1
25 jaiixe EchlvereeniirinK B
O VOTE Si T I 2f.
Juni 1837.
Voor de vele bewijzen van belangstelling,
Voor de vele blijken van belangstelling,
Ierland,
aarzelen
rum in
op de
Joure,
Harlingen
Oadettrouwd
D. de JONG.
n
.t
n
t
t
a
-
ondervonden bij het overlijden van Mevrouw de
Wed. G. J. BRUNIN GS—Woltman, betuigen
wij onzen hartelijken dank.
A. VEEN Ez.
Sneek, 2 Juni 1887.
'5
t
lleerenveen, 10 Juni 1887.
Wed. A. WOLTMAN—Visser.
D. WOLTMAN.
C. A. WOLTMAN—Sievers.
Jb. WOLTMAN.
J. WOLTMAN—Binnerts.
F. II. W. MULDER
A. D. W. SC HÜNFELD.
Groningen, 12 Juni 1887.
Getrouwd
D. J. v. d. HAVE
en
A. BAKKER,
die, mede namens hunne familie, ha;telijk dank
betuigen voor de vele bewijzen van belangstelling,
dezer dagen ondervonden.
Steek, 9 Juni 1887.
kleine kapel had gegeven, neigde de zon
reeds ten ondergang en zweefde als een groote,
donker gloeiende schijf over de door een zachten
blauwachtigen sluier omgeven bergtoppen van
het reuzengebergte, terwijl de lichte avondwolkjes
aan den schoonen lichtblauwen hemel die door
schijnende, lichtend roode kleur hadden gegeven,
welke geen schilder in staat is door zijn penseel
terug te geven. Een prachtiger panorama, als
die gouden lichtgloed van de ondergaande zon
aan deze beide jonge menschenkinderen aanbood,
zou men moeilijk op eenig plekje der aarde
hebben kunnen vinden, en het was daarom ook
heel goed te begrijpen, dat zij, weggesleept door
de onuitputtelijke toovermacht van do onover
troffen natuur, geruimen tijd in stille bewondering
naast elkaar zaten en onder het indrukwekkend
gezicht van de in volle majesteit ondergaande
zon gedurende eenigen tijd alles vergaten, wat zoo
straks dan ook nog hunne harten door aardsche
zorgen mocht hebben gedrukt.
(Wordt vervolgd.)
de overige badgasten. De strenge terughou
ding en afzondering, waaraan zij zich hielden,
droeg er nog meer toe bij om de algemeene
nieuwsgierigheid te prikkelen, en de professor
merkte maar al te vaak op, dat verwonderde en
vragende blikken op hem en zijne schoone
leidsvrouw gericht werden.
Het vermoeden, dat hare verhouding tot hem
tot allerlei boosaardige misvattingen aanleiding
kon geven en dat deze of gene het zou durven
wagen den naam van het door hem zoo innig
geliefde meisje anders dan met de meeste hoog
achting en vereering te noemen, pijnigde voort
durend den fijngevoeligen kunstenaar. Op elk
gelaat, ’t welk hen aankeek, meende hij een
spotachtig ot minachtend trekje te ontdekken,
en de zorg over Elsa en haar goeden naam was
de eenige donkere schaduw, welke op deze vreed
zame en zonnige dagen in Gröbersdorf rustte.
Toch kwam hij niet terug op het onderwerp,
’t welk dadelijk na hunne aankomst door hen
besproken was geworden. Hij wist wel, dat zij
zich dat gesprek even goed herinnerde als hij
zelf, en wachtte geduldig het oogenblik af
waarop zij hem eenige opheldering zou geven
omtrent hare toen gedane zinspelingen. En dat
oogenblik kwam dan ook spoediger als hij had
durven hopen.
Voor de eerste maal sedert zijn verblijf in
Gröbersdorf had hij zijne wandeling uitgestrekt
tot aan den top van den Katharineberg, waar
een in sierlijken gothischen vorm gebouwd en met
lei gedekt paviljoen een welkome gelegenheid
aanbood om er eenigen tijd aangenaam te ver
toeven. Ook ditmaal werd hij door Elsa ver
gezeld en zjj hadden volstrekt geen haast ge
maakt om den top van den berg te bereiken.
