TO
■IfflfflfflWMDISSHIWSBIL
1
IMS- III 1DI0MTM1B M DI
1
R
J
No. 8.
T W E E-E N-V EERTI G ST E
1887.
N
i
klISKECHT.
J
tW O A A a
20
1
3
van
i
s
I T DE PERS.
in
13
I'
L?
j
zou zijn aanvrage om ontslag niet hebben inge
willigd.
Een later telegram meldt echter, dat de minister
Gericke is blijven volharden bij zijn aanvrage
om ontslag. Na gehouden ministerraad heeft
de Koning tot minister van marine benoemd den
heer Tromp, oud-zèeofficier, oud-wethouder van
Amsterdam.
Door de hooidcommissie voor de tentoonstel
ling van voedingsmiddelen te Amsterdam wordt
medegedeeld dat de spoorwegmaatschappijen hier
te lande bijzonder gunstige voorwaarden hebben
toegestaan voor het vervoer van voorwerpen
naar de tentoonstelling en terug. Nadere inlich
tingen dienaangaande zijn te bekomen aan het
bureel der hooidcommissie. Met de stoomboot
maatschappijen en andere dergelijke onderne
mingen in betrekking met Amsterdam worden
ouderuandelingen gevoerd, die gunstige uitkomst
beloven. De werkzaamheden aan het gebouw
worden met grooten jjver voortgezet. Alles
vordert tot heden goed en tusschen de verschil
lende werkkrachten heerscht de beste harmonie.
De zitting der Eerste Kamer van Woensdag
de woorden door den heer Fransen van de
De Tweede Kamer is bijeengeroepen tegen
Dinsdag 8 Februari te 2 ure.
De commissie voor de Arbeids-enquéte heeft
het le deel van haren arbeid in ’t licht gezon
den. Het is 263 folio paginas groot, bevattende
5097 vragen en antwoorden, van de Amster-
damsche getuigen (4—15 Januari).
Het is niet mogelijk zelis eeuigzins een over
zicht te geven van den inhoud van dit kolossale
rapport. De mededeeiing der gehoorde getuigen
klinken vaak ongelooflijk, en doen een blik slaan
ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7‘/2 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER van SNEEK,
Gelet op art. 21 der wet van 4 December
1872 (Staatsblad no. 134)
Maakt bekend, dat in de afgeloopen week,
van Zondag 16 tot en met Zaterdag 22 Januari 11
I alhier geene personen aan de MAZELEN zijn
I overleden.
Sneek, 25 Januari 1887.
De Burgemeester voornoemd,
ALMA.
Harerzijds constateert de Tijd, dat men, zulke
woorden, als de heer Van de Putte heeft ge
sproken in onze Eerste Kamer, hoorende, geneigd
is zich zelven eeus bij het oor te trekken, om
zich te overtuigen dat men inderdaad wakker is.
De N. R. Ct. heeft een viertal artikelen ge
wijd aan art. lt>8 der Grondwet. De conclusie
waartoe de beschouwing van die artikelen het
blad leidt, is in de volgende woorden saamge-
vat
„Het komt ons voor, dit men de gelegenheid,
om bij de aanstaande grondwetsherziening de
financieele banden tusschen staat en kerk te
slaken, niet mag laten ontsnappen. Met de nu
bijna 80 jaar voortgezette, later telkens ver
meet derde ondersteuning der kerkgenootschap
pen uit de schatkist, heeft de staat ruimschoots
gekweten wat voor een gering deel het twijfel
achtige recht, voor een ruimer deel do billijk
heid ten opzichte ook der hervormde kerk, van
hem hadden kunnen vorderen. Het wordt tyd,
dat de staat van den last, de kerk van de over
heidsbemoeiing ontheven worde het wordt tijd
dat de gelden, die voor het onderhoud van kerk
en leeraren benoodigd zijn, niet langer uit de
belastingpenningen der onderdanen met dwang
worden geput, maar uit de vrijwillige bgdragen
der leden van ieder kerkgenootschap vrij willig
voortvloeien.
„Ook nu toch het is het oude maar niet
verouderde ce qwon voit et ce qu'on ne voitpas
vallen de 2 millioen ’sjaars niet uit de lucht.
Het verschil zal alleen dit zijn, dat in het ver
volg deze gelden worden opgebracht onmiddel-
lijk en uitsluitend door hen, die geneigd en
zedelijk verplicht zyn den godsdienst te onder
houden dien zij aauhangen.
„De godsdienst behoeft waarlijk niet in ver
legenheid te verkeeren voor zyu bestaan. Hij
benoeit de hand niet uit to strekken naar de
staatskas, opdat deze te zijnen behoeve met
dwang verkrygo wat vrijwillig uit liefde bijeen
te brengen is.
