1
kr
No. 103
1881.
De Candidaten-keiis*
k.
8k
eni
Z E S-E N-D E R TÏ G S T
2oA
001
1 Shi
24 DECEMBER,
50
ng
?/-
00
I
W
ws- mi immiwiHiiD im de
■ww rai imdissiht sm.
r
■rsrKtw:.
00
en
tiek-
u
6
3
>tra
jna
M.
ro
>d-
en
10-
n?
De
is-
en
d:
in-
d;
st'
ro-
Do
f 5'
40
>0,
tiv.
2e
,50
a
3o
30,
oer
■k
a:
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden fl.franco per post ƒ1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
De Midd. Crt. reveleert uit het debat over
de staatsbegrooting de mededeeling van den Mi
nister Modderman, dat in den loop van dit zit
tingjaar het reeds meermalen aangekondigde
wetsontwerp tot herziening der wet op den kin
derarbeid zal worden ingediend. Die mededee
ling lokte verzet uit bij den heer van Kerkwijk,
die oordeelde, dat de regeling van dat onder
werp, ingevolge de 1 alinea van art. 182 der
schoolwet, de zaak was der gemeentebesturen,
waarmee deregeering, uit eerbied voor de zelfstan
digheid der gemeenten, zich niet had in te laten.
De Mid. Cl. meent echter, dat de gemeentebesturen
de taak niet op zich kunnen nemen, welke de
wet v. Houten aanvaard heeft. Toen is met
overwinning van den tegenstand van hen,
die den kinderarbeid buiten het gebied der staats
bemoeiing wilden houden, beslist, dat de staat
bevoegd en verplicht is, den loonarbeid van kin
deren te beletten. Eenmaal dat beginsel aan
genomen, kan het de bedoeling niet zijn, het
gebrekkig of slechts ton deele uit te voeren, of
...n. L ge.
meenten over te dragen. De Minister van Justi
tie deelde omtrent het wetsontwerp, dat zal wor-
KENNISGEVI NG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente Sneek,
Gelet op art. 5 der Wet tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank enz. van den 28-
sten Juni 1881 (Staatsblad no. 97)
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen,
dat door de voigende personen een Verzoekschrift
is ingediend voor het verkrijgen eener Vergun
ning tot verkoop van sterken drank in het klein
J. Brouwer, A. Ferwerda, J. Dijkstra, Ids
v. d. Weij, Van Gorkum en Witteveen, R.
Agema, Wed. H. de Groot, H. Jongbloed Jz,
H. B. Nauta, P. Olij, H. Hulshoff, J. Dekker,
M. Joustra, R. Gilhuis, E. van der Brug.
Sneek, den 23 Dec. 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. van DRIESSEN.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
dering tot een minimum moet worden herleid,
en dat in hét algemeen de wetgeving omtrent
den eed moet worden herzien, maar zij beslist
niet, dat de uitsluiting van hen, die tot geen
kerkgenootschap behooren, moet worden opge
heven.
Wij hadden daarom gewenscht, dat de heer
Hartogh Heys andermaal zich tot de Tweede
Kamer had gewend, met het verzoek, dat de
Kamer een beslissing neme op zijn vorig adres.
In plaats daarvan buigt bij het hoofd, laat
zich een recht, hetwelk de grondwet hem toe
kent, door de Regeering ontnemen, en werkt
ook tot de krenking der rechten van anderen
mede.
Er zijn onder het opkomend geslacht zeer
velen, die tot geen kerkgenootschap behooren,
eenvoudig omdat hun ouders zich niet wilden
leenen tot de rol van zielbezorgers voor de
kerkgenootschappen, of wel zich onbevoegd acht
ten om over de consciëntie hunner kinderen te
beschikken. De beschikking der Regeering ont
neemt aan die allen een zeer belangrijk deel
der rechten, door de grondwet aan de ingezete
nen toegekend.
Dit kan en dit mag niet. In zulk een on
gekende willekeur moet niet berust worden.
De Standaard wil wij hebben het reeds
gezegd met de Tijd een politiek contract
sluiten, teneinde meester te worden van ons Land.
Wie, de Standaard of de l ijd de Gere
formeerden of-de R. Catholieken
De Gereformeerden.
„Wij danken voor de eer” zegt de Tijd t
en dat antwoord hadden wij verwacht.
„Wij laten ons door de meesterachtigheid
de heerschzucht der NtowtfaareZ-partij geen rol
in de politiek opleggen, en als zij ons de keuze
laat of wij rechts dan wel links slagen willen
ontvangen, lacht ons dit niet bijzonder toe.
„Wij kunnen hier en daar wel met de or
thodoxe Protestanten samenwerken, met en ook
zonder verlof van de Standaard, maar dat de'
orthodoxen, om met. ons mede te gaan, het ver
lof van de Standaard noodig zullen achten,
heeft wel wat van grootspraak.”
Die zijne eigene waardigheid zoo weinig op
houdt als de Standaard, heeft het bitter spot
tend antwoord vaagde Tijd verdiend.
