S1MIÏS-1» 1DÏÏR1T VT1E*ID I'M 1)E ffllKW El BIRRWIMSSIBT SIBL 1 w r O No. 39. 1887. T W E E E N-V E E R T I G S T E fralionale Militie. Paardenmarkt te Sneek. r Z A TE It I) A(; MEI. 14 U I T DE P E R 3. ,t k ADVEBTENT1ÈN van 1 tot 4 regels,gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7 J/a Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.franco per post f 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco in te zenden. Woensdag heeft de gemeenteraad vau Am sterdam beraadslaagd over het voorstel vau KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek, brengen ter voldoening aan art. 8 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. Ö5) ter openbare kennis, dat bij hun besluit Vim den 7 Mei 1.1. no. 4 is geweigerd het ver zoek van Wijtze Fortuin alhier, om vergunning tot het oprichten eener inrichting voor het ver vaardigen, verwerken en besvaren van Vuur werken, in het perceel Wijk 9 no. 3, staande aan de Oude Koemarkt alhier, kadastraal be kend, gemeente Sneek, Sectie B no. 1191. Sneek, 13 Mei 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. J. W. BENNEWITZ, Secretaris. De letterlievende vereeniging „V. W.” te Amsterdam besloot, onmiddellijk na den dood van Multatuli, hulde te brengen aan de nage dachtenis van dezen genialen schrijver. Zij wenschte eenen Multatuli-avond te organi- seeren en vroeg en bekwam daarvoor toezegging van hulp van kunstenaars, alsW. van Zuylen, mej. Jeanne de Groot enz.en veler financiee- len en moreelen steun. Wegens het ingetreden zomerseizoen en den rusttijd voor de kunstenaars, besloot de vereeni ging den Multatuli-avond tot September e. k. te verdagen, en inmiddels voor het hoofddoel diligent te blijven, om nl. zooveel mogelijk gel den bijeen te brengen, ten einde eene zeer goed- koope uitgave van al de werken van Multatuli te bezorgen, en van hetgeen er mocht overblij ven aan de weduwe een souvenir aan te bieden. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ^emjeute SNEEK, BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek maken bekend, dat de Voürjaars-Paardenmarkt dit jaar invalt op Woensdag den Isten JUNI e.k., en dat overeenkomstig artikel twee der veror dening op de heffing van marktgeld, van elk paard of veulen dat wordt aangevoerd, tien cent marktgeld verschuldigd is. Sneek den 10 Mei 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. T W E E D E KA M E B. Mdlet Op llOt besluit vau den Commissaris dat nu belastinghervorming kan besproken worden. De heer Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der dir. belast.invoer, en acc. te Makkum c. a. J. J. van Pienbroek, ontvanger te Wadenoijen c. a. In ’t jongste artikel van prof. Bugs in de Gids kwam weder een scherpe critiek voor op de politiek der antirevolutionairen. Wij gaven deze in hoofdzaak weder en meenen nu ook het antwoord daarop, in de Stand, voorkomende, te moeten vermelden „Naar prof. Buys meent, schrijft het blad, nam de anti-revolutionaire partij ten onzent al Stahl’s uitgangspunten over, maar zonder zijn conclusion aan té durven. En uit die oorzaak acht hij, dat een anti-revolutionair kabinet ten onzent nooit anders op de ministertafel zou kunnen leggen, dan een enveloppe met prach tige inscriptie, maar leeg. „Uit dit oordeel blijkt dat de hoogleeraar Buys het Calvinisme niet kent. Drieërlei toch kan ook hij niet ontkennen: 1°. dat het Calvi nisme historisch grondtype van een staatsrech telijke ontwikkeling is geworden, al ware het slechts in Amerika 2°. dat het Calvinisme steeds een envelop bood, die eer overladen dan leeg was, en 3°. dat zijn staatsrechtelijke ontwikke ling niet slechts in de conclusien, maar ook in de uitgangspunten steeds zeer aanmerkelijk van Stahl’s theorie verschilde. „Calvijn’s eerste hoofdstukken uit zijn Insti tute over „de ingeschapen Godskennis” bieden ter