eis
L
In hooge kringen,
Roman van Reinhold Ortmann.
g (i J E A L .1 MS
ai
stei
tusi
hen
den
tre<
kin
kla
en
zijc
Ult
er
zeli
kat
ter
del
zou
wa
wei
kla
lac
centr
leger
druk
geha
maai
derd
het
spoo:
I Reet
schij
I cent:
De c
stoor
ledei
gehe
I gebr
voor
keur
gens
zij h
om i
N
aang
Kan
de t
De
den
cens
doch
tiont
Lag,
aant
bega
I dan
betr
gaf
I een
dige
OP
gelij
I ecus
J fran
I de I
scho
E
SOOE
I den
I min
van
pari
een
min
I
dat
I Liv
I die
L met
I Mei
I bep:
I vert
I is v
njk
I voo:
Het
vroi
I mai
I ven
1
I lagt
wat
was
I
I bes
OVERZICHT
Er is nog altijd geen gebrek aan wapenge
kletter, al is dan ook het oorlogsgeschetter van
de buitenlandsehe pers in de laatste dagen vrij
wat bedaard.
De Duitsche bladen deelen thans mede dat
droom maar lekker, want gij weet wel wat
gij thans droomt, komt ook uit!”
Toen echter de nieuwbakken prins den vol
genden morgen te midden van al zijne jeugdige
heerlijkheid met een verward hoofd en branden
de oogen ontwaakte, had hij geen vuriger wensch,
als dat niet alles vervuld zou worden, wat hij
in dien eersten nacht onder het dak van het
slot Mirafiore zoo wild door elkaar had ge
droomd. De bijzonderheden dier droomen kon
hij zich wel is waar niet meer herinneren, maar
de angstige beklemming, welke zij bij hem had
den teweeg gebracht, drukte hem nog altijd
zwaar op het hart, en toen hij opstond wilden
zijne pijnlijke leden hem slechts met moeite dien
dienst bewijzen. Hij had een gevoel alsot hij
een zware ziekte had doorgestaan, en hij schrik
te van zijn eigen bleek gelaat, dat hem zoo zie-
keljjk uit den spiegel tegemoet keek.
Eerst laat in den voormiddag was hij met
zijn toilet gereed. Daar hoorde hij het geluid
van vele door elkaar babbelende stemmen, en
kort daarop klopte een bediende aan zijn deur,
om hem te melden, dat de familie hem bene
den wachtte, want dat de prinses uit Rome was
teruggekeerd.
Hij deed zijn best, de sporen van den slecht
doorgebrachten nacht zoo goed als het ging van
zijn gelaat weg te nemen en gat gevolg aan de
uitnoodiging. Hij hoorde een druk en vroolyk
gebabbel in het ontbijt-salon. Hij hoorde de
dei
1
zij
kaï
sta
OU'
dn
reeds zeer spoedig alle regimenten van het I
nieuwe repetitiegeweer voorzien zullen zijn en I
dat nu ook de reserven zullen worden opgeroe
pen om zich in de behandeling van het nieuwe
wapen te oefenen. Bij de jl. Donderdag gehou
den receptie heeft de Keizer aan eenige hoofd
officieren medegedeeld dat deze oefeningen wel- I
dra een aan vang zullen nemen en daarvoor 71000 1
man der reserven zullen worden opgeroepen, t
Het behoeft wel niet gezegd te worden zoo i
luidt het officieuse bericht verder dat deze I
maatregel geheel afgescheiden is van thans in I
omloop zijnde oorlogsgeruchtener geschiedt
thans niets anders dan er steeds geschied is en I
geschieden zal zoodra er een nieuw systeem
van schietwapen ingevoerd wordt.
De Norddeutsche Algemeine Zeitung leverde I
in de vorige week een breedvoerig vertoog over f
de neutraliteit van Zwitserland en België in
tijd van oorlog. In hoofdzaak zegt zij daarom
trent het volgende
In den oorlog van 1870 heeft Zwitserland,
met gebruik van militaire krachten, stipt aan
zjne verplichtingen ten opzichte van neutraliteit
voldaan. Daarom werd toen ook de neutraliteit
van dat land geërbiedigd. Met dat al heeft
Zwitserland tijdens dien oorlog met groote moei-
lijkheden te kampen gehad, onder anderen tegen
over het leger van Bourbaki. Nu wordt aldaar
van gezaghebbende militaire zijden de voorge
nomen volledige centralisatie van het geheele
krijgswezen beschouwd als op dit oogenblik
ontijdig, omdat in een critiek tijdperk door eene
half volbrachte organisatie de slagvaardigheid
van het geheele leger wordt verlamd. Die ziens
wijze is juistte moer nu Zwitserland heeft
getoond, dat men op zijn militaire krachten kan
vertrouwen en het bovendien onder goed gere
gelde politieke toestanden verkeert.
