JAARGANG
1867.
NIETOS- EN ADVERTENTIE-RIAD VOOR DE STAD EN DET ARRONDISSEMENT SNEEL
NÓ?Ï3.
13 Februarij
Woensdag
Slate n-G e n e r a a 1.
B H M H A A D.
1
1867;
beginnen
gedurende
Gemeente
ring van den 11 Februarij 1867 is vaslge
steld;
het kohier van den Hoofdelijken Omslag
dezer Gemeente over het jaar
en dat dit kohier te
met den 14 dezer maand,
8 dagen ter Secretarie der
zal worden ncdergelegd.
Sneek, den 13 Februari] 1867.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris,
HAGA.
I
99 i
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente Sneek, geven door deze kennis,
dat door den gemeenteraad, in zijne vergade-
dr. P. Bleeker, wonende te ’s Gravenhage, en
elf anderen, de statuten der voor minder dan
dertig jaren aangegane en te 's Gravenhage
gevestigde Vereeniging tot het oprigten en uiige
ven van een dagblad, onder den naam Dagblad van
Nederland, goedgekeurd en deze Veteenighig
a's regtspersoon erkend
De minister van oor'og heefi voorloopig
ter kennis van de belanghebbenden gebragi,
dat waarschijnlijk in dit jaar geene jongelingen
als kadel bij de koninklijke militaire akademie
zullen worden toegelaten. Eene meer bepaalde
aankondiging te dien aanzien zal later in de
Staats-courant verschijnen.
Volgens bekendmaking van den minister
van finantiën is er eene tweede maandelijksche
gelegenheid geopend tot briefwisseling met som
mige Nederlandsche en Britsche bezittingen op
de westkust van Afrika, door middel van eene
stoomboot „African Steamship Company,” die,
bij wijze van proefneming, den 16 van -Ike
maand uit Liverpool zal vertrekken, en in elk
geval te Acra zal aaideggen tot afgifte der
brievenmaal. De brieven met de gemelde
stoomboot over Engeland verzonden, zijn onder
worpen aan eene gedwongen frankering van 40
cents per enkel port; terwijl zij voorts op het
adres van de volgende aanwijzing zijn te voor
zien: „Per steamer from Liverpool on the 10th
of the month."
Over de afdamming van de zoogenaamde
Oostei-Schelde zien nog twee geschriften in het
Fransch het licht, liet eerste is van den heer
Fokker, lid der Tweede Kamer, die de voor
onderstelling van de twee Belgische leden der
internationale commissie van 1866 bestrijdt,
alsof die afdamming schadelijk voor den toe
stand der Schelde beneden Bath zou zijn, eene
onderstelling die niet door de Nederlandsche
leden dier commissie gedeeld werd, en volgens
bij den schrijver ontvangen inlichtingen in geenen
d ele door ai de Belgische ingenieurs gedeeld
wordt, en waarvan hij het weinig gegronde
heeft aangetoond.
Het andere geschrift is van den hoogleeraar
Vreede, die o. a. in een uitvoerig diplomatisch
onderzoek der zaak treedt, die met stukken
aanwrjst, dat het Sloe louter een tusschenwater
en geenszins de eigenlijke Schelde is, en dal
de mogendheden, die bij de tractaten de schei
ding van België gewaarborgd hebben, „alle
bedoeling hebben afgewezen, om in de toekomst
in de inwendtoe huishoudelijke zaken van dat
koningrijk bepaaldelijk tusschenbeide te komen."
Ie Nijmegen is door den storm het
ijzeren dak van de stokerij der gasfabriek ai-
gewaaid.
Te Zaltbommel werden ian de gierpont
de booten afgerukt, die, even als de badinrigling,
ver weg dreven.
Bij besluit van 3 dezer, no. 24, heefi
Z. M. beschikkende op een verzoekschrift van
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WERHOUDERS van
de gemeente SNEEK
Gelet op zijner Majesteits besluit van den
17den December 1861 (Staatsblad no. 127).
Roepen bij deze op zoodanige ingezetenen,
die verlangen als vrijwilligers bij de Militie op
te treden, om zich daartoe bij hen aan te ge
ven ter Secielarie der gemeente, telken voor
middag van 9 tot 12 ure.
De voordeelen, die in deze Gemeente aan
het voor haar als vrijwilliger optreden verbon
den wordenzijn bepaald op eene premie van
Honderd Gulden, in eens te voldoen na de finale
goedkeuring en indeeling.
Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen
worden aangenomen, moet men ongehuwd
of kinderloos, weduwenaar en ingezeten wezen,
voorts ligcharaelijk voor de dienst geschikt, ten
minste 1,56 el lang, op den Isten Januarij van
het jaar der optreding als vrijwil iger het 20sle
jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet vol-
bragt hebben, tot op het tijdstip der optreding
aan zijne veipligtingen ten aanzien van de Mi
litie zoover die te vervullen waren, voldaan
en een goed zedelijk gedrag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzonde
ring van de ligchamelijke geschiktheid en van de
gevorderde lengtewordt bewezen door een
getuigschrift van den Burgemeester der woon
plaats, verkrijgbaar op plaats en tijd boven ver
meld.
Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt
slechts als vrijwilliger toegelaten voor de Ge
meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij
geene verpligtingen ten aanzien van de Militie
meer te ven uilen heeft.
Hijdie bij de Zeemagf, bij het Leger hier
te Lande of bij het krijgsvolk in ’s Rijks Over-
zeesche Bezittingen heeft gediend, wordt niet
als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij
hij bij het verlaten lan de dienst, behalve een
bewijs van ontslag van den bevelhebber, onder
wien hij laatstelijk heeft gediend, e> o getuig
schrift heeft ontvangen, inhoudendedat hij
zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen
Hij kan heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn
veertigste jaar volbragt is, als vrijwiliger bij
de Militie worden toegelaten.
Sneek den 9den Februarij 1867.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
J
SNEEKER
3
1
AÜ VIMITEN T IE N van 1 tot 4 regels, gewon»
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cenit,
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
lo
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad 1.65 buiten de Stad franco ƒ1.90
Bij de Tweede Kamer der Staten Generaal is ingeko
men een ontwerp van wettot verhooging der begroo-
ting van uitgaven voor den aanleg van staatsspoorwegen,
dienst 1867.
Dit ontwerp van wet strekt om aan de begroeting
van uitgaven voor den aanleg van staatsspoorwegen voor
het dienstjaar 1867 weder toe te voegen het artikel
wegens overbrugging van het Hollandsch Diep, dat in
der tijd, tot te gemoct koming aan de bedenkingen te
gen eene welligt overijlde behandeling, uit de begrooting
werd geligt. De regering voegt daarbij de mededeeling,
dat het wetsontwerp voor de onteigening der voor dit
werk benoodigde eigendommen wordt voorbereid en
spoedig ter overweging zal kunnen worden aangeboden,
waarna, iudien de verschillende voorstellen goedgekeurd
worden, met de thans aangevraagde middelen terstond
met den aankoop dier eigendommen zal kunnen worden
aangevangen.
In de memorie van beantwoording van den
minister van justitie betreffende hoofdstuk IV B (R. K.
Eeredienst) van de staatsbegrooting voor de dienst van
1867 betoogt de minister, dat het gewigtige vraagstuk
omtrent de scheiding van kerk en staat zijne oplossing
niet kan vinden door toepassing van theoriën, welke aan
ons staatsregt vreemd zijn, maar dat de in de Neder
landsche grondwet omschreven bepalingen en inzonder
heid de beginselen, in haar Vie hoofdstuk vervat die
oplossing behooren te bevorderen. Uit dien hoofde be-
bespreekt de miniiter het vraagstuk slechts met het
oog op het bestaande Nederlandsche staatsregt, in de
hoop dat de tot hiertoe zoozeer uiteenloopende beschou
wingen omtrent dit aangelegen onderwerp, door de juiste
waardering van de hier te lande wettig bestaande ver
houding tusschen den staat en de kerk, op de voor de
wederzrjdsche belangen meest bevredigende wijze tot
eenstemmigheid zullen geraken.
De minister komt daarbij tot de conclusie, dat het
afzonderlijk beheer van de zaken der Roomsch Katho
lieke eeredienst, zonder met ons staatsregt in strijd te
zijn, de welbegrepen belangen van staat en kerk doel
matig bevordert. De minister is van de nuttige en doel
matige strekking der afzonderlijke behandeling door ei
gen ondervinding overtuigd, maar verklaart, dat, indien
het weder-instellen van een afzonderlijk departement voor
dat beheer een hulpmiddel mogt zijn tegen de moeije
lydheden, welke de tegenwoordige toestand zou aanbie
den, de toekomstige raadslieden der kroon alsdan het
instellen daarvan welligt in overweging kunnen geven
aan den Koning.