„En wordt den kerkgenootschappen een twin
tigjarig tijdperk vanovergang gelaten, gedurende
hetwelk de thans verleende subsidien regelmatig
afuemen, dan missen zij den tijd niét, die 'tot
voorbereiding van een zelfstandig bestaan noodig
gerekend mag worden. De moeilijkheden, die
by de uitbetaling van tractementen en pensioe
nen zich kunnen voordoen, zal ieder kerkge
nootschap door een gvede organisatie kunnen
wegnemen, een organisatie, waarbij de groctere
of rijkere gemeenten de minder bevoorrechte
van hetzelfde kerkgenootschap onder haar be
scherming kunnen nemen.
„De geestelyken oi kerkelijke leeraren zullen
in hun stoffel yke belangen geen ernstig gevaar
loopeu. Want zoo er wantrouwen kwam in de
offer vaardigheid van eenige gezindte, zou het
aantal dergenen ainemen, die zich voor het
leeiaarsambt willen voorbereiden, en hierdoor
de kans der reeds gevormde leeraars op goede
standplaatsen toenemen.
„Daarvoor echter behoeft men niet beducht
te zijn. Van de gehechtheid aan de kerk en
van den godsdienstzin onzer landgenooten, van
hunne voluarding, van hunne offervaardigheid
ten behoeve van hoogere belangen, koesteren
wij een te goede verwachting, om aan de toe
komst eener waarlyk vrije en zelfstandige kerk
te wanhopen. Dwing de kerk tof zeltvertrou
wen en zy zal weten te leven.”
Het welbekende geïllustreerde tijdschrift van
onzen landgenoot J. H. Schorer te Berlijn: Scha-
rers Eamilïenblatt, is zijn achtsten jaargang in
getreden. Een bijzondere aantrekkelijkheid heeft
dit tijdschrift voor Nederlanders, doordat het nu
en dan ook schilderijen reproduceert van onze
kunstenaars.
INSCHRIJVING VOOR DE NATIONALE
MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente SNEEK herinneren alle Ingezetenen,
die in 1868 zijn geboren en zich tot dusver niet
voor de Nationale Militie, lichting 1888, hebben
doen inschrijven, aan hunne verplichting, om
zich daartoe alsnog aan te geven vóór of uiter
dijk op 31 Januari e. k. ter Secretarie der ge
meente.
Sneek, 21 Januari 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J. W. BENNEWITZ, Secretaris.
Men verzekert stellig dat de minister van
marine, de heer Gericke, aariblyft. De Koning
I
i Putto en anderen gesproken over art. 194 der
i Grondwet trekken, gelijk zich verwachten liet,
zeer de aandacht.
„Les idees marchentroept de Amst. uit.
De Eerste Kamer, in 1848 bestemd tot „bolwerk
van de Kroon”, heeft er ten allen tijde prijs op
gesteld, als bolwerk ook en vooral der openbare
school te geiden. Telken jare gevoelde zij de
behoefte, van hare liefde voor die instelling te
doen blijken.
Wie zou óen jaar geleden hebben durven
voorspellen, dat diezelfde Eerste Kamer, die tot
dusverre alleen door handhaving van art. 194
der Grondwet en van de liberale onderwijspoli
tiek der laatste jaren het openbaar onderwijs
meende te kunnen dienen, nu, bij monde van
drie harer beste woordvoerders, van beter en
I juister begrip der nationale, ook der onder wijs-
belaugeu, zou getuigen Toch is dit het geval.
De heeren Fransen van de Putte en Wertheim
mogen van den heer Pijnappel verschillen in
appreciatie van de waarde der openbare school,
de eersten mogen zich te groote, de tweede
te geringe illusion van haar vormen, zij allen
hebben het begrepen en ondubbelzinnig uitge
sproken dat een politiek van verzoening noodig
is, wil de Grondwet opnieuw worden een natio
nale kracht. Van die overtuiging tot het inzicht,
dat het eisch van liberaliteit is, ook in zake
onderwijs aan het particulier initiatief’ de meest
volledige vrijheid te waarborgen, de meest gun
stige voorwaarden te verschaffen, is echter
éen stap. Is het gewaagd te vertrouwen, aldus
besluit het blad, dat, als het op een beslissing
aankomt, de stap gedaan zal worden
Het Vad. laat zich aldus uitDe beteekenis
der Kamerzitting van Woensdag lag in het debat,
door den heer Van de Putte uitgelokt over art.
194 der Grondwet. Voor de eerste maal zijn
binnen de muren dezer Kamer woorden van ver
zoening op onderwijsgebied gesproken, die aan
tonnen, dat ook hier de overtuiging wakker
wordt, dat het zweren bij het onveranderd be
houd met een juist begrip van de eischen des
tyds en met een haken naar de herziening der
Grondwet zich niet rymen.”
