M
1 W i
No. 40
T W E E-E N-V E E R T J
1887.
J
Paardenmarkt te Sneek.
a
B
Vooijaars-Paardenmarkt
dit jaar invalt op Woensdag don lsten JUNI e.k.
en dat overeenkomstig artikel twee der veror
dening op de heffing van marktgeld, van elk
paard of veulen dat wordt aangevoerd, tien cent
marktgeld verschuldigd is.
Nationale Militie.
st
18
31 E I.
-MfflUM,wi itankteBuuraimiiiffliHiiiMii
UIT DE PERS.
sn
0
•a;
is
;o
ar
>n
a-
9
e
1
G
;e
sn
n
et
in
in
r-
r-
is
i-
c-
ik
i,
k
L
In no. 1857 van de Gemeentestem was door
de redactie de meening uitgesproken, dat de in-
geiijfden bij de militie der lichting 1882 niet
voor de schutterij voor 1 Juni e. k. mogen
worden ingeschreven, omdat de afgifte van hen
er bewijzen van ontslag uit den dienst ingevolge
son. besluit van 8 April j.l. (Staatsblad no. 48),
is geschorst. Deze meening was gegrond op
eene aanschrijving van den administrateur voor
de nationale militie en schutterijen bij het Mi
nisterie van Binnenlandsche Zaken, van 21 April
1828, no. 30, volgens welke een militair, zoolang
hij in dienst is, niet gehouden kan worden, inge
zeten eener bepaalde gemeente te wezen, en hij
derhalve ook niet aan de inschrijving voor de
schutterij is onderworpen.
Naar de Leeuw. Crt. verneemt, werd de
Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche
Zaken, door den Commissaris des Konings in
om den naam hunner waar ook op de factuur
en den vrachtbrief te vermelden, is noodig om
te weten wie de verkooper of de afzender is
en tevens voor wien het surrogaat bestemd is.’
Bedrog wordt hierdoor bemoeilijkt, en zoo het
toch geschiedt, gemakkelijker ontdekt.
Ten opzichte van de soort letters en de wijze
waarop de naam op de verschillende verpakkin
gen moet worden geschreven of aangebracht,
alsmede voor de winkels of verkoophuizen moet
worden vermeld, is het noodig bepaalde voor
schriften te geven, die, omdat ze naar omstan
digheden moeten kunnen worden gewijzigd,
beter bij Koninklijk besluit dan in de wet kun
nen worden gegeven.
Dit heeft ook betrekking op den uitvoer, waar
rekening zal moeten gehouden worden met de
wetgeving in andere landen, werwaarts wordt
uitgevoerd, om dien uitvoer niet noodeloos te
bemoeilijken.
5. Het bepaalde in dit artikel wordt nu reeds
in verschillende gemeenten nageleefd en is een
van die preventieve maatregelen, welke uitste
kend werken en bevorderlijk zijn om bedrog te
ontdekken. Het is daarom wenschelijk het voor
alle openbare marktplaatsen verplicht te stellen.
6. Zal de wet doel treffen, dan moeten de
overtredingen en misdrijven kunnen worden ge
constateerd en vervolgd, zoowel wat betreft den
binnenlandschen handel door de ambtenaren der
politie als bij den in- en uitvoerhandel door de
ambtenaren van de in- en uitgaande rechten en
accijnzen.
De slotsom waartoe de overwegingen der com
missie hebben geleid op het gebied van het
Landbouwonderwijs is, dat oprichting van vak
scholen noodig moet worden geacht. Aan de
regeering zal worden aanbevolen het daarheen
te leiden, dat zoo spoedig mogelijk bij de wet
worde vastgesteld
1. Aan alle inrichtingen van landbouw vak
onderwijs, voor wier oprichting, onderhoud en
exploitatie minstens 50 pet. der kosten voldoende
verzekerd zijn, wordt een subsidie verleend van
staatswege van hoogstens 50 pet.
2. Het toezicht op deze scholen wordt opge
dragen aan een of meer personen, daartoe door
de regeering aau te wijzen.
