JAARGANG
(867.
u
TOWS- BN OVERTENTK-BIAD VOOR DB STAD EN RET ARRONDISSEMENT SNEER
I
li
Nk
fl
16 Alaart.
Slateii-G e ncr a a I
Zaturdag
«■MM
een
wor-
de Lijsten zijn
lot
van
Van de Lijst der Betoeg'Jen tol het kie
ten van Leden van den Gemeenteraad
II
J. J COOL.
A. A. yas DIAS
A S yam DIJK Sr.
T. GILLAM.
A be GROOT
D. A.
IJ S.
deze Gemeente
van de TWEEDE
GENERAAL, de
voor Friesland, en
zijn, zijn herzien, en
derzelve gedurende veertien dagen t
den Ier Secretarie dezer gemeente
ieder ter inzage zijn nedergelegd en
Gemeente-huis aangeplakt.
Dat bij die herziening tan
geschrapt
I. Van de Lijsten der bevoegden tot het
liezen van Leden van de Tweede Kamer der
Staten Generaal en de Provinciale Staten
Friesland
T. CAMMING.
J J. COOL
G DIJKSTRA.
H. EIJLSTEA.
D A de GROOT
H HENDRIKS Jr
Mr HENDRIK H. HIDDINGA.
J KRESNER
P. MOLENAAR.
K II van ber MBULEN
1‘ T. POTMA.
s rodenburg
H L SPANNENBURG.
J STELMA
J. M T1ENSTRA.
H J J. VISSER.
2
TWEEDE KA M E R.
Zitting van Maandag Maart.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK Gelet op aitikel 10, 34 en 35 der
Wet van den Aden Julij 1850 ^Staatsblad no.
37J regelende hel K1ESREGT enz
Maken bij deze bekend, dat de lijsten, aan
wijtende de personen, die in
tol het kiezen tan Leden
KAMER DER STATEN
PROVINCIALE STATEN
van den RAAD DEZER GEMEENTE bevoegd
een exemplaar van ieder
tart af he-
s voor een
i aan hel
D. G ALTHU1S1US Mr Hind 11 HIDDINGA
J BLEEKER H HENDRIKS Jr.
J. N BOU.II A M KU1JT
A BRENLNNKMEIJER F van der LA AN
K H. S a ST LEMKE.
PIER NV. CNOSSEN K H tan der MEULEN
S K MIEDEMA.
J. S I’OMPER.
P. T. POTMA.
J de SAIN.
S. SANDERS.
H L SPANNENBURG
J. STE.M.A.
die daarop verkeerdelijk waren gebragt, die
of meer in de Kiezers gevorderde vereischteu
verloren hebben, of overleden zijn.
En zal deze op de gebruikelijke wijze
den afgekondigd en aangeplakt.
Sneek den 15 Maart 1867
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WOLDA,
De Seeretaris
HAGA,
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Gemeente Sneek, gevolg gevende aan art
150 der wet op de Nationale Militie tan den
19den Augustus 1661 (Staatsblad no 72),
noodigen bij deze de lotelingen der Nationale
Militie van deze gemeenle uit, om, wanneer
zij verlangen bij de Zee—militie te dienen, zich
daartoe voor den Isten April bij hen «an te
melden.
Sneek den 9 Maart 1867.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
13 Maart
9 a AIT
N
X
A D VE R T E N TIE N van 1 tot 4 regel»,gewo»»
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Ce»»t
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
eerlijk»
1 wen-
V
t
^4ste
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en I
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden isJ
binnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco 1.90 j
F. VAN DEK LAAN
H S St LEMKE
In deze sitting is ingekornen, een wets-ontwerp tot
rerhooging van hoofdstuk V der staalsb»grooting voor
1867. Daarna aiju de beraadslagingen voortgezet over
de afdeeling van liet Vde hoofdstuk der staatsbegrooliug
betredende bel ouderwijs en meer bepaaldelijk over het
lager onderw. De heet van Nispeu van Seveuaer ontwik
kelde in bet breeds zijne bezwaren legen de wijze van
toepassing der wet van 1857, en teven» tegen die wet
zelve, terwijl hj daarbij de belangen van het bijzonder
ouderwijs voormond. De heer de Biauw gaf te kennen
voorstander van het openbaar onderwijs te wezen, maar
niet voorbij te zien de veelvuldige beiwaren, welke van
onderscheiden kanten tegen de schoolwet werdea in liet
midden gebragt. Ter wegneming van het bezwaar, het
welk bij vvlen tegen het zendeu van hunne kinderen
naar de openbare schol»u bestond, weuschte hij midde
len uitgedacht te ziendie strekken konden om het
bijzonder onderwijs te begunstigen en daartoe van ge
meentewege te doen subsidiëren, zoodra bleek dat aan
de oprigling van eenige bijzondere school belioefte be
stond. De heer van Blom stoud de belangen van het
openbaar ouderwijs voor, en zeide in de grieven welke
daartegen van verschillende zijdeu werden geopperd niet
te deelen. De neer van Lynden van Baudeuburg trad
in eene uitvoerige beschouwing lot aandrang van de be
z waren door anderen reeds teu opzigte vau deze aange
legeuheid voorgedragen. Ook hij had onderscheiden
bedenkingen tegen de wijze waarop de schoolwet werd
uilgevoeid, en tegen de beginselen zelve waarop die
tiet rustte. Wijziging iu de artt. 33 en 36 zou hij
wenscheiijk achten, llij verlangde echter bescherming
noch voor het openbaar noch voor Lei bijzonder onder
wijs, maar eene zelfstandige ontwikkeling voor beide,
die naar zijn oordeel volkomen goed kouden zamen gaan.
