28
Art. 69.
Art. 70.
Art. 71.
in be-
Art. 72.
Art. 73.
De locomotieven moeten van een remtoestel voorzien
zijn en zoodanig zijn ingericht dat de rookverbranding
zoo volledig mogelijk geschiedt. Zij moeten van vol
doende aschbakken, tot het opvangen van vuur en asch
zijn voorzien.
Het is den machinist verboden stoom uit te laten,
indien zich in de nabijheid paarden of vee bevinden.
Zonder noodzaak mogen geene tramwagens op de
fails langs de lijn blijven staan.
Het is verboden, langs die gedeelten van de trambaan,
welke gelegen zijn tusschen de Boterhoek en het begin
der Voormalige Vischmarkt, en verder tusschen het
einde dier Vischmarkt tot aan het brugje over de ge
dempte Neltjeshaven, een bespannen rij- of voertuig
aanwezig te hebben, paarden of vee te drijven op tijden,
dat daar eene tram passeert, een en ander met inacht
neming van de gemaakte of later te maken dienstre
gelingen.
Het is verboden
a. te springen van- of te klimmen op eene
weging zijnde tram
b. de seinen, die door het trampersoneel gegeven
worden, na te bootsen
c. de spoorstaven moedwillig te beschadigen
d. in de trambaan, tusschen of op de spoorstaven,
goederen of voorwerpen te plaatsen, of de veiligheid van
baan of tram op eenigerlei wijze in gevaar te brengen.
5,