3. De regeering zal het subsidie intrekken
wanneer haar na mgewonnen advies van den
persoon of de personen door de regeering met
het toezicht belast, en nadat het bestuur der
school zal zijn gehoord, blijkt
a. dat het onderwijzend personeel onvoldoende
is wat betreft zedelijkheid of geschiktheid
b. dat de inrichting in verhouding tot het ver
leende subsidie niet voldoende bevorderlijk is
aan het landbouwvakonderwijs.
De commissie is echter zoozeer overtuigd van
de wenschelijkheid, dat de ondersteuning van
het particulier initiatief in deze voor den land
bouw zoo belangrijke aangelegenheid niet worde
uitgesteld, dat zij er ernstig op meent te mogen
aandringen, dat reeds zoo spoedig mogelijk voor
die inrichtingen, welke aan bovengemelde eischen
beantwoorden, een voldoende som voor subsidie
worde uitgètrokken.
het blad. De slechtste bepaling, die sedert 1815
bestaat, zal gehandhaafd worden in een tijd,
waar de bezwaren van practischen aard hoe
langer hoe meer in het oog springen. Zoo ver
liest met elke gewichtige beslissing de Grond
wetsherziening van 1887 aan beteekenis
lerwijl de 'lijd zich wel kan vereenigen met
het handhaven van den tegen woordigen toestan d
is ook de Standaard erg boos op do liberale
partij. Zij spreekt ongeveer in dezelfde be
woordingen^ als de Amst. dezelfde meening uit.
„In de Iweede Kamer zoo leest men
is het smadelijk schouwspel vertoond van een
politieke partij, die meerderheid in het parlemen t
is en die toch, bij grondwetsherziening, op een
der scherpst geteekende punten van haar poli
tiek program verklaren kwam „We zien zelfs
van de poging om ons program uic te voeren af!”
„Ja, meer nog, ze verklaarde openlijk bij
monde van den heer Verniers van der Loeft’,
dat ze haar program op dit punt terug nam
niet omdat ze tot ander of beter inzicht was
gekomennoch ook omdat de toestand des
lands er minder sterk toe drong (want zoo
ooit dan had nu juist die toestand tot handelen
kunnen dringen) neen, maar uitsluitend omdat
ze bij Heemskerk niet in ongenade witten vallen.
„Dit is nog krasser dan het gebeurde met de
hoogstaangeslagenen. Dit is geen eftaceeren
van zichzelven meerhet is zichzelven weg
werpen. Men kan er van leeren, hoe een
politieke partij, die eens aan het hellen is, steeds
verder glijdt. Zelfs geen offerfeest van over
tuigingen is thans aangericht. Het wordt almeer
de begrafenis van het liberalisme als politieke
partij.”
Die woorden zijn het Vad. toch wat te kras.
„Wie de verklaring van den heer Van der
Loeft leest, zegt het blad, weet, dat zij hier ge
heel valsch is weergegeven. Maar bovendien,
hebben dan ook de heeren Schaepman en Loh
man geen zeer overwegende redenen aangevoerd,
waarom Hoofdstuk VI beter voorloopig zoo
werd gelaten Noch zij, noch de liberalen zien
hierin een eindbeslissing.”
„Maar meer dan brutaal is het van de Stand.
op de liberale partij te smalen wegens het smo
ren eener discussie, die nooit de liberale partij,
maar wel de partij der Stand, kon hebben ge
schaad. Het paste haar eerder, de liberale par
tij zeer nederig dank te betuigen, dat zij het
Christenvolk het treurig schouwspel heeft be
spaard van den broederstrijd om het gouden kalf,
die niet achterwege had kunnen blijven. Zij
geeft hier weer een voorstelling, die, om met
den heer Schaepman te spreken, belachelijk zou
zijn, als zij niet ergerlijk ware.”
