A,
1!
u1
li
I
1
I
Bn hoog© kringen,
Roman van Reinhold Ortmann.
J
I
‘i
-
41 i 'n' K N ju A £S
B 1 A JE A JL A as
Reeds lang heeft het gerucht geloopen dat
de minister van waterstaat, de heer van den
Bergh, wenschte af te treden. Naar aan de
Ziv. Ct. wordt verzekerd moet thans zijn besluit
vaststaan en zou hij zich eerlang terugtrekken.
De stoomboot Baron van Heemstra, sedert acht
tien jaren tusschen Harlingen en Amsterdam
varende, is aan eene Oostenrijksche firma ver
kocht en zal voortaan te Triest dienst doen.
Ook de sleepboot Magnet staat onder verkoop,
’t Wordt te Harlingen niet beter met de stoom
vaart.
De prijzen der rechtstreeksche plaatsbiljetten
in verkeer tusschen stations N. R. S. en stati
ons van het noordernet der Staatsspoorwegen
via De Bilt Zwolle worden, naar de N. R. Ct.
verneemt, met ingang van 20 Mei a. s., zoowel
voor enkele reis als voor retourbiljetten, aan
merkelijk verminderdzooveel mogelijk in
overeenstemming met de prijzen over de route
StavorenEnkh uizen.
Een goede les voor dieren-beulen.
Voor de derde maal binnen eene maand heeft
de Rechtbank te Maastricht aan een beklaagde
eene gevangenisstraf van 14 dagen opgelegd,
ter zake van dierenmishandeling. Ditmaal was
het N. G., koopman te Aubel (België), die in
1 'j
I
ai
ter vrije beschikking wordt gesteld en dat
wel niettegenstaande alle advocaten en voorge
wende bloedverwantschapOeien voorshands
slechts een weinig geduld en bederf niet door
eene overijlde domheid, wat ik met al mijne
scherpzinnigheid met zooveel moeite heb tot
stand gebracht
Bij het uitspreken dier laatste woorden wilde
hij zijn hand vertrouwelijk op Ernesto’s schou
der leggen, maar deze stiet hem zoo krachtig
terug dat Schiele bijna op den grond was getui
meld. Deze verachtelijke behandeling beroofde
hem ook voor een oogenbiik van de koelbloe
dige kalmte, welke hem anders onder alle om
standigheden was bijgebleven. Met onheilspel
lende vonkelende oogen en verwrongen gelaats
trekken stormde hij met opgeneven armen op
Ernesto los, en het zou ongetwijfeld tot een
ver bitterd vuistgevecht gekomen zijn, als niet een
eigenaardig geluid, ’t welk zich ia hunne oa-
middeliijke nabijheid deed hooren, gelijktijdig
beider opmerkzaamheid had getrokken, liet
had veel van het geluid van een onbeschryt-
de gemeente Slenaken een door hem bestuurd
en voor een beladen kar gespannen paard, dat
niet bij machte was den blijkbaar te zwaren
last tegen de helling van den weg op te trek
ken, opzettelijk en noodeloos met den stok der
zweep herhaaldelijk zoodanig op den kop gesla
gen had, dat het beest daardoor verwond werd.
Och, dat de Regeering toch eens inzag, hoe
ze door dergelijk rapport de onrust eer nog
prikkelt dan stilt.
Of is dan Leboeufs rapport niet voor lange
jaren spreekwoordelijk geworden: „Geen patroon
en geen sok zelfs ontbreekt!”
En toch twee maanden later is Sedan geko
men en was Leboeuf zoeken wierd op zoo
droef schitterende wijze de steeds sombere klacht
der dood gerapporteerde oppositie gerechtvaar
digd.
meester te maken en hij trachtte op zijn manier
de woede van Ernesto eenigszins tot bedaren te
brengen.
„ik ben er reeds aan gewoon.” zeide hij,
met ondank door u beloond te worden, als ik
voor een keer weer dom genoeg ben geweest
de kastanjes voor u uit het vuur te halen, en
reeds meer dan eens heb ik de vriendschap
verwenscht, die mij er steeds weer toe verleidt
nieuwe dwaasheden voor u te begaan. Maar
gij zijt jong en wel wat heet gebakerd,
mijn waarde. Een ouder en verstandiger man
moet u dat wel eenigszins ten goede houden.
