MEW EJ III! [Ill (Uli: BUD 1W DE
EtlfflïlMUBIIONlIMJBrSHII
s
No. Vt
Z E S-E N-n ERTIGSTE J
1881,
Z AT FR D A G
24 SiA’TRMBFlU
r
U I T
D E
PERS.
Schutterij-
UIT DE TWEEDE KAMER.
e-
w
.1
1
!-
ADVERTENTIËN van
voor eiken regel meer 7’/2
lang rijk lager. Voorwaarden daaromtrent te
Uitgever.
i
-7-...vu XVVUÜ V*C»V1U11J JVj
1 dat er een aanval op de schatkist, alias op de
God
gewoon een weelderigen staat te
1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
Cents, Bij abonnement is de prijs be-
vernemen bij den
geen andere vrijstelling dan wegens lichamelijke
ongeschiktheid; gelijkstelling van de schutters
op het platteland en in de steden; de schutte
rijen onder militair toezicht en onder strenge tucht.
TSrwijl in andere landen gestreefd wordt naar
vermindering van de militaire lasten (zoo bijv,
in Rusland en in Frankrijk), zullen hier te
lande volgens deze voorstellen die lasten zeer
aanmerkelijk verzwaard worden. Van do gan-
sche mannelijke bevolking zal niemand, die niet
het ongeluk heeft lichaamsgebreken te bezitten,
don dans ontspringen. Allen zullen tien jaar
lang het land moeten dienen, hetzij bij militie
en schutterij achtereenvolgens, hetzij bij de schut
terij alleen.
Om al het bezwarende daarvan te beseffen,
moet men zich herinneren, dat thans op iedere
honderd zielen maar twee man in het schut-
terspak worden gestoken, dat de diensttijd bij
de schutterij thans bepaald is op vijf jaar met
vijf jaar (fictieven) dienst bij de reserve, en dat
op het platteland de schutterijen tegenwoordig
slechts in naam bestaan.
Wij spraken nu nog maar alleen van ver
zwaring van lasten, die men betaalt met zijn
persoon, maar hoe groot zullen wel niet de fi-
nantiëele offers zijn, die daardoor het Rijken de
Gemeenten op nieuw op de schouders worden ge
legd
Behalve de ingediende Militie- on Schutterij-
wetten, wordt nog aangekondigd een ontwerp
„tot herziening der bepalingen omtrent hot ves-
tingstelsel”.
Welke surprise daar nog achter schuilt is ons
op t oogenblik niet duidelijk. Intusschen
rijst al dadelijk de vraag: zou het vesting-
stolsel, waaraan reeds zoovele milioenen zijn be
steed, veel moer dan oorspronkelijk als totaal-
kosten was geraamd, alweer niet deugen? Zal
men weer met andere kostbare plannen aanko
men, waarvoor weer nieuwe offers geëischt zul
len worden Wij weten het niet, maar zijn
niet erg gerust, want aan het departement van
oorlog aan het Nederlandsche circum-locutie-
kantoor is alles mogelijk. Zeker is ’tdat
hiermee in de openingsrede belangrijke nieuwe
uitgaven in uitzicht worden gesteld.
Belooft de minister van oorlog gedurende dit
zittingsjaar bijzonder actief te worden, van de
ministers van finantiën en binnenlandsche zaken
schijnt men daarentegen al bitter weinig te moe
ten verwachten.
