19
a.
Van het slachten en keuren van vee, mitsgaders op het
invoeren, vervoeren, keuren en verkoopen van vleesch.
Art. 39.
De slagers zijn verplicht,
Art. 36.
Een ieder moet gedoogen, dat op riolen, zinkputten
of andere dergelijke verzamelplaatsen van vuil worde
toegepast, wat Burgemeester en Wethouders ter voor
koming van ontwikkeling van smetstof noodig oordeelen,
en tot die verzamelplaatsen den vrijen toegang verleenen
aan de daartoe door Burgemeester en Wethouders aan
gestelde personen.
Van 1 Juni tot 1 November mag op geene der in het
vorige lid bedoelde verzamelplaatsen mest worden aan-
getroffen.
Art. 37.
Niemand mag op een anders erf, op straten, wallen,
in grachten of havens, onreine stoffen werpen of daarin
laten loopen, als daar zijnmest, asch, afval, krengen,
bloed, ier.
Art. 38.
De sekreten moeten behoorlijk gesloten en voorzien
zijn van tonnen, die van gemeentewege kosteloos worden
verstrekt en onderhouden.
Het gebruik van andere tonnen, bakken, vaten, of
wat het ook zij, is verboden, doch degenen, die bij
hunne sekreten eigen tonnen in gebruik wenschen te
nemen, zullen hiertoe bevoegd zijn onder de volgende
bepalingen
dat hunne tonnen overeenkomen met
gemeente aangenomen model
dat zij met den naam des eigenaars zijn gemerkt
dat bij elk sekreet twee tonnen behooren.
Afdeeling III.
I
een bij de
van elke voorgenomen
I*
t
I
b.
c.