SIB IIS- I l IDIIil'ftfflHLIl) DE ffllfflII El MET fflffllSSEffiï SJEES. WW ifi I ib No. 20. T W E E>E N-V E E R T I G S T JE J A A R G N Q. 1887. 1 1 «P— d.’ nJn"£ I JM** S* Vrijdag H Maart e k., in het huis vroeger bewoond geweest door wij len den heer L. van der Kallen, op Vinksnburg by vorige publication breeder omschreven. i Rationale M i I i l i e. I 1 I 9 U I T DE PERS. van I hetgeen in 44 pct. van de 1 I i Ai k k ADVERTENT1ÈN voor eiken regel meer 7" 1 a n g r ij k lager. Voorwaarden daaromtrent Uitgever. I Oi TWEEDE KAMER. W| van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, 7 Va Cents. Bij abonnement is de prijs be te vernemen by den Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25. Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco in te zenden. voor de hand. En buitendien is de tijd, gedu rende welken het onderwijs kan genoten worden, zeer beperkt, en eischt het teekenen, zoo men het daarin tot een dragelijke hoogte wil brengen veel tijd. Met het oog hierop zou dr. Zaaijer, hoezeer de algemeene ontwikkeling van den werkman hem ook wenschelijk voorkomt, toch in overweging geven, aan het onderwijs der bedoelde avondscholen zooveel mogelijk een tech nisch karakter te geven, een karakter, aansluiten de aan den werkkring van den leerling. Enkele burgeravondscholen heeft men reeds in dien zin georganiseerd, o. a. die te Arnhem. Evenals taans reeds het geval is, moet het onderwijs tot de zorg der overheid blijven behooren. Die zorg behoort zich evenwel volgens dr. Z. ook uit te strekken tot de ambachtsscholen, waar onderwijs wordt geven in de praktijk van het ambacht. Tot dusver is die opvatting niet in overeen stemming met de houding der regeering. De minister Thorbecke heeft in 1863 bij de wet op het middelbaar onderwijs verklaard, dat de prac- tische opleiding aan de werkplaats moest worden overgelaten. Hij heelt die meening gehandhaafd de tegenwoordige minister, de heer Heems keik, bestreed haar en lij heeft ze zien aannemen. By hem bleef algemeene voorbereiding hoofdzaak, loch heeft ook hij hier en daar eenige concession moeten doen en was het hem onmogelijk het beginsel in zijn volstrektheid te handhaven. Het standpunt in dezen in te nemen, schijnt dr. Zaaijer toe het volgende te moeten zgn. lei wijl men het gewoon lager onderwijs als een oehoefte gelijkelijk voor allen moet beschouwen, wordt het middelbaar onderwijs ingericht naar de uiteenloopende behoeften der leerlingen, die de lagere school hebben verlaten. Hot kan daarom omvatten zoowel het onderwijs, waardoor de leerlingen de beschaving en ontwikkeling kun nen opdoen, welke noodig zijn om als beschaafd raensch de maatschappij binnen te treden, als het vakonderwijs. Dit laatste kan zijn zuiver theoretisch of tegelijk practised, wanneer de nood zakelijkheid daarvan is aangetoond. Oi heidswege een bepaalde soort van zal worden verschaft of gesubsidieerd, afhankelijk gesteld te worden van het algemeen belang, de behoefte en de ontoereikendheid van het particulier initiatief. Uit dit drieledig stand punt beschouwd is de bemoeiing van de overheid met de oprichting van ambachtsscholen ten volle gewettigd. De behoefte aan die inrichtingen staat boven bedenking en terwijl men moeiffik kan beweren, dat het particulier initiatief hier voldoende krachtig blijkt te zijn, dient rekening gehouden te worden met het feit, dat de geheele maatschappij het grootste belang heeft bij de verheffing van den toestand der arbeidende klasse, waartoe dat onderwijs moet strekken. Men beweert wel dat men zoodoende een speciaal onderwijs zal bevorderen, maar dr. Z. meent dat deze bewering, hoewel niet geheel onjuist, niet geheel opgaat. Vooreerst vormen de aanstaande bouwambachtslieden een groot deel der leerlingen en men moet in het oog houden dat de door de wet bedoelde burger- dagscholen evenmin voor alle kinderen uit den ambuchtsstand bruikbaar zyn. Een ander bezwaar tegen de ambachtsschool is dat zy geen werklieden, maar wel opzichters en bazen zou vormen. De ervaring leert intus- sclien net tegendeel. V au de Amsterdamsciie niet moeilyk op te sporen. Het directe nut van teekenaars. 