Het Dagblad verheugt zich eveneens„De
Eerste Kamer is om, roept het uit. Niet naar
den bloeitijd van het verledene altijd den blik
gericht, zoo sprak de heer Heemskerk zacht
vermanend tot den grijzen Elout. Wat baten
ons weeklachten over hetgeen vervlogen is
Wenden wij liever den blik hoopvol op de toe
komst. En de Eerste Kamer, ditmaal uit de haar
aangewezen politieke rol tredende, gaf aan dien
raad gehoor. De repressieve kracht, die zij
vaak niet betoont, verwisselde zij voor de
preventieve kracht, die zij ditmaal wenscht uit j
te oefenen op de jongere zuster, wier straks
aauvangenden Grondwetsarbeid zij wil verge
makkelijken door het pad te effenen, waarop
men tot dusverre meende de verstokt-liberale
Eerste Kamer aan te treffen. Zij, tot dusver
de klip geacht in de parlementaire wateren waar
het de onder wijs-vraag betrof, zelfs den koensten
onder de schepelingen zeemanschap en moed
ontnemende, zy is heden geworden een baken
in zee, do lichttoren, waarop het grond wets-
vaartuig koers kap zetten. „Het verleden schynt
afgesloten, een nieuwa toekomst opent zich,”
aldus besluit het blad.
Ook de N. E. C. wijst op het feit, dat de
heer Van de Putte, die vroeger de schoolwet-
agitatie als een politieke beweging beschouwde,
thans de meening schijnt te zyn toegedaan, dat
wyziging van art. 194 der grondwet een volks-
weusch is geworden. Het blad waarschuwt
echter tegen het maken van verkeerde gevolg
trekkingen uit het gesprokene.
Van wege het Dep. van oorlog is dezer dagen
bij stalhouders en particulieren, eigenaars van
paarden, opgenomen het aantal paarden, dat,
ingeval van mobilisatie ten dienste van het leger
zou kunnen worden gerequireerd.
De plannen tot uitbreiding van het stationsge
bouw en emplacement te Leeuwarden zijn, naar
gemeld wordt, door den minister van waterstaat
goedgekeurd. Do uitvoering moet echter wach
ten tot de voltooiing van den reeds vóór eenigen
tijd begonnen bouw van de nieuwe locomotieven
loods, daar eerst dan tot het afbreken van de
bestaande loods kan worden overgegaan, waar
van het terrein voor de uitbreiding moet worden
gebruikt.
De VOORZITTER van den GEMEENTE
RAAD van SNEEK noodigt, ter voldoening
aan art. 7 der Wet tot regeling van bet Kies- i
recht van den 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37), I
de inwoners dezer gemeente uit, om, zoo zij
elders in de Directe Belastingen zijn aangeslagen,
daarvan vóór den 15en lebruari e. k., door
overlegging van de aanslagbiljetten, te doen
blijken.
Sneek den 18 Januari 1887.
De Voorzitter voornoemd,
NIAA.N.
De N. R. C. rectificeert haar bericht, „dat
de hoofd-directeur van het rijksmuseum vanwege
de regeering was aangeschreven, maatregelen te
nemen om het reeds zoovele jaren in wording
zijnde Nederlandsch museum voor geschiedenis
en kunst 1 Mei a.s. te openen.” Niet aan de
directie, maar aan den architect van het museum,
den heer Cuypers, is een dergelijko last opge
dragen.
Naar aanleiding van den onlangs gepleegden
postdiefstal in België, is op den trein Vlissin-
SeuGennep, waarmede de brievenmail van
Engeland naar Duitschland wordt vervoerd, een
flink gewapend ambtenaar ter bewaking aange
steld.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.—franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
SNEEK,
Gelet op het bepaalde in artt. 6 en 7 der
wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95), tot
regeling van het toezicht bij oprichting van
inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder
kunnen veroorzaken
Brengen bij deze ter openbare kennis, dat
ter Secretarie dier gemeente ter visie ligt een
bij hun college ontvangen verzoekschrift met
bijlagen van Taeke Taekes Groenland, van be
roep Slaser, wonende te Sneek, strekkende tot
bet er’angen van vergunning tot het oprichten
esner biagenj, in het gebouw, plaatselyk ge
kwiteerd wijk 7, no. 66, kadastraal bekend in
seoiie B, no. 1512, der gemeente Sneek.
Dat op Woensdag den 9 Februari 1887, des
middags te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar
gelegenheid zal worden gegeven om tegen het
gedaan verzoek bezwaren in te brengen en deze
mondeling of schrifteljjk toe te lichten en dat
toowel de verzoeker als zy, die bezwaren heb
ben in te brengen, gedurende drie dagen voor
evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente,
>o de gewone bureau-uren, van de terzake in
gekomen schrifturen kennis kunnen nemen.
tn?ek, den 26 Januari 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA.
De Secretaris,
J. W. BENNEWITZ.
3
B X X K X fi. A X if
ne
rd
ia,
jr.
3-
13
je
in
jo
a,
‘P
a,
to
i Il
ia,
It.
te
to
m
18
,3.
■g-
:e-
il-
jk,
en
er-
in-
or-
lle
De
en
id-
30.
de
jjk
ie-
Id-
tot
la
in»
A1T.
SNEEK
Jj-
1’^