MBS- ffl ADÏERTIÏTIE BL1D WH DE (EiEWEESilEtlllllMiraWSm. rm Lt 1 I No. 61. Z E S-E N-D E R T I Q S T E J 1831. A R Gr A. N Q. d V i Ti V t Jaarmarkt of Kermis, op welke geene bedelaars, rijfelaars, hazardspe- lers of loterijen met kaartjes om koek, glas- en aardewerk of andere voorwerpen, zullen worden toegelaten, alhier zal ingaan op Dinsdag den 9 Augustus 1881, des morgens acht uur, en ein digen op Vrijdag den 19 Augustus daaraanvol gende, des morgens acht uur, en dat vóór den 22 dier maand, alle kramen, disschen, tenten enz. zullen moeten zijn afgebroken en wegge ruimd. J Z A T B R D A 30 J U 1A I. t7 55,51 '1,2! 1 t V ,00 10 I 5 110 1 BEKENDMAKING. 1 V OEEKER (OIRAA IT avofi 1 V E M. A A R plek, waar zijn bijstand noodig is. •zab d ii ireu i mc it 2 p zi1. hui bllï na; wr<i lam Hlll'l der inwo- inkwartiering 53,J Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco in te zenden. 55,1 Jkil 51,5 Oi r ivoe M. uli. s 18 ‘fu 3 5 T ld 1 f ’a 5/ ii ’’8 3 De Eerste Kamer heeft gisteren (Donderdag) met een meerderheid van vier stemmen (21 te gen 17) het ontwerp tot aanleg van een kanaal ter verbinding van Amsterdam met de Merwede (verbetering der Keulsche Vaart) aangenomen. Over die beslissing, zegt de Amsterd. Ct., heeft Amsterdam, naar onze innige overtuiging, alle reden zich te verheugen. Amsterdam krijgt nu althans iets. Aan de verbetering van den wa terweg der Hoofdstad naar Duitschland zal thans ten minste iets worden gedaan. Ware het ont- werp-Klerck verworpen, in een lange reeks van jaren ware het bij ’t oude en slechte geble ven. Krijgt Amsterdam nu ook al niet terstond het beste, het meest wenschelijke, de verbe- ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7'/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Bij de verkiezing op Dinsdag jl. vond de voor zitter van hét stembureau te Mheer (Limburg) goed de stembus reeds ten 1 ure ’s namiddags te sluiten en te verzegelen, waardoor 35 kiezers, die later verschenen, niet in de gelegenheid waren aan de stemming deel te nemen. Door de beide stemopnemers, die noch het proces-ver- baal wilden teekenen, noch bij de opening der stembiljetten tegenwoordig waren, zijn tegen deze vervroegde sluiting bij Ged. Staten bezwa ren ingediend. >5,ft 38,5 zeker van, gaarne eenige ruimte in uw veelge lezen en gewaardeerd blad aan de verdediging t eener afwijkende meening willen afstaan. Im mers doet gij het in bedoeld artikel voorkomen, alsof de politieke leiding der anti-revolutionaire partij uitsluitend van uw blad afhing; terwijl het toch van algeraeene bekendheid is, dat gij zelf krachtig meegewerkt hebt om die leiding- in handen te brengen van een door de kiezers ge kozen centraal comité. Dat de Stand, een van dat comité afwijkende of althans zelfstandige politiek zou wilien verdedigen, is, zoolang gij zelf voorzitter van dat comité zijt, niet wel aan te nemen. In 1879 hebt gij dan ook, alvorens te adviseeren, vooraf den raad ingewonnen van de commissie van advies uit het C. C. Door intusschen ditmaal van de Stand, als van een zelfstandigen leider te spreken, gaaft gij een schijnargument in handen aan hen, die, zooals de Leidsche hoogleeraar Buys, geheel de anti revolutionaire partij beschouwen als marionetten, door u in beweging gebracht. Om die reden kan het u niet anders dan welkom zijn, dat een uwer vrienden en medearbeiders, door in uw eigen blad uwe meening te bestrijden, alzoo door de feiten zelven, die bewering ten krachtigste logenstraft.” De heer Lohman bespreekt daarop twee pun ten- 1. do houding van de Prot. Noo'rdbr. te genover mr Van Rijckevorsel; 2. de houding van de anti-revolutionaire partij tegenover Rome. Betreffende het eerste punt zegt hij slechts weinige woorden. Hij deelt de meening niet van den heer Kuyper, dat de anti-revolutionai- ren, die den heer van Rijckevorsel te Zeven bergen wenschten te steunen, alleen gedreven werden door de vrees dat Rome zich anders in 1883 zou wreken. Hij meent dat er een ander en béter motief bestond. Wanneer een tal van roomsche kiezers hun vertrouwen geschonken hebben aan mannen, die zij geleerd hebben we gens hun afval van de roomsch-kath. kerk bij kans te verfoeien, omdat hun verzekerd werd dat deze mannen de gelijkheid van allen voor stonden; wanneer zij, die zich met de verkie zingen inlaten, dit persoonlijk menigmaal aan roomschen onder het oog hebben gebracht, is het dan niet hatelijk voor die roomschen, den volgenden dag van diezelfde leiders te vernemen