■IBS- El mmmilBUD TOOR IIE (fflfflTEEWlWMISSIRWSBL No. 31 Z E S-E N-D E R. T 1 G S T E 1881. J Sl Z A TKRD2IG i vermeld onder no. 2740 van tabel 14, bij zien om aan doolhof verlost, waarin wij dwalen. De vereeniging de Unie”, onlangs te Am- Door onderlinge ontwikke- bij de iO ‘ot- de a tie itie nd- Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. patent-plicbtigen van de tabellen kramers, vreemde kooplieden en 2o 00 2e ,50 d: m- ird. 10 1 .30 to m v. er en ■Vo ra in. V. al pril. V.» k ,50 ,50 3e 50. ,j 00 p. m. tg- >r- A. m. ed. et-i ier tu rns 2 an :er Prof. Theod. Jorissen plaatste in ’t Hand, een artikel over den vrede tusschen Engeland en Transvaal. Hij is alles behalve ingenomen met de wijze waarop aan den krijg een einde is gemaakt en noemt het vredesverdrag in den letterlijken Jzin: boerenbedriegerij. Er is in Zuid-Afrika’s zuidhoek een stuk historie voor- evallen, waarvan wij den sleutel niet hebben ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. ter bekoming van patent, aangifte belmoren hij de Hoofden der Plaatselijke bestu- 'j' en voor de expiratie van den termijn voor de ophaling der gewone declaratoiren van patent bepaald. 5°. dat, voor de‘ onder ten 4en gemelde pa- tentschuldigen, op vertoon van de quitantie van de betaalde rechten, uitgezonderd degenen, die hun aanslag bij termijnen kunnen betalen, aan welke zonder vertoon van quitantie het patent kan worden afgegeven, de patenten dadelijk ver krijgbaar z’jn, wordende de patentplichtigen, wuit’jrj.viiorjD i.r.iv en v» 1,11101.1)1.11.-1 van 1840 (Staatsblad no. ibj, niet aan nen mag de gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der j worden afgegeven, dan nadat zij de helft van wet op de Nationale Militie van den 19den Au- j hunnen aanslag voor het dienstjaar hebben be- gustus 1861 (Staatsblad no. 72), brengen door taald, en het verschuldigde van het voorafgaande deze ter kennis der ingezetenen, dat de tweede A zitting van den Militieraad voor deze gemeente zal worden gehouden te Heerenveen op Don derdag den 21 April 1881, des voormiddags ten 9'/2 ure- Dat in die zitting uitspraak wordt gedaan omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen, die als plaatsvervanger of nommerverwisselaar verlangen op te treden. Dat alzoo voor dien raad moeten verschijnen 1°. hij, wiens zaak in de eerste zitting niet is afgedaan 2°. hij, die voor een loteling als plaatsver vanger of als nommerverwisselaar verlangt op te treden. Sneek den 5 April 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. Het voorstel van de Standaard, om bij de aanstaande verkiezingen samen störm te loopen op de kieswet, wordt ook in de Amsterdammer besproken door den heer mr. Van Gilse. Hij acht het voor de liberale partij onaannemelijk, vooral wijl hij niet kan begrijpen, hoe men ooit de liberale kiezers aan de keuze van een anti revolutionair zou kunnen binden. Geen der par tijleiders heeft daartoe de macht Ook de overige voorwaarden maken het op zichzelf voor de li berale partij onmogelijk er mede saam te werken. Mag en kan daarom, naar zijn meening, het aanbod der anti-revolutionairen niet worden aan genomen, toch juicht hij van ganscher harte dat voorstel toe, omdat het de kiem bevatten kan eener vruchtbare samenwerking na afloop van de verkiezingen tusschen de leden van alle par tijen in de Kamer, die de ruimste uitbreiding der kiesbevoegdheid, binnen de grenzen der grondwet, bovenaan op haar programma hebben geschreven en ernstig naai- het tot stand komen dezer dringend noodzakelijke hervorming streven. Maar daartoe is het noodig, dat bij de voorbe reiding der aanstaande verkiezingen ook van li berale zijde eens gebroken worde met de ellen dige sleur, om zich ten aanzien van den aftre denden afgevaardigde of den nieuwen candidaat uitsluitend hiervan te vergewissen, of de man „liberaal” genoemd wordt en wel anti-clericaal is. De vrijzinnige kiesvereenigingen en kiezers, die in waarheid een einde wenschen gemaakt te aldus luidt zijn oordeel. De Boeren worden vrij verklaard, maar ’t eenige wat zij erlangen is vrijheid van binneulandsch bestuur. Zij erken nen de suzereiniteit van koningin Victoria en de controle van Engeland over hun buitenland- sche betrekkingen en hun verhouding tot de kleurlingen. Zij worden vrij verklaard, maar zijn feitelijk gebonden aan handen en voeten, in huis en buitenshuis. ’t Is zeer goed te begrijpen, wat Engeland er tos geleid heeft vrede te maken. Het leger was geslagenzekerheid van nieuwe overwin ningen bestond er nietde zending van Ro berts werd door de Oranje-Vrij staat als een be dreiging en door Wood en zijn