■MW E.ÏBET IMIMffl’ SIB. 1 Nj. 47. 1887. N G-, R Q N ii e >r beW- tot kennel “’.'vollenden zoon van weduwen liet kiesrecht toe te ai. 'o?' De h,eer van Baar bestreed het artikel. De heer van De VUnut» aehtte„bet kiesrecht voor huurders bepaald noodig. strX.? ni,r„^vau 0“ van binnenlandsche zaken bl- 11 J U Bi I. 1. B E K E N D M A K I N G. U I T DE PERS. Het blad - de een voor eiken regel langrijk lager. Uitgever. t i r e 0 ADVERTENT1ÊN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, 1 meer 7’/a Cents. Bij abonnement is de prijs be- Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den k 3't; bekendmaking. I BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sneek brengen ter kennis van belang- hebbenden dat op school no. 1 (de meisjesschool) slechts eenmaal sjaars kinderen worden toegelaten en wel na de groote vacantie, met 1 Septem ber e. k. 1 Januari 1888 den ouderdom Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /l.franco per post 1.25. Alle brieven en stukken, uitgave oi redactie betreffende, franco in te zenden. liberale partij bijval, maar zij werd ook sterk bestreden. Na de beslissing is het oordeel met de vroegere bestrijding of verdediging in over eenstemming. Het Vad geeft aan ’t slot van het overzicht in deze woorden den indruk weer „Er ging aan de overzijde geen juichkreet op over de beslissing, en dat laat zich begrijpen. Daarin ligt een welsprekende erkenning, dat dus niet verkregen was wat men verlangde, een welsprekende erkenning ook, dat van de linkerzijde niets is prijsgegeven. Alleen is het terrein geëffend en de grondwet geplaatst boven den partijstrijd. Ook onzerzijds geen juichkreet. Al willen of mogen wij niet verhelen, dat de beslissing naar onze overtuiging goed is en rechtvaardig, het was en is ons geen aangename taak met hen in strijd te komen, die wij door gaans op politiek terrein zoo gaarne volgen, en het deed ons leed te ontwaren, dat het een klein kuddeke was, dat het met de vrijheid wil wagen, kleiner dan wij hadden gedacht of gehoopt. Ook strekt het ons waarlijk niet tot vreugde, dat dus op dit hoogst belangrijke vraagstuk moest aan het licht komen, dat er verdeeldheid is in de liberale gelederen, maar toch troost ons de overtuiging, dat verdeeldheid omtrent de vraag wat de grondwet moet bevatten, geen verdeeld heid ten opzichte der beginselen van de on- derwijsregeling in zich sluit En voor die beginselen willen ook wij, en zeker alle libera len die met den heer Vos de Wael raeegingen, den strijd volhouden, niet langer veilig, het is waar, achter de grondwettige bepaling, die een meerderheid van het volk belet de grondwet te wijzigen, maar des te sterker in het bewustzijn dat de meerderheid van het volk steeds met ons op de bres zal staan ter bestrijding van domheid en van clericalistne.” De N. R. Ut. is teleurgesteld. Zij schrijft „Compromis of capitulatie Onder den eersten mdruk van de gewichtige beslissing, kunnen wij niets zien, dat op een compromis gelijkt. W ij zien alleen, dat de katholieken en anti-revolutionairen, die bij de discussie kleinen burgeroorlog voerden, op het oogenbiik der stemming alle twisten vergaten, en, met uitzondering alleen van den heer Keuchenius, die zich bij de eindstemming bij de minder heid voegde, zich ais óen man schaarden om het voorstel van den heer Vos de Wael, dat het bestaande grondwetsartikel wilde vernietigen en dat een kleine groep liberalen zich op het laatste oogenbiik van hun beginsel afvallig betoonden. Wij zien tot op het laatste toe de samenvloeiing van twee stroomingen de man nin van het bijzonder onderwijs, die geen middel ontzien om de neutrale school te doen vallen, met de zoogenaamde voorstanders van het open baar onderwijs, die, met afwijking van de be ginselen, steeds door de corypheeën der liberale partij beleden, de toegang tot het bolwerk