ab hi hooge kringen, Roman van Reinhold Ortmann. Windthorst 1 I vrees verre I J I e I I e n d 11 di ffi lo m ci E ti| M he bi Wl tn gr he re: mi te Zi gè ee fri en Z1J rei van had had I LI. {Vervolg en slot.) En Helene vertelde nu aan het vol verbazing luisterende echtpaar de avontuurlijke geschiedenis van Bruno’s lotgevallen in Italië, zooals zij die uit den mond van Ricardo had opgevangen. Hoe het den advocaat was gelukt zyn naar Duitschland teiugvoerend spoor te ontdekken en hoe hij haar verblijf te Nizza had ontdekt, was haar zelf Looit recht duidelijk geworden en was trouwens ook voor haar van minder belang. Ge noeg was ’t, dat Ricardo juist op den dag, waarop hij na die noodlottige uacbteljjke gebeurtenis te Miraflore naar Rome was teruggekeerd, het voldongen bewijs meende gekregen te hebben, dat zijne verdenking gegrond was geweest en woordigheid van den jongen afgevaardigde. En dat onderhoud heeft voor allen, die er aan deelnamen, een even verrassend resultaat gehad, want het heeft het bewijs geleverd dat het verhaal van den zoogenaamden Roedeler voor het grootste gedeelte logen en bedrog was geweest, maar tegelijkertijd een sterk vermoeden doen ontstaan, dat desniettemin Bruno of Ernesto toch de zoon was van vorstin Beatrice. Helene had zich eenige zinspelingen daarop herinnerd van den toen reeds zieken Weiszberger en buitendien waren er verschillende andere om standigheden, welke tot dat vermoeden konden leiden. Be zaak was eigenlijk nog meer verward en onduidelijk geworden, ais zjj vroeger was geweest, en de bisschop, die den minnaar zijner nicht plotseling met eeue opvallende goedheid en vriendelijkheid behandelde, had voorloopig van allen, die in het geheim waren ingewijd, het diepste stilzwijgen gevorderd, daar er hem natuurlijk alles aan gelegen was om een publiek schandaal te vermijden zoolang nog de moge lijkheid bestond om een anderen uitweg te vinden. De volgende dag echter had eene tijding ge- plaats en dat om dezen tijd van ’f jaar, ’t is niet heel bemoedigend voor hen, die op hooge huren zitten. Het „vroolijk maar op de baan, „vrouwtjelief, het zal wel gaan,” is dan ook nog niet aan de orde van den dag. Wij hopen met allen, die van den langsten dag een ommekeer verwachten, dat deze hunne hoop niet ijdel moge bevonden worden. de vorstelijke familie werkelijk het slachtoffer was geworden van het boosaardig genie van twee geraffineerde bedriegers. Hij had daarna oogenblikkelijk aan de vorstin en den bisschop kennis willen geven van zijne ontdekking, maar alvorens hij nog bet desbetreffend schrijven geëin digd had, was hij verrast geworden door een bezoek van den vorst, die gekomen was om zijne ontvluchte nicht van hem terug te eischen. Ricardo kon volgens waarheid verzekeren, dat bij niet de minste kennis dreeg van die vlucht, en de bisschep geloofde hem dadelijk, daar hij ten volle oveiiuigd was van de eerlijkheid van den jengen afgevaardigde en hij omtrent de verblijfplaats van Margherita bepaalde vermoedens had, welke later dan ook bewezen werden gegrond te zijn geweest. Zonder iets van zijne aandoening ie laten blijken en zonder door een enkel woord te verraden, of hij al of niet geloof schonk aan Ricardo's bewering, had hij diens onthullingen aangehoord en vervolgens den wensch te kennen gegeven, Helene zelf te spreken, en wel, zooals jjij uitdrukkelijk tot voorwaarde stelde, in tegen- OVERZICHT. IndeFransche Kamer wees de afgevaardigde Delatre er Donderdag op dat Duitschland, na reeds tot bet graven van den St. Gothardstunnel medegewerkt te hebben, nu ook met het N.