NWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOH DE
GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
B I N N E N L A N D.
I
8 I
4
ia
I
- I
-
I
No. 30.
V IJ F-E N-T WINTIQSTE J AA E£ G- A. N G.
1870
WOENSDAG
13 APJEUL.
m
Staten-Gen era al.
üu
-)
DE AANNEMING DER AGRARISCHE WET.
s
ie
4
a
4
Bi
f-
wor-
et
in
.1
a
l
1
r
5
8
6
O
1
O
gingen over het ontwerp tot wijziging der
op het armbestuur.
Een amendement
O
1
1
4
2
O
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag den 8 April.
Ja d»‘>!e zitting z-yn vootlgezet de beraadsla-
el
,e
e
z.
n
\v
l-
5,
ADVERTENTIÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Gents,
voor eiken regel daarenboven 7 '/2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betredende, worden franco ingewacht.
IS
!0
a
ii’
n
a
ie
z.
5-
K E N NIS G E F IN G.
De BURGEMEESTER van SNEEK, brengt
ter kennis van de ingezetenendat op den' l ie
April j.l.bepaaldelijk zijn vastgesteld en geslo
ten, de Lijsten aanwijzende de personen, die in
deze gemeente bevoegd zijn, tot het kiezen van
Leden van de Tweede Kamerder Provinciale
Staten en van den gemeenteraaden dat de
bedoelde Lijs'en aangeplakt en van af den 13
dezer maand ter Secretarie dezer gemeente voor
een ieder ter inzage zijn nedergelegd.
Sneekden 12 April 1870.
De Burgemeester voornoemd,
HAMERSTER DIJKSTRA.
wet - opti eden een poging waagdeom door k;
s ontbinding te reageeren tegen die richting,
van den heer de Brauw op ke d» nnti.inJir.^ „„ii -5.
art. 7 werd met 50 tegen 18 stemmen verwor- j
Deze COURANT verschijnt WOENSD/IGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco /1.90.
SNEEKER COURANT.
De aanneming door de Eerste Kamer der A-
grarische Wetis een feit van groote beteeke-
nis.
Door het voorstel tot Wet te verheffen heeft
de Wetgevende Magt een eersten stap gedaan
op den weg, die naar regtvaarheid leidt in In
dische Zakenbijzonder met betrekking tol den
Inlander.
Wanneer de Wet ter uitvoering is gebragt
zal hel blijkendat zij gunstige resultaten ople
vert zoowel ten opzigte van de Javanen zelven
en de welvaart op Javaals wat aangaat de
zuiver Nederlandsche belangen.
Hoe grooter deel van den bodem toch wordt
bebouwd, des te meer vruchten er van het ge
heel getrokken worden en des te grooter, bij ge
volg, de algemeene rijkdom, die uit do produc
ten van landbouw en nijverheid bestaaner door
worden moet.
De regtstoestandwaarin tot nog toe de bo
dem van Java gehouden werd was niet alleen
zeer onbillijkmaar ook ten hoogste onnatuur
lijk. Hij gedoogde niet, dat de rijke bodem
werd bebouwdmaar onttrok honderd duizen
den bouws vruchtbaar land aan de cultuur in
strijd met de lessen der ervaringin strijd met
de wetten der wetenschap en der natuur.
Ifet Oud Oost-Indische-Compagnie stelseldat
voor tonnen gouds aan kruidnagelen deed uit-
roeijen om voor hetgeen er overbleef een mo-
uopolieprijs te kunnen bedingendat ellendige
stelsel van domme willekeur en luidschreeuwend
onregt, had in onze van natuur rijke, maar door
eigenbelang zoekende behouders zeer verarmde
koloniën, n et uitgediend.
Adat en allerlei verzinsels zijn uitgedacht ge
worden om de verbetering van dien toestand
tegen te houden, ja onmogelijk te maken. De
koloniale zaken werden geheim gehouden en wat
er van uillekte geloochend. Waar zulks niet
langer kon heeft men laster en verdachtmaking
gebezigd om het schijnende licht te verduiste
ren of uit te dooven.
