ibvi&hmii
I
I
L
tl
In hooge kringen,
Roman van Reinhold Oktmann.
XXXVIII.
p
buitenl<a%».
s
f
a
1
I
i
1
c
c
2
y
f
1
<1
Z
2
v
h
e
v
li
d
t
I
t
1
1070 planten aangevraagd, bestaande in: Maand-
rozen, Cuphea’s, Coleus, Heliotropen en Acacia’s
Lophanta.
De gelegenheid tot meerdere aanvragen blijft,
blijkens achterstaande annonce, nog gedurende
deze week opengesteld.
de koorts, waarvoor men het meeste bang was
geweest, had zich gelukkig slechts in zeer lichte
graad vertoond, alhoewel zij er overigens slecht
uitzag. Zij was in staat de vriendelijke dame,
die zich aan haar voorstelde als mevrouw Thi-
baudin uit Marseille, met zwakke stem een dui
delijk antwoord te geven op al hare deelne
mende vragen. De gekuischte manier, waarop
zij zich in de voor haar ongewone taal uitdrukte
en de stille onderwerping welke uit hare woor
den sprak, waren wel geschikt om de waardige
dame nog meer voor haar in te nemen als reeds
door haar treurig lot het geval was; en daar
Helene haar bij herhaling verzekerde, dat het
spreken haar volstrekt niet vermoeide, raakte
het gesprek al spoedig van de vreeseltjke ge
beurtenissen der laatste uren af en kwam het
meer op de omstandigheden van het jonge
meisje in ’t algemeen. Mevrouw Thibaudin
vroeg naar het eigenlijke doel van Helene’s reis
en of zij in Engeland werd verwacht door
familie of kennissen. De arme verlatene ant
woordde hierop ontkennend met een zucht, en
haar treurig gelaat sprak welsprekender voor
haar als die ontkenning. De deelnemende dame
begreep wel dat zij hier eeue dubbel ongeluk
kige voor zich iiad, en zoo zacht mogelijk drong
zij er dan ook bij Helene op aan, haar verder
haar vertrouwen te schenken, daar zij gaarne
bereid was haar van dienst te zijn zooveel zulks
moedigheid in ’t eerste oogenblik voor Helene
iets drukkends had.
„Mijn echtgenoot,” zeide zij, „heeft voor kor
ten tyd, wegens redenen van gezondheid, zijn
ambt moeten neerleggen,’t welk hij te Marseille
bekleedde, en wy zyu thans op weg om in En
geland mijne zieke oude moeder op te zoeken,
om ons daarna voor geruimen tijd naar het
zuiden te begeven. Het was ons plan, te Londen
eeue flinke onderwijzeres te zoeken, die tevens
tot gezelschap en tot oudere vriendin zou kun
nen dienen voor myne Hortense. Als gij nu
lust mocht gevoelen ons in die betrekking te
vergezellen, dan meen ik u te kunnen beloven,
dat myn echtgenoot, die my ia deze zaken steeds
geheel vrij laat, u zeer gaarne welkom zal
heeten.”
Dat edelmoedig aanbod was zoo verrassend,
dat Helene in hare eerste verwarring hierop niets
wist te antwoorden. Maar mevrouw Thibaudin
kwam haar te hulp en zei vriendelijk
„Ik verlang natuurlijk niet dat gij dadelijk
een besluit zult nemen. Gij dient vóór alles
mijn dochtertje zelf te leeren kennen, en als utf
toestand het toelaat zal ik haar morgen bij n
brengen. Ook zult gij te Londen, waar gi)
eerst geheel weer zult kunnen herstellen, de
gelegenheid hebben, meer van nabij met ons
bekend te worden, en zal het u ten allen tijde
vrijstaan van onze overeenkomst at te zien.
daarbij, wat hebben de daden der heeren Grévy,
Boulanger, Goblet en Flourens, hoe ach tens-
waardig deze mannen ook mogen wezen, te
beduiden, wanneer men ze vergelijkt bij hetgeen
de Keizer, Bismarck en Moltke tot stand brach- I
ten.”
