In hooge kringen, Roman van Reinhold Ortmann. dat zij Evenmin als de stem van mijn hart mij heeft gekomen zijn, en tot aan dien tyd h h< la la re ol gi m ei: D be de st Ir sti SC VE hi dè li VI is te m di te hi hi hi h< E te m k mijn liefste,” een weemoedige he m or ee za di st hi te w 01 st st i te ni is O d< d; ze at 11 ie g' klank trilde in zijn stem. „Gij, die zoo jong en frisch zijt en voor wie de wereld al hare bekoorlijkheden als op een bont tapijt heeft uitge spreid Dat zijn geene gedachten voor u, maar ik ben u dankbaar dat gij er mij aan herinnerd hebt, want ik heb mij gedurende eenige weken misschien veel te weinig met dergehjke voor stellingen bezig gehouden, als noodig en heilzaam is om gereed te zijn voor de groote reis.” Hij wilde nog meer zeggen, maar zij legde zacht haar blanke hand op zijn mond en bracht hem tot zwijgen. „Ik dacht zooeven niet in de eerste plaats aan den dood, maar aan een schoon, gezegend, zonnig leven,” zeide zij innig, „aan een leven, zooals gij, mijn geliefde, dat zult smaken, als gy van uit deze bergen naar huis zult zijn terug gekeerd in het volle bezit van uwe gezondheid en kracht. O neen, schud niet twijfelend het hoofd en kijk mij niet zoo ongeloovig aanGij zult mij de vaste, heerlijke overtuiging mijns harten, mijn onwankelbaar geloof aan uw toe komstig geluk toch niet kunnen ontnemen g< bi ti bi bi 01 1 m T G ai C( m De advocaten Haas Az Simons en Caroli c. s., die zich te zamen belast hadden of ambtshalve belast waren met de verdediging van de perso nen beschuldigd van deelnemen aan de onlusten op de Lindengracht te Amsterdam, hebben zich thans in het belang van hunne cliënten mede met een adres om gratie tot de Tweede Kamer gewend. Men verneemt dat het voornemen bestaat op OVERZICHT. Bij de discussie in de Kamer van Frankrij k over de militaire wet hebben zeer vele leden der rechterzijde het woord gevoerd tegen het ontwerp, terwyl de Regeering en hare republi- n; sa In den nazomer, als gelijk de schrijver het noemt bij het publiek de lust tot lezen weder aanwakkert, zal in ’t licht worden ge geven„Neen”! Een stadsgeschiedenis door Jan Holland. Dit verhaal is een satire in den geest van „Nette Meoschen” en in vorm het naast over eenstemmend met den roman „Darwinia”. Het wordt als volgt door den schrijver ingeleid „De geschiedenis speelt in eene stad van den tweeden of derden rang, waar in beknopt bestek zoowat hetzelfde getob en gowurm plaats heeft als in Nederland. De draad, die door het ver haal loopt, is de zucht tot negeeren. Ieder weet, welk een gewichtige rol het woordje Neen in onzen tijd speelt, ’t Is alsof de men- schen in alle standen het woordje „ja” verleerd en er op gezworen hadden op alles en tegen allen „neen” te zeggen. Als obstructionisme, dat de volksvertegenwoordiging belet iets goeds tot stand te brengenals verzet der lagere klassen tegen alle gezag als doodende critiek in de letterkunde; als losbandige vrijheid bij de jeugdals malaise, toenemende verschijnselen van krankzinnigheid, neiging tot zelfmoord, als ontkenning op godsdienstig gebied in één woord, op elk terrein schijnt de negatie in den geest des tijds te spoken. De werking van dit beginsel wordt in dit boek geschilderd onder de burgerij eener kleine stad van haar eerste ontstaan tot in haar uiterste consequenties. Wat men moge zeggen van dit verhaal, dat vol is van toespelingen en toestanden, waaronder wij in den laatsteu tijd geleefd hebben gebrek aan actualiteit