Onderlinge AD VER TEN TIEN. J j BRAJWAABÏOM ll.LITSCUAPl’ï, gevestigd te WOUDSEADc I '11 s. len van den dag der discussie over de interpol- IBl «El! OBO S 'IT SJ Sï K 35 Bf I i 1 Aan den Heer S. die wat Verder lerwijl met i I 1 want zij handelen willekeurig I i j s x 3 1 8al door Pingjum i c. a. a r :i e b n e e k d e n 'A C. il« Nieu- I I Echtgenoot Heden morgen overleed mijne geliefde t en der kinderen zorgdragende moe der TJITSKE PIETERS KOOPMANS, in den ouderdom van ruim 41 jarenmij nalatende drie kinderendie met mij haar gemis betreuren. Ijlst den 12 Juli 1870. JACOB M. V1ERSTRA. Den belanghebbenden wordt kennis gegeven dat de aangaaf ter inschrijving van GRANEN en VELDGEWASSEN van 15 Juli af bij HH. Korrespondenten is geopend. De verzekering vangt aan met gelijke dagtee- kening’s middags 12 uur. De DireJcteuren A. II. TROMP ZONEN. verdaging der discussie voor. Hierop antwoordt de heer Jules Favre: »dan hebben wij een mi nisterie van beursknoeierijen 1” Heftig verzet tegen deze uitdrukking openbaart zich van ver schillende kanten, en de heer Jules Favre wordt door den voorzitter tot de orde geroepen. Door den heer .Ollivier wordt vervolgens nog de ver zekering gegeven dat de regeering zich het pre- vilegie tot het bepalen van den dag van het de bat niet wenscht te laten ontnemen, dat die be paling zoo spoedig doenlijk zal geschiedenen dat het land inmiddels overtuigd kan zijn, dat de regeering met vastheid en waardigheid handelen en niets verzuimen zal om de natie op de hoogte te houden. De heer Favre geeft alsnu de hoop te kennen dat de kamer en liet land niet mogen verrast worden door de gebeurtenissen, even als dit bij den oorlog met Mexico is gebeurd. Daar mede is het incident afgeloopen. Ook de' zitting van den volgenden dag was hoewel minder onstuimig toch nog niet geheel vredelievend. Baron Brenier meende de regeering er Mijnheer de Redacteur 1 Hoewel de insinuatie des Heeren Hekman ei genlijk geen antwoord waard is en de onwaar heid van zijn beweren even duidelijk uit zijne woorden blijkt als de zin er van onwaardig is zoo zij het hem toch kennelijk gemaakt dat ik hem niet permitteer uit mijne mededeeling aan gaande de Tienhovensche vrij beheerdersresulta- er niet uit zijn te halen of 1 naar Losdorpdoor S. J. Kalma. Bedanktvoor 1 door N. Ostite Hattemvoor Valburg Th. H. Nahuijs, te Zeist; voor Hantum door S H. J. de Wolff, te Dalfsen; voor wenkerk ad. Ysseldoor D. N. Eerdmans, te Ysselmuidenvoor Zevenhoven en Hoornaar door A. F. Simonste Giessen c. a. Tot hulponderwijzer in de stads-armenschool te Sneek is benoemd de heer B. Sijswerdate Pingjum, en op aansluiting aan het Algemeen College niets te zeggen. Iedereen be grijpt datwanneer de Gemeente door rechts- streeksche verkiezinghare Notabelen benoemt deze volkomen bevoegd en vertrouwd zijn, om op liet beheer, van de door hen benoemde Kerk voogden toe te zien terwijl bovendien de Con trole van de geheels Gemeente ook nog bestaat. Maat' het baat niet. Als het brein door dwaze vrees beneveld word is men voor overtuiging niet meer vatbaar. Elke redeneering stuit dan af op hel ondoordringbaar pantser van oen ko lossaal vooroordeel, waardoor hel in de ziel gevestigd schrikbeeld steeds wordt bewaard en en gevoed. Alleen op deze wijze is het verklaarbaarhoe zoo vele, anders vrijheidlievende mannen, zonder eenig redelijk motief er toe besluiten kunnen om de vrijheid en zelfstandigheid der gemeente prijs te geven, en zoozeer in strijd met hun be ginsel te handelen. Daarom wordt e.’k middel, hoe