Eu daarbij kan ik mij thans wel eenigszins in uwe
positie verplaatsen. Die ongelukkige hartstocht
voor de schoone prinses maakt u blind voor
uw eigen voordeel en onrechtvaardig tegenover
uw besten vriendEerst waart gij mij dank
baar dat ik u opmerkzaam maakte op haar
minnehandel met dien advocaat en u de gele
genheid gaf daaraan een einde te maken, en
thans, nu de natuurlyke gevolgen van onze
tusschenkomst zich voordoen, nu zoudt gij my
wel willen verscheuren en eene ontzettende ver
antwoordelijkheid op mij laden, omdat gy u op
eens van het genoegen ziet beroofd uw tijd
door te brengen in het gezelschap van zulk eene
aangename zuster. Dat is onbillijk en dwaas
bovendien. Als gij u werkelijk zooveel aan dat
lieve duifje laat gelegen liggen, dan zal er wel
eene mogelijkheid op te vinden zijn om het weer
op te vangen, want ik twijfel er geen oogenbiik
aan dat signora Margherita nog in leven is en
zich heel wel bevindt. Verlaat u maar op mijne
behendigheid en houd er u van overtuigd dat
gy daardoor vry wat beter tot uw doel zult
komen, als door dat onzinnige smachten, ’t welk
ik hier tot mijn ergernis dagelyks heb moeten
aanschouwen, en dat u, by uwe gewaande
bloedverwantschap, toch nooit een enkelen stap
verder zou hebben gebracht. Als gij slechts
eerst in het onbetwist bezit zijt van uw vermo
gen en over geldmiddelen kunt beschikken
zooals men die noodig heeft om het onmogelyke
mogeiyk te maken, dan zal ik wel een plannetje
gereed maken waardoor u bet lieve kleine ding
wan
net I
Ie b
regei
bezu
initia
de h
niste
kabii
raiotii
vortr
Bug
de n<
verw;
regee
wiclu
gaat
<tè ve
met
Sterie
de m
143 i
vail 1
W;
waan
wel z
dn gt
oo>io<
In
op me
eieusi
voeli:
zeer
Vi
Sthen
Siige:
leger;
Milds,
d; gn
voorts
Werpt
om vei
jdat I
troept
an two
jtunne
la t
m
Boven
Borlog
lp te
PiAjd
I Wa
ouidz
arty
leuw
In i
Inge
'ergu
e Ba
omen
alk c
sht v
3ner
ind,
estaai
Zek
ed, d
kuen
ogedc
laar
igenvv
Het
si
kiem
biiiwi
O'H'afi
niigel.
W'higl
o'wkj
jke k
jke n
ta.
aande
Vu;
wren
WIStig
bezt
Ükkel
eid v<
olzinn
ttblee
'■’iiesti
idit g
»Wa
Had
Sehic
cold i
ehcln;
gel
bilaal
tfc.tne
fJ zich
XL VII.
(Vervolg.)
Reeds meer dan eenmaal waren dergelijke
woorden tusschen hen gevallen, maar nooit te
voren had daarbij zulk een woeste waanzinnige
haat geschitterd in de donkere oogen van den
jongen mannog nooit te voren, als op dit
oogenbiik, had zijne bedreiging zoo geheel en
al den schijn der vreeselykste oprechtheid gehad.
Het was niet zoozeer vrees, welke Schiele ge
veelde, want dat gevoel was gedurende zijn
langen, avontuurlij ken misdadigen loopbaan allengs
geheel van hem geweken, - maar een zeker
onbehagelijk gevoel begon zich toch van hem
Dinsdag is te Amsterdam de jaarlijksche ver
gadering der Pensioen-vereeniging voor werk
lieden gehouden, onder voorzitterschap van mr.
W. H. de Beaufort. Gelijk uit het reeds mee
gedeelde verslag blijkt, gaat de vereeniging
vooruit, zij het ook zeer langzaam.