Onderweg toch hadden zoovele lieflijke plekjes
en fraaie gezichtspunten tot stilstaan op hun
wandelweg uilgenoodigd, dat zij de verzoeking
oin daaraan te voldoen niet hadden kunnen
weerstaan, en toen zij nu eindelijk de weinige
trappen opliepen naar het inwendige van het
paviljoen, aan 't welk men den vorm van een
Na een debat van 8 uren werd art. 3 m t
211 tegen 83 stemmen aangenomen. Het bc
paalt dat bijzondere jury’s voor zekere gevallen
zullen benoemd worden. Al de amendementen
werden verworpen, en de beraadslagingen daaro.j
verdaagd.
Vrijdag hadden te Bodyke, in het lersche
graafschap Cork, weder uitzettingen van pachters
plaats. Beschermd door eene sterke politiemacht
en militairen begaven de sheriff en de deur
waarders zich naar de pachterswoningen, waarvan
ééne als eene vesting versterkt was. De opge
wondenheid van de saamgestroomde volksmenigte,
begroot op 5000, was onbeschrijfljk. De deur
waarders boorden met ijzeren staven een gat in
den muur, maar werden zoodanig met stroomen
vuil en kokend water en allerlei werptuigen
begroet, dat zij onder het gebrul en gejuich der
hen omgevende volksmassa moesten terugwijken.
Een bijenzwerm werd o. a. op hen losgelaten,
maar daarvan werd het meest het slachtoffer
een verdediger, die boven op het dak zat, om,
door den schoorsteen sprekende, hen, die binnen
waren, op de hoogte te houden van de bewe
gingen der belegeraars. De sheriff, een moedig
man, sloeg zelf de hand aan ’t werk en maakte
de opening nog grooter, maar moest gewond en
bloedende afdeinzen. Eerst toen eenige politie
agenten met geladen geweer zich gereed maakten
om te schieten, weken de verdedigers naar een
dieper gelegen deel van het huis. Nu drongen
de sheriff en de deurwaarders binnen en ofschoon
niet dan na veel moeite werd het huis ontruimd.
Drie Engelsche Parlementsleden hadden deze
uitzetting als toeschouwers bijgewoond.
Een Amerikaansch blad, de Neiv York Herald,
laat zich over die uitzettingen aldus uit: „Hoe
ellendig en bejammerenswaardig is die lersche
uitzettingsgeschiedenis 1 Men bloost van schaamte
over de barbaarsche en roerende verhalen, die
zoo snel elkander opvolgen. Het groote Enge
land, het edele, philanthropische, vrijheidlievende
Engeland, weet niets beter te doen dan uitge
hongerde pachters op straat te smijten, omdat
zij de veel te hooge pacht niet kunnen betalen
aan landheeren, die met hun geld om zich wer
pen, als de landman met zaad. Nu, het schijnt,
dat het pleizier heeft in zjn rol van uitdrijver.”
In verband met die uitzettingen, die zooveel
verontwaardiging opwekken, verdient vermelding
wat van het hoofd der lersche nationale partij,
Parnell, wordt verhaald. Parnell is niet alleen
grondeigenaarmaar heeft ook land gepacht
van kolonel Dopping, wien hij stipt zijn pacht
betaalt. De kolonel heelt niet kunnen nalaten,
dit bekend te maken en daarbij den wensch
uitgesproken, dat Parnell andere pachters mocht
bewegen zijn voorbeeld te volgen en niet meer
van hen te eischen, dat zij zich ernstige moeie-
lijkheden op den hals halen door de betaling
te weigeren, zelfs als zij in staat zijn de pacht
te voldoen. Ook als landheer moet Parnell de
beginselen verloochenen, die hij openlijk ver
kondigt. Een zijner pachters, die hem om
vermindering der pacht vroeg, liet hij dadelijk
eene dagvaarding vcor het volle bedrag zenden.
