Mm*
'Sêf
te?'
22
Art. 46.
Art. 47.
Art. 48.
De vervoerder van vleesch binnen de gemeente en de
ontvanger daarvan, ieder afzonderlijk, zijn verplicht min,
stens één uur vóór het vervoer daarvan aangifte te doen
op het Politiebureau, met opgave van wien het vleesch
afkomstig is en voor wien het is bestemd.
Art. 49.
Geen ingevoerd of vervoerd vleesch mag verkocht, in
Bij paar
de kop
van
uur
moet worden verwijderd. Oordeelt de keurmeester deze
plaatsen ongeschikt, dan mogen ze als zoodanig niet
langer worden gebruikt.
De invoerder van vleesch of van dood vee en de
ontvanger, ieder afzonderlijk, zijn verplicht binnen één
uur na den invoer aangifte te doen op het Politiebureau
met opgave van wien en van waar het vleesch afkomstig
is, benevens de plaats waar het op dat oogenblik aan
wezig is.
Geschiedt de invoer door publieke middelen
vervoer, dan is alléén de ontvanger binnen één
na de ontvangst tot aangifte verplicht
Het ingevoerde versche vleesch van koeien en paarden
mag niet kleiner zijn dan vierdedeelen, van overige
dieren niet kleiner dan de helft van het geslachte dier.
Bij den invoer daarvan moeten aanwezig zijn longen,
hart, lever en milt van het geslachte dier,
denvleesch moeten bovendien nog de huid en
aanwezig zijn.
Wanneer aan de bepaling van dit artikel niet is
voldaan, of de ingewanden vóór de keuring zijn ver
wijderd, wordt het ingevoerde in beslag genomen en
verbeurd verklaard.