1 NWS- B ADTOWIE-BUD VOOR DE 1 \1 I GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. zatp:r[)ag i f 1 <8 26 FEBRUARI V IJ F-E N-T W 7' O 1 i A i II 1 i 0 4 i i voor 2 over i i I' on- van gingen uit wandelen en hadden -„a van den tempel der ADVERTENTIËN van 1 tot 4 tegels, gewone letter, 40 Gents, voor eiken regel daarenboven 7’/2 Cents. - Alle brieven en stukken, Deze CO ÜR A N T verschijnt. WOENSDAGS en ZATERDAGS Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco /1.90. hand slijten de scherpe kanten af en wordt zij l' een afgerond glad geheel. Zoo zal t ook gaan met de partij der geavan- ceerd-liberalenwelker orgaan het Noorden is. Zn rroot zegt menen te regt maar dat het niet anders kan. Ver de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht. 3TO8B3MW»MBaSMIgMBai Op ons, die door de geavanceerden oud-li- beralen genoemd worden, rust de pligt een gewapend oog te houden op de teekenen des tijds en uit het gedorschte graan de korrel van het kaf te wannen. Ten slotte eene vergelijking. Die mannen g’ hetzelfde doelhet zoeken waarheid. De een liep niet langzaam en ook niet ge zwind de ander was lui en het loopen viel hem hard, hij had fraaije kleederen aan en wilde niet bestoven worden de derde was een spring-in ’t veld en liep hard vooruit. Half ter wege bleef de luiaard, de egoist, die wel mede wilde deelen in het genot, maar niet werken, staan, want hij berekende, dat hij er toch wel zou komende tweede ging langzaam en bedaard vooruit en rustte van tijd tot tijd, deels uit vermoeidheiddeels uit eigenzinnigheid; maar de derde dorstte naar bevrediging. Hoe hij er kwam, weet ik niet. Maar wel weet ik, dat de tempel der waar heid er nog is en dat hij voor velen verborgen blijfy, „die zijn bestaan ontkennen, omdat zijniet zien Willen en veel met het Evangelie op heb ben zonder te begrijpen dat juist in het Evan gelie deze fabel meer dan tienmaal is verhaald. Wethouders zullen ingeval yj Jv r\ r» »v-» rtl 4 l.'t L ”1. tengewone omstandighedenten aanzien begraafplaatsen zoodanige voorschriften geven, als zij in het belang der openbare of algemeene gezondheid noodzakelijk achten. life. AFDEELING. Tan de Algemeene Begraafplaats. Art. 9. De algemeene begraafplaats zal dag voor een ieder toegankelijk zijn. Nogthans zullen de Burgemeester en Wethou ders m het belang der openbare orde of ake- meene gezondheid, kunnen bevelen, dat tijdelijk de toegang tot de begraafplaats, voor het pu- bliek zal gesloten zijn. Art. 10. Zoo lang daartoe gelegenheid bestaat, zal net uitsluitend recht, om in een bepaald graf te doen begraven hetzij voor onbepaaiden tijd hetzij voor een-tijdvak van vijftien jarenvolgens tanetkunnen verkregen worden Art. 11. In elk graf, zal de eigenaar of de genedie met den eigenaar is gelijkgesteld denc,zin van art 12 der wet van 10 April lt>69Staatsblad no. 65) niet meer dan twee lijken kunnen doen begraven. Alt. 12. Het zal vrijstaan, gemetselde graf kelders te stichten, mits deze worden ingericht in overleg met en onder goedkeuring van Bur gemeester en Wethouders. Zoodanige grafkelders kunnen alleen voor bepaalden tijd worden gesticht, na betaling het recht, volgens tarief. Het aantal lijken, gedurende een tijdvak van tien jaren daarin op te nemen wordt bij de stich ting door Burgemeesters en Wethouders bepaald. Art. 13. Het zal aan naast bestaanden of be trekkingen, na betaling van het bij tarief bepaal- de rechtvrijstaan in overleg met Burgemeester en Wethouders grafzerken gedenkteekenen en kruizen op of bij de graven te doen plaatsen graflinnen aan te leggen en boomen of heesters te laten planten, onder voorwaarde van behoor- lijk in het onderhoud er van te voorzien. Bur- i gemeester en Wethouders zullen ten allen tijde i kunnen bevelendat boomen of heesters geheel of gedeeltelijk worden uitgeroeid, en voorts dat datgenen worde opgeruimd, wat naar hun oor deel met behoorlijk wordt onderhoudenof in strijd is met de openbare orde. Art. 14. Niemand behalve den door den Ge meenteraad aangestelden doodgraver en zijne hel- pei smag op de begraafplaats een graf openen of vullennoch eenigen arbeid verrichten. SLOTBEPALINGEN. Art. 15. Met de invoering van deze verorde ning vervallen de bepalingen in de verordening van politie, welke op het begraven van lijken en de begraafplaatsen betrekking hebben, en al het geen in verband daarmede mocht zijn vastgesleld. Are. 16. Iedere overtreding van deze veror dening zaï worden gestraft, met eene geldboete van één tot vijf en-twintig gulden en eene ge vangenisstraf van een tot drie dagen, te