S3 4 K N E K E A fl®
ADVERTENTIÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents^
voor eiken regel meer Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
hield
3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al
houdt V0°sd geea ingezeten, mlts M binnen het rijk verblijf
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoo-
rende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien der
dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aange
nomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
1. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is
deze overleden, de moeder, of zijn beiden overleden, de voogd
woont
2. van een gehuwde, en van een weduwnaar in de gemeente
waar hij wbont;
3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’a lands gevestigd
is, in de gemeente, waar hij woont
4. van den buiten ’s lands wonenden zoon van een Nederlan
der, die ter zake van ’slands dienst ineen vreemd land woont,
in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Neder
land gewoond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven
1. de in een vreemd Kijk achtergebleven zoon van een inge
zeten, die geen Nederlander is;
2. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderloozo zoon,
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3. de zoon van den Nederlander, die ter zake van ’s lands
dienst, in ’s Rijks Overzecsche bezittingen of koloniën woont,
Art, 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te worden ingeschre
ven, is verplicht, zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders
aan te geven tusschen den Isten en Sisten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of,
is deze overleden, zijne moeder, of zijn beiden overleden, zijn
voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
De wijze, waarop van het doen van aangifte blijken moet
wordt door Ons bepaald.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch
vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is verplicht
zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschijving aan te geven bij
Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de inschrij
ving, volgens art. 16, moet geschieden.
Daarbij gelden do bepalingen der 2de en 3de zinsnede van
rt. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van hetjaar, waar
toe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen maken Burge
meester en Wethouders verder bekend.dat op DONDERDAG
den 5 JANUARI 1882, ten Gemeentel) uize alhier, eene bijzon
dere zitting zal worden gehouden tot inschrijving der mannelij
ke ingezetenen, die op den Isten Januari 1882 hun 19de jaar zijn
ir.getreden, en die alzoo geboren zijn in 1863, en wel voor:
Wyk 1 en 2 ’s morgens 9 uur.
4 10
n 0 n 0 n H n
7 8 ’s middags 12
9 10 ’snamidd. 1
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie dezer gemeen
te kan geschieden van ’s morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
En zullen hiervan afkondigingengeschieden, waar hot behoort
den 10 en 24 December 1881.
SNEEK den 10 December 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. van DRIESSEN.
De^ecretaris J. W. BENNEWITZ.
gen in ons hoofdkieslistrict bij de afgevaardig
den krachtige ondersteuning moge vinden.
’t Spreekt wel van zelf, wij hebben daarop
reeds vroeger gewezen, en ’tzal trouwens wel
overbodig zijn het nogmaals te herhalen dat
eendrachtige samenwerking onder de liberalen in
de eerste plaats dringend noodig iszonder deze
toch is de strijd voor hen reddeloos verloren.
Alhoezeer we ’t dus ook zouden betreuren, dat
men de gelegenheid: een eminent man, als de
heer P., tot candidaat te kunnen krijgen, thans
liet voorbijgaan, ’t zou ons nog méér bedroe
ven, de liberale zaak schipbreuk te zien lijden
op onderlinge verdeeldheid, voortspruitende uit
locale- of persoonlijke sympathiën of anti-pathiën.
Daartegen kan dan ook niet ernstig genoeg wor
den gewaarschuwd. Bij verschil van inzichten,
mag nooit het groote doel uit het oog worden
verloren en het beginsel niet worden opgeof
ferd.
Vóór alles dient men dus samen te werken
tot eene candidaten-keuze, die, eenmaal gedaan
zijnde, ook de algemeene krachtige ondersteu
ning zal vinden bij alle vrijzinnige elementen in
ons kiesdistrict.
Wij mogen vertrouwen, dat de afgevaardig
den ter Centrale vergadering daarvan allen ge
heel doordrongen zullen zijn en zich overigens
bij het doen eener keuze niet zullen laten lei
den door allerlei neven-consideratien, maar in
elk geval een bekwaam, zelfstandig man kiezen,
van wien meu weet dat hij isliberaal pur sang;
niet een verkapte liberaal, een halfheid, een
aristocraat met liberale allures zooals er zeer
ten nadeele van de algemeene zaak reeds te
velen zitting hebben op de banken der volks
vertegenwoordiging.
Onder alle reeds van verschillende kanten
genoemde candidaten voor het lidmaatschap van
do Tweede Kamer voor ons hoofdkiesdistrtet, is
er geen, wiens candidatuur zóózeer onze volle
sympathie heeft, als die van den heer A. Win
kler Prins.
Geen wonder, voorwaarDe naam van den
heer Winkler Prins is als 't ware saamgenroeid
met het liberalisme, waarvoor hij steeds een
der bekwaamste, een der werkzaamste, een der
- krachtigste woordvoerders was en nog is. Van hem
kan als zoodanig met volle recht getuigd worden, dat
hij nog behoort tot die edele krachtige figuren
in ons land, wier getal bijna met den dag zeld
zamer wordt en die juist daarom te meer die
nen gewaardeerd te worden.
