rm
XI» EX MR WIWD TOOR DE
MITE EX HET WXDMEXT SXEEL
«WAAL-mom Kffil
r
No. 15
1881.
In
-
1
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.-; franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco
in te zenden.
I
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 */3 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Aoorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
en
De vrede van Pa-
Napoleons val gesloten, bekrachtigde
Gratificatie A. Groenhuizen.
6. Goedkcuing rekening Waagmeeste’, dienst
1880.
7
Als voren van den vischafslager.
Goedkeurieg af- en overschrijving op de
begrooting van het Old Burger Weeshuis, dienst
1880.
9. Voorstel tot verhooging der vaste jaar
wedde van den heer Visser, hoofd der school
no. 2.
dat zij toch wel wat al te edelmoedig waren
I geweestzij annexeerden daarom heel eenvoudig
die gronden bij de Kaapkolonie.
VERGADERING
op Zaterdag 19 Febr. 1881, ’s namiddags G uur.
Punten van behandeling:
1. Resumtie der Notulen.
2. Mededeelingen van goedgekeurde raadsbe
sluiten, ingekomen stukken enz.
3. Vaststelling der jaarwedden van den aan
te stellen concierge en van de aan te stellen wa
kers in het Ziekenhuis.
4. Behandeling adres Johs. W. Meijer.
5. Gratificatie A. Groenhuizen.
wie het land van zijn naatste inpakt is een dief,
al hebben de geharnasts reuzen der negentien
de eeuw voor die leelijke daad dan ook het
meer fatsoenlijke woord: „annexatie” uitgevon
den begint allengs een eerste plaats in te
nemen op het regeerings-program van den „ma h t” -
hebbendo.
Wéé dan de Hein o landen en volken, die
den naijver of de begeerlijkheid hebben opge
wekt van den machtigen nabuur. Hun vonnis
is geveld, en de executie zal zonder genade vol
gen, zoodra de tijd daar, de gelegenheid gunstig
is. En die gelegenheid zal komen! Gij kunt
er op aan, dat er wel een glimp van recht
zal worden gevonden om het te plegen geweld
en onrecht tegenover den zwakkere te vergoe
lijken De fabel van den wolf en het lam heeft
immers nog niet uitgediend
Een treffend bewijs daarvoor levert ons dezer da
gen weer de geschiedenis der Britsche Zuid-Afri-
kaansche politiek, waarin de wolf geheel op den
voorgrond treedt.
Geheel de beschaafde wereld houdt op dit
oogenblik de aandacht gevestigd op de Trans
vaal, waar een troepje gewapende landbouwers
en veehouders den moed heeft zich te verzetten
tegen den meest onzedelijken dwang waarvan de
geschiedenis gewaagt. Het overmoedig Enge
land zette hun, met totale miskenning van de
allereerste beginselen van het volkenrecht,
zooals wij aanstonds nader zullen aantoonen,
den voet op den neknooit hebben zij er aan
gedacht, zich aan dien dwang te onderwerpen,
en thans, nu zij de gelegenheid gunstig achten,
pogen zij het geweld met geweld te keeren. Al
blijft Engeland overwinnaar in dien strijd,
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van de Gemeente Sneek
Gelet op Zijner Majesteits besluit van den
17den December 1861 (Staatsblad no. 127).
Roepen bij deze op zoodanige ingezetenen,
die verlangen als vrijwilligers bij de Militie op-
te treden, om zich daartoe bij hen aan te geven
ter Secretarie der gemeente, telken voormiddag
van 9 tot 12 ure.
Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen
worden aangenomen, moet men ongehuwd of
kinderloos-weduwnaar en ingezeten wezen
voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, min
stens 1,56 meter lang, op den Isten Januari
van het jaar der optreding als vrijwilliger het
20ste jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet
volbracht hebben, tot op het tijdstip der optre
ding aan zijne verplichtingen ten aanzien van
de Militie, zoover die te vervullen waren, vol
daan en een goed zedelijk gedrag hebben ge
leid.
Het bezit van die vereischten, mot uitzonde
ring van de lichamelijke geschiktheid en van
de gevorderde lengte, wordt bewezen door een
getuigschrift van den Burgemeester der woon
plaats, verkrijgbaar op plaats en tijd boven vor-
meld.
Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt
slechts als vrijwilliger toegelaten voor de Ge
meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij
geene verplichtingen ten aanzien van de Militie
meer te vervullen heeft.