De Duitsche Rijksdag hield Dinsdag zijn
eerste zitting na het Pinksterrecès en heeft, na
een langdurig debat, de eerste lezing ten einde
gebracht van het wetsontwerp over de verande
ring in de overzeesche stoomvaartverbinding.
De tweede lezing zal insgelijks in volle verga
dering plaats hebben. De staatssecretaris Von
Bötticher verklaarde, dat de regeering voorne
mens is, wegens het geringe verkeer, de lijn
Triest-Brindisi te laten varen en daarvoor een
lijn Brindisi (Genua)-Port Said in te voeren.
Het eenige doel, dat daarbij wordt nagestreefd,
is niet het voordeel der gesubsidieerde exploitatie-
maatschappij van Lloyd, maaralleen het belang
van Duitschlands uitvoer.
Men verwacht bij de tweede lezing een poging
om een zijlinie Aden-Zanzibar in-het contract
te doen opnemen.
De commissie uit den Rijksdag voor de alco-
hol-belasting bepaalde Dinsdag het bedrag der
na-belasting voor alle alcohol die zich op 1 Oc
tober in het vrije verkeer bevindt, op 30 pfen
nig.
Het invoerrecht op arak, cognac en
vaten werd bepaald op 125 mark en
overige alcohol-soorten op 180 mark van den
dag af, waarop de wet wordt afgekondigd. Het
plan is de wet 1 October in werking te doen
treden.
De Koning van Italië heeft bij gelegenheid
der onthulling van het monument voor de ge
vallenen bij Massauah een amnestie uitgevaardigd
voor veroordeelde demonstranten tegen de Afri-
kaansche politiek der regeering en tevens voor
de socialisten. Daarenboven heeft bij deze
gelegenheid msgr. Oalabiana, aartsbisschop van
Milaan, het grootkruis ontvangen der Annon-
ciade-orde, een zeldzame onderscheiding, die den
aartsbisschop het recht geeft zich „Neef des
Konings” te noemen. Al is dit nog geen bewijs
van toenadering tusschen het Quirinaal en het
Vatikaan, zegt een Duitsch blad, het zal toch
zeker wel strekken om de legende van den
„ketterkoning” meer en meer in het vergeetboek
te doen geraken.
DeFanfulla meldt intusschen, dat Pruisen, Beie
ren, Oostenrijk en Spanje reeds hun toetreding heb
ben beloofd tot een internationaal congres ter op
sporing van de middelen voor een verzoening
tusschen Italië en het Vaticaan. Daarentegen
verzekert de Kreuzzeitungdat ’s Pausen nieuwe
staatssecretaris, kardinaal Rampollain zijn
circulaire aan de pauselijke nuntiussen, waarbij
hij hun kennis geeft van het aanvaarden zijner
betrekking, de quaestie betreffende de verzoening
van het Vaticaan met de Italiaansche regeering
niet heeft aangeroerd.
Zondag hebben in B u 1 g a r ij e de verkiezingen
voor de gemeenteraden plaats gehad. Naar uit
Weenen wordt gemeld was de uitslag daarvan
over het algemeen gunstig voor het regentschap.
Uit Sofia zelf seint men dat de groote Sobranje
weldra zal worden bijeengeroepen, doch niet
om de troonquaestie te behandelen, doch om
het regentschap een votum van vertrouwen te
geven en daarna de volmacht der driemannen
te vernieuwen. Daar de onderhandelingen
tusschen Rusland en Turkije evenwel hervat
zyn, is de mogelijkheid niet uitgesloten dat
een oplossing der quaestie in een of anderen
geest weldra op handen is.
De Pesther Lloyd meldt, dat er oneenigheid
heerscht in den boezem der Bulgaarsche re
geering en dat de radicale ministers hun best
doen om de conservatieven te verdringenhet
gevolg zou zijn dat Natchoviteh en Stoïlow,
buitealandsche zaken en justitie, aftreden. Het
bericht vereischt evenwel nog bevestiging.