Man met een uitstekend helder hoofdmet
een geopend oog en een warm hart voor de alge
meene volksbelangen, met veel wils- en buiten
gewone werkkracht, daarbij geheel eeu man
uit één stuk, onwrikbaar pal staande voor zijne
l eginselen en daarvan, ondanks elke miskenning
en allerlei marktgeschreeuw, ook nog geen haar
breed afwijkende, heeft hij steeds getoond
offers feil te hebben voor de liberale zaak, waar
voor hij zich reeds als jongeling met jeugdig
vuur aangordde eu die nog altijd in hem een
even krachtigen verdediger vindt. Gedurende
meer dan een vierde eeuw keelt zijn welversne
den pen de zaak van den vooruitgang op poll
en maatschappelijk gebied met onkreuk
bare trouw en zelden geëvenaarde volharding
en ijver gediend, en uog altijd staat hij mee
aan de spits van de méést vrijzinnige elemen
ten in het vrije noorden nog altijd wordt zijn
naam, ook door het jonge Nederland, met ach
ting en eerbied genoemd: als die van een zijner
uitstekendste leiders en voorgangers.
Even krachtig en talentvol bestrijder van ons
millioenen-vermorsend, onzo physieke en moreele
krachten absorbeerend schandelijk hoog oorlogs-
budgetals onvermoeid strijder voor billij-
ker lastverdeeling, en, in ’t algemeen, voor die
- doortastende hervormingen, welke, met het oog
op de algemeene volksbelangen, zoo dringend
noodzakelijk zijn, kan men zeggen, dat hij
als ’tware de aangewezen man is om het vrije
Noorden in ’s lands vergaderzaal te vertegen
woordigen en dat als zoodanig hier elk district
het zich tot eeii eer zou moeten rekenen, hem
zijn afgevaardigde te mogen noemen.
Welnu: de gelegenheid daartoe biedt zich
thans aan. Uit de vernieuwde keuze, door de
kiesvereeniging „Burgertrouw" op den heer
Winkler Prins uitgebracht, zal men zeker moe.
ten afieiden, dat vroegere bezwaren van hem,
tegen ’t aanvaarden eener candidatuur, thans zijn
komen te vervallen en de heer P. bereid is, zich
eene eventueele benoeming tot lid van de Twee
de Kamer te laten welgevallen.
Van harte hopeu wij dan ook, dat zijn can-
didatuur op de Maandag e. k. te houden Cen
trale vergadering van i
I r j r
UIT DE PERS.
De heer Hartogh Heys heeft voor het lid
maatschap van den gemeenteraad van Assen be
dankt. Dat is te betreuren, zegt de Kamp. Ct.
Na eenmaal den strijd begonnen te zijn, had hij
niet mogen wijken. En te minder, omdat zijne
zaak eigenlijk onbeslist is gebleven bij de inter
pellatie van den heer Van Houten. Die inter
pellatie eindigde met het aannemen van do mo
tie Schaepman, en welke beteekenis men nu ook
aan. die motie hechte, zóóveel is zeker, dat zij
niet rechtstreeks slaat op het geval van den
heer Hartogh Heys.
Wat viel er in dat geval te beslissen? Niets
anders dan de vraag, of het enkele feit, dat men
buiten eenig kerkgenootschap staat, iemand uit
sluit van onze, vertegenwoordigende colleges.
Uit de interpretatie, die de Regeering aan de
grondwet geeft, moet die uitsluiting van zelf
voortvloeien. Men mget, zegt de Regeering
zweren op de wijze van het kerkgenootschap
waartoe men behoortvoor hem, die in het
geheel tot geen kerkgenootschap behoort, is dat
natuurlijk onmogelijk, en vervanging van den
eed door eene belofte wordt hem niet toege
staan daar nu eed of belofte voor hem, die het
lidmaatschap van een vertegenwoordigend colle
ge aanvaart, is voorgeschreven, zoo volgt, dat
iemand, die niet bij eenig kerkgenootschap is
ingelijfd, geen zitting in zoodanig college ne
men kan.
Deze beslissing der Regeering, in strijd met wel de volledige uitvoering er van aan de
ons staatsrecht, zoowel als met het gezond ver
stand, wordt door de motie Schaepman intact
gelaten. Deze motie zegt wel, dat de eedsvor- den aangeboden, mede, dat daarbif’èu aan den
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente Sneek
Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Aul
gustus 1861 (Staatsblad no. 72), en op de Wet van 1 Mei 1863
(Staatsblad no. 44).
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen, dat bij hoofd
stuk III dier wet, handelende over de inschrijving voor de mi
litie, onder anderen voorkomt het navolgende:
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle
mannelijke ingezetenen, die pp den Isten Januari van het jaar
hun 19de jaar waren rngetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
1. hij, wiens vader, of is deze overleden, wieus moeder, of,
i rij o beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet
vau den 28sten JuU 1850 (Staatsblad no. 44);
2. hü, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
v i I laatste, aan het iu de eerste zinsnede van dit artikel vermelde
UC Uüerale kicsvereemgm- j tüdslii> voorafgaande, achttien maanden iu Nederland verblijf