25
Art. 57.
Afdeeling VI.
Art. 58.
Art. 59.
Art. 60.
1
J
Van het begraven van lijken en van de begraaf
plaatsen.
Onder begraven wordt niet verstaan het overbrengen
van een lijk naar het lijkenhuis, welk gebouw mede
gebruikt kan worden tot opneming van vermoedelijke
schijndooden. De overbrenging in beide gevallen moet
geschieden, bij voorkeur na zonsondergang, hetzij op
bevel van Burgemeester en Wethouders, ingevolge art.
6 der wet van 10 April 1869, (Staatsblad no. 65), hetzij
op vergunning van den Burgemeester.
Zoo het blijken mocht, dat de ziekte, volgens het
oordeel van een geneeskundige, van dien aard is, dat
afzondering noodzakelijk wordt geoordeeld, moet het
schip op eene door de Politie aan te wijzen plaats blij*
ven liggen, totdat door het gemeentebestuur, na een
geneeskundige te hebben gehoord en nadat het schip
behoorlijk gedesinfecteerd en gereinigd zal zijn, machti
ging tot vertrek zal zijn gegeven.
Wanneer tot het begraven of vervoeren van lijken,
rijtuigen of schepen worden gehuurd, die niet uitsluitend
Het begraven geschiedt van ’s morgens een uur na
zonsopgang tot een uur vóór zonsondergang, echter
in geen geval eerder dan 's morgens 6 uur.
In geval van besmettelijke ziekten, kunnen Burge
meester en Wethouders ten aanzien van den tijd van
begraven zoodanige voorschriften geven, als zij in het
belang der omstandigheden noodig oordeelen.
r