NIEUWS- EN ADVERTENT1E-BLAD ÏOOR DE STAD EN BET ARRONDISSEMENT SNEER.
J
V f
18(57.
53*
VM DEN GEMEENTERAAD VAN SNEER,
ZATURDAG OEN 30 MAART 1867
des middags ten 12 uur.
WOENSDAG 27 MAAKT.
99 r
VERGADERING
Slate n-G e ne r a a I
TWEEDE KAME R.
vragen
ieder Ier inzage is neder -
Wethouder» voornoemd,
WOUDA,
Seeretaris
HAGA,
I
PUNTEN TER BEHANDELING:
Missive van den Heer R. van der Weij
houdende aanneming zijner benoeming tot ont
vanger der gemeente.
Beoordeling der borgtogt.
Beëediging van den benoemden ontvanger.
KENNISGEVING
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Gemeente SNEER brengen ter kennis der
Ingezetenen: dal door den Raad dezer Gemeente
in zijne vergadering van den 25 Maart jl. is
Viistgesteld het kohier op de binnen deze ge
meente gehouden wordende Honden voor liet
jaar 1867 en dat hetzelve, te beginnen met
heden, gedurende 8 dagen ter Secretarie dezer
gemeente voor een ieder ter inzage is neder-
gelegd.
Sneck den 27 Maart 1867.
Burgemeester en
Veigadering. De eeiste, de heer Saaymans
Vader, keurt de wet goed, als zij maar goed
wordt loegepast de heer van Wasseneer zegt:
de wet werkt de bijzondere school in de hand.
Zij doet de bchoelie aan die scholen gevoelen
en haar dus in hel leven lieden. En als die
getuigen niet genoeg zijn, dan geloof ik dat de
bijzondere scholen, die reeds in het leien zijn
getreden en die dagelijks verrijzen, alle moge
lijke reden hebben om zich met te veel aan te
trekken dat doodvonnis, dat over haar is ge
veld. De op straat gezette staatsgevangene,
door den heer van Wassenaer geschetst, heeft,
en ik verblijd er mij over, voedsel en deksel
gevonden.
van
van
onderwijs vergund.
Maar dan vraag ikhoe kan die wet ge
acht worden het bijzonder ouderwijs te ver
nietigen Immers hoe ecilijker zij aan wordt
nageleefd, des te noodlottiger moet zij wor
den.
En nu een paar getuigen d décharge uit deze
school heeft uitgesproken Maar ik hemin r
mij, dat bij gelegenheid der discussie over de
wet van het lager onderwijs door den heer
Mackay is gezegd „indien ik eene speculatie
wilde doen voor mijne inzigten, dan zou ik hel
wels-ontwerp tol wet helpen verht ffen, want
als het wet wordt,dan zal, indien eenige belang
stelling ontwaakt, het getal bijzondere scholen
hoe langer hoe grooler worden.” Ik geloof
dat de heer Mackay er over te treden kan zijn
dat, op dit oogenblik, nu die wet in werking
is, zijne inzigten bewaarheid zijn.
Ik heb den heer Groen hooren vragen al
léén eerlijke naleving van de wet, eerbiediging
hare hoofdbeginselen geen tegenstreven
de vrijheid, door de wet aan hel bijzonder
Ik zal niet al de bezwaren releveren, legen
Üe schoolwel geopperd. Ik kan kort zijn i a
hetgeen door anderenen vooral door den
laatsten spreker, hierover in het midden is ge-
bragl. Op dit oogeiib ik komt mij geen
del geschikter voor om die bezwaren te be
strijden, dan dit te laten doen door de geest
verwanten van hen die ze hebben ingebragt.
In de eeiste plaats hel bezwaar, dut de wet
van 1857 het doodvonnis over de bijzondere
Voor die onzer lezers, die niet in de gele
genheid zijn het Bijblad der Staats-Courant in
te zien deelen wij hieronder mede de rede
voering door den heer Moens gehouden, bij de
beraadslaging over hoofdstuk V der staatsbe
groting voor 1867, ter zake de bezwaren le
gen de wet op het lager onderwijs ingebragt.
De heer Mo entIk gevoel mij eenigzins
bezwaard nu ik na den welsprekender afge
vaardigde uit Amsterdam hel woord moet voe
ren. Maar ik vei heug mij dat ik althans
denzelfden geest spreken zal. Ik heb gemeend
dut vooral ook op mij de pligt mstte om tegen
de harde beschuldigingendie zijn ingebragt
legen de wet op het lager onderwijs èn
buiten èn in deze Vergadering, een gemoti
veerd protest te doen hooren.
SNEEKER
^fe^g£^2!^K&=IHlll|||||||||t|||||H||||ll|l|||||||||||||||||||i|||iniiHltllllllltllini!IIIIIUI»IIIUIII - -
Wimm
1
mid-
l
I
I
I
I
AD V EK I’ E IM T 1E N van 1 tot 4 regels, gewon#
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 CenU
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
V
'r
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad 1.65 buiten de Stad franco 1.90
Een auder bezwaar tegen de wet en wel het aller
voornaamste, is dat zij niet onpartijdig is: ze is ingerigt
voor ééue godsdienstige rigüng, voor haar die wil:
Christendom boven geloofsverdeeldheid, en als men wil
weten hoe lu den tegeuwoordigen tijd de beschuldiging
eigenlijk luidt, dan is hetde openbare school is aan
gelegd ten behoeve der modernen. En de modernen zijn
dan zij, wieu die naam gegeven wordt op godsdienstig
gebied. Mijnheer de Voorzitter, ik herinner mij alwe
der wat er bij de tchoolwet-diseussie gezegd is, ouder
andere ook dn -■ „Wanneer men de beschuldiging geuit
heeft dat een deel van bet volk zou verlangen en eischen
dat de wet eeuc bepaling bevatte ten bate van dit ééue
deel en ten koste vau bet andere, dat dit ééue deel zich
zou wenseben meester te maken vau de godsdienstloze
school ten einde daarmede zijne eiyeiie godsdienst te
bevorderen, dan moet ik dit hier ten stelligste ontkennen
Dat zeide gc«u moderne, maar dat weid gezegd door
den beer Dommer vau Poldersveldt.