kan er niet aan verweten worden.” bedrogen, toen deze mij aandreef, u tegen den zin uwer geneesheeren en ook bijna tegen uw eigen wil naar hier te doen vertrekken, evenmin zal zij mij ook thans bedriegen, nu zij mij toeroept dat alles nog een goed eindo zal nemen. Niet met voorstellingen over den dood zullen wij ons bezig houden, maar met beelden eener vroolyke, gelukkige toekomst.” Uit den warmen gloed, welke uit hare woor den sprak, was he?el goed te merken dat deze haar uit het diepst van het hart kwamen en dat zij er in 't minst niet aan dacht, hem met holle troostwoorden te willen opbeuren. Met een dankbaar lachje beantwoordde hij dan ook haar zachten handdruk, maar ook onmiddellijk daarna gleed er weer een donkere schaduw over zyn gelaat. „Ook ik gevoel mij bijna gedwongen, dap per meisje, te hopen, dat uw vast geloof u niet geheel zal hebben bedrogen,” zeide hij. „Maar zelfs in het gunstigste geval zulten er maanden vete maanden misschien moeten voorbijgaan, alvorens wij tot zulk oen geluk r» r» liinn f-nr) De faculteit der wis- en natuurkunde van de Rijks-universiteit te Leiden ondersteunt in een adres aan den Minister van Binneul. Zaken op breedvoerig ontwikkelde gronden een adres der- zelfde faculteit aan de Rijks universiteit te Gro ningen, betreffende de toelating van teerlingen der hoogere burgerscholen tot de universitaire examens. In dit adres, waarin breedvoerig de gron den voor eene toestemmende beantwoording der vraag worden ontwikkeld, wordt evenwel aangetoond, dat zij, die het eind-examen der H. B. 8. hebben afgelegd ter voorbereiding voor het hooger onderwijs, eene aanvulling noodig hebben wat betreft de beginselen der oude talen. Zal de latere studie niet vele moeilijkheden opleveren, dan moet men deze vakken zoover beoefend hebben, als noodig is om wetenschap pelijke benamingen te verstaan en om verhan delingen in het Latijn geschreven met gemak te lezen. Eene studie met het oog hierop is echter geheel iets anders dan de studie, gelijk die op een gymnasium plaats heeft. Men kan de lezing van gemakkelyke proza-schrijvers als Xenophon en Cicero eu de daarvoor noodige grammaticale kennis voldoende achten. Onge twijfeld kunnen jongelieden van goeden aanleg in een tweetal jaren, ja zelfs in één jaar, dit bescheiden doel bereiken. De faculteit merkt op dat, wat hunne propae- deutische studiën bij de faculteit betreft, van studenten in de geneeskunde alles geldt, wat zij over de beoefenaars van wiskunde en natuur wetenschap opmerkt. Voor de rechtbank te Amsterdam werd Donderdag een man vrijgesproken, die in een kleerenmagazijn een jas had aangepast en er toen mede was weggeloopen. In de dagvaarding stond dat hij de jas had gestolen. Er moest in staan dat hy ze had verduisterd. Op dien grond was de procureur-generaal van oordeel, dat hij moest worden vrijgesproken en de rechtbank deelde die meening. Naar aanleiding van dat besluit schrijft de Arnh. Crt. „Geen sterveling zal zich vermeten hierop een aanmerking te maken, allerminst de man, die de jas medenam. Maar het maakt toch op leeken een zonderlingen indruk, dat iemand straffeloos een jas mag medenemen, omdat men zegt dat hij ze gestoten heeft, terwijl men had behooren te zeggen dat hij dit kleedingstuk, dat hij n. b. openlijk en zichtbaar aan het lyl droog, verduisterd had. Salomo heeft eens gezegd, dat men niet al te rechtvaardig moest wezen.” Als een bewijs van de buitengewone waarde vermeerdering der schilderijen