SM
In hooge kringen,
Boman van Reinhold Ortmann.
XXXIV.
dientengevolge een betrekkelyk grout
K 1 I T to A LAS
n
iu
ai
Sn
1
i
1
A
a
1
v
a
e
o
d
g
r
n
1
i
s
f
1
t
l
1
1
J
l
v
1
l
o
p
a
1<
h
h
d
a
d
o
n
v
li
1
d
g
g
d
al
h
Het was aan den avond van den tweeden
dag ua da terugkomst van Margherita uit het
slot Miraliure. Men had iu den kring uer te”
milie Bomieilo en eenige intieme huisvrienden
eemge uren in vertrouwelyae gesprekken door*
gebracht en daarbuiten was reeds de avond”
scuemering van een volslagen duisternis
zooals in onze noordsehe nachten, kan hier geen
sprake zyn gedaald, toen men in de eetzaal
Op de hardrijderij van mannen en vrouwen,
"Woensdag te Leeuwarden gehouden op het
terrein der nieuwe ijsbaan, werd de eerste prys,
f 150, gewonnen door Pieter Bruinsma en Bora
de Vries, van Sneek. Be piemie, 1'50, door
Merk Kingma en Cornelia Kiugma van Grouw.
Gratificatiën verwierven H. v d. Berg en T. Zui-
derveld, J v.d. Wal en C. Hoeksma, J. Kyp
kema en A. Rijpkema.
In de vergadering der 2e afdeeliug van de
Friesche Maatschappij van Landbouw is alge
meen krasse afkeuring uitgesproken over de
handelwijze van de Leeuwarder Handelsver-
eeniging ten opzichte van het door haar vast
gesteld tarief, te volgen bij den verkoop van
granen. Genoemde Vereeuigiug toch heeft goed
gevonden een gewicht te bepalen, waarop de
granen zullen worden verkocht, dat over het
algemeen (garst alleen uitgezonderd) op verre
gegeven, toen zyne docuters na hunne terugkomst
1 van de groote reis hem met verzoeken bestorm-
niet minder zorgvuldig toezicht te i den, om Marghetita uit te uoodigen eenige
j maanden in Home te komen doorbrengen, maar
deels ook - h.y was toch wel eenigszins verrast,
om aan Margherita’s eigen wenschen tegemoet
te komen, had de vorstin buitendien een waar
dige oudere dame, die oorspronkelyk als gouver
nante en later als gezelschapsjuffrouw by hare
kinderen werkzaam was geweest MHe. Tué-
lése Buttin meê Lteu gaan naar Koine en
later ook op de groote reis in het buitenland.
Théiése was de dochter van een hcoggeplaatsten
frauschen ambtenaar en had een voortreffelijke
opvoeding genotenwaarvan zy, nadat haar
vader was overleden zonder eeuig vermogen van
beteekems na te laten, in dienst van vreemden
gebruik had moeten maken. Het was haar
spoedig gelukt zien de lietue en het onbegrensde
vertrouwen van de jonge Margherita te ver
werven, en van haar te moeten scheiden zou
deze laatste misschien moeilyker gevallen zyn
als de seneiding van hare moeder. In het voile
bewustzyn van Iné.êsa’s voortreffelyke eigen
schappen, had gravin Bondello aan haar in de
eerste plaats de zorg en verantwoordelykheid
voor Margherita overgelaten, en zich veel min
der speciaal bekommerd over de leveuswyze
der jonge prinses, als over die burer eigene
dochters. Zy wist trouwens, dat er tussehea
de jonge meisjes de liaitelykste vriendschap
bestond en dut dit het beste voorbehoedmid
del was tegen elke dwaasheid en onbedacht
zaamheid.
