s
L
k
li
fif
I
In hooge kringen,
Roman van Reinhold Ortmann.
B
di
di
J
Het
B l'I T BN L,i^
zoozeer
t
e
i
OVERZICHT.
Da houding der begrootingscommissie van de
I
v
d
I
d
h
v
k
ti
a
v
V
n
v
t<
k
e
Zi
d
di
g'
11
d<
van
macl
zaan
Verg,
tegei
eenu
Wees
Wede
Mé
dappi
kwar
keerd
hare
of Zij
onuitj
een
zelf z
Als k
!evem
ieval
ian e
XLIV.
Vervolg.)
Voor de eerste maal sedert zij aan de hand
van haar oom het slaapvertrek der vorstin was
binnengetreden, opende Margherita thans de
lippen om te antwoorden, maar het was geene
betuiging van ootmoedige gehoorzaamheid, zooals
de bisschop misschien verwacht had, waarmeê
zij zijn bevel beantwoordde. Zij richtte zich
integendeel trotsch op, liet de handen van haar
gelaat glijden, en gedurende een oogenblik
kwamen om haar kleine mond diezelfde trekken
Van een strengen, onbuigzamen trots te voor-
Het gerechtshof te Den Bosch heeft een
tweetal kooplieden te Venlo schuldig verklaard
aan het onder verkeerde benaming doen aangeven
van goederen ter invoer (9912 kg. geraffineerde
suiker als chloorkali) en hen deswege veroor
deeld, ieder in een geldboete van f 26,162.40.
Onder de telegr. berichten in ons vorig num
mer werd reeds van de droevige gevolgen van
den brand, welke te Amsterdam in den nacht
van Donderdag op Vrijdag heeft gewoed, gewag
gemaakt. Uit hetgeen de Amsterdamsche bladen
er over meedeelen, laten wij thans nog een en
ander volgen.
De brand brak uit in de St, Pietersteeg, een
nauwe straat, die van den O. Z, Voorburgwal
naar de Nes voert. In dit perceel, uit twee
bovenverdiepingen, een onderhuis en een kelder
bestaande, was een logement of slaapstee ge
vestigd, de Witte Engel geheeten. Er waren
dien nacht 46 gasten, terwijl het huis zelf 13
bewoners telde. Het was een oud krot, waar
allen met moeite bijeen waren gepakt. Ver-
scheidenen sliepen in ijzeren kribben op één
kamer en de ruimte om zich te bewegen was
goring.
De oorzaak van den brand is onbekend. Wel
licht heeft een der slapers, nog licht willende
aansteken, een of ander licht ontvlambaar voor
werp aangestoken en de vlam niet kunnen blus-
schen. Hoe dit zij, in een oogwenk brandde
het gebouw van boven tot beneden lichtelaaie.
De uitgangen waren reeds door het vuur afge
sloten en de meeste in wonenden moesten dus
over de daken, in de belendende perceelen een
uitweg vinden. Het tooneel, dat nu volgde, is
nauwelijks te beschrijven. Een der logeergasten
gericht in zake het 2e lid van artikel 167 der
grondwet.
Hij wijst er op dat de grondwet, na in het
le lid van art. 167 alle openbare godsdienst
oefeningen binnen gebouwen in besloten plaatsen
order zeker voorbehoud te hebben toegelaten,
in het 2e lid van dat artikel bepaalt dat, onder
hetzelfde voorbehoud, de openbare godsdienst
oefening buiten de gebouwen en besloten plaat
sen geoorloofd blijft, waar zij thans naar de
wetten en reglementen is toegelaten. In het
aanhangige voorstel tot wijziging van het zesde
hoofdstuk der grondwet wordt voor thans is
toegelaten gelezen in 1848 was toegelaten, overi
gens blijft art, 167 onveranderd. Het schijnt hem
toe dat de woorden van het 2e lid van art. 167
iets geheel anders zeggen dan er steeds onder
verstaan wordt en inderdaad in ’48, blijkens de
memorie van toelichting, mede bedoeld werd
omtrent de bedoeling kan z. i. geen twijfel be
staan, immers de regeering schreef: „in den
regel is nu alle openbare godsdienstoefening
alleen toegelaten binnen” enz. Doch het
woordje alleen staat niet in het le lid van het
grondwetsartikelen het 2e lid waarborgt een
recht, verbiedt met andere woorden beperking
van dat rechtdoch pebiedt geen beperking der
vrijheid.
