zijn volle tevredenheid, dat hij wel een tamelijk goede meta morfose had ondergaan. Van zijn grij ze costuum maakte hij een pakje, kocht nog een tweedehands tas en deed het er in. Aldus uitgedost durf de hij zich later beter in de binnen stad te vertonen. Ze zouden natuur lijk allemaal wel op zoek zijn naar hem. Hij grinnikte bij de gedachte, dat de rus in Utrecht wel een hele poos aan het zoeken geweest zou zijn. Ja, jongen, dat is niet zo'n leuk vak, dat je gekozen hebt. Dat zijn nu eenmaal de risico's ervan. Hij kocht een paar ochtendbladen, installeerde zich met een kop koffie in een rustige gelegenheid aan de Weesperstraat en begon naar adver tenties te zoeken, waarin kamers werden aangeboden. Dat zou in deze tijd van woningnood misschien niet eens meevallen, maar het was toch te proberen. Vier advertenties scheurde hij er uit en veronderstelde, dat hij in ie der geval bij een van de vier wel zou slagen. De eerste, in de Jekerstraat, was hem veel te duur. Nieuw-West was hem voor onzichtbare reparaties verkrijgbaar bij uw kantoorboekhandelaar 3 wettig gedep. handelsmerk

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1964 | | pagina 6