Wel lezen wc in de openingsrede „de toe
nemende opbrengst van ’s lands middelen ont
slaat ’skonings regeering niet van de zorg om
nieuwe voorstellen voor te bereiden, die tot be
tere verdeeling van de lasten der ingezetenen en
tot vermeerdering van de inkomsten der schat
kist kunnen leiden” maar deze geheele tira
de komt ons voor niet veel meer te zijn dan
eene fraai klinkende phrase, waaruit volstrekt
niet positief is af te leiden, of de minister ook
voornemens is in dit zittingsjaar nog met nieu
we voorstellen te komen tot herziening van ons
schreeuwend onbillijk belastingstelsel, tot eene
meer billijke verdeeling van de telkens klim-
Over de openingsrede sprekende, met welke
de minister Van Lijnden namens den Koning
de vereenigdo zitting heeft geopend, doet het
Hand, opmerken, dat het programma, van de
werkzaamheden gegeven, al bijzonder karig is
uitgevallen. Eerst worden de oude, gedeeltelijk
reeds verleden jaar .toegezegde ontwerpen opge
voerd. Dan volgen de nieuwe. Do nieuwe!
Een wijziging der vestingwet, eenige ontworpen
ten behoeve van scheepvaart en afwatering,
„voorbereiding en geleidelijke indiening” van
ontwerpen tot aanvulling onzer wetgeving zie
daar wat stellig wordt toegezegd.
Omtrent hoofdzaken, welke hervorming eischen,
bepaalt de regeering zich echter tot mededee-
hngen, die tot niets binden. Het kiesrecht? Aan
de herziening wordt „gearbeid”. Of die arbeid
bestaat in een enkele wijziging der kieswet, dan
wel zich tot grondwetswijziging uitstrekt, wordt
in het midden gelaten. Evenzeer of nog in dit
zittingjaar de vruchten van dien arbeid zullen,
rijpen. De belastinghervormingDe ministeis
herhalen slechts, wat bij de kanaalquaestie reeds
door hen is opgemerkt, dat betere verdeeling
der lasten en vermeerdering der inkomsten noodig
is. Alleen omtrent, de bevordering van de be
langen van Ned. Indie zal men een ontwerp
ontvangen, waarvan de strekking echter nog in
het midden blijft. Van de herziening der ge
meentewet en der wet op het middelbaar onder-
derwijs wordt geheel en al gezwegen.
Het programma der regeering klinkt dus zeer
mat geen grootsche voornemens, enkel voort
zetting van de taak, om het vele achterstallige-
af te doen.
Het Hand, had trouwens van de bestaande
omstandigheden niet veel anders verwacht. De
Tweede Kamer heeft wel een liberale meerder
heid, maar niet een die geschikt is om de re-
geertaak voor een krachtig kabinet mogehjk te
maken. Men moet dus tevreden zijn met een
kabinet, dat zonder te reageeren op liberale
maatregelen, zaken afdoet en groote politieke
vraagstukken laat rusten, althans niet op den
voorgrond stelt.
Het Dagblad erkent dat er genoeg gewichtige
zaken in de rede worden aangekondigd en hoopt
dat de wetten op militie en schutterij in de eerste
plaats in aanmerking zullen komen. Het blad
had omtrent de kieswet wat'stelliger verklarin
gen verwacht.
Het Vaderland wenscht de Kamer een vrucht
baar arbeidsjaar toe. Het blad wijst nader op
de vaagheid der beloften nopens het kiesrecht
nopens de hervorming van het belastingstelsel
en de zinsnede betreffende Ned. Indie, maar het
verheugt zich toch dat de zaken worden aan
geroerd en uit do hoop dat het niet bij goede
voornemens blijve.
De N. R. C. wijst er op, dat er voldoende
gegevens in de openingsrede worden aan do
hand gedaan om de Kamer gelegenheid te «re
ven de volkswelvaart krachtig te bevorderen.
Het blad is mm of meer verrast over de belof
te m zake mdie gedaan. Dat de regeering geen
belofte doet tot wijziging van de wet op ’t mid
delbaar onderwijs, acht het blad verstandig in
de gegeven omstandigheid, maar wel had het
eenige toezegging verwacht op ’t gebied van het
zeevaartkundig onderwijs. Heeft de minister van
binnenlandsche zaken dan heel geen plan luidt
de vraag, of wacht ons van dien kant verras
sing? V xao
„De mededeeling aldus besluit ’t blad
dat „aan de herziening van het kiesrecht ge
mende en hoogst onevenredig drukkende las
ten. Wij meenen, dat het belasting betalende
volk recht had iets meer positiefs te vernemen
omtrent de plannen van den nieuwen minister
van finantiën. Misschien zullen we in de mil-
lioenen-spepch daaromtrent nog iets naders ver
nemen. Voorshands echter geeft de finantiëele
paragraaf der openingsrede weinig stof tot te
vredenheid.