Mr. B. erkent dat men, tengevolge van ver
anderingen in het spraakgebruik of in maat
schappelijke toestanden, woorden die duidelijk
waren toen ze werden geschreven, later bij ge
brek aan historische kennis verkeerd kan ver
staan maar noch het een noch het ander komt
bij art. 167 te pas.
Hoe of wat onze maatschappelijke toestand
in ’48 moge geweest zijn, thans is hij, naar de
schrijver ten slotte doet opmerken, zeker zóó,
dat de wetgever het recht heeft alle godsdienst
oefeningen toe te laten, voor zoover de grondwet
hem in dat recht niet uitdrukkelijk beperkt.
De vraag ot zulk een beperking al dan niet
wenschelijk is, ligt buiten zijn bestek indien
ja, dan moet b.v. in art. 167 achter hetgeen er
staat volgen „elders is zij niet geoorloofd,”
SNEER, 19 April.
Bij de examens te Leeuwarden zijn als on
derwijzer geslaagd: Jan Boersma en Fetse Jou-
stra, leerlingen der Normaalschool alhier, en
heden, Dinsdag, te Zwolle, onze vroegere stad
genoot Tjeerd Faber, leerling aan de kweek
school te Deventer.
f Westergoo, 18 April. „Dekken, dekken,”
was ’t wachtwoord dezer dagen. En die het
niet hebben gedaan, zagen ’s anderen morgens
het jonge loof der aardappelen, nog maar pas
ontloken, als hoopjes vuil op den akker liggen.
Gelukkig, dat er nog niet vee) boven waren,
’t brengt ze toch een heel eind achteruit. Ook
van de andere gezaaide vruchten bespeurt men
nog niet veel, waarover de landbouwer ook vol
strekt niet rouwig was, daar de strenge vorst ze
anders ook leelijk te pakken had gekregen. De
wintergranen worden er niet door gedeerd; houdt
de vorst hunnen groei al iets tegen, als straks
de mildere adem van het zuiden hen doet po
pelen, dan schieten fluks de halmen op en ziet
men ’t golvend graanveld wellicht een weinig
later, maar toch niet te laat om vruchten voort
te brengen. De voorjaarswerkzaamheden op het
bouwland spoeden ten einde en daarom verlangt
men naar regen; ’t heeft in de laatste dagen
dan ook ontzettend sterk gedroogd en zonder
milde besproeiing bezit de grond geen vocht
genoeg om alles tierig te doen opwassen. Voor
de greiden is in de eerste plaats warmte noodig.
Valt deze in en blijven de nachtvorsten weg,
dan kan ook haar aanzien in een ommezien
veranderen. Jonge paarden en zelfs jong rund
vee worden hier en daar reeds los gelaten.
t Franeker, 18 April. Heden middag ge
raakte een vierjarig knaapje, dat met een ander
kind speelde, onder een met bestelgoederen be
laden wagen. De wielen van het rijtuig gingen
over de borst van het ongelukkige kind heen,
dat voor dood werd opgenomen.
Na een lijden van twee uren, bezweek het.
De bisschop, die er tot nu toe zoo meesterlijk
in was geslaagd althans voor het uiterlijke zijne
kalmte volkomen te bewaren, wierp zijn ment,
die hem nog nooit te voren zoo krachtig had
durven weerstaan, een van toorn vlammenden
blik toe en zjjn stem getuigde van eene slechts
met moeite onderdrukte verontwaardiging toen
hij antwoordde
„Vergeet gij dan dat ik niet enkel daarom
aanspraak kan maken op uw volle vertrouwen,
omdat ik sedert zoo langen tijd de plaats uws
vaders bij u inueern, maar ook omdat ik een
gewijde priester der kerk ben, voor wien gij al
uwe geheimen en de meest verborgen roerselen
van uw hart kunt blootleggen als voor God
zelf, en die de macht bezit u in naam des Al-
machtigen uwe zonden te vergeven 1”
„Wat ik gedaan heb heeft de vergiffenis van
God niet noodig, want dat is, volgens mijne
onwankelbare overtuiging, ia zijne ougen geen
zonde, zooals in de uwe. Hij toch beoordeelt
tikaan bestaat.