troepen als een belecdiging opgevat, de stem der publieke opinie verhief zich tegen Engeland, redenen te over, dezen krijg zoo snel mogelijk een einde te maken. Ditmaal, in strijd met vroeger jaren, dreef het militair belang naar hetzelfde doel welk een genoegen voor Wood, Roberts zending noodeloos en onvruchtbaar te maken en den grooten generaal te verplichten om, nauwelijks aangekomen, in een ander schip over te stappen en zonder nieuwe heldendaden of nieuwe lau werbladen naar Engeland terug te keeren. De heer Jorissen besluit zijn artikel aldus: „Op het oorlogsveld overwonnen, heeft het Engelsch gouvernement, dank zij het beleid van Wood, op diplomatiek terrein een zege behaald. Een zege, even groot als het met de wapenen had kunnen veroveren. Welke conditie had Engeland, tegenover de stem van Europa en aan de Transvaal kunnen opleggen, anders dan deze indien het overwonnen had Een zelf standig binneulandsch bestuur was het minste, wat het geven kon. „Een bent van lofredenaars, juichen in En- geland het ministerie toe, dat tot deze zaken den moed had. „Wij stemmen met hen niet in: wij beklagen het volk, dat zich op een zoodanige wijze laat misleiden. „Er is niets edels, er is niets groots in dezen vrede: het bedreven onrecht wordt niet hersteld. Het wordt bestendigd in sluwer vorm. Gladstone neemt de schuld van Disraeli op zijn rekening. De man, die voor Italië heeft gepleit, die in naam van de moraliteit de Engelsehe natie tegen zijn voorganger heeft opgeroepen: die op de Transvaal heeft gewezen, als een bewijs van de immoraliteit van diens politiek, draagt met hem voortaan de verantwoordelijkheid. „Het prestige van Engeland is onherstelbaar geschokt,” zeggen de militaire tegenstanders van den vrede, in en buiten Afrika. Wij zeggen het na, maar in anderen zin: „het prestige van Engeland is onherstelbaar geschokt.” Wat de hoogleeraar Veth voor eenige weken verklaarde, is thans de uitdrukking van wat allen gevoelen, die nog in Gladstone en Bright hadden geloofd: „de eer van Engeland schijnt mij niet meer te redden. Daarvoor is het te ver, te volhardend op het pad der ongerechtigheid voortgegaan. Ik heb die fiere natie van mijn jeugd af bewonderd en hare glorie bijna als die van mijn vaderland lief gehad. Maar ik heb die illusie verloren, nu ik haar in Afrika heb aan ’t werk gezien. Hoe zijt gij gevallen, o Lucifer!” „In Europa is Engelands prestige geschokt, maar niet minder in Afrika. Door de neder laag het minst; het meest door den vrede. En geland wil geen recht doen en handhaaft het onrecht. „Het is een slecht zaad voor de toekomst, als een dergelijke overtuiging heerschende wordt. De vrede met de Transvaal heeft het uitgewor- j pen en het zal vruchten dragen. Vruchten, snel- er, dan Gladstone en zijn medestanders meenen. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE deze tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent, verkeeren, behooren aan hun candidaten BURGEMEESTER WETHOUDERS I EST&fc* de gemeente Sneek, voldoende aan art. 87 der j worden afgegeven, dan nadat zij de helft B E K END M AKIN G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Sneek, brengen bij deze ter ken nis van de ingezetenen 1 e. Dat de uitreiking der billetten en decla ratoiren voor de beschrijving van de personele be lasting en het patentrecht, over het dienstjaar 1881/82, zal plaats hebben in de maand Mei dezes jaars en wel op den 13e dier maand, en dat mot de wederinzameling daarvan acht da gen daarna een aan vang zal worden gemaakt; 2e. Dat evenwel hiervan zijn uitgezonderd: de .patentplichtigen, vermeld onder nos. 3740 van tabel 14 der Wet van 21 Mei 1819 (Staatsblad no. 34); zijnde slijters in wijnen, dranken en li keuren in ’t klein, tappers, kroeghouders en kof fiehuishouders, aan welke door de ontvangers dadelijk na den ingang van het dienstjaar, dat is op den eersten Mei aanstaande, een declara toir zal worden bezorgd, hetwelk, na verloop van drie dagen, van hen weder zal worden afge haald 3e. Dat degenen, welks bij het aanbieden of bezorgen der billetten of verklaringen, of ook bij hetterughalen er van, mochten zijn voor bijgegaan of overslagen, zich in geen geval op zoodanig verzuim mogen beroepen, maar inte gendeel gehouden zijn, de vereischte en behoor lijk ingevulde verklaringen, vóór of uiterlijk op den 31 Mei e. k., in te dienen ten kantore des Ontvangers, alwaar de billetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. 