Met dat rampzalig en mensch onteerend ver
leden is Goddank gebroken.
In deze Agraiische Wet zien wij eene huldi
ging van het gezond verstand en van sociale op-
ïeglheid.
Zij is een eerste schakel van den keten die
Java nader met het moederland moet vereeni-
genen leiden zal tot den bloei der kolonie. Zij
is eene eerste daad van goed begrepen koloniale
politiek.
Dat de mannen van het koloniaal behoud niet
ingenomen konden zijn met de Agrarische Wet,
laai zich begrijpen.
Elke slap toch op den goeden weg afgelegd
door de Regering, brengt hen een verder van
hun doel, dat hel eigenbelang hun voorschrijft,
en om hetwelk te bereiken zij nergensnoch
hier, noch in FrankrijkEngeland of waar ook
ter wereldooit eenige middelen hebben ont
zien.
De aanneming der Wel door de Eerste Ka
mer heeft nog eene andere beteekenis. Zij is
deze, dat de magt van de conservatieve partij
geknakt, ja omvergeworpen is en hare politieke
machinaliën van beginselen spreken wij niet,
omdat zij ze niet bezit hebben uitgediend.
Wat al middelen heeft zij niet beproefdom
eerst de aanneming der Wet door de Tweede
Kamer te belettenen daarna de Eerste te no
pen haar te verwerpen.
Zij heette nu ecus een mager beestje, dan we
der een aanslag van movers en schurken. De
eene keer werd er een beroep gedaan op de
Vaderlandsliefde der volksvertegenwoordiging de
andere keer weder gesmeekt de Wet af te t temmen
Het Noorden geeft onder het opschriftDe
kiem van een denkbeeldhet idee aan om In
die in de kamer te doen vertegenwoordigen. Ook
wij gelooven dat dit goed zou zijn en het daar
met der tijd heen moet indien namelijk Indie
innig met Nederland zal verbonden en de kolonie
als iels anders beschouwd worden dan eene melk
koe voor baatzuchligen en gelukzoekers. Wij zijn
zelfs de meening toegedaan dat de nu aangeno-
mene agrarische wet reeds een stap is niet op
maar naar dien weg.
Maar geenszins beamen wij de meening dat
wij het wel zonder Grondwet zouden kunnen
doen. Dal zou, o. i.slechts leiden tot de
schromelijkste autocratie en despotisme en riekt
waarlijk wel wat naar Sint Anna.
De ontbinding der Tweede Kamer tot twee
maal toe door dit vorig Ministerie werd nog al
tijd tegen beter welen aanbeweerd te zijn
geschied om de prerogatieven der kroon ie steu
nen. Zoolang Heemskerk zelf zweeg, mocht
men, wel is waar, die redenen niet aannemen,
omdat zij geen enkelen schijn van waarheid voor
zich haddenmaar bepaalde bewijzen voor het
tegendeel waren er oo» niettotdat nu die heer
zelf door zijn orgaan het Dagblad doet verkla
ren dat de ontbindingen zijn geschiedom te
reageeren tegen de liberale richting.
Wij zeggendat. Heemskerk zelf spreekt
wanneer het Dagblad zegt, dat het Ministerie,
waarvan hij het hoofd was »een vaderlandslie
vend werk verrichtte, toen hel door een kloek
in het belang der Javanenwelker belang zij
zeide te beoogen.
Nadat gebleken was dal dit pogen ijdel was
heeft zij het volk opgetrommeld om er tegen te
petitionerendoch het volk bleef doof voor hare
stem, want het volk, reeds meer dan eenmaal
door haar bedrogen, had door schande en scha
de geleerdniet wederom de hand te leenen tot
het bereiden van zijn eigen verderf.
In woede ontstoken heeft zij zich zelfs niet
ontzien, om den Koning te smaden en zijnen
persoon Wederom in den strijd te mengen, voor
gevende »dat Oranje evenzeer als de groote kern
der Nederlandsche Natie in de Agrarische Wet
de ruïne ziet van ’s Lands toekomst”
Aldus toch lazen wij in het conservatieve or
gaan aan welks hoofd als president-commissa-
ris een gewezen Minisler staat, terwijl mannen,
die door sociale positie en geboorte een sie
raad der maatschappij behoorden te zijnhem
als commissarissen ter zijde te staan.