3°. wiens kleeding of uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken, aan
een ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
Den verlofgangers wordt herinnerd, dat, nu
er maar één onderzoek in ’t jaar wordt gehou
den, zij bepaaldelijk moeten opkomen en dat
de strafbepalingen van art. 144 der aangehaalde
wet ten strengste zullen worden toegepast op
degenen, die zonder geldige redenen niet ver
schijnen en dat zij, die zich in eene andere
gemeente gaan vestigen, de verplichting wordt
voorgehouden, welke aan hen bij art. 134 dier
wet is opgelegd.
Sneek den 13en Mei 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA, Burgemeester.
j. W. BENNEWITZ, Scretwis.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS,
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post f 1.25.
Alle brieven en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
in te zenden.
De Landbouwcommissie, ingesteld bij konink
lijk besluit van 18 Sept. 1886, heeft aan den
minister van waterstaat, handel en nijverheid
advies uitgebracht, betreffende het nemen van
maatregelen tegen knoeierijen in den boterhandel
en betreffende regeling van het landbouwvak
onderwijs.
In zake den boterhandel wordt bet dringend
noodig geacht, dat zoo spoedig mogelijk een
wet worde tot stand gebracht op de volgende
grondslagen
Tot toelichting van deze voorsteilea diene het
volgende
1. De bepaling wat in bedoelde wet onder
„boter” wordt verstaan is noodzakelijk. Im
mers het is niet mogelijk ooit bedrog of ver-
valsching te constateeren, als het niet bekend
is uit welke bestanddeelen het origineel moet
bestaan of welke van een zekere soort daarin
nooit mogen voorkomen.
Ten opzichte van boter is dit bekendvan
daar dat een eenvoudige bepaling kan worden
gegeven, die ook in andere wetgevingen op dit
gebied voorkomt.
2. De toevoeging van het woord „boter” moet
worden verbodenzij zou slechts aanleiding
geven tot bedrog, want hetzij de naam „kunst
boter” of „margarineboter" wordt, door eigen
belang gedreven zullen oneerlijke handelaren
trachten de woorden, die de herkomst verraden,
te doen verdwijnen en de margarine toch onder
den naam „boter” in consumptie te brengen. De
commissie meent er echter uitdrukkelijk op te
moeten wijzen, dat naar haar meening niets
den fabrikanten of handelaren behoort te be
letten voor de surrogaten voor boter zoodanigen
naam te kiezen, als zij het meest in hun belang
oordeelen, mits slechts het woord boter niet
gebezigd worde. Hun vrijheid wordt dan toch
niet meer beperkt dan ter verzekering van eer
lijkheid en goede trouw, die in den handel on
misbaar is.
3 en 4. De verplichting voor de handelaren
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 */a Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
moet
- voorzien
uitrustingstukken, hem bij
van zjjn
art. 130 der
een arrest van
tot zes dagen door den Militie-Comrnis-
aan den verlofganger
die, zonder geldige redenen, niet bn het
lölr vAV'r.n l-i .4 »-»4.
die, daarbij verschenen zijnde, zonder
-J «axzv VVl4J1VU IS V U-Il Cl O 11101-
™°r vermelde
De beslissing bij de Grondwetsherziening ge
nomen, betreffende Hoofdstuk IV (van den gods
dienst) heeft de Amst. ten zeerste ontstemd.
De handhaving van art. 168 der Grondwet om
trent de tinantieele betrekkingen tusschen staat
en kerk, niettegenstaande iedereen overtuigd is
van den onhoudbaren toestand, is volgens het
blad een bewijs van den vrees en het ontzag
dat de meerderheid tegenover den heer Heems
kerk bezielt. „Van een herziening van art. 168
der Grondwet komt dus voorloopig niets, vervolgt
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek maken bekend, dat de
Sneek den 10 Mei 1887.
Bui gemeester en Wethouders voornoemd
ALMA.
De Secretaris.
