17
ÏMfcW^Wib
■■■KMnni^HH^HHnHMMBW
Burgemeester en Wethouders te bepalen, te ruimen of
te reinigen
b. de slooten, waterlossingen, vergaderbakken en alle
andere riolen en goten, als die bij art. 27 en sub a.
van dit artikel omschreven, uit te modderen, uit te halen
en te reinigen op last van- en binnen den termijn door-
of van wege Burgemeester en Wethouders te bepalen.
Art. 30.
Zij, die bij gebreke van andere wettelijke bepalingen,
ingevolge het Burgerlijk Wetboek daartoe zijn verplicht,
moeten zorgen, dat de slooten, waterlossingen, vergader
bakken, riolen en goten te allen tijde in voldoenden
staat worden gehouden, en hersteld, vernieuwd of over-
kluisd binnen den termijn door Burgemeester en Wet
houders te bepalen.
De eigenaren of rechthebbenden van wateringen en
slooten, waarvan Burgemeester en Wethouders wegens
de daarin of daardoor afgevoerd wordende stoffen de
demping of de vervanging door een riool noodzakelijk
achten, zijn verplicht te gedoogen, dat die wateringen
en slooten ten koste der gemeente worden gedempt of
door een riool vervangen.
Burgemeester en Wethouders zullen den last, in dit
en het voorgaande artikel omschreven, alléén geven in
het belang der openbare reinheid of gezondheid.
Art. 31.
Het is verboden, op gronden voor den openbaren
dienst bestemd, goten of riolen aan te leggen, te ver-
breeden, te vernauwen of van loop te veranderen, zonder
vergunning van Burgemeester en Wethouders.
Art. 32.
Het is verboden, op den voor den openbaren dienst
bestemden grond eene afwatering van daken of boven
woning te hebben, tenzij met vergunning van Burge
meester en Wethouders.