IWS- H llfflfflffl BLAD TDOR M
6IDBBTÏ Elï HÏT ARROKDISSmJIT SBIÏEK.
i
1
No. 52
Z E S-E N-D E R T I G S T E
I SSI.
u
0.
r
5
1
AVOKASDAG
29 J U 5 I.
van
van
J
i.
11
haar of haar partij
ae
er
:r.
c.
n
g
d
>n
1-
e-
ar
m
P-
8*
jt
1-
J-
1»
Id
r-
1-
u
A
I I
4
0 I
4 I
van
tot 8
van 9
1 tot 27
kt- I
BEKENDMAKING.
Do VOORZITTER van den Raad der ge
meente Sneek, brengt ter kennis van de inge
zetenen, dat op Dinsdag 19 Juli e. k. eene ver
kiezing zal worden gehouden, van 4 raadsleden
tengevolge periodieke aftreding, en van 2 raads
leden tengevolge de vermeerdering van de be
volking.
Sneek, 28 Juni 1881
De Voorzitter voornoemd,
J. van DRIESSEN.
UIT DE PERS.
De Stand, antwoordde op de bedenkingen van
do heeren Insinger en Van Rijckevorsel, ten
aanzien van de door haar gestelde vragen, waar
van in ons vor ig nummer- melding werd gemaakt,
in substantie aldus:
Den heer Insinger herinnert zij, dat zij geen
„mandat imperatif” bedoelde of „beloften” op
het oog gehad heeft. Maar nu deze antwoordt:
Ik heb u niets te zeggen, doet het haar leed,
maar dan heeft zij ook niets te zeggen omtrent
den heer Insinger. De verwijzing toch naar
twaalf dikke folianten van het Bijblad
is geen antwoord; 1. omdat er punten onder
waren waarover de heer I. zich nimmer uitliet
2. omdat hij in andere punten te zwevend sprak;
en 3. omdat iemands opinie van voor 12 jaar
niets zegt in de thans geheel gewijzigde om
standigheden.
De Stand, heeft den heer I. willen steunen.
Het heeft hem goed gedacht haar dit onmoge
lijk te maken dit doet haar leed ze laat
het thans aan de kiezers over,tenzij haar
voor Zaterdag 12 uur, wanneer ’t nummer van
Maandag ter perse gaat, de beleefd verzochte
inlichtingen nog verstrekt worden en deze grond
geven de heeren Insinger en Van Rijckevorsel
te steunen. Steunen wil de Stand., maar geen
blindemannetje spelen.
De heer Van Rijckevorsel deed uitkomen dat
de anti-revolutionaire partij, indien ze hem te
Zevenbergen steunt, dit alleen zal te doen heb
ben als bewijs van dankbaarheid voor den steun
den anti-revolutionairen te Goes verleend, ter
wijl hij laat doorschemeren dat het onbillijk
was van hem een verklaring te eischen die van
den heer Pompe niet gevraagd was. Hem
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40Cents,
voor eiken regel meer 7'/a Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ot redactie betreffende, franco
in te zenden.
BEKENDMAKING.
I BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Be gemeente Sneek, maken aan de belangheb-
■•eiiden bekend, dat de commissie uit het plaat-
Belijk bestuur, bedoeld bij art. 15 der wet op
Me Schutterijen, dit jaar hare tweede zitting zal
■ouden in het gemeentehuis alhier op Donderdag
■en 7 Juli aanstaande, dés voormiddags ten
SI1/, ure, tot onderzoek van alle reclames, door
Be ingeschrevene en geloot hebbende personen
jan dit jaar, en door de reeds vroeger ingelijf-
■en, ingébracht, alsmede tot onderzoek van hen,
Be, bij nummerverwisseling voor anderen, ver-
Bngen op te treden. De belanghebbenden wor-
■en gewaarschuwd om alsdan op te komen,
Hermits zij anders zullen gehouden worden, geene
trienen tot vrijstelling te hebben en, voor zoo-
Berre zij dienstplichtige nummers getrokken
Hebben en niet vallen in de termen van art. 3
■er wet, van den 11 April 1827, sub letter a, b,
c> l en m van art. 4, bij de Schutterij zullen
gorden ingelijfdblijvende het hun evenwel
ïr!h om hunne redenen tot vrijstelling in een
Tuigend jaar te doen gelden.
