SIEMS- H IDI'EilfflWllUI) NR DE
HBITIffl RET IRROBISSEBf SlEm.
ft
No. 54
T W jE E“E N-V E E R I G 8 T K
18S7.
Rijks Inkomsten-Belasting.
J
JULI.
6
het Grootzand, AVijk 10
van
r
Alle brieven
in te zenden.
de huurwaarde.
de deuren en vensters.
de haardsteden.
het mobilair.
de dienstboden en werkboden.
de paarden.
)-
e
28.
33.
38.
44.
49.
„325
„350
„350
„400
„450
,500
„500
550
voor het beschrijvings-
en de strafbepalingen,
„22
„25
„30
„35
„40
„45
„50
„67
5000
8000
12000
17000
24000
55. 36000
70. 48000
100. 48000
i van
„350
350
„400
450
„500
„550
„550
„600
„25
„30
„35
„40
„45
„50
„60
„80
bouw staande aan het Grootzand, Wijk 10 no.
35, kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie
B, no. 1055.
Sneek den 2 Juli 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ALMA, Burgemeester.
j. W. BENNEWTTZ, Secretaris.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.25.
en stukken, uitgave of redactie betreffende, franco
s UU aanstaan(to, des voormiddags ten 11
illrot onderzoek van alle reclames, door de i
jj jin n rntr/w. 1 ii t« -»
jaar, en door de reeds
en luiden
„De belasting is verschuldigd, voor zooveel de
2e, 3e, 4e en 5e grondslagen betreft, door de
hoofden der huisgezinnen, of de personen, ge
bruikers der perceelen oi der afgezonderde ge
deelten van dezelveen wat de eerste, zesde en
zevende grondslagen betreft, door de hoofden
der huisgezinnen, of de personen, welke het
jaarlijksch zuiver inkomen genieten, en welke
dienst- of werkboden in dienst oi paarden in
gebruik hebben.”
slechts Een nieuw formulier voor het beschrijvings-
stemmén biljet zou noodig zijn,
dat bedrag wordt gehevenf
1 der tegenwoordige
wegens verzuim
lage aangiften, vermeld bij de artikelen *32" tot
Voorts zou art, 24 ;._o_
wet in dezer voege moeten worden gewijzigd
5000
8000
12000
17000
24000
36000
48000
,80. boven 48000
wanneer
ver-
hooger is dan ƒ18.01 tot beneden ƒ21.
„25.
„30.
„35.
„40.
„45.
„50.
„60.
ADVERTENT1ÈN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel meer 7 Cents. Bij abonnement is de prijs be
langrijk lager. Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den
Uitgever.
aangiften, of wegens te
-
38 en 39 der tegenwoordige wet, zouden in dier
voege gewjjzigd moeten worden, dat het aldaar
bepaalde ook toepasselijk is wegens de ver
zuimde aangiften en te lage aangiften der zui
vere jaarlijksche inkomsten.
Ik vermeen derhalve, dat door wijziging der
wet op de personele belastingen van den 29
Maart 1833 {Staatsblad no. 4) de invoering eener
Rijks Inkomsten-belasting, wiet alleen mogelijk is,
maar dat, door zulks te doen, eene leemte in die
wet bestaande zal worden weggenomen, en dat
alle partijen in de 2de Kamer der Staten Generaal
zich hiermede gereedelijk zullen vereenigen.