Is de minister van Lijnden sober in zijne be
loften, de heer Six, minister van binnenlandsche
zaken, maakt het waarlijk niet veel beter. „Aan
eene herziening van ’t kiesrecht wordt gearbeid.”
Zietdaar de belangrijke boodschap, die uit het
kabinet van mr. Six? tot ons komt. Men zou
bijna geneigd zijn te vragen: ernst of kortswijl
Dat aan eene herziening van het kiesstelsel
gearbeid wordt, gelooven we gaarne. Daaraan
hebben hónderden reeds gearbeid. Maar na
het duidelijke votum der Tweede Kamer in Mei
uitgesproken, hadden we hier verwacht en mogen
verwachten de aankondiging: „een wetsontwerp
tot herziening van het kiesrecht zal u weldra
worden aangeboden,” of was dat „weldra” te
veel geëischt, welnu, dan althans: „in den loop
dezer zitting” of iets dergelijks. We vermoe
den dan ook zegt Oostergo, en we helpen
’t haar hopen dat de Kamer zeer spoedig zal
verklaren, dat ze de behartiging van dit „volks,
belang” niet wenscht uit te stellen ad Calendas
Graecas,-dat is: voor lang ter griffie wil deponeeren.
Herziening toch van ons plutocratisch kiesstel
sel, is de eisch van den dag gewordenzij
is dringend noodig om een einde te maken aan
onzen ongezonden politieken toestand.
Zietdaar een paar punten uit de openingsre
de, die meer bijzonder onze aandacht trokken
en ons onvoldaan lieten. Wij vertrouwen ech
ter, dat er uit den boezem der Volksvertegen
woordiging wel stemmen zullen opgaan, die bij
de regeering aandringen op eene nadere ver
klaring betreffende hare zienswijze over die groote
vraagstukken van algemeen volksbelang, waar
van de behoefte aan oplossing zich telkens met
vernieuwden en klimmenden aandrang doet ge
voelen.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco por post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
tot herziening der bepalingen omtrent het
tingstelsel zal u een ontwerp worden voorue-
logd.”
Dat de wetsontwerpen betreffende onze Mi
litie en Schutterij, zwaardere lasten nog ge
zwegen van de onbillijke verdeeling daarvan
aan de bevolking zullen opleggen, is buiten kijf.
Bij de militieverhooging van het bedrag der
jaarlijksche lichtingenslechts do kleinste helft
■van een oneven getal broeders voortaan vrij;
(geen vrijstelling meer voor „kostwinners”
paar wel van éénige zoons! en andere ver
swaringen.
Bij dó schutterijalgemeene dienstplicht
ichutterdienst van het 21ste tot het 30ste jaar-
DE OPENINGSREDE.
De rede, waarmee het hoofd van het kabi
net, de heer van Lijnden, jl. Maandag, namens
den Koning, de vergadering der Staton-Gencraai
en daarmee het nieuwe parlementair zittings
jaar opende,-munt al weer niet uit door be-
belangrijkheid van inhoud. Als politieke spijs
kaart ziet zij er al heel schraaltjes uit, ook al
komt er een enkele pikante schotel voor op het
regeerings-menu, die tamelijk duur dreigt te
zullen worden en een nieuwe amputatie op do
beurs dor belastingbetalenden in ’t vooruitzicht
stelt. Die pikante schotel is nog wel boven
aan op het menu geplaatst en zal door den heer
Reuther worden aangeboden.
