Led
financiën zal gaan en komen tot del
clusie dat dan het gevaar zal onts.'jj
het centraal bestuur niet voldoende!
ning houdt met de bijzondere bel
welke door de locale besturen die!
worden behartigd, belangen, welke J
ze zijn ingesteld op de behoeften
staansmogelijkheid van de bevolking®
kunnen uiteenlopen en zich daard<^B
al niet verdragen met een unifo.^B
trale regeling. fl|
De heer N ij d a m is erkentelijl^H
moeite, welke B. en W. zich gav^H
vragen in de secties gedaan te l'M
den, speciaal ook betreffende de^^H
de toestand wordt als de gemeet^^H
noodlijdend wordt. Daaruit blij^^H
het gewenst is dat de toestand
die nu is, en B. en W. hebbc^^H
voorzichtig gehandeld door de bi^^H
samen te stellen als zij deden, en
deert dit zeer. Spr. heeft ook geci^^H
uit de uiteenzettingen van B. er.^H
deze gemeente eigenlijk enigszins l^H
offer is geworden van het vroegi
beheer, nu is zuinig zijn een de
toen onze Hoofdelijke Omslag
schaft, hebben we uit het gemc^^H
een bedrag gekregen gebaseerd oj^^H
gere uitgaven, en dus was in die^^H
onze vroegere zuinigheid verdis^^H
Juist die gemeenten dus die roya^^H
geweest, hebben ook een royaler
gekregen. Nu zijn de tegenwooi^^H
standen anders dan vroeger: d<^^H
de woningvoorziening vragen heelMra
dan zijn ex de werklozen nog,<^^H
spreekt dat de gemeente niet ml®«g
kan komen. Kan het den minister
delijk worden gemaakt dat onze
drage niet voldoende is om daarui'^H
genomen uitgaven te dekken? Het^H
zeker de regering er niet om te
meenten die royaler zijn geweest
mie daarvoor te geven en de zuinij^H
lijk te straffen.
De heer F e e n s t ra acht een 1?
spreking over eventuele absolute
dendheid prematuur, spr. blijft
ning dat een dergelijke noodlijd^H
zo lang mogelijk moet vermeden
juist in deze tijd nu aan die openbs^H
sen zo ontzaglijke eisen worden
moeten we ook daarom zo zuinig nl
zijn, mede opdat de kamende gerjH
niet zwaarder belast worden door hetH
den, dan thans reeds het geval zaS
Hun offers zo gering mogelijk te doM
is onze plicht.
De heer van Gooi is het metW
sprekers eens, doch is toch bliji dat
W. toezeggen dat de zuinigheid niet 9
zal worden gedreven dat het gemeen!
beleid er onder lijdt. Wij weten al dal
nu al slachtoffer zijn van vroeger 1
trachte zuinigheid, als wij het nu 1
extra zijn, kan dat ook nog onguns]
gevolgen voor deze gemeente hebben
dienen ook in aanmerking te nemen dat]
Wymbritseradeel absoluut noodlijdl
wordt, het van het rijk bijdragen h f<,
perdu krijgt, welke het nageslacht niefj
lasten. Daarom gelooft spr. ook dat II
W. gelijk gg, als ze de zuinigheid!
zo ver de zal
;eJ