I
■WSffllDIMWIHUDlBDI
i W
J Aj
I.
1
k
No. 82
Z E S-E N-D E R T I G S T E J A A R G- A N G-.
1881.
w o
*L
- -
IS OCTOBER,
oor-
m
^•1
53,fl
>7,6«
>4,4
iwi
ggej
Alic brieven
in tö zenden.
mp,
v.
zal
ans*
uni,
orn.
Jet?
"In
Men schrijft uit den Haag aan de Am. Crt.
Eene hoogst droevige zaak vervult hier vele
gemoederen, en legt aan den raad
en discipline (of, bij gebreke, aan
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco por post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave ol redactie betreffende, franco
ADVERTENTIÈN
voor eiken regel meer 7 */2
1 a n g r ij k lager. Voorwaarden daaro mtrent
Uitgever.
rijcU
v ce
de-
J.
n
•4a
hl
•?w
7,s
1
X
V.
Jol-
Z. M. heeft benoemdtot lid van de Algemeene
Rekenkamer jhr. mr. Sandberg, oud-lid van de
Tweede Kamer; N. D. Doedes, thans tijdelijk
leeraar aan de R. h. b.-school te Leeuwarden,
tot leeraar aan die school.
van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
Cents. Lij abonnement is de prijs be
te vernemen bij den
Uit het onderzoek, dat Zaterdag op de plaats
van het ongeluk bij Rotterdam is ingesteld, moet
volgens de N. R. C. zijn gebleken, dat de wis
sel wachters, die een goederentrein verwachtten, an
ders hadden moeten handelen dan zij gedaanhebben.
eene regeering, in wier naam zulk een taal wordt
verkondigd, zulke gevoelens worden uitgesproken,
in ons Nederland worden geduld?
Do interpellatie, door don lieer Heydenryck op
touw gezet, is als een nachtkaars uitgegaan.
Zoowel de heer Wintgens als de heer Heyden
ryck hebben motion voorgesteld, maar zij heb
ben den moed niet gebod eene beslissing der
Kamer uit te lokken. De één voor, de ander
na, trok zijne motie in. Aan eene beslissing der
Kamer zullen echter noch die heeren, noch de
Minister ontloopen. Als later do zaak van den
heer Hartogh rleijs te Assen bij de Kamer aan
hangig wordt gemaakt, zal eene beslissing moe
ten vallen. Dat die beslissing niet in den geest
zal zijn van do Regeering, maar in den geest
vau vrijheid on recht, daarop mag het Neder-
landsche volk vertrouwen!
„Burgerplicht” te Amsterdam wil de fout her
stellen, dit voorjaar begaan, en heeft mr. Rut
gers van Rozenburg weder candidaat gesteld
voor de Tweede Kamer. Hij verkreeg 46 van
de 74 stemmen. Er werd menig scherp woord
gesproken, ook over de kohieren en de kanaal-
quaestie, maar tegenover de bestrijders stonden
thans wakkere verdedigers.
Tot candidaat voor den raad is wederom Heldt
gekozen, nadat de overige, die genoemd waren,
zich hadden teruggetrokken.
Naar ’t Vaderland meldt, is te Rotterdam
met het stoomschip Caland uit Amerika over
gebracht de struikroover Guiscppo Esposito, bij
genaamd Randazzi. Hij werd voorlopig in de
cellulaire gevangenis opgeslocten, om later naar
Italië getransporteerd te worden.
Op eene te Amsterdam gehouden buitenge
wone Algemeene Vergadering van aandeelhou
ders in „de Friesehe Landaanwinning-Maat-
schappij,” waarop bijna allo aandeelhouders wa
ren vertegenwoordigd, zijn als nieuwe commis
sarissen benoemd, met algemeene stemmen, de
hoeren John Graij te Londen, J. C. aan de.