- Oostzee-kanaal een aanvaug had gemaakt. Is nu eindelijk voor Frankrijk de tijd niet gekomen, vroeg bij, om ook een kanaal-verbinding tusschen de Middellandsche zee en den Atlantischen Oceaan tot stand te brengen De minister van openbare werken antwoordde dat zulk een kanaal een ronde anderhalf mil liard francs zou kosten en dat het handels- en scheepvaart-verkeer er op bij lange na niet voldoende zijn zou om daarvan de rente op te brengen. Zoo is er ook onlangs weder gesproken over het plan om van Parijs een zeehaven te maken. Bij den tegenwoordigen stand der finan ciën kan de regeering echter onmogelijk zich in zulke kostbare ondernemingen steken. Men moest dit aan de particuliere industrie overlaten, als die het namelijk zonder staatshulp durfde ondernemen. De afgevaardigde Steenackers kreeg al even weinig troost op zijn vraag, wanneer er rapport zou komen op het voorstel tot het weren van buitenlandsche arbeiders op de Fransche markt. Mortillet, president der commissie met het onder zoek van dit voorstel belast, verklaarde dat men verlegen met de zaak was geweest en de regee ring had geraadpleegd. De minister-president Bouvier nam daarop het woord, om te herinneren, dat bij de bestaande verdragen aan de weder zijdsche onderdanen de vrije uitoefening van hun bedrijf was gewaarborgd; hij waarschuwde ten sterkste tegen alles wat tot buitenlandsche onge legenheden kan leiden. De Kamer bleek van hetzelfde gevoelen en ging tot de orde van den dag de verdere behandeling der legervoor- stellen over. De Kamer nam Zaterdag, na verwerping van alle amendementen, artikel 1 der legervoorstellen aan, waarin verklaard wordt dat alle Fransche burgers verplicht zijn de wapens te dragen. De Kamer verwierp voorts met 301 tegen 213 stemmen de bepaling dat ook de zoons van in Frankrijk geboren vreemdelingen aldaar dienst plichtig zijn zouden. De minister van oorlog zal deze week bij do Kamer de volgende wetsontwerpen indienen een tot het indeelen van de jeugdige lieden der klasse van 1883, thans vrijgesteld krachtens de wet van 1872, bij het legereen tot het ver beteren van den toestand der onderofficieren, die op nieuw dienst genomen hebbeneen tot I het vormen van 4 regimenten cavalerie en het opheffen van 10 escadrons Afrikaansche jagers; en eindelijk een tot het vormen van 18 nieuwe regimenten infanterie. In de laatste dagen was het gerucht in om loop dat de gewone jaarlijksche groote revue te Longchamps dit jaar niet zou gehouden worden, om het gemeen de gelegenheid te ontnemen tot nieuwe demonstraties voor generaal Boulanger. De minister van oorlog Ferron laat evenwel verklaren dat de revue van 14 Juli bepaald doorgaat. Figaro betwijfelt echter of Grévy die bij wonen zal. bracht, wier verpletterende slag de allen, die er belang bij hadden, nog overtroffen. De zoogenaamde vorstenzoon gedurende den nacht zijne moeder niet alleen i bestolen, maar ook eene poging gedaan om haar I op de vreeselijkste en brutaalste wijze te ver moorden. ’t Was niet aan hem te wijten dat I het bij de poging was gebleven, want hij had 1 ongetwijfeld gemeend zijn ontzettend doel geheel I te hebben bereikt, toen hij zijn rampzalige B slachtoffer verliet. Maar eene genadige beschik-1 king des Hemels had de vorstin voor het gru-ai welyk lot bewaard, den dood te moeten vinden I onder de handen van een moordenaar. Ernesto 1 had hare totale bewusteloosheid voor den dood I aaagezien, en korten tijd nadat de ongelukkige I was heengegaan had de beklagenswaardige vrouw J in zooverre hare bezinning en kracht terugge- I