van onze oude meesters weidt medegedeeld, dat de stukken van het stedelyk museum te ’s Graveuhage, onlangs opnieuw voor de assurantie getaxeerd, van f 40,000 op f 140,000 zijn gebracht. De taxatie geschiedde, op het verzoek van het gemeentebestuur te ’s Hage, door jhr. mr. Victor de Stuers, referendaris van de afd. schoone kun sten, die als mededeskundige den heer J. Ph. van der Keiler, directeur van ’s rijks prenten kabinet te Amsterdam, uitnoodigde, die taak met hem te vervullen. Naar gemeld wordt is te Maastricht Woens dag morgen te 8’/4 uur een lichte aardschok gevoeld. Ook in naburige gemeenten werd een gelijk verschijnsel waargenomen. SNEEK, 14 Juni. Zaterdag den 11 Juni jl. werd in de Buitcn- Societeit „de Harmonie” alhier de eerste jaar vergadering gehouden van de algemeene verze- kering-maatschappij bij besinettelyke ziekten, „de Philantroop”, gevestigd te Bolsward, in bijzijn van commissarissen en aandeelhouders, samen voor 29 aandeelen. De door de Directie ovcrgelegde rekening en verantwoording over 1886 werd op advies van commissarissen door de vergadering vastgesteld. Zij deed zien dat in het afgeloopen jaar f 8540 werd uitgekeerd aan 160 gezinnen, in verschil lende klassen. Terwijl niemand voor de eerste maal dividend verwachtte, werd besloten het saldo van rekening ad f 19.74 op ’t nieuwe boekjaar batig te plaatsen. Uit het door Directeuren uitgebracht verslag bleek dat de sympathie voor de Maatschappij groot is, daar einde December reeds 15168 leden waren ingeschreven in onderscheidene plaatsen en vele agenten steeds met vrucht werkzaam zijn. Het nut der Maatschappij tegenover den druk der epidemiewet kwam als vanzelf aan het licht en zal, vertrouwen zij, spoedig meer algemeen blijken en gewaardeerd worden. De Directie werd een woord van lof toege bracht voor den ijver en de nauwgezetheid, waarmede de belangen der Maatschappij door haar zijn behartigd. De heer jhr. mr. J. H. F. K. van Swinderen, wiens beurt het was af te treden, werd herkozen als commissaris eu liet zich die herbenoeming welgevallen. Westergoo, 13 Juni. In de zoogenaamde regenwekers en busschers, de vroegst rijpe soor ten van aardappelen, beginnen de bloemknoppen zich te vertoonen, zoodat ze weldra in bloei kunnen staan. Hunne dagen zijn dan ook ge teld, daar ze zoo spoedig als maar eenigszius mogelijk is, gerooid worden, teneinde de hoogste prijzen te kunnen bedingen. Men verwacht met eenigen grond, dat ze zeer goed van deugd zulten zijn, daar het voor de aardappelen goed weer geweest is en de regen ze niet bedorven heeft. Over ’t geheel valt er over den stand van het aardappel-gewas te roemen. De wieders verze keren, dat ze bij zaaiers en andere soorten reeds worteldraden hebben aangetroffen, waaraan vier en meer jonge knollen zaten. De ouden worden zoetjes aan minder van deugd, maar brengen nog goed geld op, hoewel de markt in dezen wel eenigszins gedrukt wordt door den invoer der nieuwen uit het buitenland. De poging, die thans te Amsterdam wordt gedaan om gelden bijeen te brengen tot het geven van vergoeding aan den herbergier Pen ning voor de schade, door woest gepeupel aan zijn eigendom toegebracht, wordt door mr. A. Kerdijk bestreden. In den gemeenteraad van Amsterdam heeft hij vóór vergoeding gepleit, omdat de noodige beveiligingsmaatregelen van overheidswege niet waren genomen, maar nu men er de „staatkundige denkbeelden” van den persoon in quaestie bij haalt, doet mr. Kerdijk niet mede. Hij zegt in ’t Soc. Weekbl.’