Be graat had met blijdschap zijne toestemming
OVERZICHT
De groote parlementaire veldslag over de
veel besproken legervourstellen heeft jl. Dinsdag,
Graaf Bondello behoorde tot den aanzienlijk-
sten adel der itaiiaanscho hoofdstad, en bisschep
Clemens had een uitstekende keus gedaan toen
hy juist aan hem zijne nicht toeveitiouwde De
graat was rijk en onafhankelijk, een voornaam
fijn bescnaaid man en een trouwe dienaar der
kerk. In zijn huis heerschte alles behalve een
kioosterachtige afzondering, en het bestuur,
’t welk hij over de zynen uitoefende, was mild
genoeg. Desniettemin kon de bisschop er vast
op vertiouwen, dat Margherita hier volkomen
bewaard was voor elae aanraking met elementen
uit de maatschappij, welke voor haar nietzouuen
passen, want graaf Bondello had zyne dochters
een voortreffelyke opvoeding gegeven en duldde
niemand iu zyne omgeving, die in rang, ver
mogen en richting niet geiieel met hem over
eenkwamen. Men wist dat men zich in zyn
huis geenerlei vrijheden mocht verooriooven, en
zijne echtgenoote, eeue even lieftallige als bui
tengewoon strenge dame, wist de jonge meisjes
steeus ouuer een wei is waar weinig drukkend,
maar daarom i-
houden.
Uit meerdere voorzichtigheid en
Windhorst kwam toen aan het woord en
bleef zich verklaren voor een driejarige bewil
liging van de regeeringsvoordracht. Hy bestreed
de bewering dat Duitschland geen belangen in I
het Oosten zou hebben, en meende verder data
door een ontbinding van den rijksdag niets
bereikt zou worden.
Bismarck antwoordde, dat het hier de vraag
gold of men een keizerlijk dan wel een parle-
mentsleger zou hebben. Vitterijen van de zyde
des parlements op voorstellen welke de veilig
heid des rijks beoogen, zyn nergens anders dan
in Duitschland gebruikelyk. Wat de politiek3
tegenover het Oosten betreft, moet nogmaals
worden opgemerkt, dat, al trekt Duit .chland zicli
de belangen aan van Oostenrijk en Oosteuryk die
van Duitschland, laatstgenoemde mogeudueid
toch belangen heelt welke Oostenrijk en Oosten
rijk weder belangen welke aan Duitschland vreemd
zyn. Elke mogendheid moet daar haar eigea
weg gaan. De bewering van Windhorst, dat
Rusland de bondgenoot van Duitsculuud is,
houdt geen steek. By alle overige goede be
trekkingen en bij een eventueelon oorlog met
Frankryk heeft Bismarck in het geheel niet
op bundgenooten gerekend, noch denkt daarop te
rekenen.
De finanticele lasten, welke door het voorstel
ontstaan, zyn wel te dragen.
Ten slotte zeide Bismarcx, dat de beslechting
van het vraagstuk by den Rjksdag ligt. Met
de commissie kan de regeeriug zich niet verder
inlaten. Zy kon geen verderen tyd verliezen
aan het debat met de commissie. De beslissing,
hy herhaalde het, ligt bij het Huis.
By de zitting van den volgenden dag scheen
eerst den velen belangstellenden een teleurstelling
te zullen wachten, want ofschoon Bismarck
reeds in het begin der zitting verscheen, tydig
genoeg om te hooren hoe het sociaal democra
tische lid Hasenelever aan de regeeriug verweet,
dat zy nog oorlogszuchtiger was dan de Frausciie
chauvinist Deroulède, nam hy toch eerst tegen
het einde der zitting het woord, vooruamelyk
orn Wiudtaorst te beantwoorden, die in een
lange redevoering betoogd had dat hy ul wat
de regeeriug wenschte wilde toestaaa, doch
slechts voor drie jaar; dan zou het tyd genoeg
zyn om verder te zien.
Bismarck weigerde echter pertinent om zich
op deze wijze te laten afdingen. Voor 7 jaat
wil de regeeriug de legersterkte vastgesteid zien
en zeven jaar zou het bly ven, al moest de Rijks
dag ook zevenmaal ontoonden worden.
Niemand, beweerde hy, kan zeggen hoe dc
omstandigheden over drie jaar zyn zouden. Dit
zelfde gold nu wel van de omstandigheden over
zeven jaar, maar men was dan alttians weder
zooveel verder met de verbetering des legers ge
vorderd en dan was een wederzydsche scaiakmg
misschien gemakkelyker. In eik gev-ri begeerde
Bismarck geen „pariementsleger”. Hy pl.atsta
Moltke’s autoriteit hernaaldeiyk tegenover die
van Windtuorst, die spottenderwyze een „civiele
Moltke genoemd werd, wat niet weinig miari-
teit opwekte.