kregen, dat zij de schellekoord grijpen en het dienstdoend personeel bj elkaar had kunnen ja roepen. Daar de moordenaar met zijn roof nog 1 niet ver weg kon zijn, had men dadelijk met I lichten en fakkels den geheelen omtrek van het I slot doorgezocht, en deze aanvankelijk vruchte- punt zouden de conservatieven Freycinet ge- vaarlijk achten, omdat hij de wilskracht mist die noodig is voor de bereiking van dit doe>d_ Zoo het mocht worden bevestigd, dat de drie genoemde groepen van den Senaat voor het 1 presidentschap van Ferry zijn gewonnen, dan heeft hij veel kans. Ook met het oog op de I buitenlandsche politiek valt er veel te zeggen I ten gunste van Ferry. Onder zijn president- I schap zouden Boulanger en dergeiijke persoon- 1 Ijkheden geen invloed uitoefenen op de buiten- J I landsche politiek m. a. w. voor verwikkelingen 11 met Duitschland zou dan weinig gevaar zijn. 3 Nu wenscht geen verstandig mensch in de J geheele politieke wereld van Frankrijk zulke I verwikkelingenmen wenscht integendeel oprecht het behoud van den vrede. Het gewicht van I deze voor Ferry gunstige overwegingen moet I niet te gering worden geschat. Het is mogelijk I dat zij bij de verkiezing van een president den I doorslag zullen geven.” De Duitse he Rijksdag heeft Donderdag bij J tweede lezing het wetsontwerp behandeld be-*< treffende de benoeming van burgemeesters in het Rijkstand. De Elzasser afgevaardigden en bestreden het ontwerp. Carolath hoopte, dat I de regeering zou voortgaan met het nemen van I maatregelen, die strekken tot bevrediging der I Duitschers in het rjksland, niet tot die der I notabelen. Miquel wenschte zijnerzijds, dat het i Rijkstand behandeld werd als Duitsch land, dat eenmaal verloren, maar herwonnen was. Indien S de afgevaardigden uit Elzas-Lotharingen wensch- I ten dat huil bezwaren welwillend werden op- 1 genomen, dan behoorden zij eerst vertrouwen 1 in te boezemen, en openbaar te bewijzen dat zij zich oprecht met het status quo vereenigen. I De spreker waarschuwde dringend tegen mis- 1 bruik in de toepassing der wet. Op een vraag van Windthorst of het voor nemen bestaat Elzas Lotharingen tot een Prui- m sische provincie te maken, antwoordde de bonds- gevolmachtigde Lerchenfeld, dat daarvan voor- alsnog geen sprake was en dat de Bondsraad zich door geen provocatie uit zijn kalmte zal laten brengen. Daarop is het wetsontwerp, betreffende toe passing van de gewijzigde rijkswet op zaken, welke de inwendige aangelegenheden van Elzas- Lotharingen betreffen, bij tweede lezing aange nomen. Vrijdag kwam het wetsontwerp betreffende j de kunstboter bij derde lezing in behandeling. De afgevaardigde van Breslau, Hennes, had een aantal monsters van kunstboter op de tafel doen plaatsen, die door de leden met zooveel belang stelling in oogenschouw werden genomen, dat de voorzitter ze moest doen verwijderen naar een afgelegen hoek der zaal, om storing in do discussie te voorkomen. Het eenige artikel waarover langdurig beraad- slaagd werd was het verbod om margarine met 1 gewone boter te vermengen en dit als gemengde 1 boter te verkoopenhoogstens zou slechts een I vermenging van 4 pet natuurboter, melk of room I met margarine geoorloofd zijn. Tegen dit besluit I had reeds bij de tweede lezing de staatssecreta- ris Von Bötticher zien namens de regeer.ng met alle kracht verzet en sedert dien tijd waren door de regeering te vergeefs pogingen in het I werk gesteld om de meerderheid te bewegen U dezen eisch te laten vallen. Ondanks de nu weder herhaalde bedreiging, I dat de regeering de geheele kunstboterwet