. „Na hetgeen wij voorheen geschreven hebben over de tooneelen, die in Februari te Amster dam hebben plaats gehad, zal wel niemand ons betichten van de neiging ze te vergoelijken. Maar tevens hebben wy toen reeds er bijgevoegd, dat de sociaal-democraten storm hebben geoogst na den wind, dien zij hadden gezaaid. Dien zij hadden gezaaid, niet door het verkondigen van staatkundige of economische raeeningen, maar door hun schetteren en schelden. Door hun smaden en tergen. Door onomwonden te belijden, dat uitsluitend besef van onmacht voor alsnog van geweldpleging hen weerhield. „Dit een ander kenmerkt de Nederlandsche sociaal-democraten nog meer dan hun leerstel lingen omtrent hetgeen er worden moet van staat en maatschappij. Zeker moeten zij af gescheiden van hetgeen des strafrechters is alleen door hervormingsmaatregelen en door zedelijke middelen worden bestreden. Zeker moeten de bevoorrechte klassen, evengoed als de massa des volks, er toe worden opgevoed, hun denkbeelden wel te onderscheiden van hun gedragingen, en, by allen af keer van de laatste, de eerste te dulden, zooals alle denkbeelden, al getuigen zij van een ziekelijke afdwaling van den menschelijken geest, geduld behooren te worden. Doch het voorloopig ondankbare werk der opvoeding wordt niet bevorderd, wanneer men tot een gevolg van hun „staatkundige mee- ningen” stempelt wat slechts met de wijze van hun woelen en wroeten in verband stond.” L. (Vervolg.) Daar voelde Dernberg plotseling, hoe Elsa hare zachte, warme hand op de zijne legde en haar kopje zoo dicht tegen zijn schouder drukte dat haar zachte adem zijne wangen streelde. „Welk een heerlijk gezichtOch, mijn vriend, dat ook wij eenmaal konden heengaan als zij, zoo groot, zoo heerlijk, en vergezeld van zoovele dankbare afscheidsgroeten van hen, over wie zij haar licht en zegen heeft verspreid. Aan hoe weinigen is het toch vergund zóó van hier te gaan „Gij denkt aan den dood, antwoordde de schilder, en tegen bedrog in den handel geen uitzonde ringswet acht adressante de eenige rationee- le maatregel in deze te nemen, wanneer wat zij betwijfelt de nieuwe voorstellen van straf wetgeving mochten blijken te kort te schieten. De ruzie tusschen de ex-verloofden te Leiden kwam Zaterdag voor den kantonrechter in be handeling Partijen waren persoonlijk tegen woordig. De advocaat van den eischer vroeg veroordeeling tot betaling van de waarde der voorwerpen ten bedrage van f75, benevens de proceskosten, op grond dat in dit geval geen sprake kon zijn van een overeenkomst om niet (schenking), maar van een overeenkomst onder bezwarenden titel, vervallen door verbreking van het engagement. Gedaagde bleef bij hare meening dat het een schenking was en dat men van haar noch het horloge noch de waarde kon terugvorderen. Zij erkende dat de eischer haar de gelden ter be taling van het horloge had verstrekt en dat zij den ketting had te gelde gemaakt. De kantonrechter zal Zaterdag a. s. uitspraak doen. Zondag is nabij ’s Hertogenbosch, even buiten het station aldaar, waarde wegen naar Nijmegen en Utrecht zich scheiden, machine, bagagewagen en een waggon van een trein gederailleerd; de postwagen en verdere waggons bleven op de rails. De passagiers kwamen met den schik vrij. Te Groningen wil men eene industrieschool oprichten voor meisjes uit den werkenden stand. Eene voorloopige commissie is benoemd uit het bestuur der Practische Ambachtsschool, uit het bestuur van het