Hij, die bij de Zeemacht, bij het Leger hier
te Lande, of bij het Krijgsvolk in ’s Rijks Over-
zeesche Bezittingen heeft gediend, wordt niet
als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij hij
bij het verlaten van den dienst, behalve een
bewijs van ontslag van den bevelhebber,n doer
wieu hij laatstelijk heelt gediend, een getuig
schrift heeft ontvangen, inhoudende, dat hij zich
gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn
veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij
de Militie worden toegelaten.
Sneek den 8 Februari 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. van DRIESSÈN.
De Secretaris
J. W. BENNEW1TZ.
I- door
Waar het recht van den sterkste in onze eeuw
nog op zoo cynische wijze gepredikt wordt als in
het: „macht gaat boven recht”; waar alzoo de
ruwe kracht, het sabelgeweld als ’tware ver
heerlijkt wordt en, onder zijn beschavendenin
vloed, in de laatste jaren nog maar al te - vaak
een bloedig dictée leverde van vertrapte men-
schen waarde ongeschonden menschenrechten,
daar spreekt het van zelf, dat de zwakkere
wordt overgeleverd aan de willekeur van den
sterkere, zoodra deze goedvindt gebruik of mis
bruik te maken van zijn meerdere macht. De
dwerg moge zich, met den moed der vertwijfe
ling dien de zucht tot zelfbehoud meebrengt,
al voor een korten tijd hardnekkig verdedis. en te
gen den aanval van den reus en zich trachten
te ontworstelen aan diens ijzeren greep, op
den duur zal hij in dien ongelijken strijd voor
de overmacht moeten bezwijken.
Waar het:' „macht gaat boven recht” als
hoogste beginsel geldt, daar wordt het onrech t
spoedig tot alleenheerscher gekroonddaar wordt
de stem van menschlijkhe’.d en recht in bloed
en tranen gesmoord en de zucht naar vrijheid
in kruitdamp verstikt. De heiligste beloften
worden geschonden, de bezworen tractaten wil
lekeurig verscheurd, en geweld en diefstal
hand een nieuw tehuis werd gezocht.
Een vraagtraden nu de Hollandsche Boeren
eigenlijk niet als overweldigers op?
Wij meenen hier een ontkennend antwoord
te mogen geven. De Beetjoeanen, Kaffers,
Basoetors, Hottentotten Cll. 11OO zij vorder AllU" i
gen heeten, woonden daar wel, doch brachten
den grond niet in cultuur: zij weidden nu hier, 1
dan daar hun schamele kudden, jaagden de.i
streek af, doch kunnen niet beschouwd worden
als eigenaars van de gronden, die hun zoo goed
als niets opleverden. Dat er in den strijd tegen
de inboorlingen daden zijn gepleegd die het dag
licht niet kunnen verdragen, erkennen en be
treuren wij, doch zou er wel ooit een kolo
nisatieplan rijn volvoerd, zonder strijd met de
o ^beschaafde inboorlingen
Af en toe gingen er boeren naar het Noor
den, naar Natal; eerst tegen het jaar 1840nam
deze beweging een belangrijken omvang aan.
In Natal door Vasco de Gama was in 1494
die kust zoo genoemd, had zich reeds vóór
ia de achttiende eeuw een Nederlandsche kolonie
gevestigd, die te niet was gegaan een Engel-
sche, in 1824 gesticht, had geen beter succes-
Tien jaar later kwam een volksplanting, onder
leiding van den Engelschen kapitein Gardiner,
tot meerderen bloei: later verliep zij weer, om
dat de Britsche regeering weigerde haar in be
scherming te nemen. Onder die omstandigheden
kwamen er de Boeren, en stichten er de stad
Pietermaritzburg. Zij gaven aan hun nieuwe
vestiging den naam van „Bataafsch-Afrikaansche
Maatschappij”, doch hadden er weinig genoegen,
want reeds in 1842 betwistte de Gouverneur van
Kaapland hun het recht, een onaf hankelijken
staat te stichten. Daarop ontbrandde een felle
strijd, waarin de Boeren, ofschoon zij zich onder
protectoraat van den Koning der Nederlanden
hadden geplaatst, geheel alleen stonden en na
tuurlijk het onderspii moesten delven. Natal,
door de Hollanders in bewoonbaren staat ge
bracht, werd tot Britsch grondgebied verklaard,
- en weder namen de overwinnelingen hun
toevlucht tot „trekken”. Aan de overzijde van
de Oranje-rivier, stichten zij den Oranje-Vrij-
staatsommigen drongen nog verder noordwaarts,
staken de Vaal-rivier over en legden daar de
grondslagen voor de Transvaalsche republiek.