In Belgie daarentegen is het anders gesteld.
Aldaar bestaat op politiek gebied de ergste
verdeeldheid. Anarchistische woelingen zijn
daar sterker dan in eenigen anderen staat.
Tengevolge van het stelsel van plaatsvervanging
verkeert het leger er in een volslagen onvol
doenden toestand. De Norddeutsche beroept
zich hierbij op het getuigenis van generaal van
der Smissen in zijne brochure Le service per
sonnel et la lol milice. Voor Belgie is eene
onmiddellijke beslissing dezer quaes tie in het
belang des lands wenschelijk.
Na dit een en ander eindigt dit opzienswek-
kend artikel van Bismarck’s blad aldus:
„Dat een neutrale staat geen behoefte zou
hebben aan een degelijke slagvaardige armee,
zal wel zelfs by de meest gewaagde interpreta
tie niet kunnen worden bewezen. Naar onze
meening moet juist het leger van een neutralen
staat die eigenschap bezitten. Want wil zulk
een staat de voordeelen van zijn internationalen
toestand dat wil zeggen juist van zijn neu
traliteit in volle mate deelachtig worden,
zoo moet hij toch, evenals in vrede, ook in
oorlog op eigen krachten kunnen steunen. Bond-
genooten heeft hij dan niet, en kan hij ook niet
hebben. In plaats van alle verdere redeneering
willen wij ten opzichte van België slechts dit
ééne vragenwat zou er zijn gebeurd, wanneer
de Belgische armee ten vorigenjare de oproeren
niet had bedwongen, en het eene of andere
gedeelte van het leger met de muitelingen ge-
meene zaak had gemaakt
Uit München verneemt de Köln. Ztg. dat het
XXXV.
(Vervolg.)
’s Avonds, toen Beatrice en vorst Clemens
hunne slaapvertrekken hadden opgezocht, vond
Ernesto eindelijk de gewenschte gelegenheid,
om zonder beluisterd of gestoord te worden,
met Schiele te kunnen spreken. Hij deed hem
verwijtingen over zijn onbehoorlijk gedrag en
vertelde hem zonder omwegen, welk een op
dracht hij van zijne bloedverwanten had ont
vangen. Schiele lachte hem dood bedaard in
het gezicht uit en blies de rookwolkjes van zijn
sigaar naar het kunstig beschilderde plafond van
het vertrek.
Ik zal mijn best doen, zooveel mogelijk te
gemoet te kómen aan de eischen, welke die
trotsche familie mij stelt. Als dat echter be
kekenen moet dat ik voor hen moet knipbuigen
en mij niet zat mag eten aan hunne maaltijden,
dan spijt het mij vei schrikkelijk geen gevolg
te kunnen geven aan hunne wenschen.
Gij zijt dus werkelijk van plan hier nog
langer te blijven, niettegenstaande men u zegt
schrijvers hem niet konden volgen. Met ver
wonderd gezicht wendde de getuige zich, met
een bewonderenswaardige sans-gene, naar den
stenograaf, die rood van inspanning geworden
was, en vroegn
„Spreek ik nu zoo gauw, meneer? Dat
begrijp ik niet! - Nou, dan mot je mn wyf
eens hooren! Die kan ’ra een handje geven!
Algemeen hilariteitEen andermaal werd een
Israëliet om dezelfde reden door den voorzitter
hetzelfde verzoek gedaan. Ook hij wendde zich
tot den schrijvenden stenograaf, met den uitroep:
-Na, mot je dat nou alles opschrijven. Ben
je mal, je hoeft alles niet te weten Maar, afin,
schrijf maar op ik heb ’t toch gezegd ooc
Deze kleine, vroolijke intermezzo s, die na-
tuurlijk niet in het officieele verslag zyn opge
nomen en waaraan de verhooren rijk moeten
wezen, verpoozen nu en dan de leden in un
weinig benijdenswaardige taak.
