I
n
Art. 33.
Art. 34.
Afdeeling II.
r
Het is verboden, op eene openbare plaats te wateren
of zijn gevoeg te doen.
Onreine stoffen, alssekreetmest, asch, afval, in
gewanden van visch, krengen, bloed, gebruikt stroo enz.,
gelijk mede die, welke uit het reinigen van goten of
straten voortkomen, waarvan men zich wil ontdoen,
mogen niet anders dan in potten, bakken of dergelijke
worden verzameld en uitsluitend bestemd voor de ge
meentelijke exploitatie der faecale stoffen worden uit
gezet.
Die potten en bakken moeten steeds in goeden staat
en zoo zindelijk mogelijk worden gehouden.
Zij moeten, uitgezet, steeds gedekt zijn.
Buiten de stads-werklieden is het aan ieder verboden
de alzoo uitgezette potten, bakken of dergelijke voor
werpen te ledigen, of asch of vuilnis van de straten te
verzamelen.
p
t
Van het houden van verzamelingen van mest en
bepalingen omtrent de sekreten.
Art. 35.
Het is verboden, binnen de kom der gemeente ver
zamelingen van mest, vuilnis of andere onreine stoffen
te houden of aan te leggen.
Burgemeester en Wethouders kunnen evenwel, onder
door hen te stellen voorwaarden aan diegenen, welke
bij het in werking treden dezer verordening een zoo
danige verzameling hebben, voor een bepaalden tijd het
houden derzelve toestaan, onder bepaling dat indien
aan de gestelde voor waarden niet binnen veertien dagen
na dagteekening der vergunning is voldaan, deze ver
vallen is.
W.ï
18
l