Wanneer men het verleden dezer mannen
nagaat en dit vergelijkt met de houding der
liberale pers, dan kan hieruit, volgens de Nordd., m
geen andere gevolgtrekking worden getrokken,
dan dat de Duitschers zich moeten schamen.
De Duitsehe bisschoppen blijken ook door de j
van regeeringszijde medegedeelde brieven van I
den Paus nog niet zeer geneigd om de leger- 1
voorstellen van Bismarck voor een tijd van zeven I
jaar aan te bevelen Alleen de Bisschop van I
Limburg heeft zijn geestelijken aangeraden om M
geen partij tegen de regeering te kiezen. Msgr.
Kopp van Fulda, waarop men ook rekende, kiest
echter zeer bepaald partij voor het centrum en
van de overige bisschoppen is zeker geen andere
houding te wachten.
Omtrent de Bulgaarsche quaestie zijn de
berichten in de laatste dagen zeer schaarsch.
De Engelsche bladen noemen de door Rusland
gedane voorstellen om tot een oplossing te gera
ken geheel onaannemelijk, doch de Temps merkt
niet ten oprechte op, dat niemand van zulke
voorstellen nog iets heeft gehoord.
Uit Konstantiuopel wordt aan de Polit. Corr.
gemeld dat Zankoff weigert genoegen te nemen
met de concessies die men hem aanbiedt, name
ly k dat er óen regent en twee ministers uit de
oppositie zullen gekozen worden. Hij schijnt
te eischen dat er in het regentschap, dat uit drie
leden bestaat, minstens twee leden zijner partij
zitting zuilen krijgen.
Een depêche uit Sofia meldt dat Karaweloff,
een der vroegere leden van het regentschap,
die niet ongeneigd was met Zankoff over het
herstel van den Kussischen invloed te onder
handelen, Vrijdag op raad van Zankoff zijn
vrienden raadpleegde over de door dezen voor
gestelde bemiddelingsvoorstellen. Men werd het
er over eens dat men een Russisch minister
van oorlog wenschelyk achtte, doch geen terug
keer van de officieren, die deelgenomen hebben
aan het complot tegen vorst Alexander. Dit
werd schriftelijk voorgesteld en onderteekend
door Karaweloff, Nikisoroff en Slaweikoff. Als
Zankoff zich nu daarmede vereenigt, meent men
een grondslag voor verdere onderhandeiingen
gevonden te hebben.
Naar de Times mededeelt heeft de Turkse he
regeering aan de Bulgaarsche vluchtelingen der
partij van Zankoff het verder verblijf te Adria-
nopel en Mustafapacha (op de grenzen van Oost-
Rumelie) ontzegd. In geheel Bulgarije worden
thans „comité’s van surveillance” opgericht, die
iedereen zullen behandelen als misdadiger en
verrader zoodra het blykt dat hij geld aanneemt
van Panslavonische vereenigingen en openijk of
heimelijk voor de bevordering van Russische
belangen optreedt. Deze comités, die eigenlijk
in den werkkring der rechterlijke macht iugry-
pen, hebben, naar de Köln. Ztg. opmerkt, een
zeer revolutionairen bijsmaak en zullen in Europa
de sympathie voor de Bulgaren wel niet doen
toenemen.
Ook Rusland zal weldra 100,000 reser
visten oproepen maar zoo luidt de verzeke-
ring uit Berlijn men beschouwt dit niet als
een verontrustend verschijnsel. Do oproeping
is alleen het gevolg van de invoering van nieuwe
De „Flamboyante” was eveneens naar Enge
land bestemd en had een vrij aanzienlijk getal
passagiers aan boord. De schipbreukelingen
trokken natuurlijk de grootste attentie, en de
matrozen, wiens krachtige gestellen reeds na
eenige uren van vasten slaap de gevolgen van
het ongeluk waren te boven gekomen, wer
den niet moede, telkens op nieuw alle bijzonder
heden te vertellen van de verschrikkelijke ge
beurtenis. Vooral het lot der jonge dame,
wier gezondheidstoestand volgens de verklaring
van den scheepsdokter in den eersten tijd ern
stige bezorgdheid wekte, vond algemeene
deelneming. Eene andere dame, die zich met
haar echtgenoot en haar vijftienjarige dochter
aan boord bevond, gaf dadelijk haar verlangen
te kennen, de ongelukkige zooveel mogelijk van
dienst en behulpzaam te zijn, en zij kreeg dan
ook nog dienzelfdeu avond verlof van den dokter
om de zieke te bezoeken.