zamen of afzonderlijk. opsporen van misdrijven en de dienaren der open bare macht. Art. 6. Het toezicht over de begraafplaatsen bij art. 26 der wet van 10 April 1869, (Staalsbl. n ba) aan Burgemeester en Wethouders onge dragen kunnen deze uitoefenen, zoowel in per soon als door den Stadsbouwmeester of een ander bepaaldelijk door hen daartoe aangewezen persoon. Art. 7. Bestuurders, doodgravers of opzich ters van begraafplaatsenzijn verplicht aan hef. openbaar gezag alle inlichtingen te verschaffen welke van hen, met betrekking tot die begraaf plaatsen of het begraven van lijken, zullen wor den gevraagd. Art. 8. Burgemeester en Wethouders zullen besmettelijke ziekten of ander bui- van de kunnen orde of nuttig KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek doen te weten dat, door den Raad dier gemeente, in zijne vergaderifig van den 25 October 1869, is vast gesteld: navolgende VERORDENING op het BEGRAVEN VAN LIJKEN EN OP DE BEGRAAF PLAATSEN. 1°. AFDEELING. Van het Begraven van Lijken. Art. 1. Het begraven geschiedt van ’s mor gen 1 uur na zons-opgang tot 1 uur vóór zons ondergang, echter in geen geval eerder dan ’s morgens 6 uur. Ingeval van besrnettelijke ziektekunnen Bur gemeester en Wethouders .ten aanzien van den tijd van begraven zoodanige voorschriften geven, als zij in het belang der omstandigheden noodig oordeelen. Art. 2. Onder begraven wordt niet verstaan het overbrengen van een lijk naar het lijkenhuis, welk gebouw mede gebruikt kan worden, tot opname van vermoedelijke schijndooden. De over brenging in beide gevallen zat geschiedenbij voorkeur na zons-ondergang, hetzij op bevel van Burgemeester en Wethouders ingevolge art. 6 der wet van 10 April 1869(Staatsbl. n°'. 65) hetzij op schriftelijke vergunning van den Burge meester. Art. 3. Wanneer, tot het begraven of ver voeren van lijken, rijtuigen of schepen worden gehuurd die niet uitsluitend tot dat doel zijn bestemd, zal de verhuurder verplicht zijn, vooraf de toestemming van den Burgemeester te vragen. De Burgemeester kan aan die toestemming zoodanige voorwaarden verbindenwelke hij in het belang der algemeene gezondheid of openbare orde noodzakelijk acht. Alt. 4. Wanneer naastbestaanden, betrekkin gen, armbesturen of andere instellingen niet voorzien in het begraven van lijken van onver- mogenden, zullen deze, in eenvoudige platte kis tenworden gebracht naar de algemeene be graafplaats, en aldaar, op de daartoe bestemde plaatsworden begraven. II0. AFDEELING. Van de Begraafplaatsen. Art. 5. De begraafplaatsen zijn ten allen tijde toegankelijk voor de ambtenaren belast met het weg van vooruitgang. Velen toch, die ingedommeld waren, zijn ge noodzaakt wakker te worden. Het ligt in den aard der zaak het beslaan eener i gangdat zij niet stil kan staan. Immer voorwaarts 1 Dat zij ieders leus de natuur wijst op dien weg met eene g de hand. Vóór de herziening der Grondwet waren er I in ons land niet veel mannen van vooruitgang I slechts enkelen zagen het noodzakelijke van her- i vorming in en zij werden uitgekreten voor nog I erger, dan zelfs tegenwoordig de conservatieve pers het de liberalen van '1848 doet. Toen in 1848 het liberale beginsel gezegevierd had, ten minste in zooverre, als de Grondwet, toen aangenomen in geen vergelijking kan ko men met die van 1840 stak de reactie al spoe dig haar hoofd op en het duurde niet langof onder de toenmalige liberalen kwamen er, die den vooruitgang te kras vonden. Zij werden be- naauwd voor hun eigen werkenhoewel de Grondwet met de lippen belijdende, trachtten zij hare consequentiën op alle mogelijke, personele aanvallen uitgezonderd, tegen te houden te be letten. Menigeen der liberalen bleef stilstaan op den ingeslagen weg. De daaruit zich vormende par tij noemde zich gematigd-liberaal. An deren veranderden dien naam in een juisteren ge mankeer d-liberaal. Die partij leverde vele nuances op;, doch allen beweerden toch liberaalja alleen echt, zuiver, onvervalscht liberaal te zijn. Wij noemden ze conservatief. En dat zijn ze ookwant ’t was hun niet zoozeer te doen om terug te gaan, maar om te blijven staan. Er waren er toen wel, die, even als nu, geen ander doel beoogden als het eigenbelang maar een kenmerk van de partij was het toen nog niet. Dit is het later geworden zoo als het trouwens gewoonlijk gaat, wanneer eene par tij blijft staan en dus bij zijn lijd ten achteren geraakt. Zij neemt in mannen van overtuiging af en wordt aangevuld door speculanten, die de partij als een pis-aller beschouwenals eene geldbron ter exploitatie. Zoo