4e. Dat de 7 en 16 (zijnde schippers of gezagvoerders van vaartuigen) zoo mede de debitanten van loterij-briefjes, voor zoo veel zij hun beroep niet voor het eerst uitoefe nen, i te doen ren aan de plaatselijke secretarie, aan den wanhopigen toestand, waarin wij hun candidaten den 1 aan uitbreiding der kiesbevoegdheid, binnen de gren zen der grondwet, hun onvoorwaardelijken on warmen steun zullen moeten geven. Het eerste punt van het electoraal programma van de Stan daard: verlaging van den census tot f 20, met uitzondering van de steden met een bevolking van ten minste 50,000 zielen, waar de census tot ten hoogste f 40 kan stijgen, zou voor de waarlijk vrijzinnige liberalen een „goede” leuze zijn bij de aanstaande verkiezingen. Mr. Van Gilse zou een liberaal congres wenschelijk vin den, zooals Belgie in 1846 er een vergaderd zag. De taak voor een Nederlandsch liberaal Congres in Mei 1881 zou van bescheidener aard zijn; het behoefde slechts de eerste stappen aan te wijzen óp den weg, die ons uit den treurigen jaar ten volle zal zijn aangezuiverdterwijl zij bovendien, wanneer zij in gebreke blijven de patenten af te halen, telken reize, dat zij de vereischte patenten of afschriften van dien aan de bevoegde ambtenaren niet kunnen vertoonen, volgens art. 21 1 der Wet van 21 Mei 1849, vervallen in eene boete van f 15. 6°. dat ingevolge art. 29 2 der Wet op het personeel van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4) tot tegenschatters dezer gemeente zijn benoemd: SIPKE van der WERF, PETRUS MOLENAAR, BERNARDUS de JONGH en PIETER van der WERF. Wordende de ingezetenen voorts indachtig ge maakt op de wijzigingen, welke een der vrij stellingen van vrouwelijke dienstboden bij art. 5 der Wet van 9 April 1869 (Staatsblad no. 59) hebben ondergaan, en op die, welke in de twee eerste paragrafen van art. 27 der Wet van 29 Maart 1833 (Staadsblad no. 4) bij art. 7 der zelfde Wet van 1869 zijn gebracht, waaromtrent de uit te reiken beschrijvingsbillettende noodige inlichtingen zullen bevattenvoorts, dat bij do bezwaarschriften, ingevolge art. 1 der Wet van 4 April 1870 (Staatsblad no. 60) een duplicaat van het aanslagbillet, dat tegen betaling van vijf Cent bij den Ontvanger verkrijgbaar is, moet worden overgelegd. En zal deze worden afgekondigd zooals ge bruikelijk is. Sneek, den 5 April 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN, De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. UIT DE PERS. sterdam opgericht, welker doel is, blijkens art. 1 barer statuten: „Door onderlinge ontwikke ling het staatkundig leven op te wekken en te verhoogen” en „langs ordelijke en wettige we gen aan de lands-, provinciale en gemeentere- geeringen de meening van de burgerij, waar het noodig is, kenbaar te maken” heeft een cir culaire verspreid, waarin zij „alle Nederlandsche burgers, wien het waarachtig belang van land en volk ter harte gaat”, en in het bijzonder „hen, die door de wetten des lands als onmon- digen worden beschouwd, wier belangen daar door niet altijd worden behartigd en die alleen door middel eener krachtige vereeniging, langs wettigen weg, hun wenschen en billijke eischen kunnen doen hooren ter plaatse waar dit noodig is,” opwekt lid dezer vereeniging te worden. De „Unie” werkt in vrijzinnigen, vooruitstre- venden geest, doch heeft geen afgrond program ma. Zij vertegenwoordigt geen partij dan die van recht, eerlijkheid en gezond verstand en niemand, die zich bij haar aansluit zegt de circulaire -behoeft dus te vreezen óf dat hij ontrouw zal worden aan zijn leuze, óf dat hij zich zal aansluiten bij een vereeniging, die in eenigerlei opzicht geacht zou kunnen worden te kort te komen aan den eerbied voor wet en recht. Het bestuur der „Unie” bestaat uit de heeren J. A. Starcke, le voorzitter; D. J. H. Snijders, 2e voorzitter; Johan Nieuwenhuis, le secretaris; C. Orbaan, le secretaris; D. A. N. Margadant, le penningm.K. L. Schamp, 2e penningm.; R. J. Spruit, bibliothecaris. Voorts hebben de volgende heeren hun ingenomenheid met het streven der „Unie” betuigd en bevelen zij deze krachtig aan in de belangstelling en ondersteuning van het Neder landsche volk, te weten: mr. W. Heineken, P. H. Hugenholtz Jr., mr. J. A. Levy, mr. J. Domela Nieuwenhuis, M. A. Perk, dr. L. B. Perel, T. Sanders en W. J. Stolkert, te Am sterdam; mr. S. van Houten en mr. J. D. Vee- gens, te Den Haag; prof. J. T. Buijs, te Leiden; mr. J. A. van Gilse, te Rotterdam; prof. B. H. Pekelharing, te Delft; dr. J. van Vloten, te Haarlem; dr. J. Menno Huizinga,te Harlingen; P. C. F. Frowein, te Goes; mr. M. Jacq. de Witt Hamer, te Middelburg. SVEEkER COURANT KS 1 1. mt- n d •-G V tzA vj Alltz 'Jlllcbll^O LtJ uA.i.LL"’

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1881 | | pagina 1