Mij hoopte dan ook dat men de handen mogt
ineen »laau om aangaande dat onderwerp tot overeeu-
sleinmiiig te komen.
De heer van Limburg Brouwer verklaarde met deii
minister vau binnenlandsche zaken volkomen in te stem
men aangaande de beginselen welke het lager onderwij»
behoorden Ie beheerschen, de wijze waarop de schoolwet
toegepast werd goed te keuren, en zich te vereenigen
met- het denkbeeld om met deze aangelegenheid het
godsdienstig vraagstuk niet te vermengen. De instem,
nrnj zou hem echter niet veroorloven, zijne stem ten
gunste vau het Vde hoofdstuk uit te brengen en wel
om de redenen, die reeds bij de algemeens beschouwin
gen waren uiteen gezet.
De heer Hoffman bestreed de wet van 1857, welke
Lij beschouwde als antinationaal en strijdig met de voor
schriften in art. 194 der Grondwet nedergelegd. De
Iner Bichon van IJsselmonde beantwoordde de vraag
of de wet van 1857 met het oog op het openbaar on
bijzonder onderwijs eerlijk werd nageleefd; welk ant
woord ontkennend was. Hij uitte den wensch dat de
regering de hand bleef lemen tot eene eerlijke en ge
trouwe naleving van de wet, en inmiddels zoodanige
maatregelen voorbereidde als strekken konden om de
vrijheid van het onderwijs te verzekeren.
De heer Godefroi schetste den tegenwoordigen stand
waarin de onderwijskwestie zich bevond, en herinnerde
dat de tegenstanders der schoolwet wel gedurende het
bestaan daarvan veel moeite hadden gedaan om daarin
wijziging te doen brengen doch zonder het door hen
gewenscht gevolg; cn daar er, zijne inzien» voor hem
ook geen voornitgezigt bestond dat onder deze regering
hunne verlangens iu dit opzig: bevredigd zouden worden,
hoopte hij, dat de strijd verder zou worden gevoerd op
eene wijze die tot praktische uitkomsten kon le>den,
hetgeen niet anders kon geschieden, dan door een voor
stel tot wijziging van hunne zijde te doen indienen, ten
enic'e de volksvertegenwoordiging daarover te doen
beslissen.
De heer Moens wedersprak de in den loop der ba
raadslaging geuitte bezwaren, zoo tegen de onderwijswet
lelve, al tegen de uitvoering daarvan. In een onderzoek
tredende van de verlangens der tegenetanders van die
wet, hield hij derzelver onuitvoerlijkheid en onjuistheid
staande; Maaibij voor zich niet anders dan eene
en volledige toepassing der wettige voorschriften
schende.
De heer van Naarnen van Eemnes, de laatste die he
den het woord voerde stelde zich ten taak eenige op
helderingen te geven strekkende tot oplossing der ia
den loop der discussie gemaakte bezwaren, terwijl hij
zich schaarde aan de zijde van hen die meenden dat
alleen het nemen van het initiatief door de tegenstander»
der wet, en het indienen vau een voorstel tot wijziging
van hunne zijde een praktische oplossing aan het han
gende vraagstuk kon geven.
In deze zitting zijn de beraadslagingen over het Vd»
hoofdstuk der Slaatsbegrooting voor 1867 voortgezet.
Over de VlIIe afdeeling, kunsten en wetenschappen, werd
geene algemeene beraadslaging gevoerd en de artt, 137
161 werden goedgekeurd.
Over de IXe afdeeilng, armwezenvoerde het woord
de heer Wintgens, die de wenschelijkheid betoogde der
wederindieniug van een wetsontwerp op de banken van
leening. De Minister vau Binnenlandsche Zaken ver
klaarde dat de behandeling vau dit onderwerp spoedig
weder zou worden opgevat, Hierna werden de artt.
169 174 goedgekeurd.
Over de Xe afdeeling, Nederlandsche Staatscourant
en Staatsblad in het algemeen, werd geene beraadslaging
gevoerd. De artikel» 175 178 werden achtereenvolgens
goedgekeurd, gelijk mede de artikels 178 101 der Xle
afdeeling, nijverheid, en de artt 192194 der XUde
afdeeling telegrafie.
Bij de behandeling der ^beweegredenen gaf de heer