Volgens het Journal des Débats heeft de
aartsbisschop van Philippopel een circulaire van
het regentschap voorgelezen, waarin aan de
Bulgaarsche geestelijkheid verboden wordt om
in de openbare godsdienstoefeningen voor het
welzijn van den Czaar te bidden. Het publiek
zou daarop vol verontwaardiging de kerk hebben
verlaten. Ook meldt dit blad, dat op bevel der
Bulgaarsche regeering de door de Russen bj
Plevna opgerichte gedenkteekens door de soldaten
vernield zijn. De boeren maakten zich van
gedeelten daarvan meester, om die als heilige
relieken te bewaren.
Ook dit bericht het behoeft nauwelijks te
worden gezegd 1 moet nog nader bevestigd
worden.
De Turksche regeering heeft zich tegenwoor
dig bezig te houden met den toestand op het
eiland Creta. Een gezantschap van 6 personen,
gekozen door de Christenen op het eiland, is
te Konstantinopel aangekomen ten einde de
grieven der Christenen mede te deelen. De
deputatie heeft in last van den Sultan te vragen,
dat het beheer der financiën en der indirecte
belastingen aan de Cretenzers worde overgelaten
dat twee derde der belastingen ten behoeve van
het eiland worden besteed en dat de Christenen
en Muzelmannen vertegenwoordigd zullen zijn
in de wetgevende macht en de openbare betrek
kingen, in verhouding tot hun aantal.
Tegelijkertijd is een deputatie van Muzelman
nen gezonden, welke de Mahomedanen op het
eiland vertegenwoordigt. Beide deputaties zul
len door den Sultan zelven worden ontvangen.
Uit Konstantinopel wordt gemelddat de
Sultan vermoedelijk zal weigeren de overeen
komst met Engeland betreffende Egypte te
bekrachtigen. De Fransche gezant opperde
bezwaren tegen de bepaling, welke het mogelijk
maakt dat Egypte later weer door Engelsche
troepen bezet kan worden. Rusland bracht
dezelfde bezwaren te berde.
Het te Madrid verschijnende blad Dia deelt
mede, dat er eenige ongerustheid heerscht naar
aanleiding van ongeregeldheden, welke in de
provinciën zijn uitgebroken. Tot dusver zijn deze
geruchten door niets gerechtvaardigd. De regee
ring vreest echter voor kuiperijen van Zorilla’s
aanhangers bij de Fransche grenzen. Te Mala
ga zijn ook om dezelfde reden door de militaire
autoriteiten voorzorgsmaatregelen genomen.
idebat tot heden niet op.
De heer Rouvier vertrouwt, dat, wanneer hij
I de gevaarlijke politieke quaestie vermijdt, en
I alleen de hervorming van de financiën, het al-
I gemeen bestuur, en het leger voortzet, hij zich
zal kunnen handhaven, ondanks den tegenstand
der radicalen, die van elke gelegenheid gebruik
maken om hem en president Grévy aan te
i vallen.
Zoo moet nu weer de president der republiek
Ifaet ontgelden, omdat hij niet tegenwoordig was
bij de groote rennen te Longchamps. Waarom
is de president er niet geweest? „Wel,” ant
woorden de Intransigeant en de Lanterne, „na
tuurlijk omdat hij bang was voor demonstraties
ten gunste van generaal Boulanger.” Daarentegen
'was generaal Boulanger wel aanwezig, maar
van hem werd bijna door niemand notitie
igenomen.
9 De verontrustende berichten omtrent den
staat van zaken in Tonking worden door Havas
I ongegrond genoemder is geen sprake van een
i I algemeenen opstand en de gezondheidstoestand
is niet slechter dan gewoonlijk in dezen tijd
ides jaars. Onder de inboorlingen komen wel
Icholera-gevalien voor en de Fransche troepen
(hebben last van het klimaat, doch men heelt
Wtot nog toe de tamelijk goed ingerichte kampen
■**nog niet eens behoeven te betrekken. Met de
I (pacificatie des lands wordt op bevredigende wijze
■voortgegaan.