Een sterk bewijs voor den gunstigen invloed
van vrijheid van handel vindt men in den toe
nemenden bloei onzer haringvisscherij, vooral
wanneer men dezen tak van nijverheid, zooals
die nu uitgebreid is, vergelijkt bij dien van voor
een 25tal jaren, toen aan deze industrie de vrij
heid van handelen, haar eeuwen lang onthouden,
werd teruggegeven.
In 1856—60 waren er 88 kielschepen en lbo
bomschuiten, dus 254 in het geheel. Thans
’t laatste verslag is van 1884 bestaat de
haringvloot uit 154 kielschepen en 255 bom
schuiten, dus 409 in het geheel. In de eerste
jaren na de invoering der nieuwe wetgeving
was er blijkbaar stilstand, eer achteruitgang,
doch na verloop van 10 jaar hield die onzekere
toestand op en ontstond er een steeds klim
mende ontwikkeling.
In 1856 werden verkregen 25,000 vaten ge
kaakte haring en 28,2 millioen steurhanng, en
in 1883 235,336 vaten gekaakte haring en 41,6
millioen stuks steurharing.
De uitvoer van gekaakte haring is in de laatste
25 jaar gestegen van 16,830 tot 158,294 vaten,
dus ongeveer het tienvoudige.
Welke beteekenis de Oostzeehavens voor onzen
haringhandel verkregen, kan blijken uit de om
standigheid, dat de 5 Oostzeehavens Hamburg,
Jdtettin, Koningsbergen, Bremen en Dantzig reeds
in 1884 pl. ra. 60,000 vaten ontvingen, dus een
derde gedeelte van onzen geheelen uitvoer, in
welk jaar de gezamenlijke productie van onze
haringvisscherij in de Noordzee een waarde
beliep van bijna 5 millioen gulden.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
bond voor algemeen kies- en stemrecht stelt
voor, op 19 Februari, zijns inziens een geschikte
dag daarvoor, eene demonstratie voor de dade
lijke invoering van het algemeen stemrecht te
Amsterdam te doen houden.
Ook wil het hoofdbestuur een telling doen
houden van allen, die zich schriftelijk verklaren
voor de dadelijke invoering van het algemeen
kies- en stemrecht.
Twaalf der te Eysden gekampeerde Zigeuners
zullen dezer dagen naar Amsterdam worden
opgezonden, ten einde van daar met een stoom
schip naar Griekenland te worden teruggevoerd.
De passagier van de mailboot Willem Prins
dat gij lastig zijt? Ik zou u niet graag iets
onaangenaams zeggen, maar ik moet toch be
kennen dat ik zoo’n hardnekkigheid tamelijk
sterk vind.”
„Voortreffelijk, mijn waarde, antwoordde de
andere, zonder zich in ’t minst uit zijn humeur
te laten brengen. „Gjj begint hier reeds vroeg
den heer des huizes uit te hangen, en ik zal
natuurlijk de laatste zijn die daar iets op tegen
heeft. Maar gij zult toch verstandig doen u
te herinneren, dat ik het ben, aan wien gij deze
heerlijkheid te danken hebt. Een enkel woord
van mij en gij zijt weer een even armen duivel
als ik zelf ben. Laat het u dus niet in het
hoofd komen, mij raadgevingen te doen of zelfs
bevelen te geven! Ik zal op dit slot blijven
zooals ik verkies, en de kwade luim van me
vrouw de vorstin zal mij evenmin verdrijven
als de scheve gezichten welke die geestelijke
heer tegen mij gelieft te zetten. Ik heb daar
voor mijne bepaalde redenen, en als gij er lust
toe gevoelt rnoogt gij hun dat antwoord woor-
delijk overbrengon.”
„ik zal er wei op passen”, gaf Bruno wreve
lig ten antwoord; „maar ik moet u bekennen
dat uw tegenstand mij totaal onbegrijpelijk is.