Hebben de Duitsche bladen, met het oog op
de bonaudeiing der legeioorstellen door den
Rjiisdaó, die ttiani in debat zbn, o. a. op de
Margherita tot nu toe hare terughiudendheid
laten varen, welke ik steeds als een iiarer voor-
treffelykste eigenschappen heb gewaardeerd.”
De graaf keek eenigszins bedenkelyk.
„ik wil toch niet hopen,’ zeide ny, „dat
hare genegeniicid eeae verkeerde richting heeft
genomen en dat zy de gelegenheid heeft ge
vonden, een man te leecen keuneu, die buiten
onze kringen staat. De vorstin zou alsdan net
reent hebuen ous de grootste verwytingeu U
doen, waut de verantwoordelykheid daarvoor
zou toch op ous neerkomen.”
„Gy maakt u uoodeloos ongerust, mijn waar
de 1 Margherita heelt volstrekt geen gelegen
heid gehad tot zulk eeue afdwaling. Want
zelfs als myne opmerkzaamheid ontoereikend
was geweest, dan zou do voortreffelyke l'nérêse
haar kleinood daarvoor wel hebben bewaard.'’
Die verzekering was zeker geruststellend ge
noeg, eu graaf Bondello maakte zich dan ook
verder niet meer bezorgd. Ai och nynoeuzyaa
voortreffeljke echtgenoote konden eeuigsziai
vermoeden, hoe weinig in dit o^zioit da wsr-
lielykaeid beantwoordde aan hun onoepaaiJ
vertrouwen.
zooals een telegram in ons vorig nummer reeds
meldde, in den Duitse hen Rijksdag een aan
vang genomen en de belangstelling daarbij was
bijzonder groot. Alle tribunes, ook die vau het
hof, waren overvol en er wareu vrij wat plaat
sen te kort. De belangstellenden werden ook
niet teleurgesteld, want zoowel Moltke als Bis
marck hielden belangrijke en lange redevoerin
gen, waarbij hetgeen di or de tegenstanders der
legervoorstellen aangevoeld werd, byna niet in
aanmerking kwam.
Moltke deed een warm beroep op de vader
landsliefde der le ien van den Rjksdag, die hen
dwingen moest om niet by hun eenmaal opge
vatte meening te bly ven volhaideu, doch toe te
geven aan den wensch der regeering om de zaak
voor 7 jaar te regelenhet leger toch is do
grondzuil vau het gelieele rijk en dit moest
bly vend versterkt worden, terwijl het aannemen
van korte termijnen niet afdoeade was. Zeer
ernstig klonk zyn verzekering dat hij overtuigd
was, dat er een nieuwe oorlog zou uitbreken
als de voorstellen werden verworpen.
Uit Bismarck’s iuleidiug, waarin hij er op
wees dat Richter, Windthorst eu Grillenberger
met hun gevoelen tegenover de groote militaire
specialiteiten van Europa stonden, eu dut men
beweerde dat het alleen te doen was om de be
lastingen te kunnen verhoogeu, scheen het dat
de rykskanselier weder byzonder heftig zou
worden. Dat liep center beter af dan men dacht
en meer dan een uur lang sprak Bismarck kalm
over Duitschlauds buitenlandsche betrekkingen.
Die met Uostearyk wareu zoo goed ais ooit te
voren en die met Rusland konden niet beter
zijn, als men zich maar niet in de Bulgaarsche
quaes tic gaat mengen,waarmede Du tcCiiiaud mets
ueeit te maken. Oorlogsgevaar dreigt alleen van
de zyde van Fraukryk eu zulks alleen als
Frankrijk de aanvallende party wordt. Dit
vreesde hy nu wel niet direct, maar het was
een treurig feit dat Fraukryk nog weigert om
zich kalm neder te leggen by de grensregeling
vau 1871. Dit maakt dat een nieuwe oorlog
even goed over tien dageu als over tien jaar
kan ontbranden. W ant eik ocgeubiik kan een
vredelievend kabinet te Parys ten val gebr .ent
worden door een woelige, oorlogzuchtige min-
darueid, hetgeen in Fraukryk reeds zoo dikwyis
gezien is. Die oorlog zou verschrikkelyk zyn,
want in Duitschland werd Fraukryk s macat
niet altyd op haar ware grootte geschat, en wie
ook de overwinning beuaaide, voor den veisla-
geue zouden de gevolgen zeker nog oneindig
zwaarder zyn dan die vau den jongsten oorlog.