nietig op zich zelve ook gretig, aangegrepen om toch eenigen schijn te kunnen bijbrengen voor de nuttigheid van zijne daad. Ongelukkig editor, Mijnheer S.1 deugt het door U aangehaalde daarvoor niet. Zelfs in de ongunstigste opvatting, waarin men om zoo niet op I R n i <1 n v» voeren dat den toets van het recht niet kan doorstaan en bijge volg ook de vrijheid verkracht. Reeds door twee rechterlijke uitspraken is het in ’t ongelijk gesteldvoor de Gemeenten Blaauw Capel en Benschop. En zoo weinig heeft de rechter ter men van verzachting gevonden, dat, in de laatst genoemde Gemeente, de geldelijke schade, voor de quasi kerkvoogden, duizenden guldens be draagt. Maar ook nog op andere wijze springt hel in het oogdat de voorstanders van meergenoemd College slechts «partijbelang” bedoelen. Immers wat is het geval De synode spant samen met het zoogenaamd Algemeen College, hoewel er in de kerkelijke reglementen schijn noch schadnw voor die handelwijze te vinden isom meester te worden van de stoffelijke middelen der Ge meenten, ten einde op geestelijk gebied haar in toom te kunnen houden. Maar nu is de synode zelve niets anders dan eene pariij. Een door den staat aan de kerk opgedrongen bestuur dat met de kerk niets ge meen heeft en uit haar niet is voortgekomen. Daarom is zij met haar ook nooit saamgegroeid maar bleef het, tot op den huldigen dag, een «Cesaropapistisch schepsel” dat de vrijheid der gemeenten steeds belemmert. Meer dan iets an ders heeft dan ook de synode de schuld en is zij de oorzaak van de jammerlijke verdeeldheid en verwarring waardoor de Ned. Herv. Kerk als ver scheurd wordt. Wat gij dus «algemeen kerkelijk belang” gelieft te noemen, Mijnheer S is juist «partijbelang” Het is niets anders dan het sa menknutselen der onderscheidene Gemeenten, in de valsche kerkgehootschappelijke eenheid, waar in eerst de vrijheid en dan liet leven verstikt. T Is niet een vrijwillig, levendige, organische eenheid, waarvan de Gemeenten zelfhandelende dee- len blijven, maar een gedwongen, mechanische eenvormigheid, waarin de Gemeenten tot onzelf standige deelen van een geesteloos raderwerk worden verlaagd. Dit is het wat de synode bedoelt en in verband met het zoogenaamd Algemeen College tracht tot stand te brengen en te houden. t Schijnt echterdat bet Algemeen College zijne dwaling begint in te zien. Ten minste het heeft gelast, dat de pogingen gedaan moeten worden om rechtsgeldigheid voor zijn besluit te bekomen. En dit kan niet anders dan door stem ming der Gemeente, waarbij zij dit besluit aanr neemt of verwerpt Ik ben benieuwd wat de Heerendie thans kerkvoogden meenen te zijn, in deze Gemeente zullen doen. Zij zijn in geen benijdenswaardige positie. Eerst te beweren, dat men volkomen gerech tigd is tot hetgeen men heeft gedaan en dit door den druk openbaar te makenen nu door het College, op wiens aanschrijving men heeft ge handeld in den steek te worden gelatenis al les behalve aangenaam. Maar wij zullen af wachten de dingen die komen zullen en midde- t onze reeds genomen maatregelen rus tig voort gaan. Dat alles tot heil der Gemeente en zoo moge-, lijk in vrede moge atloopen, is mijne oprechte wensch. Sneek den 11 Juli 1870. J. P. HEKMAN. en van den dag der discussie over de interpol- j Aangenomenhel beroep naar Giessen Nieuw- En dat dikwijls tegen den zin der Gemeenten, meen College iels trachfe in te latie Cochery, doch de minister 01 hvier stelt de kerk door R. A. van Beursen, te Purmer; i die toch de ware eigenaressen waren en zijn, toets