Aan dezen uittocht is de naam van Praetorius
onafscheidelijk verbondennaar hem is ook de
hoofdstad van laatstgenoemd gemeenebest Pre
toria geheeten.
Nog liet de Engelsche politiek hen niet met
rust in 1848 verscheen een proclamatie van
Harry Smith, gouverneur van Kaapland, die den
Oranje-Vrij staat bij het Britsch grondgebied in-
lijfde. Een nieuw tijdperk van strijd voor onze
stamverwanten. De voortdurende moeielijkheden
hadden evenwel ten gevolge, dat er een schik
king werd getroffen, en in 1854 werden zoowel
de Oranje-Vrij staat als de Transvaal republiek
door Harer Majesteits Regeering als onafhan
kelijke gemeenebesten erkend. Toen later aan
den zuidelijken oever van de Vaalrivier diamant- j
velden werden ontdekt, vonden de Engelschen i
I wat op den duur tamelijk zeker is, de schande zal
voor immer zijn wapen bezoedelen tenzij het,
een kloeke daad, die in grootheid een ze
gepraal op het slagveld verre overtreft, nog mocht
besluiten het gepleegde onrecht te herstellen.
De geschiedenis van het Nederlandsen ele
ment in Zuid-Afrika is, gelijk de Purm. Crt.,
waaraan wij deze geschiedkundige bijzonder
heden ontleenen, dezer dagen terecht opmerkte,
die geschiedenis is hoogst belangwekkend. Wij
zullen haar hier in hoofdtrekken schetsen, op
het gevaar af, dat we dingen zullen vertellen,
die aan een groot deel onzer lezers reeds be
kend zijn.
In hetzelfde jaar, waarin Spanje bij den vre
de van Munster onze onafhankelijkheid erken
de, ontvingen Hoeren Bewindhebbers der Oost-
Ind'sche Compagnie van den Gouverneur-gene-
raal Van Riebeck een memorie, waarin de be
langrijkheid van een nederzetting nabij de Kaap
de Goede Hoop voor handel en zeevaart werd
uiteengezet. De Compagnie verkeerde toen in
een staat van bloei en was dadelijk bereid het
denkbeeld van den practischen man ten uitvoer
te brengen. Reeds drie jaar later, in 1651
verschenen de eerste kolonisten, die dadelijk de
grondslagen legden voor een stad, Kaapstad, on
geveer drie uren gaans benoorden Afrika’s zuid
punt. Een ongestoorde ontwikkeling deed de
nieuwe volksplanting een hoogen trap van bloei
bereiken: zij breidde haar rechtsgebied meer
en meer uit, en af en toe werden er dorpen ge
sticht, als een reeks van voorposten rondom de
steeds in aanzien toenemende stad.
Dat duurde, tot het eind der vorige eeuw
toen onze vriendschap met de Fransche repu
bliek ons Albion’s toorn op den hals haalde;
Engeland veroverde toen onze kaapkolonie.
1801, bij den vrede van Amiens, kregen wij
haar terug, doch vier jaar later werd zij,
toen voor goed, genomen. De vrede van
rijs, na
den roof.
De Hollanders in de stad en haar naaste om
geving schikten zich vrijwel in de overheersching,
en na een tijdverloop van drie vierdedeelen ee-
ner eeuw hebben zij, ten gevolge daarvan, hun
nationaal karakter volkomen verloren; hun af
stammelingen zijn Engelschen, die niettemin een
hooge mate van sympathie voor den moeder
stam hebben bewaard. Niet alzoo de plattelan
ders. Dezen hebben tot den huidigen dag veel
van de oud-vaderlandsche zeden en gewoonten
behouden: de Hollandsche „Afrikaander” is in
vele opzichten gelijk aan den zeventiende eeuw-
schen inboorling van het land tusschen Dollart
en Schelde, en vooral de begeerte, door ei
gen wetten te worden geregeerd, bleef bijzonder
sterk in hem wonen. Vandaar reeds in de eer
ste jaren van het Britsch bestuur botsingen, die
soms tot gewapend verzet overgingen. Begrij
pende, dat zij toch per slot van rekening aan
het kortste eind waren, begonnen de „Boeren”
die eigenaardige landverhuizing, bekend onder
den naam van „trekken”, zoodat onder voort-
durenden strijd met de inboorlingen langzamer-
OEEKER OI KAV
I
s
I.
3
i
I
9
r
3
1
8’
VAX DEN G E M E E STER A A D VAX^EEK