Daarom moest de regeeriug waken dat Duitsch-
laud met overwonnen kan worden. Zy zou dit
ook doen, want of nu de ryksdag net ontwerp
thans aauneemt of verwerpt, dit verandert niets
aan net lelt, dat er iu het naderend voorjaar
reeds een versterking vau de Duitsche grens
bewaking, inzonderheid van de passen door het
bchwarzwaid, zal plaats hebben. De regeering
wenscht daarenboven discussion als deze te
vermyden eu biytt dus by naar voorstellen voor
zeven jaar. Wil ue Ryksdag dit niet en ver-
klaart zy zich met zeer spoeuig, dan zal er
terstond tot ontbinding wordeu overgegaan om
met een nieuwen Ryksdag tot betere resultaten
te komen.
voerders en zeelieden, die de Zuiderzee sinds
jaren bevaren, is in den winter genoemde zee
dikwijls overdekt met zeer zwaar en dik drijfijs,
hetgeen zeer gevaarlijk is voor de scheepvaart.
Dit°is ook nu het geval. Groote velden dik ys,
door wind eu stroom op elkander geschoven,
zetten zich nu eens tegen de Hollandsche dan
weder tegen de Friesche kust vast en belem
meren de vaart vaneen geregelden stoomboot-
dienst geheel. Dat het aan een boot of schuit
langs een grooten omweg somtijds gelukken mag
een der havens te bereiken bewijst niets, omdat
die door den weinigen diepgang kunnen varen
op plaatsen, waar de veerbooten niet komen
kunnen, terwijl zij bovendien gehouden zijn een
vasten koers te houden, om aansluiting met de
treinen te kunnen bekomen.”
Naar men aan het V. D. mededeelt, worden
door den minister van justitie maatregelen ge-
nomen om de Zigeuners, die in den laatsten tyd
ook weder over onzegrenzen willen binnenkomen,
naar hun land terug te voeren en wel iu een
spoorweurijtuig 3e klasse zoo mogelyk recht
streeks doorgaande naar Passau.
Eenige jaren geleden vond men des morgens
op de rails van den staatsspoorweg onder Vucht
het vermorseld lyk van een man, die, naar men
vermoedde, door den slaap bevangen des avonds
door den laatsten trein was overreden. Dezer
dagen ontstond echter te Rotterdam twist, waarbij
een vrouw, in het byzyu van andere, zekeren
V. H. voor moordenaar uitschold en hem ver
weet genoemden persoon vermoord te hebben.
Een toehoorder gaf hiervan de politie kennis,
welke den dader arresteerde, met het gevolg,
dat hij naar de gevangenis is overgebracht eu
zijn daad reeds moet bekend hebben.
De wedstrijd te Slikkeveer is weder onbepaald
uitgesteld.
Op de jl. Woensdag te Joure gehouden hard
rijderij van gymnasten uit de 4 noordelijke pro
vinciën is de prijs, een gouden medaille, behaald
door F. Tjalma te Leeuwarden en de premie,
een zilveren dito, door C. Hettinga te Langweer.
uitnoodiging maar zoo gaaf aangenomen en dooi
de vorstin, die toch geuureude twee jaren met
zooveel moeite van haar kiud was gescheiden
geweest, goedgekeurd geworden was. Hy liet
er, wel is waar, niets van bemerken aan zyne
kinderen, maar tegenover zyne echtgenoote gat
hy zyn hart geheel lucht.
„Vau die kleine prinses is moeilijk begrip te
krygeu,” zeide hy. „In Duitschland scaeen zy
zoo’n erg heimwee naar hare moeder te gevoeieu,
dat wy om harentwil ue toebereidselen tot ous
vertrek hebben bespoedigd, eu pas is zy op den
italiaanschen bodem aangekomen, ot zy besluit
reeds weer naar moeder te verlaten.”
De gravin lacnte even.
„Ik geloof eene verklaring te hebben gevonden
voor die schijnbare tegenstrijdigheid,” antwoordde
zy bedaard. „Margherita's heimwee was bepaald
oprechtmaar ik geloof zeker, dat deze niet
zoo zeer hare moeder gold. Zy bevindt zicu
in dieu leettyd, waarin de kinderliefde gewoon
lyk niet meer de eerste plaats iuneemt iu het
hart van eeo jong meisje.”