Bij deze Courant behoort een bijvoegsel
■bevattende afkondiging van de Algemeene
Politie-verordening der gemeente Sneek.
bekendmaking
I BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Igemeente SNEEK brengen ter openbare kennis,
Idat de Commissie uit het plaatselijk bestuur,
bedoeld bij art. 15 der Wet op de Schutterijen,
Kht jaar hare tweede zitting zal houden in het
I emeentehuis alhier op Woensdag den 13en
./uli aanstaande, des voormiddags ten 11 ure,
j - •v.v.u.iuoo, uuji uh inge
schrevene en geloot hebbende personen van dit
|3aar, en door de reeds vroeger ingelijfden, inge-
I lacht, alsmede tot onderzoek van hen, die bij
l’^^'^tverwisseling voor anderen verlangen op
I De belanghebbenden worden gewaarschuwd
K»n alsdan op te komen, vermits zij anders zui
pen gehouden worden, geene redenen tot vrij
stelling te hebben en, voor zooverre zij dienst
plichtige nummers getrokken hebben en niet
Rallen in' de termen van art. 3 der wet van den
April 1827, sub letter a, 6, c, l en m. bij
he schutterij zullen worden ingelijfd, blijvende
het hun evenwel vrij, om hunne redenen tot
vrystelling in een volgend jaar te doen gelden.
Sneek den 28 Juni 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
ALMA, Burgemeester.
J* W. BENNEWITZ, Secretaris
bekendmaking.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sneek.
Gelet op het besluit van heeren Gedeputeerde
staten van Friesland van den 16 Juni 1887
no. 12, 2e afdeeling W (Prov. blad no. 58)’
waarbij zijn gewijzigd en aangevuld de volgende
otaten, behoorende bij het reglement van politie
P de waterstaatswerken, in onderhoud en beheer
Ö1J ue provincie
a. van de waterstaatswerken, waarop het
reglement van toepassing is
b. van het maximum der afmetingen, welke
de stoombooten zullen mogen hebben, welke de
oij dat reglement bedoelde vaarwaters en kanalen
Bevaren
c. van het maximum van de snelheid, welke
op die vaarwaters en kanalen aan stoombooten
mag worden gegeven
l v,au, de vaarwaters en kanalen, op welke
Un/01- e.ri 13 st°ombooten, welke geene sleep-
Oooten zijn te gebruiken, tot het slepen van andere -
vaartuigen
e. van de kanalen en vaarwaters, op welke
aet verboden is met stoombooten te varen
h/’ Vunjde ,kanalen en vaarwaters, op welke
iet verboden is te zeilen anders dan met de
■fok.alleen en deze achter den mast. 1
I Brengen ter openbare kennis
Ir bove“geuoemde Staten ter Provinciale
■Griffie van Friesland tegen den prijs van 15 cents
■verkrijgbaar zijn gesteld. io cents
5 Sneek den 5 Juli 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AhJlA, Burgemeester.
I J- W- BENNEWITZ, Secretaris.
1 Stoomwerktuig-.
I BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
yanbrengen van een stoomwerktuig iL het ge-
stande, dat wanneer de huurwaarde door den
belastingschuldige zelve wordt betaald, de In
komstenbelasting slechts voor een derde gedeel
ten of wel voor twee derde gedeelten, naar de
regelen bij art. 5 1 der wet voor de huur
waarde bepaald, verschuldigd is, terwijl de zoo-
danigen, welke bij anderen inwonen, ook naar
deze regelen belastbaar zijn, zoodra hunne in
komsten de som van drie honderd vijf en twintig
gulden ’sjaars bedraagt, doch wanneer dezen
niet een gedeelte van den eigenaar of eersten
huurder, in onderverhuring, in gebruik hebben,
worden zij voor de volle belasting aangeslagen.
Artikel 1 der tegenwoordige wet zou derhalve
moeten gewijzigd worden en luiden
De belasting op het Personeel zal, te rekenen
van den 1 Mei 1833, geregeld worden naar de
volgende grondslagen, als
ten len het zuiver inkomen.