Blocquerij Jr. te Haarlem en J. G. Jager te
Amsterdam, terwijl de heer J. B. van de
Blocquerij Jr. tevens als v aarn emend directeur
optreedt. De uitgebreide bezittingen der Maat
schappij zullen worden gerealiseerd of de maat-
van toezicht schappij naar omstandigheden worden gereorga-
het gerechts- j niseerd. De vergadering besloot commissarissen
hof) een treurige plicht op. Een door zijne on-
geraeenc bespraaktheid welbekend advocaat heeft
zich, in het bijzijn van onderscheidene personen
woorden laten ontvallen, die eene door hem in
Maart 1860 gepleegde strafbare daad hebben
aan het licht gebracht. Wegens het hoog ern
stige van de zaak (voorbedachtelijke schending
van beroepseed) zal, naar ik hoor, de beklagens-
waardige grijsaard denkelijk gestiapt worden mot
schorsing in de uitoefening van practijk gedu
rende een jaar.
De zaak heeft te algomeoncr aandacht getrok
ken, doordat de gepleegde eedbreuk juist op
denzelfden dag aan het licht kwam, waarop in
do Tweede Kamer een van ’s Gravenhage’s al-
go.vaardigden, de heer Wintgens, in een fraai
klinkende redenering de heiligheid van den eed
roemde. Indien de schuldige advocaat onder de
toehoorders van den heer Wintgens had kunnen
zÜn? hij ware gewis vernietigd geworden door
den bliksem, die uit ’s redenaars oogen schoot,
toen hij gewaagde van lieden, in wier mond
zelfs de aanroeping van Gods naam geen waar
borg is. „Schurken” noemde de grijze staatsman
ze, en de heilige verontwaardiging, met welke
dat „Schurken” door ’s Lands raadzaal galmde,
maakte dit oogenbhk en dezen man onvergefe
lijk voor alle aanwezigen. Het was de Sint
Joris der integriteit, die den dratk-dergeveinsd
heid, zijn lans, tusschen do blazende kaken door,
in het ongure lijf stiet.
’t Is te hopen dat do minister van oor-
I°g, bij de voordracht van het hooge oorlogs-
budget op ,de begroeting aangebracht, het te
kwaad krijgt met onze kamers. Inderdaad is
een uitgaaf van 33 millioen voor ’t soldatenspel,
zoo jt heet, ten behoeve van een natie uit slechts
4 millioen zielen bestaande, een blqedbelasting.
Het aantal manschappen, onder de wapens te
roepen, zal grooter zijnaan vestingbouwerij
zullen vele millioeuen worden te koste gelegd
en de schutterijen mede aanzienlijke offers vra
gen, indien ’s Ministers plannen zullen doorgaan.
Wij hopen echter, met den dooi’ de zonen van
Mars dood verklaarden Winkler Prins, dat er
ettelijke millioeuen. van de oorlogsbegrooting
—£3 uui dxvy bj\i ixUbbl^ci
einden te besteden. De heer Winkler Prins met
zijn kernachtige taal spreekt in den goeet ao«
Nederlandsche natie.
Imgsvcreeniging of in een spreekgezelschap, -
staande voor den troon van Ncderlandsch Koning,
de quaesties, die sinds duizenden jaren de diep
zinnigste hoofden hebben vermoeid, weg oreert,
om onder het handgeklap der reactionairen zich
gelukkig. te gevoelen.
„liet is niets dan een drogreden, wanneer
men don.staat als godsdienstig wil afschilderen,
omdat hij den eed vraagt aan hen, die geen
bezwaar hebben dien af te leggen. De staat
behjat daarmee niet het bestaan van God, al
leen neemt hij akte van het feit, dat een der
burgers gelooft aan het bestaan van God. De
staat worat eerst een belijdenis-staat wanneer
hij. zelf eischt: Men zal doopsgezind zijn of op
zulk een wijs aan God gelooven, dat men een
eed kan zweren. Een dergelijken staat kent
de. Ned. grondwet niet, die juist de gewetensvrij
heid w'ilde verzekeren en dagteekentuit een tijd
dat er geen andere dan „Doopsgezinde” bezwa
ren tegen het zweren zich kond gaven.”
De Amsterdammer bedroeft zich over den
nieuwen smaad, die het liberalisme moet dulden.
