1867.
JAARGANG
MIIAVS- EJI ADVERTENT1E-BLAD VOOR DE STAD EN HET ADRONDISSEMËNT SNEEK.
PAABDIHMARBT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van de Gemeente SNEEK maken hier
mede bekenddat de VOORJAARS-
Paardenmarkt
7>;1
22ste
ZATÜRDAG 23 MEI.
BIJNflENLAND.
I
VERGADERING
VAN DEN GEMEENTMAAD VAN SNEER,
WOENSDAG DEN 29 MEI 1867
des voormiddags ten 10 uur.
4
I
!l|
'hl
4
4
4
PUNTEN TER BEHANDELING:
Concept verordening tot opruiming van mest
vaalten enzwaarover in de vorige Vergade
ring de stemmen hebben gestaakt.
Missive met Concept Instructie voor den te
benoemen Secretaris der Gemeente.
M ssive van den Heer Mr. J. J. BOLMAN
houdende aanneming zijner benoeming lot lid
van het Collegia van toezigt op het Middelbaar
Onderwijs.
dit jaar invalt op WOENSDAG den 29 MEI e. k.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente
SneekWOUDA.
De Secretaris,
HAGA.
KONINKLIJKE BESLUITEN Kn
BENOEMINGEN.
„Art 2. 1 o
Het grootste gedeelte van de zitting der
Tweede Kamer van 21 dezer was gewijd aan
de discussie over art. 65 der wet op de schut
terijen en een amendement van den heer Fokker,
legen het stelsel om bij voorkeur en voor het
grootste deel de schutters te kiezen uit d«
miliciens die gediend hebben en die daardoor
ongelijkmatig bezwaard zouden worden. Ten
slotte is art. 65 onveranderd aangenomen. De
heer Godefroi heeft al zijne amendementen in
getrokken, omdat hij bij de kamer weinig me
dewerking en bij den minister onverschilligheid
of tegenzin meende te bespeuren. De discussie
is gevorderd tot art. 95. Morgen voorzetting,
’s Gravenhage, 22 Mei.
Na langdurige discussiën heeft de Tweede
Kamer bij de voortgezetie behandeling van de
schutterijwet, overeenkomstig het voorstel van
de heeren Stieltjes en de Roo van Alderwerelt
met 41 tegen 19 stemmen beslist en dat geen,
afzonderlijk korps zal worden opgerigt uit die
schutters, die hunne dienst reeds bij de land
en zeemagt zouden hebben volbragt. Hoezeer
de Regering haar in dien zin gedaan voorstel
grondde op de belangen der verdediging, uie
in lijden van gevaar, zoude worden gebaat
door het voorhanden zijn van een goed geoefend
korps, deed de meerderheid zulke zwaarwiglige
bezwaren daartegen gelden, vooral uit hel oog
punt van magelijke verzwaring der militiedienst
dat sommige leden van de aanneming van het
amendement de Roo-Slieltjes hunne stem over
de wet afhankelijk maakten. Wij merken in-
lusschen op dat alinea 1 van art. 95waarin
bel verworpen beginsel voorkwam, bepaalt dat
do wijze van zamensteliing en indeeling van da
schuttersko.rpsen bij koninklijk besluit wordt
geregeld, en dat de Regering, zoo zij al zedelijk
veipiigt is hel verworpen beginsel niet toe te
passen, evenwel bij de inrigling der schutterij
sorpsen niet gebonden is.
Verder heek de Kamer, met 41 tegen 21
stemmen, gehandhaafd het beginsel, in art. 97
SNEEKER
COÜRA
i
i.
I
l
De toestemmingin het voorgaand artikel j
-- --«•"-q*4vvvvuuvu mij vuo gcviaagil,
irlegging van de statuten of reglementen der
8
8
Hl
\lz I C./
I
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad 1.65 buiten de Stad franco ƒ1.90
11
Artikel 12. Op verlangen van zoodanige vereeniging
kan door Onze minister van oorlog, zoo daartoe gele
genheid bestaat, het noodige personeel uit het leger
tot het geven van onderrigt, tijdelijk aan de vereeuiging
worden toegevoegd.
Artikel 13. In de maand January van elk jaar zendt
het bestuur van ieder der met Onze toestemming be-
staande vereenigingen aan den burgemeester der ge-
meente, of bestaat de vereemging uit ingezetenen van
meer dan ééne gemeente, aan dien der meest bevolkte,
een verslag van den toestand der vereeuiging. zoowel
wat hare oefening, vorderingen in den wapenhandel en
in het schieten, als haie zamenstelling en ledental betreft.
„Deze verslagen worden door tusschenkomst van Onzen
kommissaris in de provmcie aan JOnzen minister van
oorlog gezonden, ten einde aan Ons te worden voorge
legd.”
Het Staatsblad n° 49 bevat het koninklijk besluit Van
12 Met 1867 houdende vaststelling van eenige alge-
meene regelen voor de vereenigingen, teu doel hebbende
om, door vrijwillige oefening in den wapenhandel
en bijzonder in het schieten, ’s lauds weerbaarheid te
bevorderen
In de overwegingen van dit besluit verklaart Z. M.