verklaring van dit verschil reeds genoegzaam licht. „Dat echter de Hollandsche Calvinisten in onze eeuw, onder geheel andere verhoudingen, en na de extravagantiën der Fransche Revolutie op tredende, behoefte hebben gevoeld, om de oud tijds getrokken lijnen eenigszins anders te leggen en voor die wijziging ook van Stahl’s studiën gebruik hebben gemaakt, is ongetwijfeld waar. „En zoo laat het zich begrijpen, hoe dit eenigszins naar Stahl gewijzigde Calvinisme op prof. Buys den indruk moest maken, van Stahl en toch weer niet van Stahl te zijn. „Een vreemde combinatie, waarvoor hij een beeld zocht en, (gissen doet missen) het beeld van de leege enveloppe voor vond. Het hoofdstuk der Grondwet, waarbij de ad ministratieve rechtspraak wordt geregeld, heeft genade gevonden in de oogen van de Standaard. „De nu laatstelijk aangenomen revisie-voor- stellen bezitten metterdaad waardij, zegt het blad. Door toch ingang te geven aan het denkbeeld van een min of meer onafhankelijke rechtspraak bij administratieve geschillen, is een niet geheel verwerpelijk rasterwerk geplaatst om de veste onzer burgervrijheden. „Te hoog moet men de winste niet aanslaan, want al vond het beginsel ingang, er zal wel voor gezorgd worden, dat het snoeimes de óp schietende plant kort boude. Maar iets zou er toch gewonnen zijn, bijaldien nu het aangenomen stelsel metterdaad in de Grondwet kwam. „In de sombere herfstdagen van autoritaire guurheid, die we doorleven, aldus besluit het blad, en die eer nog een strenger autoritairen BEKENDMAKING. JSduittex-ij. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA. De Secretaris, J. W. BENNEWITZ. winter profeteeren, is elk zonnestraaltje van de gouden vrijheid, dat door onze vensters mag schieten, een schijnsel der hoop.” In een Standaard-wctikeX „Eene school met den Bijbel”, gericht hoofdzakelijk tegen de ethischen, komt letterlijk het volgende voor „Wat we zoo straks herinnerden, dat Gunning in den Haag met Groen in den schoolstrijd bleef optrekken, ook nadat in 1869 Chantepie de la Saussaye zich had terugge trokken, was niet toevallig, maar metterdaad in eene eenigszins afwijkende overtuiging ge grond. „Er is namelijk onder de principieele ethi schen ook een groep, die eschatologisch van de la Saussaye afwijkt en ontwikkeling van Christendom en wereld meer dualistisch op vat en tot deze behoorde althans vroeger ook ds. Gunning. „Hij verwachtte geen apocatastasis, d. i. geen langzame kernstening van heel ons men- schelijk geslacht, maar voorzag een parousie of wederkomst des Heeren, die zijn belijders en de kinderen dezer wereld nog in hettigen strijd zou vinden. „En nu spreekt het van zelf, dat waar deze apokalyptische schakeering tegenwicht oplevert tegen pantheistisch wijsgeerige invloeden, een groot deel van het gevaar ontweken is en de onmisbaarheid der Christelijke school wordt volgehouden.” Diep zijn we er van overtuigd, dat dit betoog door de StandaardAerLtts begrepen wordt, want dr. Kuyper of zijne medewerkers is het niet te doen om dikke woorden of opgeschroefde betoo- gen, maar om werkelijk de menschen in te lichten op de wijze zooals Koning Jezus het deed. Koning Jezus sprak immers ook met het doel dat men hem begrijpen zou. En dr. Abraham is diens profeet. Het moet, dunkt ons, zegt de Ass. Crt. een treurigen indruk maken op predikanten van ver schillende richtingen, die ’tniet eens zijn met dr. Kuyper, dat, terwijl een eenvoudige preek soms niet door hun hoorders begrepen wordt, boertjes op de Veluwe en in ’t een of ander doleerend Friesch dorp, met Kater, Hovy en Poesiat, begrijpen wat we hier boven ontleenden aan den Standaard, dato 6 Mei 1887. des Konings dezer Provincie, van den 7 Mei 11., Ie Afdeeling M, (S. no. 334), Prov. Blad no. 49, brengen tor openbare kennis, dat het onderzoek van de verlofgangers der militie te land iu deze Gemeente zal plaats hebben op ZATERDAG, den 4en JUNI e. k., des voormiddags ten 10 ure. Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel te nemen alle binnen deze gemeente gevestigde Miliciens-Verlofgangers, voor zoover zij vóór den Isten April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, om het even tot welke lich ting zij behooren. Dat alzoo de verlofgangers, behoorende tot de lichting 1882, zich ook aan het voorschre ven onderzoek moeten onderwerpen. Dat de verlofganger bij het onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Dat, behoudens het bepaalde in art. 130 der wet op de Nationale Militie, een arrest van twee tot zes dagen door den Militie-Commis- saris kan worden opgelegd aan den verlofganger 1°. die, zonder geldige redenen, niet bij het onderzoek verschijnt 2°. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de hier voor vermelde voorwerpen 3°. wiens kleeding of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander toebohoorende, als de zijne vertoont. Den verlofgangers wordt herinnerd, dat, nu er maar één onderzoek in ’t jaar wordt gehou den, zij bepaaldelijk moeten opkomen en dat de strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde wet ten strengste zullen worden toegepast op degenen, die zonder geldige redenen niet ver schijnen en dat zij, die zich in eene andere gemeente gaan vestigen, de verplichting wordt voorgehouden, welke aan hen bij art. 134 dier wet is opgelegd. Sneek den 13en Mei 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd ALMA, Burgemeester. J. W. BENNEWITZ, Scretaris. I i. BM 1 I 3 IS 1 A A K A A A 4 AV i i 5 D I! 3 i 5 5 t i. l L Sanders bestreed ze, omdat ze niet absoluut genoeg de bedoe ling uitdrukken. De heer van Baar achtte ze roekeloos, on verstandig en niet passend in het kader dezer herziening. De Minister van binnenlandsche zaken bestreed de amende menten als onnoodig, zonder nut, nadeelig voor de aanneming der geheele herziening, terwijl eindelijk het verbod om accijn sen te hefien, een ohmogelijken band aan den toekomstigen wetgever zou opleggen. Ook de heer Gleichman achtte het amendement onraadzaam, terwijl de heer Lieftinck het begin sel van evenredige draagkracht gaarne zag gehuldigd. Door de Regeering werd het eerste amendement-Zylker gewijzigd overgenomen. Het tweede amendement-Zylker (belastinghef fing naar het Inkomen en evenredige draagkracht) werd ver worpen met 62 tfigen 7 stemmen, Het amendement-Lieftinck (belastingheffing naar draagkracht) werd verworpen met 58 tegen 12 stemmen. Het derde amendement-Zylker (afschaffing der accynsen op de eerste levensbehoeften) werd verworpen met 61 tegen 6 stemmen. Het geheele ontwerp tot wijziging van hoofdstuk VII is aan genomen met 42 tegen 22 stemmen, Heden het defensie-hoofd- stuk. n "A. Bij het algemeen debat iu de zitting van jl. Woensdag over hoofdstuk VI (Godsdienst) der Grondwet verklaarde de heer Schaepinan voornemens te zijn over paragraaf 1 het eerst stemming te vragen, daar hij de behandeling van dit hoofd stuk ontijdig vond bij de groote verscheidenlieid vau lezingen over de wenschelijkste wijzigingen. De heer de Savornin Loh man hield een historisch betoog over de quaestie der kerke lijke goederen en de finantieele betrekking der overheid tot die goederen, hij betoogde de noodzakelijkheid vau eene rechtvaardiger benandeliug der Gereformeerden die aan de belijdenis hechten. Hij achtte het voorstel der Regeering on- recntvaardig, onstaatkundig en onzedelijk, maar zou geen voor stel doen mee het oog op de beslissing door de rechterlijke macht, waai op later een grondwetsheiziening zou kunnen wor den gebaseerd, De heer Verniers van der Loeff legde namens de groote meerderheid der liberalen de verklaring af, dat zij tegen dit hoofdstuk zal stemmen, om geen ondoordaclite of ontijdige beslissing te