De commissaiissen van het werkliedenfonds,
dit jaar voor aftreding aangewezen, de heeren
Mouton en Stork, werden herkozen. De afge
vaardigden uit Rotterdam, Amsterdam, Gouda
en Dordt deden mededeelingen omtrent de wer
king hunner afdeelingen.
de oude heer ’t eene logement in ’t andere uit
en legde bij ’t binnentreden telkens den trouwen
metgezel naast de in den gang liggende bestel-
goederen neêr. Na ’t gebruik van een klein
hartsterkinkje werd de zak inderhaast weer op
gezocht en verdween onzen bezoeker rijker dan
hij gekomen was. Dat de man alles tot zijn
gading rekende, blijkt uit ’t binnenmoffelen van
een 15 ponds rollade, waarvan de leukerd, volgens
zijn eigen bekentenis aan ’t hoofd der politie,
zuinig met vrouw en kinderen had geleefd.
f Westergoo, 19 Mei. Veel is er dit voor
jaar geklaagd over de bijna onafgebroken droge
weersgesteldheid, waardoor vooral op de meeste
plaatsen schaarschte van drinkwater bestond.
Sedert de sneeuwbuien op ’t eind des vorigen
jaars heelt het eigenlijk niet noemenswaard ge
regend. De grond is er evenwel dankbaar voor
geweest en dan ook zeor geschikt voor het
leggen van snij- en slaboonen, terwijl de aard
appelen, die eveneens een drogen, lossen grond
beminnen, er welig in tieren en dan ook flink
voor den dag komen en goed te velde staan.
Maar nu alles opperbest Voor zorge geen
oorzaakvan oorzaak tot beduchtheid geen
zweemEr waar ge, onder den indruk der
van allen kant ingekomen berichten, metterdaad
soms bang voor onze Indische toestanden wierdt,
komt het rapport u een „almanak der blijgees-
tigen en blijmoedigen” aanbieden, met tot motto:
„Nog nooit, sinds Koen onze heerschappij in
Indië vestigde, stond het in Indië zoo schoon!”
Sterk en prachtig ons leger.
Een soort Armada onze onoverwinlijke vloot.
En in Atjeh zelf, ach, daar liefhebbert men
nog met geladen geweren, maar eigenlijk heerscht
er idyllische vreê!
Ge merkt dus wel, al die klagers wisten er
niots van. Niets de stafofficieren en oud-amb-
tenaren. Uit den duim gezogen was, wat slag
op slag over demoralisatie door ziekte en door
versterf wierd geklaagd. Met de Nisero liep
alles eervol als in de Ruyters dagen. Die kwa
de oorlogsbulletins, die hier onrust wekten, wa
ren kennelijk door kwaadwilligen in Penang of
Singapoie verzonnen. Wie te sterk ovei berri-
berri klaagde, overdreef!
SNEEK, 20 Mei.
In de Nuts-vergadering, jl. Woensdag gehou
den, zijn tot leden van het hoofdbestuur benoemd
de heeren mr. A. G. van Hamel te Amsterdam
en mr. A. Bloembergen Ez. te Leeuwarden.
Door den president, den heer dr. M. Niemeijer,
werd verslag uitgebracht over den toestand van
het departement en zijne instellingen. Het de
partement telt 102 gewone en 3 honoraire leden.
De Gymnastiekschool en de Leesbibliotheek zijn
bloeiende. Het aantal leerlingen der.eerste was
in ’t 4e kwartaal 1886 164 jongens en 72 meis
jes, betalend, en 32 jongens en 32 meisjes,
kosteloos, benevens de leden van eenige vereeni-
gingen. De Leesbibliotheek had den vorigen
winter 518 lezers, aan wie 8000 boekdoelen zijn
uitgereikt, wel een bewijs hoezeer deze instelling
van ’tNut sympathie heelt bij :t lezend publiek.
Minder gunstig was de toestand van de Huis-
vlytschool. Het grootste aantal leerlingen was
26, nl. 20 betalende, 6 kosteloos. Sedert de
intrekking der gemeentelijke subsidie was het
niet mogelijk meer kosteloozen op te nemen.
Vervolgens werd aan het bestuur der leesbi
bliotheek een crediet verleend van minstens
f 100.
De president bracht hulde aan de verdiensten
van wylen den heer M. G Engelhart. Met
geestdrift had hij de taak van secretaris-peaning-
meester op zich genomen en die met den moes
ten ijver vervuld. Steeds was hij werkzaam
geweest om den bloei van ’t departement te
bevorderen. Met instemming werden deze har-
telyke woorden door de vergadering aangehoord.