16 on ieh ars. terwijl a, in het teeKenonderwys springt oninidóeligk m het j eog, het nut der andere vakken ligt met zoo bereidende opleiding voor den aanstaanden werkman. De vooringenomenheid, die bij sommige bur gers tegen het ambachtsonderwijs bestaat en die voor een deel te wijten is aan hun eigen be perktheid, begint dan ook te verdwijnen. Zeker, de jongelieden die van de ambachtsscholen kómen zijn nog geen volslagen werklieden en moeten nog heel wat leeren door de praktijk, maar de goede grondslag, bij hen gelegd, maakt dat zij spoedig tot de degelijkste werklieden behooren. De loonen, die de oud-leerlingen verdienen, zijn dan ook over het algemeen voor den leeftijd hoog te noemen. De moeilijkheid, gelegen in den afzet der vervaardigde voorwerpen voor sommigen mede een bezwaar is niet groot. In den regel worden ze verkocht aan hen, tot wier beroep het vervaardigen van soortgelijke voorwerpen behoort. In Den Bosch worden de voorwerpen die daartoe geschikt zijn, ook door de gemeente gebruikt. In andere plaatsen worden ze door verlotingen van de hand gedaan. Zijn oordeel resumeerende verklaart dr. Zaaijer, dat hij op de lagere scholen het eigenlijk am- bachtsonderwys niet wil. De ambachtsschool moet op de lagere school volgen. Bij de orga nisatie van ambachtsscholen van overheidswege verdient het voorts z. i. de voorkeur, om het ambachtsonderwijs met het onderwijs in teekenen en andere vakken aan een school te verbinden. Zoo brengt men verband tusschen hetgeen in de werkplaats wordt uitgevoerd en de andere lessen wordt geleerd. len slotte geeft de schrijver een overzicht van de regeling, gelijk hg die wenschelijk acht. Hg sloot zich hier geheel aan bij het onlangs verschenen rapport der commissie, door de Maat schappij tot bevordering van Bouwkunst benoemd ter beantwoording van de vraagWelke eischen dient men aan een goede regeling van vakon derwijs voor de handwerkslieden in de bouw ambachten te stellen In hoofdzaak komen deze regels neer op ’t volgende: Het ogderwgs wordt gegeven op ambachts- Oi van over- avondscholen en ambachtsdagscholen. De op- vakonderwijs richting en instandhouding dier scholen geschiedt :erd, behoort van gemeentewege, met een rykssubsidie ten het algemeen bedrage van de helft der kosten. In elke ge meente met meer dan 8000 zielen moet een arabachtsavondschool zijn. In elke gemeente met meer dan 30,000 zielen moet bovendien een ambachtsdagschooi worden opgerieht. De ambachtsavondschool wordt des avonds ge houden gedurende het winterhalfjaarde cursus duurt minstens 3 jaren. De leerlingen moeten om toegelaten te worden, behoorlyk kunnen lezen, schrijven, rekenen en zoo mogelgk teeke nen. Het schoolgeld moet laag zyn en vrijstel ling er van mogelyk. Het onderwijs omvat: het handteekenen, het rechtlijnig teekenen j het reke nen, toegepast op het ambacht, het maken van opstellen toegepast op het ambacht, de kennis van grondslagen, bouwstoffen, gereedschappen en werktuigen, het teekenen toegepast op het ambacht en net boetseerenhet laatste vak is niet verplicht, zoo er geen behoefte aan bestaat. Voor elke school is onderwys voor het timmer- metsel-, smids- en verversambacht verplicht; dat voor andere ambachten regelt zich' naar de benoeltea. De ambachtsdagschooi heeft een 3jarigen cursus. Voor toelating en scnoolgeld geldeu dergeiijke bepalingen ais voor de avondschool. Het onder- wys der dagschool omvat dezelfde vakken als 18 dut der avondschooldaarbg komen dan oefe ningen in het hauteeren van gereedschap en het gebruik van werktuigen ten behoeve van die ambachten, waarvan de pructijit op een school De vraag, die dr. Zaaijer zich in het tweede gedeelte van ziju geschrift over Overheids bemoeiing met het vakonderwijs der werklieden" ter beantwoording stelt, luidt: Wat is in de toekomst voor het vakonderwijs te doen en wat heeft met name de overheid als haar taak te beschouwen Met de lagere school beginnende, doet hij opmerken, dat ook hier reeds aan de bijzóndere eischen, aan de vorming van aanstaande werk lieden gesteld, kan worden voldaan. Hij heeft daarbij het oog op het teekenonderwijs. ’t Is nu facultatief gesteld, het behoorde verplicht te zijn. Daardoor zou men niet alleen voldoen aan de eischen, die voor een algemeene voorzorg aan ieder mensch te stellen zijn, maar men zou tevens daardoor de opleiding van den aanstaan den werkman in de hand werken. Bovendien moet krachtiger dan tot nu toe het geval is geweest de hand geslagen worden aan het herhalingsonderwijs. Het werd, blijkens het verslag over 1885, slechts ia 44 pct. van de 1125 gemeenten des lands gegeven, ’t Neemt toe, dat is waar, maar vele gemeentebesturen toonen er nog bitter weinig hart voor te hebben. In Limburg zijn b. v. nog slechts 2 herhalings scholen. Geldt dat echter in hoofdzaak alleen de scholen van voorbereidend onderwijs, onderwijs van meer algemeene strekking, anders wordt de zaak, als men op de burgeravondscholen, de teekenscholen en de ambachtsscholen