„Helaas, de dagen die wij beleven, brengen voor
de liberale partij wel droevige ervaringen met
zich, zegt zij. Ontrouw aan haar beginselen
schijnt schering on inslag te zijn, daaruit weeft
zij zich haar bestaan en daardoor rekt zij haar
roemloos parlementair leven. Spreek haar van
het onrecht der kieswet en zij sluit de oogen,
om een ministerie aan het roer te kunnen hou
den, dat, den eersten plicht verzakende, haar
althans de meerderheid blijft gunnen. Na door
het Kappeyuiauisme overgeleverd te zijn aan
den spot der tegenstanders, zag zij een harer
hoofden op staathuishoudkundig gebied, als mi
nister van financiën, de treurigste figuur maken,
die denkbaar is; moet zij een minister van bin-
nenlandsche zaken dulden, die een ander niet
minder gewichtig beginsel, dat van openbaarheid
in belastingzaken, aanrandde en nu heeft zij nog
bovendien een minister van justitie de hand bo
ven het hoofd te houdt®, dien de tegenpartij be
wierookt, omdat hij de zijnen belachelijk maakt,
len einde haar zwakheid te bemantelen, zal zij
zich zwak genoeg betoenen om dit alles te dra
gen: want dat een dergeljjke politieke fout, als
de heer Modderman thans beging hm»
portefeuille zou kosten, mag men niet aanne
men. Tot zulk een daad wordt een kracht ver-
eischt, die de liberale partij niet bezit.”
’t Blad brengt echter hulde aan de leden der
Kamer, die voor de handhaving der gewetens
vrijheid zijn opgetreden.
UIT DE PERS.
De Ramp. Crt. komt nogmaals terug op do
door don minister van Justitie uitgesproken re
devoering bij de interpellatie overdo eed-quaestie.
Tiet meest treft ons, zegt het blad, na het na-
lezen der handelingen,-nu gelijk eenige dagen
geleden, dat deze Minister van Justitie de onmacht
van don Staat en diens afhankelijkheid van een
kerkleer beleden heeft. Do Minister hoeft ge
sproken van „tallooze banden, die er van nature
bestaan tusschen de kern van alle recht en de
kern van alle goddienst” banden, die ver
broken zouden wordenzoo de eed werd losge
laten. Hij heeft beweerd, dat zonder den eed
de rechterlijke macht zou beroofd zijn van de
waarborgen, die zij voor een deugdelijke rechts
bedoeling noodig acht. Om consequent te zijn,
zou deze Minister moeten voorstellen, dat er
vóortaan in Nederland recht gesproken, worde,
niet in den naam des Konings, maar in naam
van God.
Op oen verwijt, vroeger tot hem gericht, toon
hij zekere phrases had gedebiteerd over een na
derende revolutie, erger dan ooit is beleefd (deze
minister poseert ook somtijds als Ziener), dat hij
gespoken had met het dool om effect te maken,
antwoordde de Minister: zou men dan meenen
dat ik ooit spreek met het doel om geen effect
o maken? Wat de Minister thans gesproken
heeft is meer dan iets geschikt om effect te ma
ken maar het is een zoor treurig effectZiehier
oen staaltje „Do ood is, hoewel geenszins het
eenige, toch hot meest zichtbare toeken van den
mnigen band tusschen godsdienst en recht. Schaft
men nu den eed, nu hij eenmaal bestaan heeft,
1 P,we!ko cdele gronden ook men zou bij i
het Nederlandsche volk de gedachte opwekken,
dat tusschen godsdiensten recht een echtscheiding
iceft plaats gehad; dat God als het ware uit den
btaat gebannen is; dat aan God de dienst is op
gezegd.”
In hot voorbijgaan zij gezegd, dat afschaffing
van don eed door niemand gevraagd is. Voor
..monschen, als do Minister en anderen, die er
behoefte aan hebben om wat zij verklaren of
beloven, te bevestigen met oenige symbolische
handbeweging en het uitspreken van eenig my
thologisch formulier, kan de eed behouden blijven.
vYie kan er tegen hebben?- Wie gunt het hun
met van harte? Maar geeischt wordt, dat deze
vorm van verklaring of belofte niet worde op-
toOdragen aan hen, die er beswaar tegen hebben
en die willen volstaan met eene eerlijke verkla
ring of belofte zonder dergelijke vertooning.
Dezen eiseh wijst de Minister echter af.° Hij
kan wol de bezwaren .tegen den eed plaatsen,
ah zij zijn van „godsdienstige natuur”, en. hun
mectec bezwaren hebben, komt hij zelfs gedienstig
t e gemoet. Hij raadt hun aan eene nieuwe gods
dienstige gezindte op te richten, zooals bijvoor-
beeld <lie van de „gedoopte Christenen.” Zij
manen dan. dadelijk' geholpen worden, want
Z(‘gt de Minister hun toestand is volkomen ge-
hji< aan dien der Doopsgezinden.