zoo wijd mogelijk openzetten en zich in het vrije veld begeven, om daar de goedertierenheid van den vijand af te wachten. „Zal het grootste deel van de Nederlandsche natie berusten in zulk een grondwetsbepaling Maar de vraag van het oogenbiik iswat zal de regeering doen Zal de premier, na hetgeen hij Vrydag heeft gesproken, zich kunnen en mogen neder leggen bij een beslissing die, door toenadering, do kiemen j waarschuwt echter de zege noch te hoog noch j aan te slaan. Aangaande de verplich ting der overheid, om haar zorg tot het onderwijs uit te strekken, is niets veranderd. Maar terwijl men in 1848 in de grondwet het recht der burgers tegenover de overheid op vol doend onderwijs erkende, staat thans dit recht nier meer in de grondwet, doch alleen in de gewone wet. Dit beduidt niet dat voortaan de natie minder dan vroeger voor voortreffelijk onderwijs heeft te zorgen. Het beteekent alleen, dat op de vraag: wie in de eerste plaats voor onderwijs te zorgen heeft, voortaan ook de wetgever zal mogen antwoorden de ouders. De Tijd ziet nog geen reden tot juichen over de beslissing. De overwinning, thans behaald, kan vruchtbaar worden, wanneer naderhand een anders samengestelde meerderheid de tot dusver gehuldigde interpretatie van de onderwijsartikelen voor een ander doet plaats maken. Maar wel gevoelt het blad zich gelukkig dat de geheele rechterzijde eendrachtig is saamgegaan. Daaruit toch blijkt, dat bij alle verschil van meening omtrent een aantal punten van politiek beleid er nog altijd een zeer uitgebreid gebied is waarop de rechterzijde tot het wezenlijk belang der natie kan samenwerken. De Arnhcmsche Ct. betreurt de beslissing ten zeerste, vooral met het oog op de namen der zeven liberale leden, die er toe hebben mede gewerkt. Aan de kleine stembusgevolgen denkt het daarbij niet; want persoonlijke evenals tij delijke belangen vallen in hét niet, waar de gewichtigste belangen der natie, de toekomst van het volk, de binnenlandsche vrede en een heid van den Staat in het spel komen. Dat die op het spel staan, op eeu onverantwoordelijke wijze op het spel gezet worden door ’t roekeloos permanent maken van de onderwijsquaestie, om naar de schommelingen der meerderneid in het Parlement nu eens in dezen, dan in genen, straks weder in een anderen zin te worden beslist, bewijst, naar het blad meent, het voor beeld van Belgie. „Is dit een passende regeling van een zoo gewichtig volksbelang? aldus besluit het. Gaat het aan dat een Grondwet, die met zooveel zorg de burgerlijke vrijheid, de heiligheid van eigen” dom en persoonlijke rechten der staatsburgers in bescherming neemt, aldus de verstandelijke ontwikkeling, waarin de toekomst voor den Staat gelegen is, onder den bedriegelijken klank van het woord vrijheid, dat als dekmantel voor den verfoeilijksten dwang dient, te minachten en te verwaarloozen? Ziedaar vragen, die zoowel de Eerste Kamer als de regeering thans hebben te beantwoorden. Het zal ons niet verwonderen indien haar antwoord anders luiden zal dan dat der Tweede Kamer op den zesden Juni 1887.” Het N. v. d. D. is van oordeel dat de betee- kenis van de stemming wordt overschat. Het eenige wat beslist mag heeten is dat bij den schoolstrijd, die voortaan minder dan ooit van de baan zal wezen, de grondwet op eenigszins andere wijze en op een anderen toon zal vermeld worden dan tot nog toe. De geest van de grondwet is niet gewijzigd. Eenvoudig is bepaald dat alles bij de wet zal worden geregeld. Hier door is de tot standkoming van de grondwets herziening beter gewaarborgd, doch met opoffering van deu grondwettigen waarborg der neutrale staatsschool en ook de secteschool. „De beslissing juicht het blad nochtans niet toe. Liefst had het alinea 3 behouden gezien, dat is het amendement-Beaufort aangenomen. Daarom billijkt het ook alleszins de houding