r
24
Afdeeling IV.
Van het invoeren en verkoopen van Visch.
Art. 53.
Art. 54.
Afdeeling V.
Van het vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten.
Art. 55.
Art. 56.
Het is verboden, voor de gezondheid schadelijke visch
in te voeren, te vervoeren, of in winkels op verkoop
plaatsen of in voer- en vaartuigen aanwezig te hebben.
Door den Keurmeester of, bij ontstentenis van dezen,
door den eerst aanwezenden Agent van Politie afge
keurde visch, wordt door de Politie in beslag genomen,
en verbeurd verklaard.
De schipper of gezagvoerders van schepen zijn ver
plicht, ingeval zich een of meer lijders aan besmettelijke
ziekte aan boord bevinden, daarvan onverwijld en voor
dat zij de gemeente binnenloopen, aan het Hoofd van
het Gemeentebestuur en aan den Commissaris van
Politie kennis te geven.
Het is verboden, lijders aan eene der besmettelijke
ziekten, vermeld in art. 1 der wet van 4 December 1872
(Staatsblad no. 134), anders te vervoeren dan met rij-
of vaartuigen of draagbaren, uitsluitend daartoe door
den Burgemeester bestemd, of met zijne goedkeuring
tijdelijk daartoe beschikbaar te stellen.
De persoon, die tot dit verboden vervoer last heeft
gegeven, is verantwoordelijk voor de overtreding dezer
bepaling.