zou terugnemen, indien de meerderheid haar stand- punt handhaafde, hield zij daaraan vast en deed 1 zij slechts de concessie, dat zij hoogstens 10 pct 1 natuurlijk botervet als mengsel met margarine wilde toelaten. Ook hiertegen verklaarde de lijksebe harddraverij met paard en chais plaats, ter gelegenheid van den gedenkdag van den slag bij Waterloo, waarvoor door Z. M. den Koning en II. M. de Koningin zijn uitgeloofd: als eerste prijs: een Gouden Zweep, als tweede prijs: een breed Gouden Oorijzer. Er waren 33 mededingers opgekomen, maar men besloot op voorstel van het bestuur, dat hij, die bij lotting no. 33 trok, niet zou mede rijden. De eerste prijs word behaald door: „Dibbels pikeur A Siderius, eigenaar G. Bierma van Oudebildtzijl; de tweede prijs door: „Freule”, pikeur H. Onëides, eigenaar Th. Joustra van IJ tens. Tot nog toe hadden alle partijen in Frankrijk het aanzien van den President der Republiek onaangetast gelaten, doch tegenwoordig wordt hij op de grofste wijze gehoond. Niet alleen journalisten als Rochefort vallen hem dagelijks aan, ook bladen, die gewoonlijk gematigder zijn, maken er zich aan schuldig. De Lanterne is nauwelijks minder vijandig dan de Intransigeant, maar ook de Voltaire en de Petit National, welk laatste blad door Ranc, Gambetta’s ver trouwden vriend, wordt geredigeerd, scharen zich bij de tegenstanders van Grevy. De Paris en de Justice laten zich over hem en zijne familie op eene schandelijke wijze uit. Tegelijkertijd staat het Ministerie bloot aan de vinnigste polemiek van de organen der uiterste linkerzijde. Deze partij had onder het vorige ministerie over de Tongkin-expeditie gezwegen, maar sedert het optreden van het ministerie Bouvier wordt de bezetting van Tongkin even heftig veroordeeld, als toen Ferry door haar was gevallen. Over de verliezen van het leger in Tongkin zijn nooit nauwkeurige cijfers bekend gemaakt De Lanterne beweert, dat in 1833: 3778 man zijn gesneuveld of aan ziekte gestorven, onder welke, 2069 aan cholera en slechts 809 am wonden. In hetzelfde jaar waren in de militaire hospitalen opgenomen 16.981 patiënten, in 1886 werden 19,928 behandeld, d. i. ongeveer de sterkte van het geheele bezettingsleger. De sterfte bedroeg 1610 man. In de drie eerste maanden van dit jaar werden in de hospitalen opgenomen 4884 man aan cholera stierven 256. In het geheel verloor Frankrijk derhalve van 1883 tot 31 Maart 11. in Tongkin 9170 man van de 43,676, die daarheen zijn gezonden en tweemaal meer hebben er hunne gezondheid verloren. Dit is een treurige statistiek, maar zelfs Cle menceau zou, als hij aan de regeering was, de ontruiming niet durven voorstellen. Zoo hij haar nu laat aanbevelen, is het alleen om der Regee ring lastig te wezen. Zij heeft slechts eene kleine republikeinsche meerderheid in de Kamer en haar bij verrassing een nederlaag toe te brengen, acht Clemenceau waarschijnlijk niet ónmogelijk. De President der republiek zou in dit geval eer tot eene ontbinding der Kamer dan tot de benoeming van een ministerie Ciémenceau be sluiten. Dit kan de woede verklaren, met welke hij thans wordt aangevallen door de vrienden van Ciémenceau, die er bij nieuwe verkiezingen belang bij hebben Grevy’s autoriteit te ver zwakken. In de laatste dagen is door sommige bladen voorts herhaaldeijk de waarschijnlijkheid be sproken vau het aftreden van den president der republiek, en naar de Pol. Corr. verneemt, wordt in politieke kringen reeds de vraag ernstig overwogen wie zijn opvolger zal zijn. „Twee personen”, zoo leest men in de Corr., „komen