van de meerderheid der liberale partij. Doch De belangrijke beslissing, in de Tweede Ka mer over art. 194 der grondwet gevallen, wordt druk in de pers besproken. Meerdere vrijheid voor den gewonen wetgever ook op het gebied van onderwijs vond, gelijk wij reeds vroeger dat alsdan diegene worden toegelaten die vóór de^en uitkomen, bij de meeste organen der J1 Januari 1888 den ouderdom van zss juen hebben bereikt - dat de aanvraag tot plaatsing bij het hoofd der .school moet geschieden, liefst vóór 1 Juli e. k. Sneek den 2 Juni 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd ALMA, Burgemeester'. j. W. BENNEWITZ, Secretaris. kennisgeving. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der :gemeente Sneek, brengen ter kennis van de be- - langhebbenden, dat de alphabetische naamlijst I van de personen, die in dit jaar aan de loting voor de Schutterij moeten deelnemen, ter visie zal liggen ter Secretarie dezer gemeente van Zaterdag don 11 en tot en met Zaterdag den 18en Juni 1887, des voormiddags van 9 tot 12 uur; l^ng Zfd plaats hebben ten Raadhuize 1 des voormiddags elf uur, voor hen "die’ geboren zijn in 1862, terwijl daarna dadelijk zal worden overgegaan tot de naloting der overeenkomstig VU1 he*1 Koninklijk Besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6) ingeschrevenen van de jarcn 1853 tot en met 1861. Wordende ieder ingeschrevene om Lij J redenen I te geven. Sneek den lOen Juni 1887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, ALMA, Burgemeester. J. W. BENNEWITZ, Secretaris. T W E E D E K A MER. lin£rendH^?nie ïs..JYoeil8daS voortgezet over de kiesrechtbepa- I iingtn in de additioneel© artikelen. Be liegeering stelt voor aaU die de V0Ue h’uurwalide in'het l wmwr» wil 110 8roudbelastluU betalen en aan de kamerbe- I ki dl TeK ^enl?nt‘?an d“r Kcllz weuscht een aanslag 1 belasting in groote gemeenten lager te stellen, list verkregen, in strijd met zijn overtuigingen, alle partijen den besten klank hebben, onder den schijn van f 1 in zich bevat van steeds nieuwe verbittering te laag Het Hand, is met de beslissing ingenomen, al betreurt het blad het natuurlijk, evenals het Vad., dat zoo weinig leden der linkerzijde voor het inderdaad vrijzinnige amendement-Vos de Wael hebben gestemd. „Het moet toch inderdaad aldus spreekt het voor alle partijen als een voordeel wor den aangemerkt, dat men volkomen op zuiver terrein komt. De linkerzijde heeft steeds be weerd geen doelmatig middel te kennen om aan de grieven der rechterzijde tegemoet te komen. De rechterzijde, uitgenoodigd om hare wenschen in westelijken vorm te formuleeren, heelt hier aan nooit voldaan. In de laatste jaren vooral is het standpunt ingenomen, dat vooraf de belet selen, door de grondwet in den weg gelegd, moesten worden opgeruimd. Op het terrein der constitutioneele wetgeving kon men met vage redevoeringen over rechtsgelijkheid en rechtson gelijkheid volstaan. Zijn eenmaal de hinderpalen uit de constitutie inderdaad weggenomen, dan kan de liberale partij elk debat over het onder was zoo ins Blaue hinein weigeren, maar zich bereid verklaren, ieder duidelijk, in wettelijken vorm geformuleerd voorstel tot pacificatie in ernstige overweging te nemen. De debatten over het onderwijsvraagstuk moeten daardoor in karakter winnen, en komen veel meer op prac tised terrein. „Dat de liberale partij bij de stemmingen verdeeld was, is, aldus besluit het blad, wel te betreuren, maar men denke van deze verdeeld heid toch niet erger dan het geval is. Ten aanzien van het onderwijs-nraapsiuA: bestaat vol strekt geen verdeeldheid. Het gold hier alleen de constitutioneele quaestie of de resumtie der politieke beginselen aangaande dit volksbelang in de Grondwet moet worden opgenomen, dan wel of die beginselen hunne uiting moeten vinden in de wetgeving, Over de beginselen zelve was