Tot opvolger werd benoemd de heer A. Min-
derhoud.
Nog werden gekozen de heer Jobs. Gorter
tot lid van do directie der Gymnastiekschool,
de heeren W. Hubert en Y. v.d. Eeer in het
bestuur der Leesbibliotheek, tot afgevaardigde
naar de Algemeene Vergadering de heer dr.
Niemeijer en tot diens plaatsvervanger de heer
D. Hansma.
Eerst laat kwamen de punten ter beschrijving
van de Algemeene Vergadering aan de orde.
Toch werden zij met de noodige zorg behandeld
en hadden er belangrijke beraadslagingen plauts.
Omtrent de uitgave van het Sociaal Weekblad
werd besloten tegen het voorstel van ’t hoofd
bestuur te stemmen, evenwel zonder zich te
vereenigen met het voorstel-Harlingen, om alle
discussiën af te snijden. Zulks werd jegens het
hoofdbestuur als onwellevend en weinig hoffelijk
gekenschetst.
Aangenomen werd het voorstel van ’t hoofd
bestuur tot intrekking van het besluit in 1883,
tot stichting eener kweekschool voor bewaar-
schoolhouderessen.
Ongeveer half 12 werd deze belangrijke ver
gadering gesloten met dankzegging van den
president aan het restant leden, nog aanwezig,
voor hunne belangstelling een woord, dat
terug mocht slaan op den president voor de
uitmuntende leiding dezer zoo langdurige bijeen
komst.
f De Commissaris van Politie te Sneek heeft
de hand gelegd op den 65 jarigen arbeider R. 8.
te Scharnegoutum, die in den laatsten tyd er
bijzonder werk van maakte, des Dinsdags uit
verschillende logementen vrachtgoederen mee te
nemen, welke alles behalve met zyn adres pryk-
ten. Met een leègen zak onder den arm stapte
de landbouwer de practijk van zijn vak leert,
waar hij zelf ziet hoe zijn vak het best wordt
uitgeoefend, waar hij zelf leert arbeiden, nieuwe
vindingen, nieuwe werktuigen, nieuwe methoden
in practijk ziet gebracht, en leert waarom hij
doet wat hij gewoon is te doen, opdat hij zijne
kennis en ervaring naar de omstandigheden weet
te richten.
Zij moeten dientengevolge niet inrichtingen
zijn hier of daar op groote schaal opgericht,
maar over het geheele land verspreid in over
eenstemming met de locale behoeften, waar de
jonge boeren en boerinnen bun vak kunnen
uitoefenen zonder te ver van huis te gaan bui
ten het ouderlijk toezicht en tegen belangrijke
kosten.
Waar de zuivelbereiding hoofdzaak is, moeten
zuivelscholen verrijzen in die deelen van het
land waar boschcultuur bestaat, waar hop of
tabak verbouwd wordt, zijn inrichtingen noodig
van zeer verschillenden aard en strekking
Daarbij komt, dat onder de deskundigen nog
verschil van gevoelen heerscht over den omvang
van bet vak dat moet worden geleerd, over de
wijze hoe bet best de inrichting zal worden
gedreven. Ook bij deze vragen moet veel worden
overgelaten aan de locale behoeften, aan de
gewoonten, aan de beschikbare krachten. Het
is best daaromtrent geen algemeene regelen te
stellen, maar de zaak over te laten aan hare
natuurlijke ontwikkeling.
Hei doel dat men met de vakscholen beoogt,
zal alleen kunnen worden bereikt, wanneer de
oprichting wordt overgelaten aan het particulier
initiatief. Alleen zij die goed bekend zijn met
de locale omstandigheden, met den aard van
het bedrijf in een bepaalde streek, zullen in
staat zijn inrichtingen in het leven te roepen die
aan werkelijke behoeften voldoen. Daarbij komt
dat, hetgeen door particuliere krachten wordt
tot stand gebracht, op blijvende belangstelling
mag rekenen; een belangstelling, welke, vooral
waar het geldt de bevordering eener nieuwe
zaak die nog geen burgerrecht heeft verkregen
en waarvan het gewicht door de belangfaebben
den nog niet altijd wordt ingezien, niet genoeg
te waardeeren is.