Wanneer wij zeggen den Koning hebben zij
gesmaad, dan bezigen wij eene zachte uitdruk
king.
Wat toch te denken van een hoofd van Staat
dat wetsvoorstellen doet aaubiedenin welker
aanneming hij zelf de ruïne van het Land ziet?
Een Koningdie dat deed zou meineedig zijn,
want hij die zweert »tot instandhouding van de
algemeene en bijzondere welvaart alle middelen
te zullen aanwenden en een wetsvoorstel doet
aanbieden,” in ’t welk hij zelf de ruïne van het
Land ziet, is meineedig.
Men leert intusschen uit den mond dier partij
zelvehoe zij ’t met den Koning meent en wat
zij onder de prerogatieven van de kroon ver
staat.
Juist ter gelegenheid dezer Wet lazen wij het
in hun orgaan.
Niet alleen grepen zij op die wijze de praero-
gatieven der kroon aan maar zij schonden de
integriteit van den Koning èn als persoon én
als Vorst beide.
Niets hebben zij onbeproefd gelatenmaar
alles is te vergeefs geweest.
De onreinheid van het jegoïsme is afgesluit
op het gevoel van regt en eerlijkheid dat
hij de Natie en bij de Wetgevende Magt be
staat.
Eindelyk alzoo heeft de reglvaardigheid geze
gepraald over het onregt.
Daarvoor komt ’s Konings Ministerie, maar
vooral den chef van het departement van kolo
niën lof en dank toe. -
lil.- brengen wij hem len volle.
Deze eerste slap moge weldra gevolgd worden
door meerderen op dien weg ten goede, en zoo
voortgaamie zal de tijd aanbrekendat het niet
meer waar is, vdat Nederland is een roofstaat.”
De nationale zedelijkheid moet een juichtoon
aanheftien over de aanwinstdie zij gedaan heeft.
Java zal dezen Minister dank wetende Ne
derlandsche Natie is hem dankbaar.
Ook den Koning zij hulde gebragt voor deze
zijne regeringsdaad en hem niet het minst.
De band tusschen Volk en Vorsttusschen
hen beiden en de koloniën is er sterker door
geworden.
Ook bij onze naburen zullen wij er bij win
nen in achtingwant al zijn wij klein in getal
én al is de oppervlakte van onzen bodem niet
grooteen volk dat eerlijk is en onregt opheft,
dwingt achting en eerbied af en is daardoor
groot en magtig.
optreden een poging waagde, om door kamer-
- pwel
ke de, ontbinding van geheel ons regeerstelsel in
Nederland en in Indie beoogt”, en wy hebben
er lecht toe, want bij is pi'esidenl-commissaris
van het Dagblad en geene hoofdartikelen
den geplaatst zonder zijne goedkeuring.
Habemus reum confitententem in re ipsa.
Heemskerk erkent dus zelf, dat partijzucht
en niet de prerogatieven der kroon, nóch ’s lands’
heil hem dreef om die onlbindings-maatrenelen
te nemen.
Nu, geen denkend wezen heeft er ooit aan ge
twijfeld, of iets anders dan persoonlijk en partij
belang de drijfveeren van het kabinet Heems
kerkv. Zuijlen geweest zijn.
De aritipaardenvleesch-drijvers in Deventer
hebben zich zelven gestraft. Dr. Ketwich Ver
schuur heeft zijn ontslag genomen als gemeente
geneesheer. Hij was een der voorstanders van
het paardenvleesch, omdat hij het als een ge
zond goed en goedkoop voedsel beschouwde
vooral voor den arbeider, die zwaar werk te
verrichten heeft en zelden vleesch bekomen kan.