van het recht niet’kan do c. r. Eal™u. j Doch de Staat had de Gereformeerde Gemeenten het beroep naar Ysselstein I onder voogdij gebracht en voogden benoemd, door die het natuurlijk hadden ie weten. De Gemeen ten waren als onmondigen en konden er niets legen doen. Nu is het anders. Het Kon. Be sluit van 9 Februari 1866 heeft de Gemeenten meerderjarig verklaard, ingaande met den Islen October 1869. En nu wil het zoogenaamd Al gemeen College, in verband met de Synode en de Provinciale Kerkbesturen, de Gemeenten weer, o! zoo gaarne, onder zijne voogdij brengen. Daartoe worden alle middelen aangewend, ook zulkewelke alles behalve rond en eerlijk zijn. Speculeerende op de onbekendheid der Gemeen ten kleedde het Algemeen College zijn voorstel tot voorloopige organisatie, in den vorm vaneen Besluit on zond het aan de Kerkvoogdijen, en de Synode aan de Kerkeradenom er uitvoering aan te geven, enkel door de verkiezing van No tabelen, zonder meer. Zorgvuldig werd alles vermeden, wal de Gemeenten eenigszins beter kon inlichten. De toeleg was, dat de Gemeenten enkel door het invullen van een stembiljet, van hare vrij heid voor immer, ten behoeve var: het Alge- het nemen kan pleit het nog tegen U. Maar gij spreekt ook nog van «partijbelang” en van «algemeen kerkelijk belang”. Volgens Uwe meening zijn de voorstanders van vrij en eigen beheer, bevorderaars van «partijbelang” ter wijl zijdie ijveren voor aansluiting aan bet pretense Algemeen College hel «algemeen ker kelijk belang” voorstaan. Nu is juist het tegenovergestelde waarheid, het geen ik zoo vrij zal zijn aan te toonen. Vooreerst is hel een onbetwistbare stelling, dat zij die het heilig beginsel van recht en vrij heid willen handhavennimmer partijgangers kunnen genoemd wordenin de ongunstige be- teekenis van het woord. Al zijn zij ook slechts weinigen in getalhet doet er niet' toe zij zijn voorstanders van het algemeen belangomdat het algemeen belang juist de handhaving van het recht ook ter bescherming van ieders vrijheid eischt. Daar tegenover zijn zij, die iets tegen het recht willen invoeren, altijd eene partij, in on gunstige» zinook al zijn zij nog zoo talrijk want zij bandelen willekeurig en worden gevaar- gebruikt tol doel- j lijk voor de vrijheid. Nu is het bekend dat hel zoogenaamd Alge- geluk -. mee ie moeten wenschen dat zij van de vroe- j ^'n 'e Lekken, die er niet uit zijn te halen, of ger gevolgde politiek afgezien en de fransche vaan men moet in «de waarheid staan. opgeheven heëft. Hij vraagt of de woorden, in i ie*3n dezulken kunnen dan ook beweren, dat het wetgevend lichaam uitgesproken beteekenen i dletsïa!, hetSeen de Ixeer II. bij de Tienhovensche «vrgbebeerders” vooronderstelt, van kerkelijke goe deren, geoorloofd is alleen dezulken durven zich te onderstaan zijdelings een smet op de kerk voogden te Sneek te werpen en tc dreigen met openbaarmaking van dingen, die men weet, maar de waarheid van welk weten wel evenveel waar de zal hebben als het gezwets over hét zuilen voeren van een procedure tegen die kerkvoog den. Die lieden van »de” waarheid hebben zich, m. i. en naar aller verstandigen oordeel, te be- lagchelgk met die zaak en te bespottelijk met de aannemingsgescheidenis gemaakt, em nog een woord er over te durven reppen. Metenz. De Heor en Mevrouw VERSTEGE Eikendal, betuigen bunnen oprechten dank voor do vele bewijzen van deelnemingbij het over lijden van hun geliefd kind ontvangen. gen zich ‘,;nzoo I Uil Algerië naar Frankrijk over te voeren. A’W<-, ACADEMIE- en