r
14
Art. 19.
Afdeeling V.
Van de Vee- en Paardenmarkt.
Art. 21.
Art. 22.
Hiervan is uitgezonderd het waagmaterieel door de
aangestelde beambten bediend,
Niemand dan de aangestelde beambten mag boter of
kaas onder de Stadswaag brengen of vandaar afvoeren
De runderen, paarden, kalveren, varkens, biggen,
schapen en lammeren, die aan de wekehjksche Vee
markten worden aangevoerd, moeten, gedurende de
maanden Januari, Februari en December, vóór’s namid
dags 3 uur, en gedurende de overige maanden, vóór
’s namiddags 4 uur, van de marktplaats zijn verwijderd.
Vóór ’s morgens één uur mag geen vee ter markt
worden aangevoerd.
Zij, die vee of paarden ter markt brengen of aldaar
verkoopen, zijn verplichtte gehoorzamen aan de bevelen
van den Marktmeester, of bij ontstentenis van dezen,
van de Politie,
Art. 20.
Het is verboden, op marktdagen rundvee, paarden,
schapen, lammeren, varkens of biggen op andere dan
daartoe bestemde plaatsen aan te binden, te hokken of
in troggen te plaatsen, om ten verkoop te worden aan
geboden
Bij het aanbinden of vervoeren van stieren moet,
behalve de bepaling van art. 94, naar aanwijzing van
den Marktmeester, of bij ontstentenis van dezen, van
de Politie voor de openbare veiligheid gezorgd worden.