Gy hebt toch gehoord dat men u eene aanzien-
iyne belooning aanbiedt, en ik zelf zal mij na
tuurlijk zoo erkeuteiiju mogelijk toonen. En gij
kunt" u toch op honderd andere plaatsen een
i veel gemukkehjker en aangenamer leven bezor- I niet bijzonder licht
van Oranje, die bij de aankomst te Queenbo-
rough Zaterdagmorgen jl. werd vermist, is waar
schijnlijk dr. Benteijn, uit Sluis. Waar genoem
de heer gebleven is, schrijft de Midd. Ct., weet
men nietde inrichtingen aan boord maken een
toevallig over boord vallen zeer onwaarschijnlijk,
en het kan ook zijn, dat de betrokken reiziger
in het geheel de reis niet mede gemaakt heeft,
maar vóór het vertrek der boot aan den wal
gegaan is, wat wel meer gedaan wordt, en bij
het terugkomen een verkeerden weg genomen
heeft.
Een tapper te Renkum verkocht eenigen tijd
geleden voor f400 zijn vergunningsrecht aan
het bestuur van eene sociëteit te Oosterbeek om
die aldaar in een hotel over te brengen. In
verband met dezen verkoop is thans door het
dagelijksch bestuur vergunning verleend in een
der lokalen van dat hotel, waar de sociëteit is
gevestigd, den kleinhandel in sterken drank uit
te oefenen. Men betwijfelt echter zeer, of Gede
puteerde Staten van Gelderland hieraan hunne
goedkeuring zullen kunnen verleenen.
Het Bat. Nieuwsblad verzekert uit betrouw
bare bron te weten, dat de Gouv.-Generaal van
Ned. Indie, de heer Van Rees, voornemens is
met April a. s. ontslag te nemen. In de andere
Indische bladen vindt men hiervan echter geen
gewag gemaakt.
Plaatselijke Comités ter bevordering van de
belangen der tentoonstelling van voedingsmidde
len te Amsterdam zijn reeds gevormd te Rot
terdam, Gouda, Haarlem, Dordrecht, Utrecht,
Groningen, Zwolle, Leiden, Schiedam en Apel
doorn.
Ten bewijze met hoeveel voortvarendheid van
’s ochtends vroeg tot ’s avonds 10 ure (met
electrisch licht) aan het tentoonstellingsgebouw
wordt gearbeid, kan dienen, dat de eerste op
gaande stijl Maandag 10 Januari werd gezet
en thans reeds nagenoeg het geheele geraamte
van het hoofdgebouw is verrezen.
De president der hoofdcommissie, de heer A.
J. C. J. S. Bergsma, is naar Leipzig vertrok
ken, om de internationale tentoonstelling voor
volksvoeding en kookkunst by te wonen (27
31 Januari). Onder de geleerden, die voor de
jury dezer tentoonstelling zijn uitgenoodigd, is
ook prof. Forster van Amsterdam (lid van de
regelingscommissie voor de Amsterdamsche ten
toonstelling).
Mevrouw Beersmans oogst op vele plaatsen
luide toejuichingen en hartelijke bewijzen van
sympathie in by haar voorstelling ter viering
van haar 25-jarig jubilé. Daar haar verkoudheid
is geweken, trad zij in de vorige week te Am
sterdam weder als Medea en juffrouw Guichard
op. Behalve vele bouquetten en cadeaux is
haar een eigenaardig aandenken vereerd door de
zuster van mevrouw Kleine, mej. Antoinette
Gartman, nl. de fraai bewerkte haarband, dien
mevrouw Kleine steeds in de rol van Medea
heeft gedragen. Zy vereerde dit sieraad aan
mevrouw Beersmans, de waardige opvolgster der
overleden kunstenares.
Een 22jarig jongmensch, zekere Van der
Straaten te Breda, heeft aldaar vrij wat men
seden beetgenomen. Hij gaf voor opzichter te
zijn bij de waterleiding en engageerde tot het
verrichten van voorgewenden arbeid een 12tal
werklieden, die hij voor het grootste gedeelte
op de „luierbanken” der vischmarkt bijeenvond.