SCHOOLMEUWS. Beroepen: te Huizen. P. Deelman, te Ben- uekom te den BommelG. H. ten Harmsen van der Beek, te Pieitzum c. a.te Zaamslag M. Reijerkerk ZOz. te Graft; te Kollem G. J. Huls man te Broek op Langendijkte Edam N. A van Wijk te Wijk aan Zee; te Huisduinen, A. Bermante Watergang te Warder J. van Loon, ie Leksmond; te Vrouwepolder W. A. van Beusekom te Vinkeveen c. a. te Scheve ningen L. Kan de Beer, te Arnemïiideu. Toezegging: van beroep gedaan door Maiken, aan den hulpprediker (e ileheudoornH.Ebbm-> I ga; door Pingjum c. a.aan A. H. van Dam j I te Makkinga een stembiljet, ten behoeve meen College afstand zouden doen. In overleg met de Synode zou dit College het dan verder wel maken. Het zou een reglement ontwerpen en verdere voorschriften gevenzoo als het nuttig en noodig oordeelde, zonder de gemeenten te raadplegen. Onmondigen behoe ven en behooren immers geen eigen wil te hebben? Maar die toeleg gelukte niet geheel. Er gin gen waarschuwende stemmen in den lande op, die ingang vonden op veie plaatsen. Toen ge bruikten de voorstanders van het Algemeen Col lege andere middelen. Verdachtmaking en smaad, sirenen-gezang en bedreigingen vooral het aan jagen van vrees, kwamen aan de orde van den dag. Men zou ten prooi worden van allerlei roofgedierte, als willekeurheerloosheid en voor al van de «Utrechtsche factie’, indien men het waagde het Besluit van het Algemeen College niet op te volgen, maar eigen vrij beheer te kiezen. En maar al te zeer vond 't aanjagen van vrees ingang Ook in deze gemeente. Hier is het vooral de vrees voorde orthodoxen welke er toe dringt zich hals over hoofd in de armen van het genaamd Algemeen College te werpen i offering van eigen vrijheid en zelfstandigheid misschien ook van eigen overtuiging. Want redelijke gronden val er voor dat de keizer den oorlog niet wil verklaren zon der medewerking van het buitenland. De heer Delisle wenscht een interpellatie te doen over de aanbieding der spaansche kroon. De, minister Ollivier maakt echter zwarigheid om reeds nu een zoo gewigtige zaak in discussie te brengen. Hij bepaalt zich tot het afleggen der verklaring, dat het zijn vurigste wensch is pogingen aan te wenden om den wereldvrede te bewaren zon der dat daarbij te kort worde gedaan aan Frank rijks eer en de bestemming van het fransche volk. De interpellatie van den heer Delisle wordt uilgesteld tot vrijdag a. s. De houding tusschen Frankrijk en Pruisen blijft voortdurend zeer gespannen en als er geen spoedige verandering komt is ‘t ergste te vree- zen. Diplomaten zijn druk in de weer, zij rei zen en trekkennota’s worden wederkeerig ge wisseld en in de bladen der verschillende landen wordt reeds een feilen strijd met de pen gevoerd. Men kan zich niet vleien met het denkbeeld dat in de laatste dagen verbetering en toenadering hebben plaats gehad. Integendeelde ongerust heid en vrees voor oorlog is toegenomen en wie weet hoe spoedig de betrekkingen tusschen beide grootmachten afgebroken en het zwaard uit de schede zal getrokken worden. De Constitutionnel deelt mede dat de heer Benedetti, fransch gezant bij het pruisische hof, aan den koning van Pruisen het protest van Ii ankrijk tegen de kandidatuur van prins Leo pold van Hohenzollern naar de spaansche kroon medegedeeld heeft; dat de koning een uitstel om te antwoorden heeft verzochten dat door den heer Benedetti is geantwoord dat dit uitstel zeer kort moet zijn. Voorts leest men in ge noemd blad dat het thans volkomen zeker is dat de prins von Hohenzollern door den koning van