Zaterdag
24 April.
NIEUWS- IN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE STAB EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
VIER-EN-TWINTIGSTE JAARGANG
No. 32
IB
I
V i
1°.
i
V,
L.
I i
c -
VOLKSRAMPEN.
II.
T
SNEEKER
I
1
aangenomen,
--J van orde
j
een wetsont-
van rijks-
werd er i
die meer dan
COURANT
I J>fl
JIM] 4
f
I I
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS on a
franco ƒ1.90. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels
Zegelrecht voor i
opriep
i meer
en ’t zal ons blijven ge-
»Dat is alzoo ge-
Onkunde ziet daar de grondoorzaak der
ter bijgeloof, de vassallen van het gezag ,\eb-
J-)en
de welvaart gestremd,
enz.
aan
nog kunstmatig en bij
Zonder
te willen
- grenzen
des lands of den invloed, dien het daarbuiten uit
oefent meenen we toch te mogen aannemen
dat zoo’n fameuse kortwieking de vlucht wel
wat erg belemmert en van ’t vliegen tot ’t flad
deren brengt. M. a. w. niemand zal zoo dwaas
zijn het tegenwoordige Rome: als y>machtig",
^Griekenland als ^bloeiend”, of Turkije als
^krachtig te qualificeeren, maar, - met eenige
welwillendheid ons moeten toestemmen dat hier
sprake is van vervallen rijkenen daardoor
verarmde bevolking.
Niemand onzer lezers hopen we, zal de vraag
stellenxwaartoe nu eigenlijk die herinnering
immers, wij vertrouwen dat ieder met ons over
tuigd zal zijndat een vingerwijzing naar het
verledenvaak een levenswenk kan zijn voor het
heden.
Van het bijzondere, toch, overgaande tot het
algemeene, en, dan de vraag stellende: »wat is
de oorzaak van het, zoo al niet vernietigen, dan
toch slechts kwijnend voortbestaan van een volk,”
is het antwoord niet meer zoo moeielijk, ’t luidt
doodeenvoudig aldus»de schuld daarvan licht
1°. aan de slechte regeeringen, en 2°. aan dat
volkzelf.”
Daar zijn te allen tijde en ze zijn er nog
helaas! te over; of’t prettig is, is de vraag niet
er zijn te allen tijde regeeringen geweest, die
zich over ’t welzijn des volks nagenoeg evenveel
ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad
Tj re^,’ aewone letter, 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents behalve 35 Gents
de e plaatsing. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende, gelieve men franco toe te zenden aan den Uitgever.
ben de volksramp^
en
oorlogen
bloeiden
dus een einde zoeken te maken aan vele volks
rampen men beginne met het volk intellectueel
te ontwikkelen. Men neme de hoofdoorzaak der
kwaal wegen de patient zal natuurlijk lang
haam, en dat schijnt noodig! genezen.
In de eerste plaats dusgoed degelijk onder
wijs. Dit wordt gelukkig meer en meer begre
pen en geapprecieerd, en dat noemen wij een
verblijdend verschijnselwant het is de eenige
weg, die tot verlichting en ontwikkeling leidt.
Dat die ontwikkeling- en verlichtingstheorie vele
tegenstanders vindt, is gemakkelijk te begrijpen;
er zijn er nog zoo velen die belang hebben bij
onkunde, van anderen altijd! en daarom
zeer gaarne een domper-systeem zagen besten
digen dat winstgevend is voor hen-zelf. Dat ze
daarentegen nog zoo dikwijls tegenwerking moet
ondervinden van den belanghebbenden patient is
STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 20 April.
In de zitting van heden was aan de orde de
behandeling van het wetsontwerp tot herziening
der tabel bedoeld in artikel 99 der wet van
den 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37). De heer
Thorbecke stelde voor de volgende motip van
orde
»De kamer, overwegende, dat het voorstel
van den geachten afgevaardigde tnr. Heemskerk Az.
strekt, om vóór het onderwerp der regeerirms
voordracht, herziening van de tabel, vermeld
in artikel 99 der wet van 4 Juli 1850, een an
der onderwerp, herziening der tabel, vermeld
m artikel 1 der wet, aan de orde te brengen
van oordeel, dat de behandeling van dit faatste
onderwerphoe zeer overweging waardigthans
onvoorbereid en ontijdig is, en de invoering eener
herziene kiestabel, overeenkomstig het gebod van
artikel 99 der genoemde wet door de regeerin^
voorgedragen zou doen verschuivengaat
over tot artikel 1 van het regeeringsvoorstel.”
De heer van Kuyk droeg eene andere motie
voorde strekking hebbende om het voorstel van
den heer Heemskerk Az. tot onderzoek naar de
afdeelingen te verzenden.
Over beide motion van orde voerden het woord
de heeren: Fokker, Thorbecke, van Kuyk, In-
singer, Fransen van de Putte Heemskerk Az.
Pijnappelvan Beyma thoe Kingma, van Zinnicq
Bergmann, Godefroi, J. K. van Goltstein, van
Wassenaer van CatwijckNierstrasz, van Hou
ten en de minister van binnenlandsche zaken.