2„
3
4
5„
6„
„.7„
Artikel 5 1 der tegenwoordige wet op het
personeel wordt gewijzigd, en daarin de bepaling
opgenomen, dat de belasting naar den eersten
grondslag, zijnde de inkomsten, wordt geheven
naar dezelfde regelen, bij art. 5 1 der wet
bepaald, voor hen, die als hoofden van huisge
zinnen, eigenaren of eerste huurders, een perceel
of perceelsgedeelte in gebruik hebben, voor de
huurwaarde is bepaald deze bepaling is ook
toepasselijk op hen die van dezen een gedeelte
in onderverhuring bewonen, maar niet zijn
aangeslagen, in dezer voege, dat van de inkom
stenbelasting vrijgesteld zijn degenen wier jaar-
lijksch inkomen minder bedraagt dan f325.
a. dat deze belasting slechts voor een derde
gedeelte wordt geheven, wanneer het jaarlijksch
inkomen niet hooger is dan
De nieuwe personele wet ondervond wel den
hoofden van huisgezinnen
waarde afhankelijk is.
waarde f20 is, terwijl ambtenaren en capaciteiten,
bg anijerea inwoaen5 buiten dez<3 belasting
maar vooral omdat de kapitalen in por
tefeuille niet door deze personele wet worden
getroffenHet was evenwel tengevolge van
eene leemte in deze wet, dat het inkomen onbe-
last is gebleven, omdat dit niet onder de grond
slagen der vvet is opgenomeu, hoezeer het doel
thans de invoering dezer belasting
de in de wet op het personeel bestaande leemte
weg te nemen, door de tegenwoordige wet op
het personeel zoodanig te wijzigen, dat ook de
geheel afzonder- aantal grondslagen uit te breiden
van
dat de inkomsten ook daarbij
aangenomen, zijnde er 55 vóór en 51 tegen.
De nieuwe personele wet ondervond wel den
grootsten tegenstand, omdat daarbij alléén de
hoofden van huisgezinnen aan deze belasting
onderworpen worden en geheel van de huur
waarde. afuankelijk is, zoodat zelfs welgestelde
heden in de vrijstelling vallen, omdat de huur-
welke
vielen;
getroffenHet was evenwel tengevolge van
gebleven, omdat dit niet onder de grond-
der wet zulks is.
Wil men thans de invoering dezer belasting
ondernemen, dan behoort men te beginnen met
- -
weg te nemen, door de tegenwoordige wet
inkomsten daarbij worden belast, en derhalve
-1 en te bepalen,
dat de huurwaarde_ niet meer uitsluitend tot
maatstaf dezer belasting zal strekken, maar dat
het zuiver jaarlijksch inkomen der belasting
schuldigen, volgens derzelver eigen aangiften,
als eersten grondslag, daarnevens, tot maatstaf
der belastbaarheid zal strekken, terwijl de tegen
woordige wet geheel gehandhaafd blijft; dat de
inkomsten voor een bedrag van beneden de drie
honderd vijf en twintig gulden’sjaars, in de ge
meenten van beneden 3000 zielen, en van be
neden de zeshonderd gulden ’s jaars, in gemeen
ten van 48000 zielen en daarboven, vrij zullen zijn
van deze inkomstenbelasting, een en ander te
regelen op den voet en de wijze bij art. 5 1
der tegenwoordige wet van 29 Maart 1833,
Staatsblad no. 4, voor de belastbaarheid naar de
huurwaarde bepaald.
Dat eene belasting van één procent van het
zuiver inkomen wordt geheven met dien
ƒ325 en de huurwaarde niet
b. Twee derde gedeelten
hooger is dan
ƒ350 en de huurwaarde niet hooger is dan ƒ21 tot beneden 24. I
Hoezeer vele Ministers, zooals Blussé, Visse
ring, Gleichman en Grobbée hunne pogingen,
om eene Rijks Inkomstenbelasting in te voeren’
hebben zien mislukken, schijnt het mij toe, dat
zulks niet alleen mogelijk is, maar dat deze
belasting, reeds ten jare 1822, bij de invoering
der wet op de Personele belasting, had behooren
te zijn ingevoerdomdat het eene leemte is, in
de wet van 12 Juli 1821, dat de Inkomsten
niet toen reeds direct belast zijn geworden.