Deze overwegingen leidden de commissie tot
de conclusie, dat de oprichting van vakscholen
aan het particulier initiatief moet werden over
gelaten, maar met geldelijken steun van den
staat.
Tot hoever die steun moet gaan, wordt mede
door de commissie aangegeven. Zy meent dat
de staat helpen moet en het overige voor zijn
rekening dient te nemen, wanneer 50 pet. van
de kosten van oprichting en minstens 50 pet.
van de kosten van onderhoud en exploitatie
voldoende verzekerd zyn, hetzij door bydragen
van particulieren of particuliere vereenigingen,
hetzij door toelagen van gemeente of' gewest.
Van staatswege zal op de scholen toezicht
moeten worden uitgeoefend, daar er zekerheid
dient te bestaan dat de publieke fondsen wer
kelijk in het publiek belang worden besteed,
terwijl men ook overtuigd moet zijn van de
zedelijkheid of' de geschiktheid van het onder-
wyzend personeel. Zoolang het geheele land-
bouwonderwys niet geregeld is, zal het bijzonder
toezicht op de vakscholen wellicht eenige be
zwaren op leveren. Deze acht de commissie
evenwel met van zooveel gewicht, dat daarop
een spoedige behandeling van deze gewichtige
zaak zou mogen afstuiten.
De Standaard zegt
Bijna algemeen vond het rapport van de Re
geering over Indië een slecht onthaal.
Zoo het rapport eenigszins slechter tijding had
gebracht, zou dat onthaal ongetwijfeld gunstiger
zijn geweest.
OVERZICHT.
Men was Maandag in de Fransche Kamer
van Afgevaardigden zeer nieuwsgierig naar den
loop, dien de zaken nemen zouden, en vreesde
dat de minister-president Goblet, als hij den
minister van financiën, Dauphin, niet aan zijn
lot overliet, met het geheele kabinet diens val
deelen zou. De begrootings-commissie heeft met
groote meerderheid besloteu een motie voor te
stellen, die de minister van financiën niet andors
dan als een votum van wantrouwen beschouwen
kan, en de rechterzijde, die niet in de begroo-
tingscommissie is vertegenwoordigd, besloot den
vorigen avond zich eveneens met die motie te
vereenigen.
Nadat de discussie over de suikerwetsontwer-
pen was hervat, werd die spoedig weder afge
broken door het rapportder begrootingscommissie,
uitgebracht door den afgevaardigde Pelletan.
Deze wees op de dringende noodzakelijkheid
van bezuinigingen en hervormingenhet budget
voor 1888 was niet minder hoog dan het vorige
en dat vorige was alleen aangenomen omdat
het ministerie pas was opgetreden en het als oen
overgangsbudget was voorgesteld. Op een be
groeting van 3 milliards behoorde bezuinigd te
kunnen worden, vooral daar andere staten veel
goedkooper worden geregeerd. Het getal der
ambtenaars is veel te groot en moet verminderd
worden; die dan overblijver, zullen begrijpen
dat zij zuinig zyn moeten. Op de hoofdstukken
der begrooting, behalve natuurlijk op die der
staatsrenten, moet 2 a 3 pct. bezuinigd worden.
De begrootingscommissie zelf kon echter die
bezuinigingen niet voorstellendat is de taak
der regeering, zonder wier mede werking er toch
niets te doen is.
Daarop volgt de motie„De Kamer, van
oordeel dat de aangebrachte bezuinigingen on
voldoende zijn, noodigt de regeering uit tot het
doen van nieuwe voorstellen.”
De minister-president meende dat een spoedige
beslissing in aller belang zyn zou en stelde dus
voor om den volgenden dag tot do behandeling
dier motie over te gaan. Een der afgevaardigden
wilde zelfs dat men daarmede terstond een begin
zou maken, doch de Kamer besloot tot Dinsdag
te wachten en ging uiteen, na eerst nog met
336 tegen 137 stemmen artikel 1 der suikerwet
te hebben aangenomen.
Den volgenden dag werd de motie in behan
deling genomen en heeft het ministerie de ne
derlaag geleden en terstond daarop zijn ontslag
genomen.
Met het oog op dit resultaat heeft de loop