Helene was weer geheel bij haar kennis en
OVERZICHT.
Onder de gouvernementeele bladen in Duit sc li
la nd, die het hunne er toe hebben bijgedra
gen, de ongerustheid op te wekken en gaande
te houden, zijn er, die in den laatsten tijd een
kalmer toon aanslaan. Een, het Deutsche 'Ta-
geblatt, waarschuwt zelfs tegen beursgeruchten
en geeft eene geruststellende verklaring van
Graaf Moltke’s bekende woorden. Ook de Na
tional Ztg. schrijft: „Niet sedert weken en
maanden, sedert jaren is de toestand zeer ern
stig en hij zal het waarschijnlijk nog lang zijn.”
De opruiende taal dier bladen heeft er zeker
niet toe bijgedragen, dien toestand te verbete
ren en den Duitschers zelven is daardoor groot
nadeel berokkend. De speculatiegeest ter beurze
werd er door overprikkeld en onberekenbare
verliezen zijn daarvan het gevolg geweest. „Zoo
deze toestand nog lang voortduurt”, schrijft een
blad uit de Palts, „dan is er geen oorlog noo-
dig om ons te ruïueeren 1 Handel en verkeer
bloeien niet meer, de zaken staan stil, duizen
den werklieden worden broodeloos dat hebben
wij aan het sabelrammelen te danken.” En
de nationaal-liberale Straatsburger Post meldt
uit Elzas-Lotharingen„Groote bestellingen
worden in het geheel niet meer gedaan en die
reeds zijn gedaan, poogt men te herroepen of
uit te stellen. Gekocht wordt slechts zooveel
als voor den dag of allernaaste toekomst noodig
is.” Terecht besluit het blad W anneer de
politieke toestand niet zeer ernstig is, dan is
het inderdaad een misdaad, de wereld zoo onge
rust te maken.”
De liberale Duitsehe bladen beschouwen de
verklaring van den Engelschen onder-secretaris
van Buitenlandsche Zaken, den heer Fergusson,
dat er geen grond bestond om aan het spoedig
uitbreken van een oorlog te gelooven, als een
nieuwe geruststelling, maar de Nordd. Algem.
Zeit. doet opmerken, dat de Minister, voorzeker
een bevoegd beoordeelaar, het „bestaan van
oorlogsgevaar” erkende, en volstrekt geen waar
borgen voor een duurzame verzekering des
vredes gaf.
Tevens wijdt het officieuze blad een artikel
aan de stemming der Fransche Kamer over de
oorlogsbegrooting. Het blad benijdt den Fran-
schen hun nationaal gevoel, dat, indien het
noodig is, alle partijen bijeenbrengt en alle
verschillen doet wijken, indien het ’s lands be
lang geldt.
Sinds generaal Boulauger als Minister van
Oorlog is opgetreden, zegt de Nordd., is bijna
geen dag verstreken, waarop niet, onder uit
drukkelijke vermelding hunner offensieve be
doeling, een of andere maatregel tot versterking
van het Fransche leger is genomen maar geen
enkel Fransch blad trok de ondoelmatigheid dezer
maatregelen in twijfel, op grond dat de Duitsehe
politiek slechts op zelfverdediging is bedacht.
Maar in Duitschland is dit anders. Daar ver
zetten de liberalen en katholieken zich tegen
hetgeen de „paladijnen van Duitschlands eer en
grootheid” voor het Duitsehe rijk vragen. En
raadsvergadering geschorst, omdat - een
der vroede mannen in verregaanden „kennelyken
staat” verkeerde.
Duidelijke wenken in weinig woorden.
Bij de Zaterdag te Wageningen gehouden her
stemming van drie leden voor de kamer van
koophandel waren slechts ingeleverd een blauw
en éen wit briefje. Beide briefjes bevatten alleen
het woord „opheffen.”
