mews- n i iHEtin wh: in, i ii im de «Mn IIIWIMWSMIW SKA bekend making. Si No. 46. 1887. W O IAS 1A 8 j u i. al hut geschetter „over de onkreukbaarheid en iJ e*' en dat ieder verplicht is zijnen aanslag, op den lei on '1Ü' de hg 0 n wijs in het algemeen, de inrichting mate vertrouwen die zjj vereisclit, eene van i en dus zulk zelfbeperking wel waard. Die zelfbeperking ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor eiken regel meer 7Cents. Bij abonnement is de prijs be langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.— franco per post 1.25, Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco in te zenden. Daarop brengt II. JB. een reeks van feiten te berde, waaruit is af te leiden, dat de tegen woordige minister van justitie, de heer mr. M. W. baron du Tour van Bellinchave, al zeer weinig geschikt is voor de betrekking door hem bekleed. Hij wijst op ’t bekende verhaaltje bij de vechtpartij in Den Haag, toen een onschuldig officier de straf op zich nam voor een gehuwd kameraad. Hij brengt een aantal zaken in her innering, waaruit blijkt, dat de minister in geen enkel opzicht is opgewassen tegen zijn taak en spreekt de hoop uit, dat een onzer vrijzinnige Kamerleden zal opstaan en hem voor de belee- diging van het rechtsgevoel ter verantwoording roepen. En mochten de vrijzinnige leden zich ver plicht voelen te zwijgen, dan hoopt H. J. B» dat anderen, die op geenerlei wijze aan Heems- kerk’s zegekar zijn verbonden, op zullen treden. Een interpellatie zal wellicht geen feitelijk resul taat opleveren. Wat nood? De moreele zegen zal toch aan de strijders van het recht verblijven. Volgt definitief de gratie niet, dan zou amnestie kunnen worden voorgesteld. Waar zóó het recht wordt geschonden, mag geen middel onbeproefd worden gelaten om het te herstellen. De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek brengt ter openbare kennis, dat het Kohier der Patent-Belasting no. 4, dienst 1886/87, dezer gemeente, aan den Heer Ontvanger der Directe Belastingen ter invordering is ter hand gesteld, - V..». .«uioi.tg, up ueil bij de wet bepaalden voet, te voldaan. Eeuige heeren te Amsterdam dr. Hk. de Vries, 11. Lensing Jr.J. Becker, F. II. Hu- genholtz Jr. en mrs. N. A. Calisch en Z. van den Bergh - hebben bij circulaire de ingeze tenen opgewekt, door vrijwillige bijdragen hun stadgenoot P. J. Penning de schade te vergoe- i den, door hem in Febr. geleden, tengevolge Sneek, den 3 Juni 1887. De Burgemeester voornoemd, ALMA. B E K E N D M A KING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek brengen ter kennis van belang- rebbenden dat op school no. 1 (de meisjesschool) slechts eenmaal ’sjaars kinderen worden toegelaten en wel na de groote vacantie, met 1 Septem ber o k. dat alsdan diegene worden toegelaten die vóór 1 Januari 1888 den ouderdom van zss jaren Jiebben bereikt dat de aanvraag tot plaatsing bij het hoofd der ‘school moet geschieden, liefst vóór 1 Juli e. k. Sneek den 2 Juni 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd ALMA, Burgemeester. j. W. BENNEWITZ, Secretaris. TWEEDE KA M E R. Alt. 194 zal nu aldus duiden „Het onderwijs is een voorwerp van de aan houdende zorg der regeering. „Het geven van onderwijs is vrij, „Het toezicht van de overheid op het onder- g van het openbaar onderwijs en, voor zoover het lager on middelbaar onderwijs betreft, de aan de.i onderwijzer te stellen eiscfien van bekwaamheid on zedelijkheid worden door de wet geregeld. „De Koning doet van den staat der liooge-, middelbare- en lagere scholen jaarlijks een uit voerig verslag aan de Staten-Generaal geven.” UIT DE P E R 