1
23
Art. 50.
Art. 51.
L
Een ieder is verplicht, het vleesch, dat als schadelijk
voor de gezondheid is afgekeurd, dadelijk ter inbeslag
neming aan den bevoegden ambtenaar af te geven.
Het in beslag genomen vleesch wordt verbeurd ver
klaard en onder toezicht van de Politie begraven of
onschadelijk gemaakt.
Art. 52.
In deze afdeeling wordt verstaan
1°. door vee: paarden, runderen (behalvenuchteren
kalveren), schapen, bokken, geiten en varkens
2°. door vleesch: alle tot menschelijk voedsel ge
schikte deelen van die dieren en van nuchteren kalveren
afkomstig, onverschillig of zij al dan niet en hoe zij
zijn bewerkt of vermengd, mitsdien ook gezouten, gerookt
en hoofdvleesch, spek, hammen, worst enz.
kleinere stukken verdeeld, weggeschonken of verwijderd
worden van de plaats bij aangifte opgegeven, vóór
het is gekeurd.
De mede ingevoerde ingewanden, en bij paarden-
vleesch bovendien de huid en de kop, moeten zoolang
aanwezig blijven, totdat de keuring heeft plaats gehad,
In- en vervoer van vleesch of van dood vee mag niet
plaats hebben van des avonds negen tot des morgens
zeven uur.
De bepalingen van dit artikel en van de artt. 46 en
48 zijn niet van toepassing bij in- of vervoer van vleesch,
kennelijk bestemd tot eigen gebruik van particulieren.
Slagers of verkoopers van vleesch, buiten deze ge
meente wonende, mogen geen vleesch verkoopen of te
koop aanbieden, dan nadat het door den keurmeester
dezer gemeente is gekeurd en het bewijs hiervan aan
het Politiebureau is vertoond en voor „gezien” geteekend.
’J
i