Te Metz is door de politie bekend gemaakt,
dat aanplakbiljetten en dergelijke aankondigin
gen, die de toestemming der politie vereischcn,
deze toestemming niet kunnen verkrijgen, tenzij
ze in hot Duitsch zijn opgesteld. Eene Fran-
sche vertaling mag daarbij gevoegd worden, maar
de Duitsche tekst moet voorafgaan. Dat die
sprong wanhopig uit de bovenste verdieping en
kwam terecht in een snijding, waar men eenigen
tijd later zijn verminkt lichaam vond. Later
vonden de mannen van de brandweer tusschen
het puin een verkoold lichaam, en op een kamer,
die niet geheel was uitgebrand, trof men een
man aan, gezeten op een stoel. Hij was blijk
baar gestikt, terwijl hij bezig was zijn kousen
aan te trekken. Op een andere kamer vond
men onder een ledikant een lijk, ook niet door
het vuur gezengd. Voorts werden twee man
nen, die uit de ramen sprongen, gekneusd in het
gasthuis opgenomen.
De namen der verongelukte personen zijn tot
dusverre niet bekend, De personen, die er uit-
kwamen, verloren al hun goed bij het onheil.
Sommigen, die reeds te bed lagen en hals over
kop wegvluchtten, hadden zelfs geen bovenklee
ding. Het best kwam er misschien nog een
visscher af, die tijdelijk in de Witte Engel ver
toefde. De man was gaan feestvieren en kwam
juist thuis toen de brand reeds geëindigd was.
De feestelijke stemming was dadelijk bj hem
verdwenen, want ook hij verloor er zjjn goed
bij, dat hij in het logement had achtergelaten,
Twee stoomspuiten werkten, benevens drie
handspuiten en de Jan van der Heijden, maar
de brandweer vermocht niet anders dan de zich
verspreidende vlammen te beletten grooter schade
te veroorzaken. Zij was er overigens vlug ge
noeg bij, want nier minuten na de waarschuwing
was de tegenover het gebouw liggende politie
post met de spuit present.
ni
di
vi
er
zii
i tlJ
vc
I ge
I va
I wi
I jai
I Da
I vo
I va
j ka
I tel
sis
mi
de
pei
Dl
Zot
Wa
dai
dat
aai
\V i
vol
one
een
der
I nu
W01
den
aim
heli
tiev
ook
de
de
li
gei
gusi
zaki
lier
deel
wan.
de
Weg
schijn, welke het gelaat van haar oom
kenmerkten.
„Vergeef het mij, dat ik mij aan zulk een
bevel niet kan onderwerpen,” zeide zij op zachten
maar toch vasten toon. „Ik heb zeker verkeerd
gehandeld en de verwijtingen, waarmee ik hier
word overladen, voor een groot deel verdiend.
Maar zoo groot als het hier wordt voorgesteld,
is mijn misdrijf zeker niet geweest, en zeifs al
ware dat zoo, dan nog ben ik geen kind meer
dat men zoo maar naar welgevallen kan weg
zenden en opsluiten, zonder dat ik mij zou dur
ven wagen aan tegenspraak. Ik verzoek u veeleer,
oom, mij voor korten tijd met mijn lieve mama
alleen te laten, opdat ik mij tegenover haar zal
kunnen verdedigen en hare vergiffenis verwerven
kan. Er zijn dingen in het hart van een jong
meisje, welke men aan geen mannelijk wezen,
zelfs niet aan zijn eigen vader, kan toevertrouwen,
en net zou wreed zijn mij dit billjjk verzoek
te weigeren.”
niet, zooals gij, de menschen naar hun rang
en geboorte en naar den stand, dien zij hier
in de wereld innemen. Hij zal my niet veroor-
deelen omdat ik mijne liefde aan een man heb
geschonken, die wei is waar het recht niet heeft
om zijn naam met trotsche titels te versieren,
maar die desniettemin al de voorname aristo
craten, welke ik tot nu toe in onze gezelschaps
kringen heb leeren kennen, verre overtreft in
gaven van hart cu geest.”
De vorstin was stom van schrik over de ver
regaande vermetelheid van haar kind, dat tegen
over den gevreesden man een taal voerde, welke
zij zelf nooit had durven gebruikende wangen
van den bisschop vertoonden intusschen het pur
perrood van den hevigsten toorn en hij ging vlak
voor het jonge meisje staan, als wilde hij het
door het vuur zijner oogen en onder het gewicht
zyner toornige woorden verpletteren.