„O, gij meent dus dat hier de genegenheid
voor een jongman in ’t spel zou kunnen zyn?
„Ik houd my daarvan oveituigd eu zou al
heel slecht in het halt der vrouw thuis moeten
zyn, als ik my daann had bedrogen.”
Kr» wie is de gelukkige, aan wien het hart
en de nand onzer lieve Marglienta zouden ue-
beho«.ren
„Daaromtrent verkeer ik op ’t oogenblik zelf
nog in ’t onzekere. Al myue vermoedens iu
dit opzicht bleken cjj nader inzien onjuist te
toen die zyn, want tegenover geen onzer bekenden heeft
na niet kan worden bereikt, terwijl zij voor
onder- en overwicht een korting en bijbetaling
aangeeft, die de innerlijke waarde der granen
belangrijk overschrijdt. Dit is ten nadeele der
landbouwers en ten voordeele der groothande
laars. Een tweede grief is het niet gebruik
maken van de zoogenaamde weeghuisjes. Aan
het bestuur is opgedragen om te trachten met
de Leeuwarder Handelsvereeniging tot een ver
gelijk te komen.
Om verbetering in den publieken verkoop van
boter aan te brengen werd op de wenschelykheid
gewezen, om voor elk vat den opgebrachten
prys en niet den middenprijs uit te betalen,
zooals sommige verkoopers nu doen, nl. als van
de eene partij boter de le keur f 51 opbreogt
en van eene andere partij f 52, dan betalen
sommigen f 51,50. Dit werd algemeen vet
kees d geacht. Het herhaalde steken of boren
der boter werd ook nadeelig geacht en afgekeurd,
doch men vond geen middel het euvel te ver
minderen ’t is noodzakelyk voor het keuren
der boter. Om juister adverteeren der gemaakte
prijzen te verkrijgen, zal men aan de waag-
commiseie verzoeken of aan den waagmeester
opdragen, dat hem by het aangeveu der prijzen
de boeken worden voorgelegd, omdat sommige
verkoopers wel eens prijzen opgeven, welke zy
niet gemaakt hebben. Het bestuur zal nagaan,
op welke wijze het beste hierin verbetering is
aan te brengen.
SNEEK, 14 Januari.
Heden morgen viel op de Suipmarkt een kar,
met groeten beladen, in ’t water. De eigenaar,
een arme tobbert, heelt, zooals men ons mee
deelt,
verlies geleden, omdat ’t geredde grootendeels
bedorven weer op ’t droge werd gebracht en
de rest, waaronder een partij kou.rapen, in de
diepte verdween.
Gedurende het jaar 1886 zijn in de gemeente
WürHbritseradeel geboren: 174 jongens en 209
meisjes, totaal 383. Overleden: 125 van het
mannelijk- en 113 van het vrouwelyk geslacht,
totaal 238. Gehuwd: 106 paren. Er hebben
zich in de gemeente gevestigd 283 mannel. en
298 vrouwl. personen, totaal ö81. Daarentegen
hebben de gemeente verlaten 368 mannel. en
312 vrouwel. personen, totaal 680.
De bevolking was op 31 December ’86:5969
van het mannel. en 6169 van het vrouwel. ge
slacht, totaal 12138 Verdeeld over de onder
scheidene dorpen als volgt: Abbega 323 Fols-
gaie 242, Gaastineer 539, Gauw 273, Goëaga
478, Heeg 1518, Hommerts 813, Idzega 2u6,
ludyk 77, Jutryp 323, Ljö.iga 127, Nyiiuizum
114, Nylaud 702, Offingawier 150, Oostnem
581, Oppenhuizen 699, Oudega 564, Sandfirdeu
120, Scüarnegoutum 540, S uallebrugge 17, Tirns
390, Tjalhuizum 55, Uitwellingerga 471, West-
hem 526, Wolsum 331, Woudsend 1419, IJpe-
colsga 121 en IJsbrecutum 369.
[Jö LUUUtJlbj llUVlvj U4UU
4
1
1
I
I
I
I
i
i
Vl
L
k;
h;
ss
iu
ei
Al
n
bi
tt
vi
te
2
g'
A
\s
ai
zi
tt
di
d