JAARGANG
18117.
N'o. 'Xfel
NIEUWS" EN ADVERTENT1E-BIAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SM. '7
22sle
ZATÜRDAG 1 JUNIJ.
BINNENLAND.
VERGADERING
VAN DEN GEMEENTERAAD VAN SNEER,
MAANDAG DEN 3 JUNIJ 1867
des voormiddags ten 10 uur.
State n-ü en e r a a 1.
2e Kamer.
1 I
1
WETHOUDERS van
3°.
1
I,
i
I
!'l
van
C. Weeshuis, in verband met de Ar
PUNTEN 'TER BEHANDELING:
Overweging betrekkelijk den opbouw
een R.
menscliool.
Adres van Jouke Farx, om grond op grond
rente (aangehouden)
I F" - i
het onderzoek niet in voldoenden Staat wórden
bevonden
4°. die kleeding of uitrustingstukken, dan een
ander toebehoorende, bis dë zijne vertoont.
De ver’ofgangers worden herinnerd dat, nu
er maar één onderzoek in het jaar wordt ge
houden, zij bepaaldelijk moeten opkomen en dal de
strafbepalingen van art. 144 der wet strengelijk
zullen worden toegepast op de zoodanigendie
zonder geldige reden niet verschijnen en dat
Zóódanige verlofgangers die zich in eéne andere
gemeente gaan vestigen, de verpligting wordt
voirgehouden, welke aan hen bij art. 134 dér
wet is opgelegd.
Sneek den 1 Junij 1867.
Burgemeester en WetkSuders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
I
De Tweede Kamer heeft de discussiën
óver de regeling der schutterij voortgezet. Een
amendement van den heer Fokker, om de in-
rigtiug van schietbanen op kosten van ’t Rijk
en ’t onderhoud op kosten der gemeenten te
doen plaats hebben, is aangenomen.
KENNISGEVING.
NATIONALE M1LLITIE.
BURGEMEESTER en
de Gemeente bNEEK
Gelet op het besluit van den Commissaris
des Kotiings dezer Provincie van den 23 Mei
1867, 2e afdeeliog N°. 678 brengen door deze
ter kennis van de belanghebbende, dat het
onderzoek over de verlofgangers van de militie
te land in deze Gemeente zal plaats hebben op
Woensdag, den 19den Junij e. k des morgens
ten 9 uur.
Dal aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen de Miliciens-Verlofgangers van de
vier oudste ligtingen, voor zoo ver zij vóór den
Isten April jl. in het genot van onbepaald
verlof ï.ju gesteld.
Dal de verlofganger bij het onderzoek moet
verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van
de kleeding en uitrustingstukken, h m bij zijn
vertrek' met vei lof medegegeven, van zijn zak.
boekje en van zijn verlofpas.
Dat, behoudens bet bepaalde in art. 130 dier
wel, een arrest van twee tot zes dagen door de
Militie Commissaris kan worden opgelegd aan
den verlofganger
1°. die, zonder geldige redenen, niet bij
he l onderzoek verschijnt
2°. die, daaibij verschenen zijnde, zonder
geldige redenen, niet voorzien is van de hier-
voien vermelde voorwerpen
wiens kleeding ol uitrustingstukken bij
Men leest in de Groninger (Stads) Cou
rant.
„Uit 's Gravenhage wordt ons van goed on
derrigte zijde medegedeeld, dat de wet op het
hooger onderwijs reeds bij den Raad vaïTStale
aanhangig is en weldra bij de Staten Generaal
zal worden ingediend. Omtrent den inhoud is
vooralsnog niets bekend. Alleen weet men dat
de nieuwe wet ontworpen is door den minister
van birinenlandsche zaken melden referendaris
mr. H. Vollenhoven, zonder eenige andere
medewerking.”
Men meldt uit da residentie aan da
Arnh. Courant dd 27 Mei:
Als een bewijs op welke wijze de meest
gegoede en voorname ingezetenen zich hier vau
deu hoofdelijken omslag weten af te maken,
kan dienen, dat de tegenwoordige minister van
buitenlandsche zaken ook dit jaar even als hem
ten vorige jare gelukt schijnt te zijn, een po
ging heeft aangewend om hel buitenverblijf,
waar hij nu en dan naar toe gaat, en dat bui
ten de gemeente gelegen is, als zyue domicilie
te doen doorgaan. Dit jaar vond dit beweren
van sommige kanten tegenspraak, en scheen
men bezwaar te zullen maken iu den gemeen-
teraad tegen' dë aanvrage om ontheffing. Naar
men fiiiji Vérz'ékérd heeft, was het motief om
ontheffing, dat een minister gelijk moet gesteld
worden met een afgevauidigde in de slaten-
generaal, als slechts een tijdelijk mandaat ont
vangen hebbende. Dat een minister slecht»
lijdelijk zijn ambt bekleedt is buiten twijfel maar
de nederigheid zoo ver te drijven, van zich
zelven niet eens een vast inwoner dec residen
tie te rekenen en het bezit der portefeuille
voor zoo onzeker te houden, dat men zelfs voor
een enkel jaar hoofdelijken omslag niet durft
instaan, dit gaal wel wal ver. Genoemde mi
nister heeft echter den Haagschen ingezetenen
de eer aangedaan o n dit jaar vau zijne réclame
Adres van Johanna Gerritsen, Onderwijzeres,
om verhooging van jaarwedde.