„Wat durft gij daar te zeggen, ongelukkige
riep hy uit. „Hebben de overredingsmiddelen
nauwelijks beter kunnen zijn, dan zij sedert 16
jaren is geweest en de Czaar; zou zeker ook
dan niet dadelijk een oorlog beginnen om het
tractaat van Frankfort te vernietigen. Na eene
orleanistische restauratie zou Duitschland even
min Elzas-Lotharingen terug geven als Engeland
Egypte ontruimen. Italië zou die restauratie, die
noodwendig clericaal zou wezen, niet gaarne zien
en daardoor voor langen tijd van ons worden ver
vreemd. De bonapartisten komen voor bondge
nootschappen in het geheel niet in aanmerking.
Wat eene monarchie van Frankrijk zou maken,
weten wij niet, maar wel weten wij, dat de
republiek het land zonder armee en zonder
bondgenooten, uitgeput, veracht en bijna als
eene mogendheid van den tweeden rang heeft
gevonden en dat Bismarck onlangs in den Rijks
dag zeide: Frankrijk is eene groote militaire
mogendheid. Wat onze diplomatieke betrekkin
gen betreft, zij zijn zoo goed, als zij kunnen
zijn. Wij hebben vrede met alle volken en
aan sympathie in het buitenland ontbreekt het
ons niet. Wat had eene monarchie meer kun
nen verkrijgen
Gelijk men ziet, wordt in het blad, dat on
der den invloed staat van den president der
republiek, vooral de goede verstandhouding met
Rusland geprezen. Rusland en Frankrijk heb
ben niets gemeen dan de haat tegen Duitsch
land, doch dit is voldoende om de Franschen
alle krachten te doen inspannen om zich Rus-
lands vriendschap te verwerven en zelfs de re
geering ontzag zich niet, den Gzaur tegen de
Bulgaren handlangersdiensten te bewijzen. Vele
bladen verkondigen dag aan dag, dat de in
vloedrijkste onderdanen van den Czaar eene
gloeiende sympathie voor Frankrijk gevoelen.
Zj verzekeren, dat de Czaar niet zal dulden,
dat Bismarck de republiek geweld aandoet.
lot nog toe heeft de Fransche Regeering,
voor zoo ver men weet, zich er voor gewaclit
iets te doen, wat hare politiek aan de Russische
zou kunnen ondergeschikt maken, maar wanneer
inderdaad de overtuiging veld wint, dat Rusland
1* rankrijks natuurlijke bondgenoot is, wiens hulp
niet te duur kan worden gekocht, dan zou ook
de Fransche Regeering de Russische strooming
moeten volgen.
Verleden jaar werd herhaaldelijk verzekerd,
dat Rusland aan Frankrijk een bondgenootschap
vruchteloos had aangeboden thans meent de
Köln. Ztg. te weten, dat Frankrijk een weige
rend antwoord van Rusland heeft ontvangen.
Of inderdaad de Fransche Regeering reeds zoo
ver is gegaan, mag evenwel worden betwijfeld.
Dit alleen is zeker, dat de Russisch gezindheid
der Franschen, ouder zekere omstandigheden,
een ernstig gevaar voor den vrede kan worden.
Het Pruisische Huis van Afgevaardigden
zal na het Paaschrejes het reeds door het Hoe
renhuis aangenomen wetsontwerp in behandeling
nemen, dat bestemd is om aan den „Rultur-
kampf” een einde te maken. Van verschillende
zijden wordt thans gemeld dat Paus Leo XIII
zeer veel aan de aanneming van dit ontwerp
hecht en den aanvoerder van het centrum, barou
Von Franckenstein, een eigenhandigeu brief heeft
geschreven, om te voorkomen dat het centrum
zich daartegen verklaart eu de zaak dus mis
schien nog ter elfder uur afspringen mocht.