wij mogen w volstrekt niet vertrouwen, al ver zekert gij ook nog zoo stellig, dat gij, zij het dan ook slechts in dezen tijd en in dit land, op schoolgebied de gelijkheid van allen voorstaat? Wij mogen u zelfs niet verkiezen boven hen, die, in dezen tijd en in dit land, die gelijkheid met voeten treden! Is het niet begrijpelijk, vraagt de heer Lobman, dat er protestanten zijn, die zulk een houding tegenover landgenooten afkeurer? In ’t volgende deel van ’t schrijven zal de verhouding der anti-revolutionaire partij tot Ro me nader worden uiteengezet. Te Groenendijk (Zeeland) werd dezer dagen op een schuur tegen de roomsch-katholieke kerk de onderstaande bedreiging aangeplakt: „Manifest op eedIndien aan ons, erfgena men van de familie de Nijs, het geld niet terug gegeven wordt door Smulders (pastoor) en Goed hart, juist twee vreemdelingen in onze gemeen te, dan hebben zij beiden het ergste te vreezen. G(bekende vloek) wee u Tot goed begrip dezer bedreiging, zegt do Midd. Cour., diene, dat ruim twee jaren geleden aldaar zijn overleden twee dames de Nijs, die bij uiterste wilsbeschikking al hare roerende en onroerende goederen, naar schatting ongeveer een halve ton waarde, vermaakten aan roomsch- katholieke kerk- en armbesturen, terwijl voor ongeveer vijftig meerendcels behoeftige erfgena men niets was aangewezen. Voor deze erflating werd dan ook de koninklijke goedkeuring ge weigerd, doch daarop was in het testament ge rekend door de bepaling, dat in zoodanig geval de tijdelijke pastoor der parochie Groenendijk erfgenaam zou zijn. Bij het overlijden was de heer Smulders die pastoor, terwijl de heer W. Goedhart, hoofdon derwijzer aan de openbare school in de Molen straat, als executour-testamentair optrad. De erfgenamen hebben genoemden pastoor een pro cedure aangedaan, welke na maanden en maan den tot uitslag heeft gehad, dat de pastoor in het bezit der erfenis gehandhaafd is. Eerstdaags zal nu de verkooping der goederen plaats hebben Was door bovenstaande bedreiging reeds in druk op de gemoederen gemaakt, deze werd versterkt toen Zondag nacht op nieuw een groo- te boerenschuur, op het dorp Groenendijk ge heel in de asch werd gelegd, onder omstan digheden, welke het vermoeden van kwaadwil ligheid, hetwelk door vorige kort op elkander Naar aanleiding van het gebeurde met een Christusbeeld in de school te Slenaken en de vroegere interpellatiein de Tweede Kamer, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken de volgende vragen gericht aan de districts-school- opzieners 1. Zijn er in uw district openbare of gesubsi- diëerde scholen, waar kruisbeelden of andere kerkelijke emblemata worden aangetroffen; 2. waar de Bijbel gedurende de schooluren gelezen wordt; 3. waar gebeden gedaan worden, strijdig met den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige begrippen van andersdenkenden? BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, maken bekend, dat de Raad in zijne vergadering van 23 Juli 1.1. no. 3 be sloten heeft, de geldleeningen ad f 20000 en f25000, in de jaren 1874 en 1875 tegen eene jaarlijksche rente van 5°/0ten laste dezer ge meente aangegaan, af te lossen op 1 Nooem- l)C)* 6 Z* Sneek, 29 Juli 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN, De Secretaris, de JONGH, L. S. ook voor betalenden, om zich te laten inenten of herenten, onmiddellijk uit het kalf. Benoor den Utrecht is Groningen de eenige plaats, waar op dit oogenblik zulk een „Pare” bestaat, dat ook de gemeenten in die provincie en verschil lende gemeenten buiten de provincie van deug delijke animale inentstof voorziet. K E N N I S G E V I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, brengen ter voldoening aan het bepaalde bij de artt. 17, 18 en 19 der wet van 14 Sep tember 1866, (Staatsblad no. 138,) ter kennis van de ingezetenen dier gemeente: dat de lijst, bevattende de namen ners, die voor het verleenen van en onderhoud ran militairen in aanmerking ko men, bij hun besluit van den 27 Juli 1881 is herzien dat die herziene lijst is aangeplakt en gedu rende 14 dagen, iugaande den 30 Juli 1881 op de Secretarie voor een ieder ter inzage zal wor den neêrgelegd: en dat de bezwaren tegen die lijst, binnen 14 dagen na afloop van den tijd, voor de inzage bestemd, schriftelijk moeten wor den ingecflend. Sneek den 29 Juli 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. van DRIESSEN. De Secretaris, B. de JONGH, L.