De motie van orde van den heer Thorbecke
werd met 39 tegen 30 stemmen
ten gevolge van welk besluit de motie
van den heer van Kuyk verviel.
In deze zitting is nog ingekomen
werp tot regeling van het onderwijs
wege in de beeldende kunsten.
Zitting van Woensdag 21 April.
In de zitting van heden zijn de beraadslagin
gen voortgezet over het wetsontwerp tot her
ziening der tabel kieswet en vingen die aan over
art. 1. De kamer bepaalde, dat de beraadsla
ging zou gevoerd worden achtereenvolgens over
ieder district met de ten aanzien van elk der-
zelve voorgestelde amendementen, en dat, wan
neer de behandeling zou zijn afgeloepen, de-on-
te bejammeren. En tóch is dit nog, helaas! te
vaak het geval. Kleingeestige vooroordeelen te
gen het geneesmiddel bestendigen de kwaal. In
zóóverre heeft dan ook hel volk-zdf de schuld
aan de rampen, die het treffen. Als men toch
iemand de oogen wil openen, maar hij verkiest
nu liever niet te ziendan verdient hij ook niet
beter dan zijne prettige! wandelingen in donker
voort te zetten maar dan ontneemt hij zich zelf
daarmeê ook het recht van klagen over de pijn
lijke wonden, die hij opdeed bij zijn nachtelijke
excursion.
men de geheele wereldgeschiedenis raadpleegt,
bekommerden als de koe over ’t boter maken;
miar; die zich toch heel graag vetmestten ten
koste van die geduldige leveranciers. Men mag
dat nu slim vindeneerlijk is ’t niet. Daaren
tegen zijn er altijd onderdanen geweest,ook al
weer te over! die gaven, tot ze niet meer kon
den geven. Men mag dat nu dom noemen, on
eerlijk was T niet. Ziede zaak was en is dood
eenvoudig. Men oordeele:
\an af de kindschheid der menschheid tot
aan de mondigheid der negentiende eeuwers
schijnt er een contract te bestaan tusschen ge-
kag en onkunde. Dat verbond is vreeselijk sterk.
maar vooral die der middeneeuwen dan
licht ernaast de breedeglad gepolijste keten
van ’t gezag de hier en daar verroeste staaldraad
der onkunde, en, wat jammer is! de schub
bige staart van ’t monster geeselt nog rond, zelfs
in de geschiedenis der negentiende eeuw.
Gezag op zich-zelf is b sen kwaadintegendeel
het kan ten zegen worden voor een geheel volk,
wanneer het in goede handen is; maar het word*
een ware volksplaag en oorzaak van vele en ve
lerlei volksrampenwanneer het berust bij slechte,
egoïstische regeeringen. Deze laatste kunnen zich
steeds handhavenzóólang het volk niet genoeg
zaam ontwikkeld is om te begrijpen, dat die
eeuwenlange leverantie waarvan we zooeven
spraken zonder eenige vergoeding voor ’t ge
leverde, toch vervelend begint te worden. Dat
die overtuiging zich slechts zeer langzaam ont
wikkelt en voortplant is niet te verwonderen.
Het gezag wist zeer goed wat het deed toen het
domheid en onkunde tot bondgenooten c
Houd het volk domontwikkel het niet
dan hoogst noodig is
hoorzamen en dienen!
bleven tot op dezen dag”.
volksrampen. Onkunde met haar tweelingzus-
bestendigdde vooruitgang
Armoedeepidemiën,
waren de wrange vruchten, die
dien parazieten-boom. Wil men
Even als het leven van elk individuzoo heeft
ook de geschiedenis van die groote verzameling
van individuën, die we gewoon zijn ï>een volk"
te noemen zijn licht- en schaduwpartijen aan te
wijzen. Alle volkeren schijnen hun tijden van
opkomst in bloeimaar ook van achteruitgang
en verval te moeten doorloopen. Van verdwenen
volken en staten willen we nu niet spreken.
Toch willen we aan een paar voorbeelden her
inneren, die daarom vooral welsprekend zijn,
omdat de sporen van vroegere grootheid nog niet
geheel zijn uitgewischt. We hebben op het oog
Rome Griekenland en Turkije. Wat bleef er
bijv, over van de eens zoo groote en machtige
romeinsche republiek Een ineengeschrompeld
door vreemde bajonetten gesteund staatjeoch 1
niet veel meer dan het verbleekt en rammelend
scelet van het eenmaal zoo schoone en krachti
ge lichaam. Wat van het door kunstzin en be
schaving bloeiende Griekenland der oudheid
Eenschijnbaar door kinderhand in eengezet
kaartenhuis, dat zelfs ondanks de lichtheid,
eigen aan zoo’n gebouwtje nog telkens door
eigen zwaarte dreigt in een te storten. Wat
van den trotschen turkschen kolossus
dan eens aan Europa dreigde de
wet te zullen stellen? Hij is gedegradeerd tot
een stokoud ziekelijk kereltje datdoor op el-
kaar naijverige doctorenbug Aunsunau
de gratie in ’t leven wordt gehouden,
nu juist de welvaart van een volk t
afmeten naar de uitgebreidheid van de
oefent