Vermits het centrum iu bedoeld huis echter den
doorslag niet geeft, is daarvoor ook zonder dat
wel uiet veel vrees, doch het feit levert een
nieuw bewijs voor de goede verstandhouding,
die tegenwoordig tusschen Bismarck en het Va-
Kamer van Frankryk levert aan de bladen
stof voor uitvoerige artikelen. De door de re
geering ontworpen begrooting heeft bij de com
missie, in welke de voornaamste republikeinsche
finantieele autoriteiten zitting hebben, geen ge
nade gevondenzij hebben zich tegen nieuwe
belastingen en nieuwe leeningen verklaard en
willen alleen dan amortisatie toestaan, wanneer
de middelen daarvoor voorhanden zijn,
evenwicht der begrooting moet volgens hen door
bezuiniging worden verkregen. De minister van
financiën heeft beloofd, nog eens ernstig te on
derzoeken, welke voorgestelde uitgaven zouden
kunnen worden vermeden. De kosten van on
derwijs, justitie, binnenlandsche zaken, finantien
enz.zullen nauwelijks kunnen worden vermin
derd, tenzij de Kamer gerechtshoven, prefecturen
en zelfs ministeriën mocht willen afschaffen.
Met een lager eindcijfer zou zich het departe
ment van oorlog kunnen tevreden stellen, dat
tot nog toe alles heeft verkregen, wat het vroeg.
De minister-president heeft erkend, dat hier be
zuiniging mogelijk was, maar hij wilde de ver
antwoordelijkheid niet op zich nemen, het voor
te stellen. Desniettemin meent hij, dat het nog
mogelyk is tot overeenstemming te geraken met
de commissie, daar zij tegen de twee voornaam
ste punten van het regeeringsontwerp: het over
brengen der openbare werken op de gewone
begrooting en de amortisatie, geen bezwaar heeft.
Doch de quaestie, nieuwe belastingen en leenin
gen of onverbiddelijke zuinigheid, is zeker van
groot gewicht en algemeen verwacht men in de
Kamer een strijd, die niet alleen over de be
grooting, maar ook over het bestaan vau het
ministerie Goblet zal beslissen.
De Republique Erangaise zoowel als de door
generaal Boulanger geïnspireerde Lanterne drin
gen thans sterk aan op versterking der garni
zoenen aan de Noordoosteljjke grenzen, daar
men die door de tegenwoordige werkeu niet
voldoende beschermd acht. De Berlijnsche Post
daarentegen ziet in de cavalerie-maaoeuvres in
deu omtrek van Luneville weder een provocatie.
Over het algemeen is echter de toon der voor
naamste bladen vrij wat kalmer dan eenigen tijd
geleden het geval was en senijnt men voor de
naaste toekomst vrij wel zeker van het behoud
van den vrede te zijn.
Drie Fransche ministers hebben van hetPaasch-
reges gebruik gemaakt voor een uitstapje naar
Algerie. Het zjjn de ministers Berthelot, Mil
laud eu Granet (onderwijs, openbare werken en
posterij) eu ongeveer tachtig afgevaardigden en
senatoren vergezelden hen, natuurlijk op kosten
van den staat. De minister van onderwijs open
de Donderdag in de hoofdstad de eerste hoogo-
school in de Fransche kolonie, terwijl de minister
van openbare werken naar Uran en die van
posterijen naar Dellys doorreisde, om ook daar
de verzekering te geven, dat Frankrijk bedacht
i» op alles, wat den bloei der kolonie bevorde
ren en verzekeren kan. Volgens de llappel,
een blad dat door Lockroy, minister van koop
handel en nijverheid, geïnfluenceerd wordt, be
staat tevens net voornemen om Fransch-Afrika
tot de basis te maken vanwaar men verder in
het hart van het zwarte werelddeel hoopt door
te dringen.
Dat de drie keizerrijken zich zullen onthouden
van deelneming aan de wereldtentoonstelling van
1889, heeft in Frankrijk groote teleurstelling ver
oorzaakt en geelt aan de monarchale bladen
weder eene aanleiding om te jammeren, dat de
republiek het land geisoleerd, veracht en mach
teloos heeft gemaakt. De Paix, het orgaan
van het Eiysée, heelt het noodig geacht, daarop
te antwoorden. Zij geeft de verzekering, dat
desniettemin de tentoonstelling niet zal misluk
ken en merkt op, dat Frankryk als monarchie
niet meer bondgenooten zou hebben, dan het
als republiek heeft. „De houding van Rusland”,
zegt het blad, „zou na het herstel der monarchie