„Lettende op den prijzenswaardigen ijver, welke zich
bij vele ingezetenen heeft geopenbaard om zich in het
hanteren der wapenen en bijzonder in het schieten te
oefenen
„In aanmerking nemende, dat er reeds verscheidene
scberpschuttersvereenigingen zijn opgerigt die zich het
bevorderen van ’s lands weerbaarheid ten doel stellen en
dat dit loffelijk voorbeeld navolging kan vinden:
„Willende aan die vereenigingen zooveel mogelijk be
scherming én medewerking verleenen en tevens eenige
algemeene regelen vaststellen, waarnaar zij om die be
scherming en medewerking te erlangen, zich hebben te
gedragen.”
liet besluit telt dertien artikelen, luidende als vulgt
Ari 1 Aan vereenigingen van meer dan lieh personen, ten
doel hebbende om, door oefening in den wapenhandel
en bijzonder in het schieten, ’s lands weerbaarheid te
verhoogen, met Onze toestemming opgerigt, of die nader
verkregen hebbende, wordt bescherming en medewerking
van staatswege verleend.
„Zij blijven niet te min aan de wetten en weltelijke
verordeningen, betreffende de te houden bijeenkomsten
ea schietoefeningen, onderworpen.
ADVER TEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
vermeid, wordt door belanghebbenden bij Ons gevraagd,
onder over' j-'-j - __o;
vereeuiging, waarbij het doel, dat zij zich °voorstelt. dui
delijk is aangewezen.
„Art 3. Op de voordragt van het bestuur eener
met Onze toestemming bestaande vereeuiging, welker
leden zich gezamenlijk of ten deele tot een korps heb
ben gevormd, worden door Ons de kommandant en
verdere officieren van dat korps naar gelang zijner sterkte
benoemd. Die benoeming beeft geen invloed op hunne
wettelijke verpligtingen ten aanzien van de nationale
militie en de schutterijen, noch op hunnen rang bij de
zee- en landmagt en schutterij.
„Zij worden op hun verzoek of op voorstel van het
bestuur der vereeuiging door Ons ontslagen.
„Art 4. Deze door Ons benoemde kommandanten en
officieren leggen in handen van den burgemeester der
gemeente hunner woonplaats den navolgenden eed of be
lofte af:”
,„,Ik zweer (beloof) trouw aan den Koning, gehoor
zaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van den
Staat.
„„Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig
(„„Dat beloof ik,””)
„Art 5. De door Ons benoemde officieren der vrij
willige korpsen, die der schutterijen en van de zee- en
landmagt erkennen elkander in hunne rangen en geven,
wanneer zij in de door Ons vastgestelde of goedge
keurde uniform gekleed zijn, elkander de gebruikelijke
eerbewijzen.
Artikel 6. De schildwachten doen voor de officieren
dezer vrijwillige korpsen, in de door Ons erkende uniform
gekleed, dezelfde eerbewijzen als voor de militaire offi
eieren van gelijken rang zijn bepaald.
Artikel 7. Zijn deze vrijwillige korpsen gezamenlijk
met de schutterij en de militaire magt onder de wapenen,
dan sluiten zij ter linker zijde van de schutterij aan, in
volgorde van ancienueteit, te rekenen van den dag,
waarop de vereeniging waaruit het korps is gevormd,
Onze toestemming verkregen heeft,
„Is een vrijwillig korps alleen met de militaire magt
onder de wapenen, dan bezet het den vleugel.
„Bij het gezamenlijk onder de wapenen zijn verblijft
het bevel over de vereeuigde wapenmagten aan den
militairen of schutterlijken bevelhebber.
„Artikel 8. Verlangen de leden eener met Onze toe
stemming bestaande vereeniging bij hunne oefeningen en
diensten eene kleeding naar bepaald model te dragen en
die als uniform door Ons erkend te hebben, dan kan
het bestuur der vereeniging daartoe, met aanbieding eener
beschrijving dier kleeding, bij Ons aanzoek doen, zoomede
tangs of onderscheidsteekenen aan Onze goedkeuring on
derwerpen.
„Artikel 9. De door Ons benoemde officieren, zoomede
de onderofficieren der vrijwillige korpsen kunnen dezelfde
rangteekenen dragen als voor die der infanterie van het
leger zijn bepaald, met dit verschil, dat de fourragères
voor de officieren geheel of gedeeltelijk van zilver zullen
zijn.
„De kokarde der vrijwillige korpsen, alsmede de sjerp
van de officieren bijaldien zij die dragen, zijn van oranje
kleur en in vorm gelijk aan die van het leger.
Artikel 10. Behalve de banieren, die aan eenig vrij
willig korps mogten zijn of worden geschonken, kan door
Ons aan zoodanig korps een vaandel worden üitgereikt.
„Artikel 11. Elke met Onze toestemming bestaande
vereeniging, onverschillig of zij als een korps dan wel
eenvoudig burgerlijk is ingerigt, wordt op haar verzoek
dojr de zorg van Onzen minister van oorlog voorzien
van de noodige munitiën voor de schietoefeningen
„ludien de voorraad van wapenen dit toelaat, kunnen
ook door hem eenige geweren ten gebruike worden ver
strekt.