3. Hetzelfde verschil van meening dat zich bij oo leden der liberale partij in de Kamer deed kennen bij de behandeling van art. 194 der Grondwet, vond men in de perx terug. Terwijl in de N. R. Ct. ten sterkste word ge streden tegen het voorstel van den heer Vos de 'Vael om den gewonen wetgever de vrijheid te laten het onderwijs te regelen, pleitte het Hand. voor het voorstel en betoogde dat het terrein van oen wetgever veel beter is cm tot overleg te komen dan dat van den grondwetgever. H„. t«d. was mede voor de meerdere vrijheiden de Ainst, verklaarde er zich natuurlijk voor. Ook de Stand, pleitte voor het voorstel-Vos 00 Wael. Zij meende dat zoo geen duurzame, ‘Ion toch een tijdelijke vrede kop worden geslo- ƒ0 als het dwangsysteem van Uit ’sGravenhage wordt gemeld Nader verneemt men, dat de heer van den Bergh, minister van waterstaat, handel en nij verheid, uiterlijk den Wen Juni naar Eins zal vertrekken om, op aanraden van zijn geneesheer eene gezondheidskuur te ondergaan. De minister moet bij zijn voornemen, om we gens gezondheidsredenen af te treden, zijn ge bleven, maar zijne aanvrage om ontslag eerst wenschen in te zenden zoodra er zekerheid bestaat, dat een opvolger kan worden aangewe zen. lot dusver zijn wel reeds verscheidene personen, onder anderen een liberaal lid der Tweede Kamer, over het aannemen der porte feuille van waterstaat gepolst, maar allen maak ten bezwaar, in de tegenwoordige omstandig heden zich met die taak te belasten. Het Sociaal Weekblad betreurt het, dat de enquête-commissie het initiatief niet heeft ge nomen tot een instelling van een staatscommis sie, met uitgebreide volmacht om de taak der stervende commissie voort te zetten. Thans zal het tot uitstel komen en men zal met het oog op de aanstaande verkiezingen en de grond” wetsherziening aan het uitstellen blijven. Ook zou het blad gaarne gezien hebben, dat het initiatief door de commissie ware genomen voor een voorloopige aanvulling van de wet- Van Houten. oveiheidswege” uit de Grondwet verdwijnt. De Tijd kon zich echter niet met het amen- demeüt vereenigen. „Zoo lang het niet vaststaat, dat de wijziging in ons kiesrecht, die door de Grondwetsherziening tot stand komt, aan de voorstanders van godsdienstig onderwijs de meer- ij dorheid in beide Kamers zal verschaffen, baat ons de door het amendement voorgestelde re dactie van art. 194 niemendal”, schreef het blad. „Integendeel, zij ontneemt ons een waarborg, dien wij thans nog bezittende grondwettelijke neutraliteit van het openbaar onderwijs. Gesteld: een meer uitgebreid kiesrecht bezorgt ons een aan den godsdienst openlijk vijandige meerder heid in de Volksvertegenwoordiging, dan staan wij er mee aan het gevaar bloot, dat wij in de openbare scholen niet enkel een godsdienstloos, maar ook een positief goddeloos onderwijs aan de jeugd zien geven. De aanmerkingen, die do Heraut en Stand. zich hebben veroorloofd op den rechter te Arn hem, naar aanleiding van een voor de doleeren- den te Bennekom min gelukkig vonnis, hebben vrij algemeen afkeuring gevonden. Thans wijdt de heer A. F. de Savornin Lohman in de Stand. een meer uitvoerig artikel aan de rechterlijke onpartijdigheid. Ook hij maakt gewag van het Bennekomsche vonnis en doet uitkomen dat de rechter, door ongevraagd mee te deelen op welke wijze het openbaar gezag tegen de doleerenden had op te treden, buiten zijn boekje ging. Hij voegt er echter de woorden bij al werd de eisch terecht toegewezen.” Het slot van ’t artikel laten wij hier volgen „Onpai tijdigheid is ook bij den rechter wel de voornaamste en onmisbaarste, doch niettemin niet gemakkelijk