Dat onze minister van Oorlog, die toch reeds ge
woon is voor zijn departement steeds het leeuwen
deel te vragen, nu ook reeds het eerste en hoogste
woord voert bij de opening van dit parlemen
tair zittingsjaar, komt ons reeds een bedenke
lijk verschijnsel voor. Als hij zich op den
voorgrond plaatst, dan weet men reeds dadelijk,
beufs der burgers zal worden gedaan.
Mars toch is -
voerenhij speelt met millioenen, als kinderen
met pepernoten; hij eisch t voor lijne hof houding
de bloem der mannelijke bevolking en absor
beert daardoor do beste werkkrachten, die zoo
productief konden zijn voor handel, landbouw
en industriehij is alzoo een echte Minotaurus
in ’t verslinden der algemeene welvaart. En
de ministers, die zich aan zijn dienst hebben
gewijd, beijveren zich als om strijd om telkens
nieuwe en meerdere offers te brengen aan Zijne
onverzadelijke Majesteit, die hongeriger wordt,
naarmate hij meer en fijner gevoed wordt.
En het volk het belastingbetalende en zijn
zweet en bloed offerende volk, brengt telken
jaro op nieuw zijne millioenen en zijn krach
tigste zonen naar dien negentiendeeuv sclicn Mi
notaurus, zij ’t dan ook al meer en meer mok
kende on morrende.
Aan dien negentiendeeuwschen c^-gpd zullen
dan ook, blijkens het ministerioele menu -
in óns land weer nieuwe offers moeten worden
gebracht.
„Voordrachten, betreffende do nationale mili
tie en de schutterij zóó toch zegt de ope
ningsrede liggen ter behandeling gereed en
tot herziening der bepalingen omtrent het ves-
16
6
G
6
ip
111
a
ia
111
i
De heer van Rees, door den Koning benoemd, heeft in de
zitting van gisteren (Donderdag) het voorzitterschap aanvaard
met eene korte rede, waarin hij, dankbaar voor het vertrouwen
de medewerking der Kamer inriep en wees op den arbeid dié
te wachten stond. Hij hoopte, dat die arbeid, met onderlinge
welwillendheid en eendrachtige samenwerking met de Kesee-
rlng, vruchten mocht dragen.
Vooraf had de tijdelijke voorzitter, de heer Wiibenga, het pre
sidium ovorgedragen, hulde gebracht aan de bekwaamheden van
den heer van Rees en gewezen op den strijd, vaak in de Ka
mers gevoerd, en die zijns inziens niet zal verminderen nu do
kerk, haar roeping vergetende, meer en meer in den lande als
politieke party zich constitueert en organiseert.
De heer van Rees bracht hulde aan de nagedachtenis van
r ins Frederik.
Besloten werd, een eerbiedig adres van rouwbeklag nog he
den op te stellen. 6
De heer Godefroi heeft ontslag Ingezonden wegens gezond
heidsredenen. Ie voorzitter bracht hem hulde, als een der
grootste gi naden van het Parlement.
Tal van ontwerpen zijn ingekomen.
Ingekomen zijn de Indische begrootlng en andere bogrootings-
ontwerpen, zoomede een ontwerp tot bekrachtiging der overeen
komst met de Hollandsehe Ijzeren Spoorwegmaatschappij
Maandag aanbieding der Staatsbegroting.
De heer Heijdenryck heeft verlof gevraagd, om de Be-’eering
te interpelleeren over hare zienswijze omtrent den eed Op
voorstel van den heer van der Linden is besloten, Maandag te
beslissen of daartoe verlof zal verleend worden
Tot voorzitters der afdeelingen zijn gekozen de heeren Gleieh-
man, van Belden, Lenting, Tak en Borret.
Een adres van rouwbeklag is terstond vastgesteld en aange
nomen. Het zal den Koning door eene commissie worden aan
geboden.