komt. Verplicht zijn alleen do burgeravondscholen en daartoe bepaalt zich dus feitelijk do verplichte overheidszorg voor de vakopleiding van den werkman. On verplicht werden echter ook gelukkig in eenige gemeenten teekenscholen van overheids wege onderhouden of gesubsidieerd en wordt door de gemeente of de provincie subsidie ver strekt. Het bezoek, dat burgeravondscholen en am bachtsscholen trekken, wijst op tweederlei stroo- ming bij de ambachtslieden. De burgeravond scholen kunnen door de knapen worden gevolgd, zonder dat zij in botsing komen met de mate- rieele eischen van het huisgezin. Op de am bachtsscholen moeten de ouders zich gedurende eenige jaren geldelijke opofferingen getroosten. Daardoor vei krijgen zij evenwel dat voordeel, dat hun zonen degelijk onderlegd worden en spoedig in staat zijn een niet onbelangrijk loon te verdienen. De ervaring leert dus, dat voor de meerderheid winteravondscholen, waar de hulpwetenschappen van het vak worden onder wezen, in den regel voldoende zullen zijn voor de minderheid dagscholen, waarin zy in staat worden gesteld tevens de praktijk van het ambuoht te leeren. Vv elk karakter behooren die winteravondscholen te hebben Raadpleegt met den werkman, dan zal hij in de eerste plaats aandringen op teeken onderwijs. Dat is gebleken in plaatsen, waar de keuze tusschen een teeKenschool en een ambachtsschool bekendmaking. De BURGEMEESTER der gemeente SNEEK herinnert belanghebbenden, dat met den herijk der maten en gewichten in deze gemeente zal worden aangevangen op Sneek, 8 Maart 1887. De Burgemeester voornoemd, ALMA. BURGEMEESTER en WETHOUDERS onee/c, Gelet op het bepaalde in artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95), tot regeling van het toezicht bij oprichting van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken Brengen bij deze ter openbare kennis, dat ter Secretarie dier gemeente ter visie ligt een y hun college ontvangen verzoekschrift met bylagea van Ihomas Groeneveld, van beroep Winkelier, wonende te Sneek, strekkende tot net erlangen van vergunning tot het oprichten van een Eest voor eene Tabakskerverij in het gebouw, plaatselyk gekwoteerd Wgk 3, no. 30 kadastraal bekend in sectie B, no. 52 der ge- meeute Sneek. Bat op Woensdag den 23 Maart 1887, des middags te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het gedaan verzoek bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren heb- ea in te brengen, gedurende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter Secretarie der gemeente, m de gewone bureau-uren, van de ter zake in gekomen schrifturen kennis kunnen nemen. Sneek, den 9 Maart 1887. But gemeester en Wethouders voornoemd ALMA. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SNEEK, voldoende aan art. 87 der op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), brengen ter openbare kennis, dat de eer Ne zitting van den ^■ditieiaad voor deze gemeente zal worden ge waden in het Gemeentehuis te Bolsward, op oensdag den 23 Maart e.k. des voormiddags U’/a ure, in welke zitting uitspraak zal "Orden gedaan omtrent lilj10’ versc^3aea vrijwilligers voor de mi- de lotelingen, die redenen van vrüstellinz •lebben ingediend 3°. de lotelingen die in de termen van uit buiting vallen 4°. alle overige lotelingen. hullende voor dien Raad alleen behoeven te 'wschgnen: 1- Zij, die zich als vrijwilliger voor de Militie ueob n aangeboden de lotelingen, die vrijstelling verlangen ogeus ziekelyke gesteldheid, of gebreken, of £eiuis van de gevorderde lengte. büeek den 3 Maart 1887. 1 urgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. J. W. BENNEWITZ, Secretaris. De ervaring leert intus- de 353 ontslagen teekenaars, 16 op ieh ers, terwijl er 16 overled.n zijn en van 40 d levensloop onbekend is. Ue hoo.draak moet dan ook zyn en blyven vojr- j SQ I ■r'< J I I I i-'O t Het debat over de Grondwetsherziening is gisteren, Maan dag, voortgezet. Bij de afdeeling Troonsopvolging is na dis cussie aangenomen een nadere verduidelijking der regeering in het nieuwe artikel 18. Na discussie over de vraag, hoe bij ontstentenis van een troonopvolger zal worden gehandeld, is het regeerings-artikel onveranderd aangenomen, dat bij het leven van den Korting een opvolger zal worden benoemd bij de wet dooreendubbele Kamer en in een vereenigde vergadering. Na motiveering hunner stem tegen het wetsvoorstel door de hh. Lohman en Oorver Hooft, is het geheele voorstel betreffen de de troonsopvolging aangenomen met 42 tegen 28 stemmen. i I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1