Nut en uit het bestuur van Nijverheid. Zij zal hare werkzaamheden in de maand September a. s. beginnen. Dat men niet te voorzichtig kan zijn met lieden, die men op straat ontmoet en hunne kennismaking opdringen, ondervond Zaterdag een koloniaal te Utrecht tot zijne niet geringe schade. In een der straten van Utrecht werd hij door een hem onbekend, net gekleed heer aangesproken, die hem eenige inlichtingen in zake hot engagement voor Ned. Oost-Indie vroeg. Al sprekende troonde hij den koloniaal, die vereerd was met dit aanzoek, mede naar eene herberg, alwaar een paar heeren zaten te speten. Na eenig praten haalden zij hem over, mede te spelen. De koloniaal, door het eerste spel, dat nog al gelukkig voor hem uitviel, gestreeld, werd overgehaald om door te spelen, maar nu verloor hij in een oogenblik over de honderd gulden. De drie heeren waren zoogenaamde kwartjesvinders, die zich zoo spoedig mogelijk met hun buit uit de voeten hebben gemaakt, om elders, indien zij daarvoor gelegenheid vinden, hun beroep uit te oefenen. In de ijzergieterij van de firma A. F. Smul ders buiten de Weerd te Utrecht, had gisteren, Maandag, morgen omstreeks 7 uur een ernstig ongeluk plaats. In een gedeelte van het maga zijn werden op ijzeren balken of staven een massa ijzeren pijpen geborgen door het groote gewicht viel deze massa naar beneden en kwam gedeel telijk terecht op den heer Henri Smulders, den werkmeester L. Witbroek en nog een paar werklieden. Eerstgenoemde brak tengevolge daarvan beide beenen, terwyl de tweede zulke in- en uitwendige kneuzingen bekwam, dat zijn toestand bedenkelijk is; de twee overige werk loden bekwamen eenige lichtere wonden. De toestand van den heer Smulders boezemt geen bezorgdheid in. de te Amsterdam te houden tentoonstelling van voedingsmiddelen eene voorstelling van de voeding der Marine te geven, door eene nabootsing van een gedeelte tusschendeks van een schip te timmeren, daarin een kombuis, gelijk aan boord gebruik wordt, en evenzoo de banken en han gende scheepstafels te plaatsen. Wordt dit plan uitgevoerd, dan zal dit punt ter tentoonstelling ongetwijfeld veel belangstelling wekken, daar er niet veel menschen zijn die weten op welke wijze janmaat zijn „diner”, gebruikt. „Ik weet, mijn vriend, wat gij zeggen wilt,” aldus viel zij hem met hetzelfde schalksche lachje in de rede, ’t welk hem indertijd reeds gedurende hun gesprek na het geneeskundig onderzoek zoo eigenaardig had getroffen, „maar ik wil u de moeite besparen, het uit te spreken. Gij zijt zoo goed geweest de bede te vervullen, welke ik toen tot u richtte, en het is thans mijn plicht de belofte te vervullen, welke ik u toen heb gedaan. Gij moet niet boos op mij zijn, mijn liefste, dat ik daarmee tot nu toe heb gewacht, maar er moesten allerlei kleine zwa righeden en hinderpalen uit den weg worden geruimd, en buitendien betreft het ook iets geheel buitengewoons, iets wat misschien nooit gebeurd is; in elk geval iets, wat door den mond van een meisje moeilijk valt uit te spreken.” De professor keek haar met ongeveinsde ver bazing in het blozende gelaat. Hy begreep zoo weinig hare bedoeling, dat hy misschien onder minder ernstige omstandigheden zou hebben gemeend dat hef in hare bedoeling lag hetn een beetje te plagen. Van daar dan ook dat hij niet in staat was haar bij hare opheldering HllTEX LAM>. e g< ke de wi ht hc m ge le; ki S! VI VI ni b< ze g< h< "di

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 2