De Haagsche rechtbank heeft de dienstbode
van mr. Heineken vrijgesproken van alle schuld,
dat door onvoorzichtigheid van haar zijde de
brand in het Groote Badhuis te Scheveningen
zou veroorzaakt zijn. Zij heeft beslist, dat e
oorzaak van den brand niet is bewezen.
Te Amersfoort hebben vijf huzaren bekend
de paarden de staarten te hebben afgesneden.
Zij hebben het haar verkocht bij den zadelmaker
Moll, op het Havik, alwaar het haar gevonden is.
De verloting van voorwerpen van kunst en
smaak, ten voordeele van het ondersteunings
fonds voor minvermogende deelnemers aan de
levensverzekering van het Ned. Onderwijzers
genootschap, zal plaats hebben op o of 1
Maart a. s. Na de loting zullen trekkingslysten
verschijnen, waarvan belanghebbenden kennis
zullen kunnen nemen.
Donderdag werden eenige getuigen te Am
sterdam in een civiele zaak gehoord. Iwe®
hunner weigerden den eed af te leggen, dewijl
dit h. i. met den bijbel streed. De president
wees er hun op, dat zij door kun weigering
gevangenisstraf konden beloopen. Nadat zij by
hun weigering hadden volhard, requireerde het
O. M. f25 boete tegen ieder, onder opmerking
dat zij, bij volharding in hun weigering, voor
den strafrechter gebracht en tot 4 maanden ge
vangenisstraf konden worden veroordeeld. De
rechtbank heeft de getuigen eenvoudig veroor
deeld de nutteloos gemaakte kosten te betalen
en hun tot 31 Maart bedenktijd gegeven, op
welk tijdstip de zaak weder zal voorkomen.
Mr. M. G. L. van Loghem, „Fiore della
Neve”, die Carmen Sylva’s laatsten bundel
„Mijne Rust” zoo verdienstelijk in Nederland-
sche verzen overbracht, ontving, naar de Amst.
meldt, van de dichteres een medaille ter erken
ning der hulde, haar door die vertaling gebracht.
De medaille draagt aan de eene zijde den
mooien kop der koningin van Rumenie, en,profil
gezien, met het opschrift „Carmen Sylva aan
de ommezijde de spreuk der dichteres, Augens
Vivo” (vermeerderend leef ik), door een krans
van eikelbladeren omgeven.
Door den heer Louis Regout te Maastricht
is aan den voorzitter der Enquête-commissie het
volgende schrijven gericht:
„Ofschoon sedert eenige dagen alle kamerle
den, tevens leden der commissie van enquete
in Den Haag, bij elkander zijn, en desniettegen
staande tot nog toe de commissie mij het ant-
*woord op mijne vraag om andermaal gehoord te
worden, schuldig bleef, meen ik nogmaals be
leefd op het toestaan hiervan bij u te moeten
aandringen.
Tevens verzoek ik u, op mijne kosten de der
tig werklieden en hunne beide meesters, die met
in haar vermogen was. Het jonge meisje voelde
zich bijzonder aangetrokken tot de vriéndelijke
dame, maar zij kon haar toch niet alles toever
trouwen, ’t welk zij gedurende de laatste maan
den en dagen had ondervonden. Zij bepaalde
er zich dus toe, haar meê te deelen, dat zij tot
nu toe in Duitschland als onderwijzeres in haar
onderhoud had voorzien, maar dat zij, na ten
gevolge eener zware ziekte hare leerlingen te
hebben verloren en nadat andere persoonlyke
gebeurtenissen van treurigen aard haar het
verblijf in haar vaderland onmogelijk hadden
gemaakt, tot het besluit gekomen was, zich
naar het buitenland te begeven. Een klein
vermogen, ’t welk zij had geërfd, zou haar do
onvermijdelijke zwarigheden van den eersten tijd
wel te boven hebben doen komen, maar dat was
nu met het verongelukken der „Alice” verloren
gegaan, zoodat zij op ’t oogenblik werkelijk
geheel zonder middels was. De geheele manier,
waarop zij die eenvoudige geschiedenis vertelde,
overtuigde mevrouw Thibaudin dat zij de volle
waarheid had gezegd, en tegelijkertijd, dat het
niet in hare bedoeling kon hebben gelegen,
daardoor op de een of andere manier eene onder
steuning te zullen erlangen. Zij dacht er dan
ook volstrekt niet aan haar deze aan te bieden,
maar men kon aan haar gelaat zien dat zij
ergens over nadacht, en na een korte poos kwam
zij met een voorstel voor den dag, welks groot
hof uitpakken dei’ ovens belast zijn, voor uwe
commissie onder eede omtrent hunne werkzaam
heden te verhooren, of indien u dit te omslach
tig mocht toeschijnen, in Maastricht een open
baar ambtenaar of een vertrouwbaar persoon
aan te wijzen, te wiens overstaan dit zal ge-
Reeds te lang rust een vreeselijke blaam op
mij en mijne onderneming, en het gaat niet
aan dien toestand te laten voortduren.