geen binnenlandsche oneemgheid. Al is dus de toon in het debat hier en daar wellicht wat scherp geweest, dat behoeft vol strekt geen gevolg te hebben voor de toekomst. Mocht echter het voorstel tot het in overweging nemen der verandering’ wet worden, dan zullen de liberale kiezers in elk geval die van Am sterdam, Haarlem, Den Haag en Zutfen by de ontbinding voor een moeilijke quaestie staan, tenzij onderscheiden leden zich vooraf mochten verklaren op een wijze, dat de overeenstemming in zake het bedoelde vraagstuk tusschon de af gevaardigden althans uit eenzelfde district her steld is. Maar alvorens deze vragen aan de orde komen, kan er nog veel gebeuren.” Volgens de Amsterdammer verdient de geval len beslissing warme toejuiching. Ook wie gaar ne aan beide partijen de waarborgen verleend zou hebben, die in het voorstel zelf van den heer Schaepman waren opgesloten, moet dit erkennen. De grondwetsherziening vervolgt het blad ziet hierdoor haar kansen belangrijk verbeteren. Het is niet te verwachten, dat nog bij haar tweede lezing zich een zoo krachtige minderheid als die van Maandag tegen het wetsontwerp zal verklaren. Het is zelfs niet denkbaar, dat de Eerste Kamer, die thans het eerst aan de beurt komt om een oordeel over het nieuwe Hoofdstuk X der Grondwet uit te spreken, zal weigeren om ook in zake onderwijs den gewonen wetge ver groote mate van vrijheid te geven.” De Standaard is insgelijks zeer ingenomen met de overwinning, gelijk zij het noemt en te meer daar zij met behulp van een klein smal- i deel der liberalen is behaald, mannen die onder 1 ojj Woensdag den 29en Juni daaraanvolgende, zijn in 1862, terwijl daarna dadelijk zal worden - het Koninklijk Besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6) ingeschrevenen van de jarcn 1853tot en met 1861. -j opgeroepen, bij de loting tegenwoordig te zijn, en, on van vrijstelling hebbende, die alsdan op WEEK Mil n s b ifflimiiHiiii im de i i, OUK I V te vnkCa werklieden op te nemen, en voorts tot kiezers Je kamerbewoners, allen die f10 in Kijks directe wef «r E,r.etalen e,‘l Zlj dle examen hebben afgelegd bij de Oe^elJ n1 Feregeld ,en de bedienaars van den godsdienst, laten st?lt alz sub-a»iendement voor niet toe te en landmaeM nr.drn beA‘ed™ den va!1 offloler bli de zee- stolbeer Rntgers bestreed den tweeden maat niet en stond gelijke behandeling van allen voor, heer ,de leuzfvoor den gezeten werkman. De Xix’ bestreed het amendement en liet artikel en waar- S n°8maals-voor het te laat is, niet over te gaan tot uitbreiding van het kiesrecht, die kme.erijen zou bestendigen beSt'™u «vïi.eens het XeX bmnv a,rtlkel' vooral het amendement, dat hoogst on- teerde da weim h®I. aJ’endei“ent. Laatstgenoemde consta- Joudcm worden d g l'jk de «ategoriën van werklieden kiezers tde ^t& ameudT <1 "ueXunXtXu1 e“ de 0USegr°“abaid d« bestrijding De minister Heemskerk bleef het regeeringsartikel verdedigen on het amendement bestrijden. De heer Smeeuge stelde ten amendement voor, dat in de categorie der lodgeis de ciseh vervalle, dat de belasting voor hel woonhuis door de hoofd bewoners ten volle zij betaald. De heer Heldt verklmirde nt dnniV1' ‘>et ameudement te zullen berusten, mits het niet be- i,2„.d?> d“urzaam kiesrecht te binden aau belastingbetaling. De ter Hartogh vcrdedigdekrachtig bet amendement, van dei Feltz inii h?,er Iiart°8h “ooft verlof bekomen tot het doen eener' r ??rer,1,CIlat’e aa“ de'> Minister van justitie, op een nader te Elau dar8’.na»r aanleiding van het feit dat eenige personen iiiJiI he’H°t ’o Amsterdam veroordeeld ter zake de Juli-on- usien, die straffen nog ondergaan niettegenstaande in geheel ?li“J*e,0,mstandigbeden verkeerenden door den Hoogen Raad van rechtsvervolging, op grond dat het ten laste stiegde niet strafbaar was. I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 1