te verwerven eigenschap. Hoe wel wij niemand willen oordeelen, zijn wij toch van meening, dat op dep duur die eigenschap alleen gevonden zal worden bij hem, die in den levenden God gelooft. Slechts hij die weet, dat zijn verborgenste gedaphten Gode bekend zijn, en dat hij persoonlijk over al zijn daden reken schap zal hebben af te leggen, zal op den duur blijken tegen de groote en vaak bijkans onmerk bare verleiding tot partijdigheid bestand te zijn. En als de liberale pers, evenals over het „bij de gratie Gods", zoo ook nu weer toornt over het verwijzen van den aardschon rechter naar het oordeel van den Kenner der harten, dan bewijst zij daarmede enkel hare oppervlakkig heid en naar gebrek aan menschenkennis. „Maar is dit alles onwedersprekelijk, omge- keeid mag ook niemand vergeten, dat het voor den mensch uiterlijk moeilijk is te weten, of een rechter, hetzij dan bewust of onbewust, partijdig geweest is. Vooral wie in het ongelijk wordt gesteld, is lichtelijk geneigd dat te onderstellen. Toch behoort geene beschuldiging dan die met meer omzichtigheid te worden geuit, zoowel omdat de rechter zich er niet op verdedigen kan, als omdat alleen de beschuldiging reeds het zóó noodzakelijk vertrouwen in den rechter verzwakt. „Doch laat dan ook elke rechter, hoe hoog of hoe laag ook geplaatst, meer dan in den laatsten tijd geschied is, zelfs den schijn vanr partijdigheid vermijden, en liever zelfs van het politiek en kerkelijk terrein zich afhouden, dan j bij het volk het geloof in zijn volkomen onpar- I tijdigheid aan het wankelen te brengen. Een Het rechterlijke betrekking toch is, wegens de groote 1 de eerste betrekkingen des lands een zelfbeperking wel waard. Di zal meer geruststellend op de natie werken,dan I al het geschetter „over de onkreukbaarheid enj de school van i de eerjykheid van den Nederlandschen rechter.” man waardig zyn Naar het Groninger Weekblad verneemt, wor den er door bestuurders van verschillende ver- eenigingen plannen beraamd om binnenkort uit voering te geven aan een groote demonstratie te Amsterdam en wel met het volgende tweele dig doel: Ie. Bestrijding der Regeeringsvoorstellen aan gaande het kiesrecht en vragen om algemeen kiesrecht; 2e. In vrijheidstelling van den heer F. Do- mela Nieuwenhuis. De zeer zonderlinge uitdrukking „dat onpar tijdigheid (oj) den duur) alleen kan gevonden worden bij hem die in den levenden GoM gelooft,” geeft de Amst. aanleiding tot de volgende op merking „Hoe kan de heer Lohman aan die meening komen? Heeft hij dan opgemerkt dat atheïs tische rechters partijdiger zijn dan hun geloovige collega,’s? Aangezien hier sprake is van een onpartijdigheid op den duur, zou er, gedurende de 22 jaar van zgn rechterlijke loopbaan, zeker iets te dezen opzichte hom kunnen gebleken zijn. Dat de vroomheid in deze wereld, ook bij ernstige menschee, in zoo slechten naam gekomen is, zal wél verklaard moeten worden uit het feit, dat zij, die in den levenden God gelooven en meenen te weten dat hun verbor genste gedachten Gode bekend zijn, zoo dikwijls in zedelijkheid beneden het peil blijven door on- geloovigen bereikt. Op dit punt bestaat wel eenige ervaring. „Trouwens do bekende verontschuldiging van godvruchtigen, die op de een of andere wijze de zede wet schenden, dat nl. de Heer hen „losge laten” heeft, bewijst hoe op den duur ook geloovigen, ondanks hun kerkelijke overtuigingen, alles behalve zeker zijn de onpartijdigheid in rechtszaken te zullen betrachten. Zou het bezit van een eerlijk karakter hier niet betere waar borg zijn dan alle godsvrucht? Een eerlijk karakter laat iemand nooit los en de