De rust is in Belgie nagenoeg overal weder
I geheel hersteld en de burgemeester van Brussel
I heeft de proclamatie ingetrokken waarbij samen-
I scholingen van meer dan 5 personen in do straten
il werden verboden. In het bassin van Charleroi
zijn Maandag de 400 mijnwerkers, die do strike
Ahet langst volhielden, ook weder aan den arbeid
gegaan en uit Luik en Gent wordt van geen
inieuwe incidenten gewag gemaakt. Alleen te
I Brussel staakten 170 sigarenmakers den arbeid,
doch dit is een gewone werkstaking om den
■fabrikant tet hooger loon te dwingen en heeft
Idus met de politiek niets te maken.
Inmiddels is het oorbeeld van den burge
rmeester van Brussel ook door zijn collega’s in
de provinciën gevolgd en zyn overal de pro
clamaties ingetrokken, die de in tijden van
lonrust zoo gevreesde samenscholingen verboden.
■Daarenboven zijn Dinsdag de militairen, die
Inaar Charleroi, Luik en elders gezonden waren
lom de orde te handhaven, weder naar hun
Igarnizoens teruggekeerd.
Verscneiden werklieden, die zich aan het
II hoofd der beweging gesteld hadden, zijn door
Ihun patroons ontslagen. Daar zij waarschijnlijk
ifimoeite zullen hebben om elders weder geplaatst
■te worden, kan deze maatregel nog wel reden
tot bezorgdheid geven, maar tot nog toe schijnt
men zich daarover niet zeer ongerust te maken.
De minister W. H. Smith zeide Dinsdag in
j het Engelsche Lagerhuis, dat de Regeering
I de conventie betreffende Egypte over eenige
dagen aan het Huis hoopt over te leggen. Met
betrekking tot de Nieuwe Hebriden deelde hij
k?mode, dat de onderhandelingen worden voort
gezet, zoodat mededeeling der gewisselde stukken
nog niet kan geschieden. Zoo noodig verklaarde
I hjj zich verder bereid maatregelen tot bespoe
diging der werkzaamheden van het Huis te
j nemen, doch hij uitte tevens de hoop dat die
onnoodig zouden zijn.
De heer A. Balfour, Minister voor
I verklaarde dat de Regeering niet zou
melken noodigen maatregel tot invoering der wet
in Ierland te nemen.
F Daarop volgde de beraadslaging over art. 3 van
I het wetsontwerp betreffende de strafvordering
I in Ierland. Sir W. Harcourt drong er op aan,
het debat tot de ernstig gemeende amendementen
te beperken en de heer Parnell vereenigde zich
--
van die verraderlijke ziekte, waardoor de aime
patiënten maar al te vaak met een valsche hoop
worden gevleid, die den volgenden dag reeds
weder vernietigd wordt. Maar het was toch
niet te loochenen, dat hij zich bepaald veel
krachtiger en levenslustiger gevoelde als onder
den hemel van Italiëen de erge terugzet,
waarop hij zich geheel had voorbereid, vertoonde
/óch niet.
Had hij gedurende de eerste dagen de heerlijke
zuivere berglucht en het gezicht op het verruk
kelijk landschap, dat hem van alle kanten om
ringde, slechts van af het kleine terras voor
zijn kamer kunnen genieten, hij was toch al
heel spoedig in staat geweest wandeltochtjes van
steeds grootere uitgestrektheid te ondernemen.
L Zooals van zelf sprak was de gravin steeds
1 me onafscheidelijke geleidster van den professor, en
I het jonge paar, dat er ondanks het ziekelijk
(I uiterlijk van den schilder toch zoo knap en
I deftig uitzag, had al heel spoedig en in niet
I geringe mate de opmerkzaamheid getrokken van
D. VAN DER FEER
en
H. M. VEENPlJTTERSEN.
1
t
ondervonden bij het overlijden van onze geliefde
Zuster, Mevrouw A. WOLTMAN, Wod. O. J.
Brunings, betuigen wij onzen dank.
J (.J o o
VAN
EN