En, opdat zulks kome ter kennisse van een
■der, wien het aangaat, zal deze worden afge-
■oiidigd, zoo als gebruikelijk is.
Sneek, 28 Juni 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoom l,
J. van DRIESSEN,
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
van 5 Augs. tot 12 Sept., voorm. 24e, 25e, 27e,
29e en 31e komp.le, 4e, 6e, 8e en 10e Komp.,
van 14 Sept, tot 22 Oct., voorm. 23e, 26e, 28e,
30e en 32e komp., allen lichting 1879.
Korps Pontonniers, lichting 1878, van 23 Ju
ni tot 1 Augs.
Korps Genietroepen, lichting 1878van 30
Augs. tot 8 Oct.; lichting 18792), van 4 Juli tot
12 Augs., voormalig Bataillon Mineurs en Sap-
peurs.
U, 2e en 3e Hospitaalsoldaten, allen lichting
1878, van 9 Augs. tot 8 Sept.
De betrokken verlofgangers worden verder
herinnerd aan hunne verplichtieg, om bij de op
komst onder de wapenen, voorzien te zijn van
de kleeding- en uitrustingstukken, hun bij het
vertrek met groot verlof mede gegeven, en om
eenigen tijd vóór hunne opkomst do verlofpas
te laten afteekenen.
Sneek den 28 Juni 1881.
De Burgemeester voornoemd
J. van DRIESSEN.
De miliciens-telegrafisten dezer lichting
17 Augs. tot 8 Sept.
2) De miliciens-telegrafisten dezer lichting
15 tot 24 Juli.
NATIONALE MILITIE.
I De BURGEMEESTER der gemeente Sneek,
I Gezien de aanschrijving van den heer Com
missaris des Konings in Friesland, van den 21
Juni 1881, le afdoeling M. en S., no. 536
Brengt bij deze ter kennis van de belanghebbeu-
Iden, dat dit jaar onder de wapenen moeten ko-
Ijpen, ten einde in den wapenhandel te worden
(geoefend, de miliciens verlofgangers behoorendo
Itor de volgende Regimenten en Korpsen, als:
I Het Regiment Grenadiers en Jagers, lichting
|fG8, van 16 Augustus tot 15 September;
I Het le Reg. Infanterie, van 9 Aug. tot 6
B'pt.2e. van 16 Aug. tot 15 Sept.; 3e. van
Aug. tot 16 Sept.4e. van 9 Aug. tot 8
pt.5e. van 16 Aug. tot 15 Sept.6e.
■t> Aug. tot 15 Sept.7 e. van 9 Aug.
Pb8e reg. le, 2e, 3e, 4e bataillon
If ug. tot 6 Sopt., en 5e bataillon van
Irug-, allen van de lichting van 1878;
I le Lieg. Ve-td-Artillerie, 5e en 6e Batterij,
■an 1 Aug. tot 9 Sept, -en le, 2e, 3e en 4e
Batt. en de beide treinkomp., van 13 Aug. tot
V Bep. 2e Reg., le, 3e en 5e Batterij en le
reincompagnie, van 1 Juli tot 9 Aug.2e, 4è
|n 6e Batterij en 2e Treincomp. van 16 Aug.
3e Reg., van 11 Juli toe 19 Aug.,
pkn lichting van 1878;
I Korps Rijdende Artillerie, lichting 1878, van
Aug. tot 30 Sept., voormalig Regiment Rij-
■>‘iule Artillerie
1« Regiment Vesting-Artillerie, le, 2e, 3e, 4e,
Ge, 7e en 8e Komp., van 29 Juli tot 27
voormalige le, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e en
e Komp.; 9e Komp. van 30 Mei tot 8 Juli,
Iponn. 21e komp. 10 Komp. van 8 Aug. tot
r Sept., voorm. 22e komp.2e Reg., le, 3e,
e> 8a en 10e komp. van 5 Aug. tot 12 Sept.,
uurm. 9e, 11e, 14e, 34e en 36 komp.; 2e, 4e,
Me on 9e komp. van 14 Sept, tot 22 Oct.,
Wur. 10e, 12e, 13, 33e en 35e komp.3e
r?., le, 4e, 6e, 8e en 9e Komp. van 5 Aug.
p 12 Sept., voprm. 15e, 18e, 20e, 38e en 39e
Pmp.2e, 3e, 5e, 7 e en 10e Komp. van 14
rpt tot 22 Oct., voorm. 16e, 17e, 19e, 37e en
„Althans ons is bekend een correspondentie,
waarin aan een dier beide heeren, op de meest
zachte manier, niet dan in zeer algemeene ter
men, sympathie gevraagd wordt voor do onder
wijs- én kiesrecht-kwestiën.