Maar die anderen„schurken” noemde hen
□7®"Üe leer Wintgens die zich permitteeren tot
ffcen gezindte te behooren, die'er geen mytho
logie op nahouden, gelijk de Minister, /mn wil
de Minister niet helpen, hun bezwaren wijst hij
m, voor hen weet hij maar één middelzij moeten
hun overtuiging als een betere van mr. Modder
man aannemen.
uiêt zoggen, dat die taal van den
Minister van verwatenheid getuigt. Maar wèl
^Jogen wijzulk een taal is nog nooit van de
Ministertafel verkondigd. En wij vragen, mag
De bladen der liberale richting zijn overigens
alles behalve ingenomen met de verklaringen van
den minister Modderman over den eed.
Do Spectator brengt den minister voor ’t beeld
van Spinoza. Do wijsgeer voegt don minister,
die met don geloofsstandaard voor hem komt,
toe: „Wat praat gij ijdellijk over de onzinnelij
ke dingen, die ook gij niet begrijpt? Wat stoot
gij buiten wet en maatschappij, die uw Gods
begrip niet doelen Wat treedt gij terug door
uw onverdraagdzaamheid tegen het vrije den
ken
Zeer scherp laat zich de Amsterdammer uit
tegen den minister, „die als een onfeilbare Paus
den volke heeft verkondigd, dat een mensch
zonder geloofsbelijdenis geen aanspraak mag ma
ken op gewetensvrijheid.” Het blad geeft eerst
een kort overzicht van ’tgeen geschied is, her
innert, dat de minister voor allen, behalve de
Doopsgezinden, den eed verplicht stelt, kortom,
dat de minister alleen tegemoet wenscht te ko
men aan bepaalde gemoedsbezwaren, die gesteund
worden door het lidmaatschap van een bestaand
of nog te stichten kerkgenootschap.
„Modderman werd aldus vervolgt hot blad
na. zijn speech, waarin hij met de opper
vlakkigheid van een catechiseermeester, de nieu
we richting op godsdienstig gebied en tevens het
atheïsme als een kinderachtige, onnoozele ver
gissing brandmerkte, op de schouders van anti
revolutionairen, canservatieven en clericalcn in
triomf rondgedragen, omdat hij, de- liberaal, liet
liberalisme don rug had toegekeerd en, in strijd
met den geest onzer geheele wetgeving, geloofs
dwang van staatswege had gepredikt.
„Wij hebben eerbied voor iedere godsdien
stige of niét godsdienstige overtuiging gaat
het blad voort. Wij begrijpen, dat anti-revo-
lutionairen en ultramoncanen do verdraagzaam
heid zonde zouden achten, indien ze atheïsme
gedoogde. Maar wat ergerlijk is voor ons,
liberalen, dat een minister, die zich een der
onzen noemt, van de historische wortels van ons
volksbestaan durft spreken, als hij bezig is, in
den mantel van hetliberalisme gehuldde
■grootste en stevigste aller wortelen, waarop de
fiere eik van het Nederlandsche volksbestaan
zich verheft, los te woeien, de heilige gewetens
vrijheid beschimpende en belasterende. Wat
ons bedroeft is, dat in ons Ncderlandsch par
lement, ten aanhoore van Europa, de honderd
duizenden, voor wie de eed zijn zin verloren
heeft, omdat de humanitaire ontwikkeling bij
hen den godsdienst geheel of gedeeltelijk heeft
vervangen, worden uitgemaakt voor een hand
vol sukkels, op wie in het staatsrecht niet be
hoeft te worden gelet. Wat ons tot bitterheid
stemt, het is de ongelooflijke bombast, waarmee
een man, die tot den stand der geleerden be
hoort, als voerde hij het woord in een jonge-
41
1
1
imfr
r,d0
Ï3EMM E X, A
jr—
M.
II
18
1/
14
13/
110
2.50
1/
12
'ij
‘uit taalkundig oogpunt van die bandaf
Xr nfet te' Sten! a eC<! S°’k'Ve dC