8
HOOFDSTUK II,
Afdeeling I,
Art. 5.
liet op liet pand te stellen wijkcijfer en nummer, welke
binnen eene maand na den dag der opgave aan den
hoofdingang moet worden geplaatst, overeenkomstig art 2.
Art. 4.
Het is verboden, eenig voorwerp te hebben staan,
te plaatsen, te hangen, vast te hechten of te bouwen
in- op- aan- of over gronden of eigendommen voor den
openbaren dienst bestemddaarop goederen uit te stal
len, te bergen, neder te leggen of te laten liggen.
Het is verboden, tenzij met vergunning van den
Burgemeester hout, steenen, kalk, zand of andere ma
terialen, mest, modder, grint, puin enz. te laten liggen
op gronden voor den publieken dienst bestemd.
Indien deze vergunning gegeven wordt voor langer
dan tot en met den eerstvolgenden Zaterdag, moeten
genoemde zaken binnen eene dichte schutting van
minstens één meter hoogte worden ingesloten.
Wie eene woning verlaat om eene andere woning in
de gemeente te betrekken, doet daarvan, uiterlijk binnen
14 dagen daarna, aangifte ter Secretarie, met opgaaf
van al wat tot het bijhouden van de huisregisters ver-
eischt wordt.
Ieder hoofdbewoner van een gebouw of gedeelte daar
van bij wien personen inwonende zijn, niet tot diens
huisgezin behoorende, is verplicht, binnen 14 dagen na
de vestiging van dezen te hunnen huize, daarvan ter
Secretarie aangifte te doen.
Van de eigendommen voor den publieken dienst
bestemd.