Latere pogingen mislukten vooral daarom, om
dat men verzuimde, de geschiedenis dier wet te
raadplegen, en omdat men eene
lijke wet in deze zaak voordroeg, in stede van
de oorspronkelijke wet op het Personeel zooda
nig te wijzigen dat de inkomsten ook daarbij
worden belast, zoo als het behoortwant tegen
die afzonderlijke wet wordt altijd als hoofdgrief
aangevoerd, dat deze eene wet op het personeel
zou zijn, hoedanige wet er reeds bestaat, en er
alsdan twee wetten op het Personeel zouden zijn,
en dit nu is ongerijmd.
Ik zal trachten aan te toonen, dat reeds het
belastingstelsel van A°. 1821 ten doel heeft om
de Inkomsten te belasten bij de wet op het Per
soneel, maar dat zulks toen niet is geschied.
Ter vervanging toch van de vroegere provin
ciale quotisatie en de willekeurige, ongelijke
repartition, zou er, ten jare 1821, eene nieuwe
Personele belasting worden geheven, waarbij
het aantal grondslagen uitgebreid zou worden,
waarvan het doel en de strekking zou zijn, om
ten eersten, het inkomen ten tweeden, de weelde;
ten derden, het gemak; en ten vierden, het ge
bruik, zonder willekeur, directelijk en indirec-
telijk te belasten; en waarbij iedereen zelven
zou kunnen berekenenhoeveel hij zal moeten
betalen, en dit wel, omdat het bijdragen en
aanslaan naar ieders werkelijk vermogen, hoe
wel rechtmatig, eene hersenschim is; zoodat men
zich tot den schijn, ot uiterlijke leefwijze moet
bepalen. Die nieuwe belasting werd Personele
genoemd, omdat niet de eigenaar, maar de
gebruiker wordt belast. Men zie hierover
het bijvoegsel der Staats-Courant, jaargang 1821
no. 1Ü6, kolom 3, en die van A°. 1822 no. 126,
kolom 5. Er werden daartoe 6 grondslagen
voorgesteld, te wetenten len de huurwaarde,
ten 2en de deuren en vensters, ten 3en de
haardsteden, ten 4en het mobilair, ten 5en de
dieust- en w erkboden, ten 6en de paarden. Men
ziet het, door deze grondslagen wordt het in
komen wèl indirect, maar niet direct belast,
zooals het doel en de strekking der wet is.
W el worden „t/e weelde,het gemak en het ge
bruik daardoor belast, doch niet het inkomen,
dat indirect getroffen wordt.
De hoofden der huisgezinnen, gebruikers der
woonhuizen, zouden de 4 eerste grondslagen
moeten betalen, waarbij een minimum van f20
huurwaarde in de vrijstelling zou vallen, en
de 5e en 6e grondslagen, door hen welke de
voorwerpen in gebruik hebben.
Van alle wetten, welke het belastingstelsel van
A°. 1821 omvat, was er dan ook geene wet
welke meer tegenstand bij de iStaten-Generaal
en het stelsel van Au. 1821 is dan ook
met eene geringe meerderheid van
4
(RtV
j.
n
r>
n
n
17
77
77
T>
n
•n
a
w
•n
n
r>
a
w
n
n
n
77
7)
77
n
77
77
77
77
7)
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
7)
77
77
7)
77
77
17
77
V
77
77
77
77
77
V
77
77
77
77
7)
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
9
77
77
77
77
77
77
77
77
J.
a
l.
E'
E
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
7)
77
77
77
77
77
77
77
77
77
7)
77
77
77
77
77
77
77
77
7)
en daarboven.
In gem. met een bevolking beneden
3000 zielen.
77
7)
77
7)
7)
77
77
77
het jaarlijksch inkomen niet
In gemeenten van beneden
3000 zielen, in de kom.
17
77
77
77
77
77
7)
-.~O-WW „wl
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
7)