Voor de armen had hij alles over en heeft hij
zelfs een drukke en winstgevende praktijk vaar
wel gezegd om hen, bij wie hij zeer po
pulair was, goed te doen. Echter hebben die
zelfde armen, hem, wegens zijn ijver voor het
paardenvleesch, uitgejouwd en op andere wijzen
beleedigd. Alle moeite is gedaan om hem van
besluit te doen veranderen, doch te vergeefs.
Hij heeft genoeg aan deze groote ondankbaarheid,
en terecht. Dr. Verschuur deed met alleen als
geneesheer veel goed, maar zijn fortuin besteed
de hij voor een gedeelte ten nutte der geringere
lieden.
Te Rotterdam is de eerste steen gelegd
voor een gebouw voor de zouaven-broederseha’p
’t welk 40.000 gulden zal kosten. Een pauselijk
zouaai hield te dier gelegenheid eene redevoe
ring.
D Blokzijl bezigt men. bij ’t zoeken van
kievitseieren, hondjes, die op het zoeken er van
gedresseerd zijn; even als dit geschiedt bij het
opsporen van truffels onder den grond.
Te Harlingen is lol secretaris der gemeen
te benoemd de heer P. Greidanus Goslings ge-
meente-ontvanger met 6 van de 11 stemmen.
Hij stond niet op de voordracht, terwijl de heer
W. Pruis die sedert jaren ah eerste ambtenaar
ter secretarie voorbeeldig gefunctioneerd heelt
en er wel op stond, 5 stemmen verkreeg. De
tweede op de voordracht, Mr. J. Zijlstra bad ter
elfder ure zijne sollicitatie ingetrokken.
De veroordeeling van een 4'/2 .jarig kind
tot 7'4 jaar gevangenis door de Rechtbank van
Goes wint, naar mate zij meer wordt onderzocht
in gronden van verbazing.
Nu blijkt het, dat het kind bij verstek is
veroordeeld. Derhalve is het door de Rechters
veroordeeld die het niet eens gezien hadden en
toch oordeeldendat het kind had gehandeld
wiet oordeel des onderscheids.”
Zoo iels, zou men zeggen, behoort tot de
sprookjes van Moeder de Gans; maar de Goe-
sche Rechtbank deed het I
De Meppeler Courant maakt een brief open
baar van een ^stadgenoot,” een sergeant, die
de tweede tuchtiging hielp uitdealen aau de Gom-
mendezen op de kust van Guinea. De briefschrij
ver zegt daarin hel volgende:
rDe vaandeldrager, die naast my liep, kroe?
een schot in de zijde van het bautd, terwjjl zijn
vaandel met 6 schoten dcorbocKd' wevtl. 4 Offi
cieren werden gewond. Toen werden wë koo
langer zoo-kwader, trokken al vurende Coorait
en werden voor Kwassikrom driemaal teru 'be
slagen. De zwarten zongen De blanke men-
schen dut ten nietmaar dat zyu zy gewaar
den heer de Brauw op
den en eindelijk het wetsontwerp met 54 tegen
14 stemmen aangenomen. Tegen de heeren
Taets van AmerongenHoffman VirulyBlom,
Rutgers van Rozenburg van Delden, Kien, Wij-
benga ’s Jacob, Fransen van de Putte, Saay-
mans Vader, van Reenen, van Loon en Heems
kerk Az.
Het ontwerp tot verhooging van het hoofd
stuk Marineder staatsbegrooling voor 1870,
voor de aanschaffing van gebogen pantserplaten
is met algemeene stemmen aangenomen.
Het wetsontwerp tot verhooging van het hoofd
stuk Oorlog der zelfde begrooting voor de bui
tengewone aanschaffing van nieuwe vuurwapenen
(stelsel Beaumont) is eveneens aangenomen met
55 tegen 13 aJemmen. Tegenstemden de heeren
van Delden, Cremers, Westerhoff, Wybenga
Fransen van de Putte, DumbarZijlker, van
Houten, Jonckbloet, Moens, Idzerda Viruly en
Blom.
Nadat de kamer zich nog vereenigd had met
de conclusion van eenige verslagenis zij tot
nadere bijeenroeping uiteengegaar..