nemen, terwijl ook tde vraag blijft, in hoever de gewone wetgever deze zaak tot oplossing zal kun nen brengen. De heeren de Meijier en de Beaufort hadden eene andere regeling gewenscht en konden zich met betRegeeringsvoorscel niet vereenigen. De minister Heemskerk motiveerde de indie ning er van, om meer vrijheid te laten aan den gewonen wet gever tot oplossing der moeilijkheid. Meent de Kamer echter dat de toekomstige wetgever beter zal slagen met het bestaand artikel, dan zal de Regeering zich dit getroosten. Hel voorstel- ischaepman, om eerst paragraaf 1 te behandelen, is aangenomen met 71 tegen 2 stemmen. De minister Heemskerk verzocht nu schorsing van het debat over dit hoofdstuk en over te gaan tot hoofdstuk VII (belastingen)daartoe besloten. Op art, 171 kwamen in behandeling de amendementen-Zyl- ker om in beginsel een inkomstenbelasting en afschaffing der accijnzen in de Grondwet te formuleeren. De heer Blussé bestreed het amendement, daar het weinig zou baten die be ginselen in de Grondwet te schrijven, zoolang ze niet tot het volk zijn doorgedrongen. Donderdag is de discussie voortgezet over art. 171 (belastin gen) met het amendement-de Ruiter Zylker c. s., om het be ginsel eener inkomstenbelasting in de Grondwet op te nemen, met afschaffing van de accijnsen op de eeiste levensbehoeften. Die amendementen, nader toegelicht door de heeren Buma en n. z, van Diggelen, werden door den heer Smeenge toegejuichi, om- BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek roepen bij deze op: alle manspersonen, binnen deze gemeente woonach tig, die op den 1 Januari 1887 hun 25e jaar waren ingetreden en mitsdien allen, die geboren zijn in het jaar 1862, om zich voor den schutterlijken dienst te doen inschrijven, zullende daartoe ter secretarie dezer gemeente worden gevaceerd WOENSDAG 18 MEI 1887, des morg. van 9 tot 10 uur voor die van wijk 1, 2, 3, 4 en 5. n 6, 7, 8, 9 en 10. „Iia H \2 11,12,13, H en 15. 22. 1 16,17,18,19 en 20. Verder wordt ter kennis van belanghebbenden gebracht dat diegenen, welke vroeger in andere gemeenten ingeschre ven, sedert de inschrijving van het vorige jaar, binnen deze gemeente zijn komen wonen, zich insgelijks op dien dag zullen moeten laten inschrijven, in het register, loopende over een der jaren 1853 tot en met 1861, waartoe zij volgens hun ouder dom behooren dat een ieder, hetzij hij al of niet vermeent tot de vrijgestel- of uitgeslotenen te behooren, tot deze inschrijving ver- dat voor ingezetenen worden gehouden alle Nederlanders, alhier hun gewoon verblijf houdende, alsmede alle vreemde lingen, binnen deze gemeente woonachtig, welke hun voorne men, om zich binnen het rijk te vestigen, zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermogen of de hoofdmiddelen van hun bestaan. zih die in meer dan eene gemeente hun gewoon ver blijf houden oi den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienstdoende schutterij aanwezig is. dat de registers ter inschrijving vauaf 15 Mei tot 1 Juni e. k. zijn geopend en dat allen, die bevonden worden, zich alsdan met te hebben doen inschrijven, volgens art. 9 der wet op de schutterijen, door het gemeentebestuur ambtshalve zullen wor den ingeschreven en door den schuttersraad tot eene geldboete worden verwezen; terwijl zij bovendien zonder loting bij de schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitslui ting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden; dat eindelijk een ieder, die binnen deze gemeente niet ge boren is, wordt aangemaand, zich tijdig van eene geboorteakte te voorzien, en zich alzoo van zijnen juisten ouderdom te ver zekeren, ten einde de inschrijving naar behooren geschiede en nij alzoo niet kome te vallen in de straf bij het aangehaald artikel 9 bepaald. Sneek den 26 April 1887. x CT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1