J. W. BENNEWITZ.
kennisgeving.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sneek brengen ter kennis van de belangheb
benden, dat de commissie van onderzoek voor
de schutterij, hare zitting zal houden ten ge-
meentehuize op Vrijdag (den 21en Mei 1887,
des middags 12 uur, tot onderzoek der redenen
van vrijstelling van hen, die ten vorigen iare
vrygföteMeZ^ vau den schutteriidienst zi>
Voorts wordt herinnerd, dat, indien zij niet
voor de commissie verschijnen, zij gehouden
Worden geene redenen van vrijstelling te hebben.
Ier bekoming van inlichtingen omtrent de
ten deze gevorderde bewijsstukken, zullen be
langhebbenden vanaf heden, zich des voormid-
dags tusschen 10 en 12 uur ter Secretarie der
gemeente kunnen aanmelden.
Sneek den 13 Mei 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA.
De Secretaris,
J- W. BENNEWITZ.
kennisgeving.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente SNEEK,
Gelet op het besluit van den Commissaris
fles Konings dezer Provincie, van den 7 Mei 11
R Afdeeling M, no. 334), Prov. Blad no'.’
brengen ter openbare kennis,
dat het onderzoek van de verlofgangers der
ihtie te land in deze Gemeente zal plaats
Rebben op ZATERDAG, den 4en JUNI e. k
des voormiddags ten 10 ure.
Dat aan dat onderzoek zullen behooren deel
te nemen alle binnen deze gemeente gevestigde
“fthciens-Verlofgangers, voor zoover zij vóór
en lsten April jl. in het genot van onbepaald
verlof zijn gesteld, om het even tot welke lich-
W zg behooren.
Dat alzoo de verlofgangers, behoorende tot
ae lichting 1882, zich ook aan het voorschre
ven onderzoek moeten onderwerpen.
Dat de verlofganger bij het onderzoek
verschijnen in uniform gekleed, en
van de kleeding- en ui
^Jii vertrek met verlof medegegeven,
takboekje en van zijn verlofpas.
Dat, behoudens het bepaalde in
op de Nationale Militie,
‘Wee til
!artö kan worden opgelegd
Rderzoek verschijnt
Uilige redenen, niet voorzien
&or vermelde voorwerpen
SS
.1
I WL’i
n
bib h iirammuii iwn m
cun i inr MMisfflfflr sm
■W1BLÏ
i
B I A A K N L. A A o
ii.
s
iiiiiiiiramii
ütiit w
I
2
3-
ko
ie
jn
3t
ID
it
in
to
n-
ue
ioi
3U
t-
io
jt-
et
m
al
ra
ik,
ei-
er,
rl.
yo
•u-
Ijo
?a.
jr*
''y-
-mii i
1. Onder het woord boter wordt verstaan dat vet-artikel,
welks bestanddeelen uitsluitend uit melk verkregen zyn.
2. Surrogaten van boter worden niet als boter, noeh 'onder
een gelijkluidenden naam b.v. butter of butterine, noch onder
een samengesteld woord waarin het woord boter voorkomt in
den handel gebracht.
3. De vaten of verpakkingen, waarin voornoemde surrogaten
verkocht of verzonden worden, moeten voorzien zijn van den
voor het surrogaat verkozen naam in duidelijk zichtbare let
ters, terwijl diezelfde naam ook vermeld moet zijn op de fac
turen, de vrachtbrieven en cognossementen, die de verzendin
gen der surrogaten moeten vergezellen.
4. Verder zal moeten worden voorgeschreven dat alle han
delaren in surrogaten van boter zorg moeten dragen dat de
door hen voor hun artikel gekozen naam duidelijk leesbaar
voor liet publiek geplaatst is voor hunne verkoophuizen of
winkels.
6. Op openbare marktplaatsen, voor den verkoop van boter
bestemd, zal het verboden moeten zijn surrogaten te verkoopen
ten verkoop aan te bieden of voorhanden te hebben.
6. Op de nakoming van ai deze voorschriften zal een be
hoorlijke preventieve contröle moeten worden uitgeoeïend.
'»-»** iviuouyuil J
- i..,-
-
V
t