man met een oneerlijk karakter blijft, gewapend met de door don heer Lohman gewenschte geloofsbe lijdenis, ook als rechter steeds onbetrouwbaar. Hoe men hierover ook denke, destelling: onge- loovige rechters zijn op den duur niet onpartijdig, eischt bewijs.” Onmiddellijk na de beslissing van den lloogen Raad, waarna eenige der personen, die door de rechtbank en het hof waren veroordeeld wegens hun houding bij het palingoproer te Amsterdam, van alle rechtsvervolging werden ontslagen, heeft het Paleis van Justitie aange drongen op gratie voor diegenen, welke, voor dezelfde zaak veroordeeld, zich niet van cassatie hadden voorzien. Feitelijk toch zijn zij on schuldig hadden zij insgelijks cassatie aange vraagd, zij zouden mede ontslagen zijn. Thans wordt in de Amst. door H, J. B. de aandacht meer bijzonder gevestigd op het „schreeuwend onrecht”, dat te hunnen opzichte wordt gepleegd, en de vraag gedaan wie hier voor verantwoordelijk is. Die verantwoordelijkheid drukt, naar hij doet uitkomen, niet op het hof te Amsterdam, dat de bedoelde personen ten onrechte veroordeeld heeft. In de opvatting der wet zullen scherp zinnige mannen zich te allen tijde kunnen ver gissen. Het hof is boven alle verdenking van partijdigheid verheven. Het moest, naar zijn eigen inzicht en begrip, de wet toepasseu. Dien plicht heeft het vervuld, gelijk de Hooge Raad niet anders deed, dan zijn plicht vervullen, toen hij, de wet anders en beter begrijpende, de bedoelde personen van alle rechtsvervolging ontsloeg. Verantwoordelijk is hij, die na ’s Hoogen Raads arrest de ten onrechte veroordeelden hunne straf verder laat ondergaan. Verantwoordelijk is niemand anders dan de minister van justitie. Deze was verplicht een besluit tot begenadiging uit te lokken. Gelukte het hem niet, en ziedaar een bijna ondenkbaar geval! de Ko ninklijke onderteekening voor dat besluit te verkrijgen, dan geboden hem eer- eu rechts gevoel, zijn portefeuille ter beschikking van Zijne Majesteit te stellen. Dat alleen zou een 21 Eg I ft K iW b 21 r- i ft® e- me: Ja Irik Bin 'ijl] xo< ir. mi. I, ti Jill- 'ide »vke ike i.;. irk. ide bkt maj Ira jn- net net an iil- II. an jg. a,. ng to vei ei UH JUg ,d& tail Beu daad van billijkheid inerts beval het nader aan voor zu n ad sling. De heer Vermeulen zal 11 3 i r - 1 I aiÉiiiiiiMiiiimiiiiiiiiiiiiiw Het. debat over art. 194 is Maandag voortgezet. De heer Mees jestreed sterk den heer van Houten en betoogde dat het amend.- ue Beaufort de rechten en belangen aller partijen voorstond ■ph geen partij voorste! is. De heer Hartogh hield daarentegen P.?1 st^lsel eener grondwettige vrijheid, geen voorrecht 'Dor de hbe alen, het eenige juiste was, en dat gemis van vaarborg in de Grondwet de liberale partij zou aanvuren en verjongen. Beheer de Ranitz beveelt het amend.-Vos de Wael aan als v™ '„.:i.jkl.r;d eu schrandere politiek. De heer Bee- laerts beval het nader aan. voor zuiverheid vau strijd en toe- -.^rmeulen zal vóór het aiuend.-tos de I ste“.me ofschoon hij meent dat art, 194 ook aan de echtorzijde recht zou kunnen dóen wedervaren. DeheerBuma meld vol aan het behoud der waarborgen voor het openbear onderwijs ten einde dit te waarborgen tegen het drijven der Merkelijke partijen. De heer van der Kaay bleet tegen het amend -Vos de Wael. Na eene krachtige bestrijding door de heeren Buma en Borge- j'1'\van amend-.-Vos de Wael is dit aani/enoiiien met 45 tegen i>J stemmen, evcuals het amond.-Greve. De overige amende menten vervielen. Het geheeld voorstel Schaepman is aange nomen met 43 tegen 40 stemmen. 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1