Maar buitendien is eens doo den lieer Groen van
Prinslerer gezegd, dal hij meende de liberale partij te
moeten verdeelen in twee dec.en, co vau het eene deel,
die hij bij voorkeur de moderne wilde noemen, getuigde
hij, dat zij de neutrale school, regt voor alien, had be
geerd liet hoofd van die moderne partij was
Thorbecke, op wiens aanwijzing, naar het woord van
den lieer Groen, de sehooiwet met haai Christendom
boven geloofsverdeeldheid is tot stand gekomen. Eu
zou die geachte afgevaardigde, die kort geledeu nog
verklaarde, dat hij van moderne theologie volstrekt niet
weten wilde, ten behoeve van de modernen op godsdien
stig gebied eene schoolwet in het leven geroep en heb
ben
Maar nog meer. De lieer Groen zegt -• „bij die school»
wet is tweeërlei zegepraal behaald.- de eerste door da
liberalen met de groote Protestantsche partij over do
antirevolutionairen: maar de andere gaat hij voort
door ons met dat deel der liberale partij, dat ik da
moderne zou willen noemen, over de zoogenaamde Chris
telijkheid der openbare school.” Zoo zou dan de heer
Groen met de liberalen .hebben medegewerkt om eeno
school tot stand te brengen „voor de modernen aange
legd”
Moet ik om ’t raadsel op te lossen aannemen dat, om
de openbare school in minachting te brengen, in da
plaats van de staalkundige partij, vroeger de modern*
genoemd, werden ges leid de modernen op godsdienstig
gebied, „met hun toegeschroeid geweten, met hun onge
loof”?
Dit wat de bezwaren betreft tegen de wet zelve.
Daar zijn ook bezwaren tegen de toepassing van d«
wet in het midden gebragt. Ik vraag: waar zal ooit
eene wet gemaakt worden, die in de toepassing geen®
bezwaren oplevert Laten de anti-revolutiouaire en
conservativen gezamenlijk of ieder afzonderlijk, een»
school oprigteu na«r hun eigen inzigten, zal daar aan
de toepassing niets ontbreken Heeft niet de heer van
der Bruggben, een man op het gebied van schoolwezen
wel bekend, gezegd, dat bij nog uitsterst schaars ge
vonden had onderwijzers, die konden uitvoeren datgeno
wat hij bij het ouderwijs voor hei ware en bet besta
hield
Bezwaren in de toepassing zullen wel altijd kunnen
gevonden worden; maar het komt er op aan te onder
zoeken, of die bezwaren, wel zoo breed mogen worden
uitgeuieteii. Is het billijk dat men uit zeer enkele voor»
beelden vau onderwijzers, die handelden legen de voor
schriften der wet, besluite tot den geest die het ouder
wijzend personeel bezielt? Is het billijk dat men da
ergerlijke dwaasheid vau een enkelen schrijver op reke
ning stelt van de hedendaagsche wetenschap, van de
eene of andere rigting op godsdienstig gebied De
geachte spreker uit Leiden bragt het voorbeeld bij vau
een onderwijzer die den Bijbel misdruk had genoemd.
Ik stel daarnaast iets wat in eene bijzondere schoof
geschiedde. In de Paaseliweek werd door den onder
wijzer een hoofdstuk uit het boek der Rigteren voor
gelezen; daarin was sprake vau een Koning, die bijzon
der geperst en vernederd werd, en door den onderwijzer
werd aan de kiudeien medegedeeld, dat dit geschiedde
omdat hij eerst de Israëlieten geperst, had. De meester
opperde zelf het bezwaar.- „Maar mag men dan kwaad
met kwaad vergelden?” en antwoordde daarop
aanstonds „neen, alléén maar wanneer God bet gebiedt,'*
en op de vraag, wanneer God het dan gebiedt, gaf hij
ten antwoord „als de Bijbel het zegt."
Ais in dat hoor, dan trek ik uit het voorbeeld van dien
eenen onderwijzer, van wien ik geloof dat bet ook door
de voorstanders vau de bijzondere school zal veroordeeld
worden, geen gevolg ten aanzien van anderen. Maar
dan vraag ik ook; is't billijk dal men dat doet van da
tegenovergestelde zijde? hem, die op de school den
B.jbel misdruK durfde noemen, noem ik een man zonder
verstand, zonder gevoel. Maar als men zegt; „dat is
het gevolg van het rationalisme en neologisme onzer
dagen, dan zeg ik: „men lastert wat men niet kent."
Eu nu wat verlangt, welke eischen doe men? Men
de heer verlangt subsid.ëu vuui de bijzondere schooi. Daar was
een tijd, ’lis reeds door de.i beer Godefroi h riui.evd,
toen de heer Grv.n by ue discussie over de nutste ah-
F