Ik verzoek u dan ook zoo mogelijk mij heden
nog te antwoorden.”
Volgens later bericht heeft de Enquêtc-coin-
missie het verzoek van den heer Louis Regout,
om andermaal gehoord te worden, geweigerd.
Volgens de met 1 Maart e. k. in te voeren
nieuwe dienstregeling op de lijn Leeuwarden
Stavoren, zullen er dagelijks loopen van Sta
voren naar Leeuwarden2 normaal- en 3
locaaltreinen, omgekeerd 2 normaal- en 2 lo-
caaltreinen, daar één van de locaaltreinen niet
verder dan Workum rijdt. De groote ver
betering bestaat echter in de regeling tusschen
Leeuwarden en Sneek. Tusschen deze twee
plaatsen zullen dagelijks loopen 2 normaal-
en 6 locaaltreinen. Tegelijkertijd komt een
nieuwe regeling tusschen Leeuwarden en Gro
ningen tot stand, ten gevolge waarvan alle trei
nen in dadelijke aansluiting komen met die
tusschen LeeuwardenStavoren.
Al de genoemde normaaltreinen zijn sneltreinen.
Zoodra de geheele nieuwe dienstregeling, ook
wat betreft de tusschengelegen wachtposten, be
kend is, zullen wij die meêdeelen.
SNEEK, 15 Februari.
Met het oog op het eerstdaags te geven con
cert door de vereeniging Apollo alhier, waarop
het muziekgezelschap iC-Dur uit Leiden zich
zal doen hooren, hebben we gemeend aan on
derstaande, voorkomende in het laatste nummer
van het studenten weekblad Vox Studiosorum,
een plaatsje te moeten inruimen.
Vrijdag 1.1. vulde zich des avonds tegen half
8 de stads-gehoorzaal om het concert bij te wo
nen, dat het muziekgezelschap C-Dur ten voor
deele der algemeene Leidsche armen zou geven.
C-Dur handhaafde ook dezen avond weer den
goeden naam welken het zich verworven heeft.
Het programma, dat veel afwisseling aanbood
en zoo was ingericht, dat de talenten van de
verschillende medespelers op het best uitkwamen,
werd op uitstekende wijze uitgevoerd.
Dat het publiek dan ook zeer voldaan was,
bewezen de luide toejuichingen die na elk num
mer den leden van C-Dur ten deel vielen. De
heeren Leonides van Praag (cello) en Blokhuis
(viool) moesten zelfs nog eens optreden om de
rust in de zaal te herstellen.
Na afloop reikten de heer Nijman als presi
dent van a-Tempo en de heer Mulder als
praeses van Con Expressions aan den voorzitter
van het gezelschap C-Dur twee schoone kransen
over, welke aan het vaandel werden gehecht.
Wij hopen dat C-Dur het publiek nog menig
maal in de gelegenheid zal stellen een avond
door te brengen, als Vrijdag 1.1.
- Naar wij vernemen zal het tooneelgezel-
schap van den heer van Lier van Amsterdam
hier Zondag 27 Febr. e.k. eene voorstelling
geven en alsdan opvoeren „Blonde Els”.
Naar wij vernemen, zijn jl. Zondag bij de
vereeniging Tloralia alhier door 216 kweekers
y
f
y
y
i
j
i
y
t
I
1
I
1
1
l„t