Pruisen gemachtigd is geworden de kroon aan te nemen. I Reeds worden in Frankrijk met koortsaehtigen ijver oorlogstoebereidselen gemaakt als moest de oorlog nog deze week uitbarsten. Men zegt: dat alle militaire autoriteiten in de departemen ten binnen drie dagen een nauwkeurige opgave moeten inzenden van de voorraden in de maga zijnen voorhanden. Een deel der nationale garde zal mobiel verklaard worden. De reeds mobiele ua'ionale garde wordt eerstdaags opgeioepen. Alles is zóó geregeld dat op bet eerste bevel 150,000 man aan den Rijnoever kunnen verschij nen; de spoorwegbesturen hebben te dien einde de noodige aanwijzingen gekregen. Reeds nu worden aanmerkelijke hoeveelheden ammunitie met oxtra-sneltreinen naar de oostelijke grens des rijks gezonden. De vestingen aldaar zijn reeds van al het noodige voorzien. De transportsche pen in de Middellandsche zee hebben last gekre gen zich naar de a’gerijnsche havens te begeven noodig, dadelijk de kern des legers I naar Frankrijk over te voeren. Anonymus! In mijn vorig schrijven aan U gaf ik te ken nen ook nog op het laatste gedeelte van Uw ar tikel te zuilen repliceeren. Dit ga ik nu doen. Na op Uwe wijze medegedeeld te hebben, wat er te Tienhoven gebeurd is, maakt gij de vol gende conclusie «Geen wonder dus, dat zij, die wat Verder «keken dan hun neus lang is en den toeleg der «Utrechtsche factie doorgrondenwat trouwens «zoo moeijelijk niet waszich tegen zoo’n vrij «beheer hebben aangekant; maar het mocht niet «baten; partijbelang overstemde algemeen kerke- «lijk belang en nu kan men toezien.” Uwe gevolgtrekkingen zijn even duistei’ als uw bericht, 't Heeft veel van orakeltaalwaarvan iedereen maken kan wat hij wil. Wie is toch die «men die nu kan toezien Bedoelt gij daarmede de Gemeente, of hen, «die wat verder keken dan hun neus lang is? In ’t laatste geval hebt gij volkomen gelijk wantals de Tienhover kerkvoogden geen acht slaan op de bevelen van het zoogenaamd Alge meen Collegeer valt niets tegen te doen. Dit College heeft niet het minste recht iemand tot opvolging zijner voorschriften te noodzaken. Maarals gij door die «men” de Tienhover gemeente op toog hebt, dan vergist gij U ge heel. Zij behoeft niet lijdelijk toe te zien wan neer er fraude in het beheer plaats heeft. Immersieder Gemeentelid is bevoegdbij den competenten strafrechter, een eisch tot her stel in te dienen. Maar deze bevoegdheid heeft het pretense Al gemeen College niet. Niet alleen is dus zijn zoogenaamd toezicht volkomen nutteloos, maar, dewijl de misbruiken in het beheer door zulk een verwijderd Collegeveel minder en in elk geval veel laterontdekt wordendan wanneer het toezicht in de eigen Gemeentedoor de recht- en belanghebbenden, gedaan wordt, is hei. voor de gel: ouwe beheering der kerkelijke goederen en fondsen schadelijk. Dit meen ik in mijn vorig artikel genoegzaam te hebben aan getoond en ik noodig U uit, Mijnheer S.—in- xben gij kuntdeze stelling te weêrleggen. Doet gij dit nietdan vervalt Uw geheel betoog en blijkt niets anders dan een [del schrikbeeld ge weest te zijn. Omdat ik echter volkomen zeker ben, dat U de weerlegging er van niet gelukken zal, heb ik mijne sterkste bewijzen niet gebruikt. Anders zou ik aangetoond hebbenwelk oen tal van misbruiken er gedurende het gedwongen toezicht van het Algemeen College hebben plaats gehad. Hoe er du zenden van guldens, aan hunne be stemming zijn onttrokken en g einden van niet het minste Kerkeiijke belang.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1870 | | pagina 3