daarbij in de eerste plaats men zou bijna kunnen zeggen uitsluitend in aanmerking: Freycinet en Jules Ferry. Men verzekert dat de laatste reeds onderhandelingen heeft aange knoopt met de drie groepen van den Senaat, die het meest hebben bijgedragen tot de ver wijdering van generaal Boulanger en met de rechterzijde der Kamer; in conservatieve kringen wordt er groot gewicht aan gehecht, dat Ferry een energieker karakter heeft dan Freycinet. Hij bezit wel niet de buigzaamheid en de innemende vormen van Freycinet maar hij heeft ook niet zijne zwakheid. Hierbij moet men in het oog houden, dat het voornaamste doel der binnenlandsche politiek in Frankrijk moet zijn, de maatschappelgke orde te beveiligen en het radicalismus in toom te houden. Up dit stand- SNEEK, 21 Juni. Onze stadgenoote, mej. A. Haagsma, is be- noeind tot onderwijzeres te Zaandam Naar men verneemt heeft Mej. A. E Vrendenberg ontslag gevraagd als onderwijzeres aan school no. 1. Voor de vacature-Escher hebben zich 6 sollicitanten aangemeld. De gisteren alhier gehouden collecte voor de gewapende dienst in de Nederlanden heeft oj gebracht f 90.30. - Gister avond hield het departement Nijverheid alhier eene vergadering met intro ductie, ter bespreking van het plan tot uitbrei ding der boter- en kaaswaag, bij den Raad in gediend door de raadscommissie voor openbare werken Door de zorg van Nijverheid was het terrein om en bij de waag in teekening gebracht, waaidoor de aanwezigen zich van het geheel een duidelijke voorstelling konden maken De voorzitter, de heer A. Breunissen Troost, leidde het debat in, bracht in herinnering wat omtrent de uitbreiding der waag al verhandeld is en gaf gelegenheid het voor en tegen in het licht te stellen. Tot leedwezen on verbazing van velen schitterden de boterhandelaren, in deze plaats woonachtig, door afwezigheid Van hen toch had men inlichtingen kunnen ver wachten, 't zij in goed-, ’t zij in afkeurenden zin, waaraan sommigen meenden waarde te moeten hechten. Dit de zich ontspinnende discussie bleek dat de gevoelens zeer uiteen liepen, hetgeen duide lijk in het oog sprong, toen ten slotte een motie van den heer 11. Veen Sr., om behoudens en kele ondergeschikte bezwaren van technischen aard met het plan ingenomenheid te betuigen, uaugenomuu weid met 11 tegen 1U stemmen, terwijl zich 15 der tegenwoordigen buiten stem ming hielden. f Voor het theoretisch geneeskundig examen slaagde in ’t laatst der vorige week de heer J. II. Regenbogen van Sneek. WoNBEKdUEEL, 20 Juni. De mensch houdt ®r ten alien tijde van die vage troostgronden op na als’t hem nu juist niet in alles medeloopt. Regent liet en verlangt hij ’s avonds naar droogte, dan is ’t: „Het maantje zal ’t er wel aflikken,” waait het ’s nachts, dat het huis op zijne grond vesten schudt, dun klinkt het van zijne lippen „Als de zon opkomt, zal de wind wei gaan liggen.” Zoo vleit hij zich ook thans, nu de droogte de vruchten in haren groei begint te belemmeren„Met den langsten dag zal alles wel een keer nemen.” Waarom, dat kan hij niet zeggen, maar wat men gaarne wil, dat hoopt en verwacht men ook zoo gaarne. Aan warmte, zoo lang verbeid, nu geen behoefte of liever nu geen gebrek meer, maar nu zou men zoo graag de bouwgronden, ja ook de greiden eens door weekt willen zien en dan, ja, dan zou 5t eindelijk eens groeien, dat men 't haast zien kon; nu heeft er hier en daar reeds versterving f A Xl>. 1 1 i i t 1 i i I V V I C J i 1 i g 1 8, n 1 tt v e n P 1 al zi Vi 01 St liccu J haar

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1887 | | pagina 2