- „En toch, ook op dat schrijven is eeh vol
strekt weigerend antwoord ingekomen.”
De Tijd zegt, met het oog op de verkiezin
gen te Almelo en te Zevenbergen, heel gemoe
delijk in de hoop op goed succes:
„Wat ons leed doet in de houding van de
Standaard, is het onzedelijk spel, waartoe hij,
onvrijwillig natuurlijk, de hand leent. Zoolang
niet tot de anti-revolutionaire kiezers gezegd
wordt: „Zoo gij kiest, kiest dezen, nooit dien!”
zoolang zijn deze kiezers de gemakkelijke prooi
der liberale wervers. De Standaard weet to
goed, wat men met de leus „tegen de Room
schen!” bij zijn volk doen kan. Het is een
veege hoop, te hopen'op de anti-revolutionaire
kiezers.
„Wij zullen daarom noch misnoedig worden,
noch minder voortvarend zijn. Wij blijven vol
harden, al doet het ons leed, dat men, uitgaan
de ten strijd „tegen de Revolutie!” op het ein
de door een star volhouden aan vormen, welker
vervulling voor ieder een eigenaardigen bijsmaak
moet hebben, aan de revolutie de zege heeft
bezorgd.
„Toch zal het aldus zijn, trots alle tegonbe-
tuigingen.”
De heer De Beer heeft aan den heer E. Don-
wes Dekker (Multatuli) eenige inlichtingen ge
vraagd ten behoeve van Spamer’s „Konversati-
ons-Lexicon”. Als antwoord ontving hij een
schrijven, ’t welk door den heer D. B. in de
Portefeuille werd opgenomen.
De aanhef van dit stuk, gedateerd uit Nieder-
Ingelheim, luidt aldus
„Vergeef me, dat ik u zoolang liet wachten
op antwoord. Ik zat bij ’t ontvangen van uw
eersten brief (10 Mei) iu gékke beslommerin
gen. O. a. woonde ik niet. En ik legde uw
circulaire terzij in groot gezelschap helaas!
„Onder de eigenaardigheden die dezen schrijver
kenmerkenbehoort in de eerste plaats dat-i
zoo’n vervloekte hekel heeft aan schrijverij
Ziedaar, waarde verzamelaar van Auteuriana
reeds één bijzonderheid, en ’n groote. Overigens
ben ik geboren den 2 Maart 1820. Mijn ouders
waren welvarend en godsdienstig, maar zeer
eerlijk. Van die drie voorvaderlijke hoedanig
heden is slechts de laatste op mij overgegaan.
Op mijn 8e jaar reeds maakte ik verzen, die
beleefde gasten in verrukking brachten. Mijn
verstandelijke vermogens waren dan ook zeer
zwak, zoodat er altijd boodschapjes naar den on
derwijzer werden gezonden om ’t asjeblieft den
jongeheer niet kwalijk te nemen dat-i z’n les
niet kende, „’t Kind had waarlijk zijn best
gedaan, maar kon met den besten wil niet lee-
ren.” Dit is nog zoo. Niemand heeft besef
van de zwakheid mijner hersenen. Wat de
meesten terstond begrijpen, kost mij weken,
maanden, jarens nadenkens. Veel dingen zelfs
die overal intellectueele gemeenplaatsen zijn
leer ik nooit. Dit geef ik u niet als sarkasme.
’t Is eenvoudig-waar. Mijn grootste (eenige?)
verdienste is de dappere worsteling tegen die
hersenfout. Ik kon en kan dien afmattenden
strijd slechts volhouden door veel onthouding
liever: door mij te onthouden van veel."