-S. Zooals bekend is, heeft de maatschappij tot „Nut van ’t Algemeen” in de vorige algemeene vergadering f 1000 toegestaan voor een cursus in handenarbeid. Die cursus werd Zaterdag te Amsterdam in het gebouw der Maatschappij op de Nieuwezijds Voorburgwal geopend met een zeer toepasselijk woord van den heer Bouwman. Maandagmorgen zijn de werkzaamheden onder leiding van den heer Stam met een 30-tal leer lingen, waaronder twee dames, uit bijna alle provinciën afkomstig, begonnen. De leerlingen zijn in zes klassen verdeeld en de uren per dag gesteld van 8 tot 12 en van 2 tot 5. Op deze wijze denkt men nagenoeg 4 weken aan den arbeid te moeten blijven. Naar men uit goede bron verneemt zegt het D. v' F. zijn de heêren Kapteijn Gen- tis na ijverige volharding en vele teleurstellingen er in geslaagd het kapitaal te vinden voor de lijn HarlingenSalsbergen. Slechts eene zeer geringe medewerking van den Staat, de provin ciën en Gemeenten zal noodig zijn, om de tot standkoming dezer voor Friesland en Drente zoo hoogst belangrijke lijn te verwezenlijken. Het spreekwoord: als er twee kijven hebben beiden schuld, vindt weder bevestiging in ’t geen er tusschen de Engelsche en Nederlandsche visschers voorvalt. De Nederlandsche visschers klagen over de Engelsche in de Noordzee. Thans klagen de Schotsche visschers over de Neder landsche bij de Shetland-eilanden. Men schrijft van daar in de Times, dat de visschers aldaar in den laatsten tijd veel te lijden hebben van de Nederlanders, die, naar de schrijver beweert, zich ijverig met liet stelen van netten en lijnen bezig houden. Hij erkent echter, dat verschei den gezagvoerders van Nederlandsche vaartuigen de klagende Schotten zeer beleefd aanhoorden en hunne hulp toezegden, zoodat hij niet wil, dat men allen voor de wandaden van enkelen zal verantwoordelijk stellen. In het bijzonder wordt vermeld, hoe eenige schepen van de Nederlandsche haringvloot van 100 zeilen, welke in de buurt van Shetland vischt, de lijnen van een Schotschcn kotter, die op de kabeljauwvangst uit was, hebben afgesne den en medegenomen. De Shetlanders, die be roofd warén, brachten hun klacht in bij de schip pers van vier Nederlandsche schppen, die aan hét visschen waren gebleven, toen de anderen met de lijnen vluchtten. Zij werden beleefd ontvangen; hun werd hulp beloofd, en een der Nederlandsche schippers landde eenige dagen later op Shetland, om den naam op te geven van een der Nederlandsche schepen, welke, naar hij geloofde, een deel der gestolen lijnen aan boord had. De Shetlanders betreuren het, dat het Engel sche oorlogschip Ferm, ’t welk hen beschermen moet, steeds op honderd mijl afstand is van de Gesteund door bijdragen van het rijk en de gemeente is Groningen dezer dagen in het be zit gekomen van eene „Pare Vaccinogéne,” in **5*“i“> 7" 7”i het klooster, in de nabijheid der school van den gevolgde branden reeds bestond, tot zekerheid heer Nuiver, waar iedere week gelegenheid zal hebben doen stijgen, bestaan niet alleen voor onvermogenden, maar I UIT DE PERS. De Stand, bevat het eerste gedeelte van een schrijven door mr. A. F. de Savornin Lohman aan den hoofdredacteur Dr. A. Kuyper gericht over de houding, door de Standaard aangeno men ten opzichte van de herkiezing te Zeven bergen. De aanhef luidt aldus „Hooggeschatte HoofdredactenrUw belang rijk artikel „Valsch spel noopt mij, om, in een openbaar en onderteekend schrij ven, de hou ding der anti-revolutionaire partij bij de laatste herstemming te bespreken. Al moet, ik van u in meeuing verschillen, toch zult gij, ik ben er tering der Keulsche Vaart behoeft volstrekt geen beletsel te zijn, om naar dat beste te blijven zoeken, en, als men het gevonden heeft, tot uit voering te brengen. Dit mocht echter, naar ons inzien, geen reden zijn, om het betere, dat men binnen kort krijgen kan en krijgen zal, van de hand te wijzen. Te eeniger tijd, wij vertrouwen dit stellig, zal dit ook te Amsterdam algemeen worden erkend. BURGEMEESTER ën WETHOUDERS van de gemeente Sneek maken bekend, dat de Tevens wordt hierbij herinnerd aan art. 46 van de algemeene Politie-Verordening, waarbij is bepaald„dat niemand eene tent, kraam of iets dergelijks, op den voor den openbaren dienst bestemden grond mag opslaan, dan op aanwijzing van den Marktmeester en na voldoening van het marktgéld. Sneek, den 19 Juli 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. van DRIESSEN, De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. -

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1881 | | pagina 1