Voorstellen lot af- en overschrijving van en»
kele posten van uitgaaf.
Benoeming van een Concierge Van hét ge
meentehuis enz.
Missive van de commissie van toezigt op
het middelbaar onderwijs, houdende kennisgeving
van de benoeming van den heer mr. J. J. Dol
ma:! lot Secretaris.
Adres van den heer J. D. Belmer, om gé
bruik te mogen maken van de leekenzaal, tót
het geven van privaat onderwijs, naet éene
missive van de Commissie van toezigt.
F1
SNEEKER
8
3
5
r
4
i
1
l
3
l
3
L
4
8
8
ADVEKTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewon»
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cent»
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
-
i
5
1
L
I
COURANT
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco ƒ1.90
•1?/;
aan hunne verpligting tot de dienst bij de mobiel#
schutterij hadden onttrokken, ongestraft te laten. Zoo
danig gewijzigde redaetie, die aan de geopperde bezwa
ren in het belang der persoonlijke vrijheid gemaakt zou
tegemoet kunnen komen, stelde hij zich voor in de vol
gende zitting in te dienen.
Hoofdstuk XIII, van de kosten, en de daartoe be-
hoorende artikelen 162 tot 165 waren reeds vroeger
behandeld en aangenomen. De Kamer ging du» over
tot de behandeling van hoofdstuk XIV, van de regt»-
pleging, de straffen en de tucht. Daarvan werden artt.
166 tot 175 aangenomen.
Zitting van 28 Mei.
ïn deze zitting zijn de beraadslagingen voortgezet
over art. 130 van het wetsontwerp, regelende de schut
terijen [hoofdstuk XII, van de dienst der schutterijen
in tijden van gevaar en oorlog]. Dit artikel is met
wijziging aldus aangenomen:
„In tijden van gevaar en oorlog kunnen de schutterijen,
met opneming Van de schutterpligtigen der eerste klasse
van oproopiugj die tot de reserve zijn overgegaan, geheel
of gedeeltelijk tot verdediging des Vaderla.ds opgetoepen
en mobiel verklaard worden.
„De schüttér», wier oefening tijdens het ontstaan van
gevaar óf tfö'flög niet voldoende is, kunnen bij ieder
corps tot nadere oefening lijdelijk in afzonderlijke onder-
deelen tereenigd worden.
„Aan de geoefende corpsen, of onderdèelen van corp-
ten, worden voorzooveel noodig en mogelijk officieren
èn kaders uit hét Jêgêr foègevoegd.
„Is tot het voltallig maken der sterkte, in art. 3
bepaald, de oproeping tsrt' a'lle schutterpligtigen der
eerste klasse die tot dè reserve behooren niet
noodig, dan geschiedt die oproeping te beginnen met
hen, die in het laatst voorgaande jaar tot de reserve
zijn overgegaan; van ieder jaar wordt de reserve, de
oudste in jaren, het eerste opgeroepen.
„De oproeping wordt bevolen en de mobielverklaring
geschiedt bij eeu door ons te nemen, in de Staatscourant
en het Staatsblad te plaatsen besluit.”
Daarop werd art. 131 met eenige wijziging en werden
artt. 132 tot 160 zonder beraadslaging en zonder hoof-
deiijke stemming goedgekeurd.
Art. 161, luidende.-
„De beambten van politie en alle ambtenaren belast
met het opsporen van misdrijven, zijn belast met de
opsporing van hen. die zich op eenigerhande wijze aan
hunne verpligting tot de drenst bij de mobiele schutterij
hebben onttrokken. Deze iialatigen kunnen gearresteerd
en voorioopig in hechtenis geltuudeu, overeenkomstig
art. 155, voor Gedeputeerde Ntateu gebragt.”
Dit artikel werd met 31 tegen 22 stemmen verwor
pen.
De Minister van Binuenlandsche Zaken gaf daarop
te kennen eene nieuwe redactie te zullen voorstellen
daar het de bedoeling niet kon zijn om heu, die zich
h
li