Multatuli drijft voorts den spot met de ver
heerlijking die sommige schrijvers zich bij soort
gelijke levensberichten, als thans van hem ge
vraagd worden, schuldig maken en kiest tot het
onderwerp van zijn satire ’t bericht van Cremer
in De Keijzer’s werk, ’t Slot van ’t schrijven
luidt aldus:
r*. B
3
de heer Pompo geen sphinx was en optrad in
verband met „het program der anO-revolutio-
naire partij.” De roomschen weten te Goes wat
de politieke gevoelens van den heer Pompe
waren; de .anti-reyplutionairen weten van den
heer Wan Rijckevorsel niets.
Bovendientoen de anti-revolutionaire partij
nog zonder Örogram stond, hadden de besturen
der roomsche kiesverëenigingeh wél zeer zeker
de loffelijke gewoonte om schriftelijk of monde
ling inlichtingen te vragen. Dit deed men zelfs
uit Gouda met den hoofdredactèur van den
Standaard.
„Uit wederdienst voor bewezen dienst” den
roomschen candidaat steunen, zou gelijk staan
met te vragen, ~dat de anti-revolutionaire partij
haar tien jaren lang beleden overtuiging zou
prijsgeven. Sedert ’71 heeft zjj volhardend ei
ken voorslag afgewezen om op den voet van
triple-alliantie een anti-liberaal allegaartje te
vormen. Zij had nu maar eens de proef willen
nemen of het gelukken wilde een candidaat,
niettegenstaande hij roomsch was, „op grond
van zijn duidelijk uitgesproken politieke over
tuiging” door de anti-revolutionairen te doen
kiezen.
De enkele verklaring: „Ik ben goedroomsch”
is de Stand, niet genoeg. Kan ecu ander, zoo
besluit zij, onze kiezers voor zulk een candida-
tuur warm maken, ons zal het wel zijn.
Aan de mededeeling, dat de Standaard na
het ontvangen der antwoorden van de heeren
Insinger en Rijckevorsel zich tot de opneming
dier beide stukken bepaalde, knoopt de Midd.
Crt. de volgende redeneering vast.
Wij kunnen ons voorstellen, dat de redactie
behoefte gehad heeft om er zich eens op te be
slapen. Want het komt nu op kiezen of dee-
len aan. In Almelo bracht dé heer Insinger
het, nu zoowel als in 1877, niét verder dan tot
een goede duizend stemmen, terwijl liberalen en
anti-revolutionairen te zamen er ongeveer 1100
bijeenbrengen. In Zevenbergen telden bij de
jongste verkiezing de liberale stemmen 627, de
katholieke 612, de anti-revolutionaire 386. In
1878 was de verhouding bij de eerste stemming
549650476, en werd de liberale candidaat
bij herstemming verkozen met 901 tegen 814
stemmen.
De onthouding of aansluiting der anti-revo
lutionairen beslist dus in Almelo zeker de verkie
zing. De hooghartige afwijzing van den heer
Insinger maakt het dubbel verleidelijk om dien
door onthouding ,„fe straffen. Maar daarmede;
heeft men kans oök do verkiezing te doen mis
lukken van den heer Van Rijckevorseldie
eigenlijk nog minder bescheid gegeven heeft dan
zijn collega uit Almelo, wiens verwijzing naar
zijn parlementair verleden althans met eenig ant
woord gelijk stond. En onthoudt men zich in
Zevenbergen, dan geeft de onpleizierige herin
nering aan Goes te verstaan, dat het geduld
der roomsche hulptroepen ook éénmaal op kan
raken.
De Stand., zoo besluit de Midd. dJt., heeft
zich in een wespennet gestoken, waar zij moei
lijk zonder schrammen voor haar of haar partij
uit kan komen.
Van een enkelen kant zegt de Stand.
maakt men ons de opmerking, dat onze vragen
aan de heeren Insinger en Van Rijckevorsel wel
wat kras waren.
„Dit wil dan natuurlijk zeggen, dat men, bij
minder krasse vragen, wel inlichting zou ver
kregen hebben.
„Tot
laff ’i '-'r.k., vuunu. iue, nv, o<et-u xvuijre «ua. ucm althans ten opzichte van één der beide heeren
kemp,; 4e 2e, 3e, 5e, 7e on 9e Kom., i moet de Stand, antwoorden op het laatste: dat weerspreken.
OEEOIl COURANT
BBR
L
D-
3H