Hij begaf zich met hen naar de Teteringsche
Heide en liet daar boomen vellen en graven
dat het een lust was. Toen zoowat 150 boomen
geveld waren, werd dit bemerkt door den boer
van de „Galgehoef”, die aan V. d. S. vroeg,
met welk recht hij hier op zijn grond bezig
was. Deze gaf voor, de boomen voor de water
leiding te behoeven, hetgeen na loven en bieden
tengevolge had, dat de boer ze hem voor een
geringe som afstond. Van dien koop ontving
V. d. 8. bewijs doch aflevering en bewijs lieten
op zich wachten, daar de gewaande opzienter
zich niet meer liet zien, nadat hij de arme
werklieden had gezegd, binnen een paar dagen
te zullen terugkeeren en dat zij intusschen met
den aangevangen arbeid moesten voortgaan. De
jeugdige bedrieger laat nog op zich wachten en
men is hem nog niet op het spoor.
De goederenboot Enkhuizen heeft Vrijdag de
reis van Enkhuizen naar Stavoren gedaan. In
twee uur tjjds werd de overtocht volbracht,
maar tusscheu de Hofstede en Stavoren was nog
zooveel ijs, dat de passagiersbootea den dienst
nog niet konden hervatten.
S N E E K, 1 Februari.
In de gisteren avond alhier gehouden verga
dering van het Depart. Sneek der A ederlandsche
Maatschappij ter bevordering van Nijverheid
trad als spreker op de heer Bekhuis van Leeu
warden, die tot onderwerp gekozen hadde
droogmaking der Zuiderzee.
Na de plannen van den Ingenieur van Dig
gelen besproken te hebben, gaf spreker een
overzicht van die van de heeren Beijerinck en
Stieltjes, het gewijzigde plan Stieltjes en een
regeerings-voorstel.
Met cijfers werden de voor- en nadeelen der
plannen, zoowel voor eene geheele- als eene
gedeeltelijke droogmaking uiteengezet en ten
slotte het plan Buma besproken.
Zeer juichte spreker toe, het in net leven
roepen van het Zuiderzee-Comite.
Thans zal blijken of eene geheele dan wel
gedeeltelijke droogmaking der Zuiderzee tech
nisch uitvoerbaar en financiëel mogelijk is
mocht deze vraag, waarover bekwame deskun
digen hun oordeel zullen uitspreken, ontkennend
worden beantwoord, dan, meent spreker, kan
het vraagstuk voor goed als afgedaan worden
beschouwd; valt het advies echter in gunsti
gen zin uit, dan vertrouwt hij, dat binnen een
niet te ver verwijderd tijdstip, de oppervlakte
van Nederland met duizende hectaren zal wor
den vergroot, tot heil van het vaderland.
Een talrijk publiek volgde met belangstelling
de belangwekkende voordracht, waarvoor de
Voorzitter den heer Bekhuis namens de verga
dering dank betuigde.
gen als juist hier
„Uw zorg voor mij is waarlijk treffend, maar
het spijt mij wel er geen gebruik van te kun
nen maken. Dat, wat gij een aanzienlijke be
looning zoudt kunnen noemen, is voor mij on
getwijfeld niets anders dan een bedelaarsfooi.
Ditmaal wil ik dan toch voor de geiieele rest
van mijn leven genoeg hebben gedaan, en mijn
zin valt misschien op evenveel honderd duizen
den, als gij mij duizenden voor de voeten denkt
te werpen! Nu, nu, mijn waarde,gij behoeft
daarom dadelijk niet verschrikt te worden en
zulk een erbarmelijk gezicht te zetten. Ik weet
vooraf' wel, wat gij mjj wilt antwoorden Gij
hebt zelf niet over honderdduizenden te beschik
ken, bedoelt gij, en gij weet ook niet hoe gij
die in bezit zult krijgenMaar dat alles komt
terecht 1 Gy kunt u daaromtrent gerust op mij
verlaten en wy kunnen er ons ook nog wel
eerst een paar malen op beslapen, want zooveel
haast is er niet by de zaak, en ik kan het al
tijd zoo nog wel een beetje uithouden, hoe wei
nig genegen uwe lieve bloedverwanten mjj dan
ook mogen zyn. Maak u dus maar niet onge
rust, myn goede jongenreken opzichtens myn
verdere houding op mijn besten wil, maar laat
het u in ’s hemels naain niet weer in den zin
komen, mij bet huis te willen uitsmjjteu! En
nu, genoeg hiervan! Ik ben behoorlijk moê,
en de wijnen van mevrouw de vorstin zijn juist
Goeden nacht dus en
I
I nat
I uoi