is het in deze gegaan. Het natuurlijk gevolg is daarvan geweest, de verachting welke de conservatieven zich op den hals hebben gehaald en welke zij ten volle heb ben verdiend, Om stilstand staande te houden, moet men vele middelen te baat nemen, die den toets der eerlijkheid of eerbaarheid niet kunnen doorstaan. Daarvan maken gewetenlooze lieden misbruik en zoo ontslaat, eene liederlijke persdie walging verwekt en de partij in welker dienst zij staat, verachtelijk maakt. Zoo als de conservatieven uit de liberalen zijn mtslaan, moesten uit dezelfde anderen voortko men die van den middenweg afweken en van bet stilstaan of langzaam voortgaan op den weg van vooruitgang niets meer wilden weten. Ook dat is een noodzakelijk gevolg. Elke politieke partijdie eenigen tijd bestaan heeft, krijgt een centrum, benevens eene Imker en regterzijde. In den beginne slaat zoon linkerzijde altijd over tot iets, wat naar hollen gelijkt; doch dat levert geen gevaar ot nadeel op. Langzamer- I stellingen de andere zijde heeft De geavanceerd-liberalen zijn van eene sociale hervormingdie noo- en i politieke partij van vooruit- die plotseling kan zijn en’ geweldig niet 1 wezen. Wij vergelijken ze met de liberalen van s vroeger, die ook verder wilden i gaan dan de Grondwet van 1848 gegaan is. I Waren die er niet geweest dan zouden wij nog onder den druk van het stelsel van Willem I zitten. Aan die mannen hebben wij ontzaggelijk veel te danken en de geavanceerd-liberalen van thans zullen hetzelfde bewerken als deze. Eenmaal zal Nederland hun ook dank weten. Dat is zeker. Het ligt op hun weg herziening der Grondwet voor te bereiden; en daartoe zullen zij zeker geraken. Niet numaar later. Wij hebben grooten eerbied voor de Grond wet, niet omdat zij »Gr o nd wet” is maar omdat hare voorschriften goed zijn en zij ons uit de politieke duisternis in het licht heeft gevoerd. Maar niemand zal beweren dat zij niet kan verbeterd worden dat zij hoezeer een meester- sluk zijnde, een nee plus u 11ra is van staats- inrigting. Verre van dien. In 22 jaren is het een en ander vooruitgegaan en heeft de praktijk gebreken aan het licht gebragt. Wie dat ontkentmoet het vooruitgaan van den menschelijken geest, de ontwikkeling van het goddelijke in de wereld loochenen. Latere jaren brengen nieuwe toestanden te voorschijn en die nieuwe toestanden eischen nieu we of veranderde regeling. Zoo is het ook ten onzent Onze Grondwet is een meesterstuk; maar zij is geen jusqu’ ici e.t non plus loin. i Zij is en blijlt een menschen werk, waaraan alle gebreken van een menschelijk product kle ven. Van haar geldt als van elke andere wetge ving: homo sum, ergo nihil humanum a me alienum puto bij gevolg het dwalen ook niet. Herziening der Grondwet is eenmaal noodig en zij zal ook plaats grijpen. De tijd wanneer is evenwel moeijelijk te bepalen. Trouwens zij heeft zelve in hare herziening voor zien en er voorschriften voor gegeven in haar elfde hoofdstuk. Niet nu zouden wij herziening wenschen, om dat wij vreezen zouden, dat zij geen verbetering zou aanbrengen. Maar eenmaal, als de tijd er toegekomen is, moet het gebeuren, en die tijd wordt, °>i.rijp gemaakt door de zich noemenden ge avanceerd-liberalen. Die partij heeft daarvan de verdiensten en de vruchten van haren arbeid zal Nederland eenmaal plukken en haar even dankbaar wezen, als wij ’t den mannen van 1848 zijn. Zoo vatten wij de geavanceerd-liberale partij op. Wie werkelijk liberaal is, vreest niet voor eene rigting hoe zij ook zijn mogewant bij hem slaat vast dat alle rigtmgenwelke ookzelfs de ultramontaansche en ultra-orthodoxe tot libe ralisme voert, De beide laatste zijn nuttig als waarschuwend voorbeeld, als negatieve magt. De geavanceerd-liberale of radicale zal die nen als critische commentaar op onze staatsin- en dus positief heilzaam werken. en geeft ook niet zelfs I Zij gaat te ver het liberalisme, althans j men bedenke wel en slakken vooruitgang aan DE GEAVANCEERD-LIBERALEN. liet optreden als zelfstandige partij door de geavanceerd-liberalen of radicalen behoeft geen verwondering te baren en geeft ook niet zelfs den geringsten schok aan m een kwade beteekenis. ontwaardiging over stilstand aan den eenen kant Integendeel, het versterkt het streven op den 1 dat hard van stal loopen noodzakelijk gemaakt. De geavanceerd-liberalen zijn in ons oos de pioniers - 1 vooral in dig iszullen de gevolgen eener verandering f vrees- selijk icuSen veigeiij gebieden- j 1848 of zelfs ware ar i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1870 | | pagina 1